Ministerie van Financiën

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

3 november BZ 2003-1186 M 2003

Onderwerp

Belastingdienst

Op 26 mei 2003 is het voornemen aan u voorgelegd (TK 2002-2003, 28.389 nr. 5) om de Belastingdienst met ingang van 1 januari 2004 om te vormen tot agentschap.

Op 23 oktober heeft een Algemeen Overleg plaatsgevonden over onder meer het agentschapmodel. De eerste ondertekenaar heeft daar uitleg gegeven en op uw verzoek enkele wijzigingen in het beleid ten aanzien van agentschappen toegezegd. Zo is toegezegd de naamgeving agentschap te zullen vervangen door (baten-lasten)dienst. Dit brengt beter tot uitdrukking dat de verantwoordelijkheid van minister en staatssecretaris volledig ongewijzigd blijft. De bevoegdheden van de minister en staatssecretaris jegens de Belastingdienst en de wijze van aansturing wijzigen niet.

De vaste commissie van Financiën heeft de eerste ondertekenaar op 30 oktober per brief op de hoogte gesteld van hun voorstel niet in te stemmen met het voornemen om de Belastingdienst met ingang van 1 januari 2004 om te vormen tot (baten-lasten)dienst. Inmiddels is dit besluit in een plenaire vergadering overgenomen.

Met deze brief vragen wij u het voornemen over de Belastingdienst opnieuw in behandeling te nemen en deze brief te betrekken bij de stemming op dinsdag 4 november over de begroting IXB zoals deze al in uw bezit is.

Graag gaan wij nader in op onze overwegingen. De Belastingdienst heeft veel geïnvesteerd in het vergroten van de kwaliteit en doelmatigheid van de eigen bedrijfsvoering. Voor het behalen van verdere efficiencyverbetering is een baten-lastenadministratie noodzakelijk. Hiermee kan doelmatiger besloten worden over de inzet van personeel en materieel. Kosten kunnen daarnaast beter in beeld gebracht worden en er kan beter op worden gestuurd. Dit alles stelt de Belastingdienst in staat om zijn doelstellingen te kunnen realiseren.

Het voeren van een baten-lastenadministratie biedt ons tevens de gelegenheid u van meer en betere informatie te voorzien over de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de geleverde prestaties van de Belastingdienst in de ontwerpbegroting en het beheersverslag.

DE MINISTER VAN FINANCIËN

DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN