Provincie Friesland


---

PERSBERICHT

Nummer: 219
Datum: 30 oktober 2003

Staten behandelen Algemene beschouwingen op 3 november

Maandag 3 november aanstaande behandelen Provinciale Staten van Fryslân vanaf 10.00 uur de Algemene Beschouwingen. Na de installatie van mevrouw Galama als nieuw statenlid voor de VVD zullen de Staten de begroting volgens het volgende schema behandelen:

Eerste termijn 5 minuten per fractie (toelichting algemene beschouwingen) Schorsing 30 minuten
Beantwoording college 30 minuten
Schorsing minimaal 60 minuten
Tweede termijn 120 minuten
Beantwoording college 30 minuten

Na de beschouwingen zal de rest van de agenda behandeld worden. Op 3 november is daar tot 's avonds elf uur tijd voor gereserveerd. Mocht de agenda dan nog niet helemaal behandeld zijn, dan gaan de Staten op 5 november vanaf 10.00 uur verder.

Alle beschouwingen van de statenfracties zijn gebundeld en openbaar beschikbaar. Er berust dus geen embargo op. U treft ze hierbij aan als bijlage.


---- --
Algemene Beschouwingen 2003

Algemiene Skôgings 2003

Bijdrage CDA-statenfractie Fryslân Algemene Beschouwingen 2003

Fryslân, de meedenkende en meewerkende overheid


1. Bestuur en veiligheid


1.1.Het dualisme.
Het doel van het dualisme is: de politiek dichter bij de burger brengen. Wij zijn nu een half jaar bezig, zij het met vallen en opstaan. Terugblikkend zien we dat het voor Statenleden minder makkelijk is geworden de ambtenaren te benaderen. Informatie komt moeizamer. Is het een bewuste keuze van GS? Hoort het bij het "lerend leren"? Dat zowel GS als PS worstelen met de materie blijkt wel uit de presentatie van de begroting 2004 en de septembernota. Het CDA heeft daarom een open brief geschreven. Hierin vraagt zij GS de voorstellen een duidelijk en helder omschreven beleidsdoel te geven en ook het gewenste resultaat zo op te schrijven dat we het later kunnen volgen en meten. Dan wordt het voor organisaties en burgers duidelijk wat zij mogen verwachten van GS. In de toekomst zal nog duidelijker moeten worden, wat onder verantwoordelijkheid valt van GS, en wat van PS. Was het achteraf gezien niet beter geweest als GS zelf een hoorzitting georganiseerd had betreffende haar voorgestelde begroting, i.p.v. de commissie Boarger en Mienskip daarvoor te gebruiken? Het dualisme heeft er zeker voor gezorgd dat de statenzittingen levendiger zijn. Maar dat is geen doel op zichzelf. De Staten zullen zich meer bezig moeten houden met het stellen van beleidskaders. Op basis daarvan meer onderling het debat aangaan, zodat duidelijk wordt wat de verschillen zijn tussen de partijen. Onze oude jas, het ons bezighouden met de uitvoering, nu echt wegdoen.


1.2. Het provinciehuis
In de vorige statenperiode is het besluit genomen, met een aantal randvoorwaarden, te komen tot vernieuwbouw op de huidige locatie. De CDA-fractie heeft in haar verkiezingsprogramma staan: "Het CDA vindt het belangrijk dat kritisch wordt gekeken naar de inzet en effecten van de eigen uitgaven en wil daarom door een combinatie van professioneel personeel, een effectieve informatievoorziening en een efficiënte huisvesting de kosten zo laag mogelijk houden. In dat licht wil het CDA een heroverweging van de huisvestingsplannen." Reden voor ons om het laatste voorstel van het college voorlopig af te wijzen. Bereikbaarheid is sowieso een must en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de gemeente Leeuwarden. Nu is het provinciehuis slecht bereikbaar. Die situatie moet sowieso snel worden opgelost. Belangrijk zijn de geluiden die we vanuit het ambtelijk apparaat ontvangen. Wordt vernieuwbouw van het provinciehuis niet een prestige object? Onze ambtenaren hebben recht op een goede werkplek, welke voldoet aan Arbo-eisen. Bij de besluitvorming in de vorige periode heeft de historische plek aan de Tweebaksmarkt zwaar meegewogen. Alle voorstellen die toen gepresenteerd werden gingen uit van één bepaald concept. Door flexibele werkplekken zou er op de bestaande locatie voldoende werkruimte zijn voor de ambtenaren. Onderdeel van het concept was ook dat bestuur en ambtenaren onder één dak gehuisvest zouden worden. Is dit concept al niet op zijn retour? Deze fundamentele vraag moet op zijn minst eerst gesteld worden en beantwoord worden? Kan in het duale stelsel het Bestuur aan de Tweebaksmarkt zetelen en de ambtenaren elders in Leeuwarden...? Wij zijn er nog niet uit, maar hebben er behoefte aan om deze optie nader te beschouwen. In een tijd van "tering naar de nering zetten" zijn we dit verplicht . Leeft dit bij andere fracties ook? Uitgangspunt blijft voor het CDA: Huisvesting die past bij een moderne organisatie en die de komende decennia kan voorzien in die behoefte.


1.3. Veiligheid
Nu landelijk de discussie is geopend over de gekozen burgemeester, is het opnieuw zinvol ons te beraden over het eerder geopperde idee van Provinciale Politie. Wij vernemen graag van het college, haar zienswijze over deze ontwikkelingen. De discussie over ATF heeft ons nog eens nadrukkelijk gewezen op het naleven van de vergunningen. Wij zijn van mening, dat waar de veiligheid in het geding is, gedogen uit den boze is! Indien er zich situaties voordoen, waarbij de voorschriften niet nagekomen worden, verwachten wij van het college dat zij ons daarvan direct melding doen.


1.4. Regels
In het bestuursakkoord wordt aangegeven dat het geheel aan provinciale verordeningen de komende periode tegen het licht gehouden zal worden; met als uitgangspunt noodzaak, harmonisatie en vereenvoudiging. Het Rijk (kabinet Balkenende 2) heeft als uitgangspunt om 25% minder regels en dito ambtelijke activiteiten te bereiken. Kan de provincie deze doelstelling niet gelijk laten lopen met het Rijk? In samenwerking met de gemeenten zou er op dit punt een Masterplan gemaakt kunnen worden om in heel Fryslân deze regelreductie en ambtelijke activiteiten (die daarbij nodig zijn) te bereiken. Alle overheidslagen werken dan mee om de werkgelegenheid gericht en door samenwerking te bevorderen. Wij overwegen op dit punt met een motie te komen, met de volgende strekking: De provincie wil binnen vier jaar conform het rijksbeleid streven naar een generieke lastenverlichting om daarmee belemmeringen weg te nemen voor het ontwikkelen van economische activiteiten en het bevorderen van werkgelegenheid.


2. Verkeer en vervoer
In tabel 3.6. van de septembernota lezen we dat de Rondweg Franeker pas in 2006 weer op de rol staat. Gemeente en provincie hebben dit samen voortvarend opgepakt. Maar de weg eindigt nu in niemandsland. Gekscherend wordt al gesproken over "Belgisch monument". Het probleem is de nieuwe regelgeving, die inhoudt, dat er geen gelijkvloerse kruisingen bij spoorwegovergangen meer mogen komen. Een viaduct is verplicht, wat de prijs enorm verhoogt. Raming 8 miljoen euro. Heel vervelend dat de spelregels tijdens het spel zijn veranderd. De Rijksoverheid die wel de regels bepaalt, maar niet de centen mee levert. "Wie wacht nu op wie?" is onze vraag. Niets doen kost de gemeente Franekeradeel nu al vele euro's per dag. Er is discussie over het al of niet opheffen van de spoorlijn. Wij wachten het standpunt van GS in deze dan ook af. Is het juist dat indien besloten zal worden tot opheffen van de spoorlijn, het tracé hoe dan ook nog een flink aantal jaren zal moeten blijven liggen? Wij kiezen voor veiligheid, maar vragen ons af, gezien de frequentie van gebruik, of het niet mogelijk is om hiervoor een ontheffing te krijgen. Is het college bereid om de vaste kamercommissie van verkeer uit te nodigen om samen met hen en de gemeente Franekeradeel dit knelpunt opnieuw op de agenda van de Minister geplaatst te krijgen. De Minister van Verkeer heeft kenschetst haar beleid als "houwen voor bouwen", waarbij het onderhoud van de bestaande infrastructuur prioriteit krijgt boven nieuwbouwprojecten. Dit beleid zal ook na het jaar 2010 worden voortgezet. Vooral bij de spoorwegen is dit acuut, binnen het spoorbudget is daarom al 1,4 miljard verschoven van nieuwbouwprojecten naar onderhoud. Kan het college aangeven, welke consequenties dit heeft voor de wens: verdubbeling spoorbaan Leeuwarden-Groningen? De Zuiderzeelijn in de uitvoering als magneetzweefbaan lijkt verder weg dan ooit, door het bericht dat het Ministerie niet bereid is om het wegvallen van de Europese subsidie voor haar rekening te nemen. Het Ministerie is van mening dat dit gat opgevangen dient te worden door de regio en het bedrijfsleven. De CDA-fractie is van mening, en zoals we bij herhaling al vele malen verkondigd hebben, dat de bijdrage die Fryslân aan de ZZL (en alleen nog als de uitvoering plaatsvindt als Magneetzweefbaan) beschikbaar stelt vastgesteld is op E 200 miljoen netto contante waarde 2002, prijspeil 2002. Een verdere bijdrage vanuit de provincie is onverantwoord. Wij vinden dat het college in de eerstkomende vergadering van de stuurgroep ZZL dit signaal krachtig dient te herhalen en zich moet in spannen om helderheid te verkrijgen, over welke provinciale, dan wel gemeentelijke overheid bereid is om meer bij te dragen. Op deze wijze kan wellicht duidelijkheid verschaft worden, of er nog enig reëel perspectief is op realisatie, of dat het "trekken aan een dood paard" is? Wanneer komen de beloofde bijeenkomsten met de bevolking?

Het belangrijkste op het gebied van verkeer wat momenteel speelt en wat nog niet is genoemd is de Haak! In de Tweede Kamer hebben zowel PvdA als ons eigen CDA zich uitgesproken voor het gebruik van het Kwartje van Kok voor de financiering van de Haak. Minister Peys wil net zoals bij het spoor alles besteden aan onderhoud. Daar de Tweede Kamer nog aan zet komt (met de begroting van V & W deze herfst) wat betreft de besteding van het kwartje van Kok pleiten wij ervoor dat GS alles in het werk stelt om alsnog zekerheid te verkrijgen over de realisering en financiering van de Haak. Daar de provincie ook verantwoordelijk is voor de landinrichting die daar op dit moment speelt, kan er veel kapitaalvernietiging voorkomen worden indien die zekerheid er voor het einde van het jaar is. De landinrichting kan dan rekening houden met het tracé. Onnodige versnippering van landbouwgronden wordt zo voorkomen. Hiernaast is de realisering van de Haak voor de economisch- en ruimtelijke ontwikkeling van Leeuwarden een must. Bij het niet doorgaan van dit project ontstaan er grote problemen voor Leeuwarden, ook voor wat betreft de woningbouw. En die zijn al zo groot. De CDA-fractie is van mening dat indien het Rijk zijn toezegging voor de korte termijn niet nakomt, overwogen moet worden of de provincie wellicht moet gaan voorfinancieren, in het belang van de verdere ontwikkeling van deze belangrijke ontsluiting. Wij staan daar op voorhand niet afwijzend tegenover.


3. Water
Water krijgt een steeds prominentere rol. De komende tijd zal er veel tijd besteed moeten worden aan de uitwerking van verschillende Europese en Nationale kaders op het gebied van water. Deze hebben betrekking op zowel kwantiteit als kwaliteit. Zij zullen zeer grote gevolgen hebben voor het gebruik van het water zelf maar juist ook voor het land (het droge deel dus). Voor een plattelandsprovincie als Fryslân dus zeer ingrijpend. Wij zullen dit proces nauwlettend volgen. Bij de vorige Algemene Beschouwingen hebben wij gepleit voor de nutsfunctie van de voormalige WLF en eventuele opname van dit waterleidingbedrijf in een Fries Waterketenbedrijf. Wij willen hier graag met u over discussiëren en hebben toen gevraagd of het college hierover een gespreksnotitie wil voorbereiden. Wij stellen deze vraag nu opnieuw. We kennen naast de algemene overheid (de provincie) ook een functionele overheid, het waterschap. Landelijk is de discussie aangezwengeld of we deze niet zouden moeten laten vallen onder de algemene overheid. Een recente enquête laat zien, dat de bakens verschuiven en dat daar meer en meer draagvlak voor is. Voor het nieuwe waterschap wat per 1 januari a.s. zijn beslag krijgt ligt er de uitdaging om het tegendeel te bewijzen. Een duaal waterschap, zoals onlangs gesuggereerd werd, zou daaraan een bijdrage kunnen leveren. Deelt U deze opvatting?


4. Milieu
GS wil een bijdrage leveren aan de door het Rijk geformuleerde streefwaarden. Nadere informatie geeft aan dat 80% van het milieubeleid door de EU wordt bepaald. De Nederlandse Regering doet er een schep boven op. En dit wordt dan vervolgens als maximum beschouwd. Ook wij hebben ons geconformeerd aan het Provinciaal Beleidsplan en zelfs ingestemd met verlenging tot 1 januari 2006, waarin opgenomen het extra van de regering. Het college geeft aan dat zij een provinciaal milieubeleid wil voeren, dat optimaal is toegesneden op de situatie in Fryslân. Onze vraag hierbij luidt; Is het college bereid om in IPO-verband de discussie aan te zwengelen, om uit te gaan van EU-richtlijnen? Op deze wijze is ieder landsdeel verzekerd van een gelijke uitgangspositie als het gaat om concurrentie. Het stimuleren en regisseren van de ontwikkeling en het bieden van betaalbare alternatieven voor onrendabele rioolaansluitingen in het buitengebied dient voortvarend opgepakt te worden. Gemeente Littenseradiel is een mooi voorbeeld. Speelt GS nog een rol om andere gemeenten ook hiertoe aan te zetten? Liggen er nog beperkingen waar wij als provincie wat aan kunnen doen?

Het CDA wil graag van het college weten of zij inmiddels de gevolgen van de nieuwe zonering, in het kader van Wet Ammonial en Veehouderij, EHS en Voel- en Habitatrichtlijnen zoals voorgesteld in de brief van 11 september 2003 van de Minister Veerman en staatssecretaris van Geel al in beeld heeft? Volgens onze informatie lijkt het erop, dat wij als reconstructiegebied verstoken blijven van flankerend beleid. Als dat zo is dat wordt het extra noodzakelijk dat we de zonering flexibel kunnen toepassen m.b.v. het instrument landinrichting. Voor betrokkenen, met name in het ROM-gebied moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen en passende maatregelen gezocht worden. Alle ontwikkelingen zitten daar nu op slot.


5. Landelijk Gebied
Een "Vitaal platteland" is wat we met zijn allen nastreven. Maar wat verstaan we daaronder en welke voorzieningen moeten voor wie beschikbaar zijn? Wat zijn basisvoorzieningen? Moet elke kern goed ontsloten zijn? Welke rol dient de provincie daarbij te vervullen? Voorop staat dat hoe klein een woonkern ook is, alles in het werk gesteld moet worden om deze gebieden digitaal te ontsluiten, door middel van snelle internetmogelijkheden. Het landelijk beleid is gericht op breedband via ADSL. Wij willen dat de provincie alles in het werk stelt om de KPN aan te sporen (zij hebben 90% van de kabelnetten in eigendom) tot het aanleggen van ADSL. Een schotelverbinding voor het platteland zou op dit moment een tijdelijke uitkomst kunnen bieden. De provincie zal hierin facilitair moeten optreden, maar van de inwoners mag ook een substantiële bijdrage gevraagd worden bij de realisatie. Daarnaast zullen er ongetwijfeld meer zaken zijn, die het begrip Vitaal platteland handen en voeten geven. Het CDA stelt voor om samen met de andere partijen te komen tot een werkgroep, die verder inhoud wil geven aan de definitie Vitaal platteland.


6. Economie, Recreatie en Toerisme
Fryslân is niet zo' n sterke regio als de Randstad, maar we zijn op de goede weg. Het is zeer vervelend dat we in een economische recessie zitten. Het laat direct zien dat we als geheel kwetsbaar zijn. Vele bedrijven hebben de afgelopen periode hun deuren moeten sluiten. Veel werknemers zijn nu aangewezen op uitkeringen. Vervangende werkgelegenheid is niet direct voorhanden. Veel werkgelegenheid gaat naar de goedkope landen toe. Ter illustratie, de directe loonkosten zijn bij ons per uur E 20,00, in Tjechië/Polen E 10,00, in Korea E 6,00 en in China E 0,50. Wij prijzen ons - ook in Fryslân - gelukkig met een sterke functie van het MKB voor behoud van werkgelegenheid en een goede arbeidsinfrastructuur. Ook met de wind tegen blijft het MKB de motor van de economie. Wij komen daar in ander verband straks op terug.

Wat kunnen wij er als Fryslân aan doen?

a. In ieder geval de Rijksoverheid houden aan de afspraken die zij in het kader van de Langmangelden met ons gemaakt heeft. Bij een betrouwbare overheid hoort het "afspraak is afspraak" principe.

b. Uitgaan van de sterke punten die Fryslân te bieden heeft t.w. Veel ruimte voor wonen en werken
Goede infrastructuur, nauwelijks files
Prima arbeidsmoraal
Grote gevarieerde arbeidsreserve
Deze punten "vermarkten"door een permanente promotiecampagne door middel van dagelijkse kleine advertenties, in daarvoor geschikte bladen, met daarin een "kop" van een bekende Fries. (de CDK, Foppe de Haan etc.) Hierbij rechtstreeks het telefoonnummer met de belofte, dat meteen wordt teruggebeld en dat de agenda snel kan worden getrokken voor overleg.

c. IPR-Subsidies
Wij zijn er voorstander van om in SNN-verband in te brengen de mogelijkheid te onderzoeken de IPR-subsidie niet alleen te verlenen voor investeringen, die directe werkgelegenheid opleveren, maar voor het zeker stellen van bestaande arbeidsplaatsen. Dit laatste kan volgens ons door investeringen in het productieproces voor bedrijfsmechanisatie en technische automatisering te premiëren. Hierdoor wordt de factor arbeid in de kostprijs lager en verbetert de concurrentiepositie. Daarnaast zou tevens de mogelijkheid voor verruiming onderzocht kunnen worden, of subsidie verleend kan worden voor projecten, die als gevolg van realisering werkgelegenheid gaan opleveren, nu kan het alleen als het project als zodanig directe werkgelegenheid oplevert.

d.. Besteedbaar inkomen
De onontkoombare bezuinigingen die de Rijksoverheid voornemens is uit te voeren hebben een extra nadelige uitwerking op de inwoners van Fryslân. De vele ontslagen van de afgelopen maanden, en wie weet wat er nog komt, laten zien dat vele individuele burgers door de maatregelen minder te besteden krijgen. Voor ons als fractie reden om voorgestelde maatregelen, die leiden tot verhoging van kosten van de burger kritisch in de gaten te houden. Wij zijn daarom niet overtuigd van het voornemen van het college om nu al over te gaan tot verhoging van de opcenten met de inflatiecorrectie, als absolute noodzaak in het licht van onze eerdere opmerking.

Een tweede punt van aandacht is het inkomen van onze melkveehouders. Wij maken ons terecht druk over het niet volledig nakomen van de afspraken betreffende het Langmanakkoord. Is het niet het onderzoeken waard hoeveel inkomen, wat eerder hier besteed werd, nu uit onze provincie wegvloeit als gevolg van de afspraken vanwege Brussel en de vrije markt. Dit gaat om 2,4 eurocent per liter melk. En er gaat heel wat melk om in Fryslân. Is het college bereid dit nader onderzoek te doen en in beeld te brengen wat de gevolgen zijn voor Fryslân?

e. Wat kunnen we zelf actief doen om de werkgelegenheid te bevorderen? We hebben het inderdaad over bevorderen want een overheid creëert geen werkgelegenheid maar kan slechts voorwaardenscheppend bezig zijn.
1.Het CDA zal de beleidsvoorstellen die GS doen beoordelen op de volgende criteria; Creëert een voorstel directe of indirecte werkgelegenheid. Voorbeeld; een nieuw Fries Bureau voor Toerisme kan zorgen voor veel inkomen in de toeristische sector en daarmee ook voor nieuwe werkgelegenheid. Een automatiseringsysteem voor musea is sympathiek, maar hoe verhoudt zich dat tot werkgelegenheid.


2. Het CDA wil graag weten van burgers, gemeentes en organisaties, waar belemmeringen liggen door beleid (regels) van de provincie, waardoor het realiseren van werkgelegenheid stagneert, dan wel niet van de grond komt. Zij zou graag zien dat de 31 gemeentes zich diezelfde vraag stellen. Wijzen naar elkaar levert geen werkgelegenheid op. We zullen moeten proberen barrières te slechten. We stellen voor om een meldpunt in te richten waar men kan aangeven, tegen welke zaken men aanloopt, als het gaat om de provinciale bevoegdheden, in relatie met het niet van de grond krijgen van werkgelegenheid. En na een jaar te evalueren of dit gewerkt heeft.


3. Het CDA wil een nieuwe krachtige impuls geven aan de werkgelegenheid in Fryslân in het algemeen, en in het MKB in het bijzonder, door een experiment met productieheffing (Prohef). Wij overwegen een motie op dit punt.


4. Het CDA wil dat het college zich inspant om het MKB en het HBO en Universiteiten bij elkaar te brengen met als opdracht:; Hoe kan innovatie en export bij het MKB beter ontwikkeld worden? .Wij zijn namelijk van opvatting dat we moeten inzetten op kwaliteit en vernieuwen met als spin off daaruit werkgelegenheid. Inzetten op kwantiteit heeft als gevolg dat we bij een recessie verder terug zakken dan de rest van Nederland.

Recreatie en Toerisme
Recreatie is een economische factor als het gaat om toerisme. Maar juist ook voor de eigen bevolking is recreatie een factor van welzijn. Om de eigen leefomgeving aantrekkelijk te maken en er te kunnen recreëren passen juist kleine voorzieningen, als fiets- en voetpaden, kanoroutes etc. Voor missende schakels in zowel recreatieve- als utilitaire fietspaden pleiten we als we CDA voor een extra stimuleringsfonds. Deze zal aangehaakt kunnen worden bij de nieuwe fietsnota. Wij zullen projecten steunen door middel van co-financiering die een kwaliteitsverbetering van bestaande toeristische en recreatieve voorzieningen inhouden. In samenwerking met de hogescholen (m.n. tourism management) ontwikkelen van innovatieve toeristische mogelijkheden en voorzieningen, waarbij o.a. ingespeeld kan worden op leegkomende agrarische bedrijven. De recreatievaart is voor Fryslân van wezenlijk belang; we zullen alert moeten blijven dat er voldoende ligplaatsen zijn. Hoe wordt omgegaan met initiatieven uit de bevolking op dit terrein? Wij weten dat gedeputeerde Mulder, samen met burgemeester Lycklema van Achtkarspelen een recreatief plan in ontvangst heeft genomen van vertegenwoordigers van de verenigingen van Plaatselijk Belang van Harkema en Surhuisterveen. Dat plan betreft het Feanster Vaarplan. Het gaat in dit plan om een nieuw stuk waterverbinding dat aansluit op de bestaande Feanster Feart, en deze oude vaart op een heel creative wijze verbindt met het Burgumermeer en de Leijen. Wat is er tot nu toe met het plan gebeurd? In het jaar 2004 zullen wij met een initiatiefvoorstel komen om tot invoering van een zogenaamd "vignet" geldig voor alle bruggen en sluizen in Fryslân te komen, ter vervanging van het klompje.

7. Sociaal beleid en zorg
Het door GS omschreven doel van het programma is: Het bereiken van een duurzame versterking van de sociale infrastructuur en de sociale kwaliteit van de Friese samenleving. Een door GS gewenst resultaat is (bladzijde 41 van de begroting 7.1.3) Effectieve ondersteuningsstructuur creëren voor het uitvoeren van het welzijnsplan. Wij zijn het hier van harte mee eens. Om gemeenten en regio's ten dienste en hen bij nieuw beleid inhoudelijk kunnen ondersteunen, (denk aan het nieuwe Sociaal Investeringsfonds) is ondersteuning nodig. Wij denken dat een versterking van het samengaan van steunpuntorganisaties hierbij zinvol is. Tegelijkertijd kan men zich dan toespitsen op haar eigen "kerntaken". Het gaat om efficiency en effectiviteit. Het ineen schuiven van Partoer en Equa zal mede helpen om gewenste resultaten te behalen. Momenteel zijn er heel veel dorpen met dorpshuisfuncties. In het plattelandsbeleid dat gewricht is op versterking van de leefbaarheid zullen deze veranderen naar Multifunctionele Centra. Hierdoor wordt het mogelijk om diensten te kunnen bundelen, zoals spreekuren voor huisartsen, CWI, politie, TPG-diensten. Maar ook voor Te Plak, Kinderopvang, Internetten voor ouderen, bibliotheekdiensten. Twee steunpuntorganisaties houden zich hier vooral mee bezig, t. w. Stichting Dorpshuizen Fryslân en Feriening Lytse Doarpen. Is ook hier geen voordeel te behalen door beiden ineen te laten schuiven of te laten fuseren? Niet om op deze wijze een besparing te bewerkstelligen, maar om nog slagvaardiger te opereren. Het zou zelfs kunnen leiden tot het nog meer bieden van faciliteiten aan de diverse afnemers.

8. Cultuur, Taal en Onderwijs
Al jaren spreken we over de kenniscampus in Leeuwarden. Met de realisatie daarvan staat Leeuwarden als HBO-stad nadrukkelijker op de kaart. Daarmee wordt haar positie versterkt en kan ook aanpalende werkgelegenheid binnengehaald worden. Wij krijgen echter steeds meer de indruk dat de beoogde partners er niet uitkomen. Is hier ook sprake van onwil? We realiseren ons terdege, dat je bij samenwerking soms iets moet inleveren. Maar wij hebben ook in ons verkiezingsprogramma vastgelegd dat wij voorstander zijn van samenwerking van HBO-instellingen met behoud van eigen identiteit. Wij vragen het college aan te geven, wat nu precies de stand van zaken is en waarom e.e.a. nog niet van de grond komt, en indien nodig, wat nog geregeld moet worden om de zaak in 2004 vlot te trekken. Een ander punt is dat door inniger samenwerking tussen HBO instellingen en het bedrijfsleven, daarbij ook de diensten en gezondheidssector gerekend, zij zouden kunnen samenwerken in het oprichten van een "servicecentrum voor studeeropdrachten van studenten". Dat zou ook een goed onderdeel van de kenniscampus kunnen zijn of worden. Veel jonge studenten hebben behoefte aan hoogwaardige studieopdrachten die in de praktijk beklijven. Kleine bedrijven hebben misschien wel innovatieve ideeën, maar geen menskracht c.q.voldoende onderwijskundige kennis om studenten op niveau te kunnen begeleiden in eigen huis. Een dergelijk op te richten servicecentrum zou hier een rol kunnen vervullen door begeleidende docenten/supervisors/werkstukbegeleiders te leveren. Deze kunnen dan de vraagstelling van het betreffende bedrijf koppelen aan de afstudeeropdracht van de student. Het mes snijdt op die manier aan twee kanten: de student is in de praktijk bezig met het behalen van zijn/haar diploma en de werkgever krijgt een goede beschrijving van nieuwe (innovatieve) producten. Het idee sluit goed aan bij de toenemende vraag van opleidingen en studenten die graag een goed onderzoek willen doen, dat ook in de praktijk uitgevoerd wordt. Wij willen GS vragen dit nader te onderzoeken op haalbaarheid en welke rol de provincie in faciliterende zin daarbij kan spelen.

Een van de hoofdtaken van Omrop Fryslân is paraat zijn bij eventuele rampen. Dat is mede een van de oprichtingsredenen geweest. Bij de bekostiging van regionale omroepen gaat het Rijk uit van een bepaald bedrag per inwoner. Er wonen in Fryslân, net als in Groningen, Drenthe en Zeeland nou eenmaal minder mensen. Maar een Omroep runnen kost overal evenveel geld. Wij willen graag van het college weten welke stappen zij gezet heeft om te pleiten voor extra geld in het kader van dunbevolkte gebieden. En wat de uitkomsten hiervan zijn.

9. Ruimte
Het streekplan dat de komende periode wordt ontwikkeld is voor het CDA van groot belang. Het is immers een blauwdruk voor de toekomstige leefbaarheid van Fryslân. Het is van belang dat het kernzonebeleid (de A7 en Westergo zones) met een daaraan gekoppelde stedelijke ontwikkeling gecontinueerd wordt. Voor het Friese platteland en de culturele, recreatieve en economische aantrekkelijkheid is het van belang, dat Fryslân qua bebouwing niet dichtslibt. De andere kant van de medaille is, dat het CDA op zijn hoede is dat het kernzone- en grote stedenbeleid niet te dogmatisch wordt en daarmee te ver doorschiet. Voor ons is het van groot belang dat er naar aard en schaal in de dorpen en kleine steden vooral voor ouderen en jongeren (starters) gebouwd kan worden. En dat tevens geïnvesteerd kan worden in een bij die aard en schaal behorende bedrijvigheid. Beleid dat het platteland beperkt tot een openluchtmuseumfunctie is voor ons onaanvaardbaar. De door GS gemaakte startnotitie "Oer de romte fan Fryslân" is een goede opstap om te komen tot beleidskaders. In de komende periode zal het CDA nader invulling geven aan wat zij belangrijk vindt en dit vervolgens voorleggen aan belanghebbenden als gemeentes, waterschap, MKB, landbouw, natuur en milieuorganisaties, woningbouwcoöperaties, recreatie en toerisme, enz, enz. Op basis van gedachtewisseling met hen zal zij haar definitieve standpunt kenbaar maken. Windstreek 2000 is van kracht, geen solitaire molens meer, maar opschaling. Maar of het werkt is de vraag. Per 1 juli 2003 is nieuwe landelijke wetgeving van kracht geworden i.v.m. MEP-gelden. Hierdoor is het kennelijk niet meer aantrekkelijk om solitaire molens te vervangen en elders te clusteren. Wij zouden de evaluatie van Windstreek 2000 in het jaar 2004 op de agenda geplaatst willen hebben. Om de gevolgen van deze wetgeving in kaart te hebben en omdat we ons namelijk zorgen maken over het plaatsen van te hoge molens langs de Friese kunstwerken en industrieterreinen.

10. Algemene dekkingsmiddelen
Wij staan volledig achter de open brief die gedeputeerde Jan Ploeg geschreven heeft aan de Minister van Economische Zaken. Het rendement van ons aandelenpakket in NUON is dermate geslonken, dat alles op alles gezet zal moeten worden om tot verhoging van het dividend te komen. Inzake de provinciale heffing van de opcenten motorrijtuigenbelasting herhalen wij dat wij slechts akkoord kunnen gaan, indien de gelden per direct worden ingezet voor majeure projecten, die ook daadwerkelijk in uitvoering worden genomen. Geen spaarpotje maken. Wij blijven moeite houden met de verhoging van de opcenten als gevolg van de inflatie. Wij zijn niet overtuigd van de noodzaak om dit instrument nu in te zetten.

Tenslotte
Het CDA wil in alle zaken die ons politiek handelen aangaan meedenken vanuit haar kernbegrippen gerechtigheid, gedeelde verantwoordelijkheid, solidariteit en rentmeesterschap.

Leeuwarden, 27 oktober 2003

Ad van der Ham
fractievoorzitter
tel. 0621592220

Bydrage ChristenUnie/SGP-Steatefraksje Fryslân Algemiene Skôgings 2004

FERANTWURDLIKHEID EN NOED

Algemien

Foarsitter, leden fan DS, kollega's fan PS en boargers fan de Fryske mienskip,

As leden fan de ChristenUnie/SGP-Steatefraksje rjochtsje wy ús neffens gebrûk allerearst ta de foarsitter, mar mei him fansels ek ta it útfierend bestjoersorgaan en alle hurdwurkjende amtners achter jimme en ús, de kollega-folksfertsjintwurdigers en benammen ek, no foar it earst yn dizze nije bestjoersperioade, ta de boargers fan de Fryske mienskip. Foar it earst, want it gong ommers oant no ta mar al te faak oer jimme en sûnder jimme. Boargers wurde yn it neo-kapitalistyske en postmoderne tinkklimaat fan hjoeddedei ommers mar al te faak sjoen as nummer en faktor, as gefal en objekt, as kliïnt, konsumint én kostenpost. Mar it giet fansels wol om jimme, ús meiboargers dy't ús keazen hawwe en al dy maatskiplike en bestjoerlike fermiddens fan de Fryske mienskip yn lân, loft en wetter dêr't wy allegearre ús elkendei wer opnij tahâlde en wêrfan, wêrop en wêryn wy libje en stribje.

As ChristenUnie/SGP-Steatefraksje fiele wy ús ferantwurdlik en foar sa fier dat yn ús macht leit, steane wy noed foar alles wat wearde hat en ferwar brek is yn dizze weardefolle provinsje. Wy sizze dat mei ynmoed, om't wysels ommers as meiminske mar al te goed witte wat yn 'e minske is, dat der wol it goede wol, mar it net altiten likegoed docht. Wy sizze dêrom ek hieltyd wer op'en nij: allinne ûnder Gods seine sil it slagje wat wy allegearre meielkoar útheevje. Net eltsenien yn Fryslân en yn dizze Steaten sil him of har dêryn fine kinne, dat witte wy by ûnderfining. Dochs ha wy de oertsjûging dat libjen en skrepjen ek yn Fryslân werklik kânsryk is as dat begrinze wurdt troch de geboaden fan God, de bibelske noarmen. Fanút dat algemiene kader hawwe wy ús eigen ynbring yn de provinsjale polityk fan Fryslân. En fansels no ek wer yn 2003 klinkt dit lûd troch yn ús algemiene skôgings 2004.


01. Bestjoer en feiligens


01.1. Bestjoer
De Steaten ha no goed in heal jier ûnderfining hân mei it dualisme. De bernesykten binne noch net alhiel foarby, net alles rint altiten like goed. Tidige jierlikse evaluaasje is dêrom in goede saak, mar soks moat fansels earst wol goed taret wurde troch de dêrfoar yn it libben roppen wurkgroep dualisme. As fan alle kommisjes kin ek hjir nei ús betinken it bêste in steatelid foarsitter fan wêze. Op dit punt komme wy mei in moasje.

Mar de ûnderfining yn ynteraksje mei boargers, organisaasjes en oerheidsorganen is fansels altiten de bêste learmaster. Wy fine it dêrom fan grut belang dat der by it tarieden fan belied net allinne in pak burostikken en rapporten klear leit, mar dat der ek goed harke wurdt nei belutsen boargers, bedriuwen en organisaasjes, sa hat bygelyks de ATF-affêre dúdlik makke. In ynteger en betrouber provinsjebestjoer jout tidich en wierheidsgetrou iepening fan saken, earst oan de Steaten en dêrnei nei de media.

Wy stypje it Aksjeprogramma E-Fryslân, om it foar boargers en bedriuwen ienfâldich te meitsjen tsjinsten fan de provinsjale oerheid ôf te nimmen en minsken en organisaajses yn en bûten de provinsje mei Fryslân yn kontakt te bringen troch in Fryslân-portal. Wy hoopje dat dit ambisjeuze projekt bydrage sil oan in kwaliteitsslach fan it provinsjebestjoer, mei mear transparânsje en bettere risseltaten, dy't benammen dúdlik binne foar boargers, bedriuwen, organisaasjes en oare oerheden. Wurde de risseltaten dêrfan jierliks ek mjitten?


01.2. Feiligens
Wy fine it in earste ferantwudlikheid foar it Provinsjebestjoer om net allinne yn lytse, mar ek yn grutte saken sa goed en ferantwurde mooglik oan te sluten by de fraach fan de ynwenners yn ús provinsje. Wy kinne ús dan ek net foar de geast helje dat der ea frege wurden is om eat ûnbidichs as in magneetsweefbaan, mar wol om tidige en feilige trein- en busferbinings. Der wurdt net frege om allegear technyske heechstandsjes of om wer in berch nije burokratyske rigels, mar om in kompetente oerheid, dy't noed stiet foar de rjochtsoarder en him meiferantwurdlik fielt foar de sosjaal swakken yn 'e mienskip en krewearret foar goede en feilige wegen, ynfrastruktuer en wentebou. Koartsein in oerheid dy't op lykwichtige en rjochtfeardige wize noed stiet foart it algemien belang fan boarger en mienskip. Dat kin fansels net betsjutte dat oan alle belangen fan elkenien daadlik foldien wurde kin.

It provinsjebestjoer hat dêrom syn eigen ferantwurdlikheid te nimmen en bygelyks de wetten en regeljouwing te hanthavenjen, oeral wêr't dat ek fan in oerheid frege en ferwachte wurde mei. De ChristenUnie/SGP sjocht dêrom net graach gedoochsituaasjes, allinne as it net oars kin en dan sa koart moooglik.

Feiligens foar ús boargers oer alle boegen hat foar ús fraksje in hege prioriteit. Sa lang as de provinsje noch ferantwurdlik is foar it ambulânseferfier en minister Hoogervorst it budzjet foar ambulânseposten struktureel mei 18 miljoen euro ferheegje wol, is it foar Fryslân saak der by te wêzen. Der binne yn ús provinsje wenplakken en streken dêr't de ambulânses krapoan de maksimale oanrydtiid fan15 minuten helje. Koartlyn waard der bygelyks út Makkum al op dit probleem tsjutten en it spilet ek op oare plakken. Hoewol't we as provinsje aloan minder sizzenskip oer it ambulânseferfier krije en de soarchfersekerders mear, fine wy noch altiten dat de provinsje hjir noed foar stean moat.


02. Ferkear en ferfier


02.1. Iepenbier ferfier
It iepenbier ferfier yn ús provinsje is in ûnderwerp dêr't wy noed foar stean. Te maklik wurdt der roppen it gebrûk fan it iepenbier ferfier te befoarderjen. Mar in protte maatregels en besunigings liede der hieltyd wer ta dat der just minder gebrûk fan makke wurdt. Te faak wurde bustiden wize wêrtroch reizigers út it lanlik gebiet gjin oansluting mear fine kinne op in bus nei har einbestimming. Bustiden slute net mear oan op winkelslutingstiden.

Bygelyks yn Drachten slute de winkels op tongersdei om 21.00 oere. De bus rjochting Easterwâlde gie al jierren om ûngefear 21.15 oere. Sûnt in tal moannen is de ôfreistiidtiid wizige yn 21.02, mei fan gefolgen dat benammen winkelpersoniel net mear mei de bus kin of oant 22.02 wachtsje moat.

De besunigings fan de ryksoerheid sille yn in protte gefallen delkomme op in fermindering fan budzjet fan likernôch 30%. Lanlik gebiet driget sa ûnberikber te wurden. As gefolch dêrfan sille wy foar in ferfelende kar-út komme te stean. Sa hearre wy al grútsjen fan it opheffen fan it iepenbier ferfier op de Waadeilannen. De ChristenUnie/SGP wol dêrom fan it Kolleezje witte hokker stânpunt hja hjiryn ynnimme.

It iepenbier ferfier hoecht foar ús net noch mear kostendekkend te wêzen. Wy bepleitsje in proefprojekt foar gratis iepenbier ferfier op de Wâldwei tusken Ljouwert en Drachten. Sa'n proef kin sawol it iepenbier ferfier as in feilich gebrûk fan de Wâldwei tsjinje, benammen fan belang yn de perioade dat de Wâldwei noch net ferbrede is ta in fjouwerbaansdyk. Wy wolle graach fan de oare fraksjes witte hoe't hja oer sa'n proef tinke en as dat posityf útpakt, soene we graach fia in moasje steatebreed útsykje litte wolle wat de kosten en maatskiplike baten binne.
02.2. Lightrail
Yn stee fan yn swevende megaprojekten kin de provinsje Fryslân better ynvestearje yn lytsere ynfrastrukturele projekten, dy't yn ferhâlding in grutter foardiel foar de ynwenners betsjutte. Dêrby tinke wy oan in échte (light)railferbining tusken it Hearrenfean-Drachten-Grins. En fierder jouwe wy de foarkar oan ynvestearrings yn fluggere busferbiningen en/of ferbettering fan besteande spoarverbinings. Ynsté fan reservearring foar in takomstdream mei te min maatskiplik draachflak, wolle wy de dêrfoar reservearre 200 miljoen provinsjale euro's, oanfolle troch in substansjele bydrage fan de ûndernimmers en gemeentebestjoeren fan de A7-sône, bygelyks leaver ynsette foar sa'n lightrail-ferbining. Wy slagge dêrom foar in provinsjale A7-lightrailprojektgroep yn it libben te roppen en daagje de oare partijen út om mei ús dêroer te kedizen en sa meielkoar ta in steatebreed droegen projektútstel te kommen. Hoe tinke jimme dêr oer?


02.3. Wegen en ferfier
Provinsjale foarfinansiering foar it útfieren fan ryksprojekten is de lêste jierren mear regel as útsûndering wurden. De ChristenUnie/SGP pleitet der foar dat ek wat de finânsjes oangiet de earste ferantwurdlikens by de oanbelangjende oerheid bliuwt. Yn de lêste paragraaf komme wy op dit punt mei in útstel. Yn dit ramt slagge wy foar dat by it fêststellen fan de prioritearring fan de útfiering fan provinsjale projekten de hichte fan de bydrage gjin kritearium mear wêze mei yn it nije PVVP. Wy komme op dit punt mei in moasje.

Om de feiligens te ferbetterjen wurde de diken sa folle mooglik skieden foar ferkear dat hurd en dat stadich rydt. De mooglikheid om it swiere lânbouferkear yn 'e spitsoeren safolle mooglik fan 'e trochgeande provinsjale diken te hâlden fertsjinnet fierder ûndersyk. Binne Kolleezje en oare fraksjes dat mei iens iens?

Om it noch fierder efterbliuwen fan ekonomysk swakkere regio's foar te kommen, wol de ChristenUnie/SGP mear faasje sette achter it oanlizzen fan de Sintrale As. Just om't de Provinsje yn dit gefal de earst ferantwurdlike oerheid is, dogge wy in berop op it Kolleezje en de oare fraksjes om just op dit punt wol it foartou te nimmen, no't it Ryk it ek op dit punt swier ôfwitte lit. Wy noegje it Kolleezje en de oare fraksjes út om mei ús en belanghawwende publike en private partijen (benammen de ûndernimmers fan Noardeast-Fryslân) nei in foar de regio goeie oplossing foar de finansiering te sykjen. Hoe tinke jimme dêroer?


03. Wetter

Wetter nimt yn Fryslan in wichtich plak yn en fertsjinnet dêrom romte: romte foar wetter! De totale ôfwettering yn it Fryske boezemgebiet is fan grut belang foar de hiele provinsje. Under ekstreme kondysjes is der lykwols mear nedich as berging yn needoerstreamgebieten of retinsjebekkens. It ferbetterjen fan diken en it ferheegjen fan kaaien binne neist ûndersyk nei it goeie plak foar in gemaal, foar ús wichtige punten. De ChristenUnie/SGP is dêrom fan betinken dat mei it each op de risiko's de provinsje mear prioriteit jout oan in gruttere ôffierkapasiteit troch in ekstra gemaal by Harns. Dêrby ferwize wy nei ús septimber-bydrage.

Yn de "Deelstroomgebiedsvisie 2050" wurdt terjochte it probleem fan de sâlte kwel yn it noarden fan de provinsje sketst. Dêrneist is bekend dat it Ryk oerwaacht om it sâlt-wetter-swiet-wetterfront it lân yn ferskouwe te litten. De ChristenUnie/SGP fynt dat it Provinsjebestjoer dizze plannen kritysk folgje moat yn ferbân mei it ûngeunstich effekt op de kwel yn it noardelik klaaigebiet.


04. Miljeu


04.1. Gedoochkultuer
De bibelske opdracht om te bouwen en te bewarjen foarmet neffens de ChristenUnie/SGP de grûnslach foar it provinsjale miljeubelied. Dat betsjut dat wy de wrâld net eksploitearje mar har neffens goed rintmasterskip, beheare moatte. Op it mêd fan miljeu is it wichtich dat der in goede kommunikaasje is tusken de wetjouwer en de útfierder. It kin net sa wêze dat op papier alles goed regele is, mar dat yn de praktyk in soad talitten (gedoogd) wurdt. Op it mêd fan hanthavening fan miljeufergunning past gjin gedoochkultuer. Om better neilibjen fan regeljouwing te befoarderjen tinke wy mear oan in feech-op-fyt-belied.


04.2. Duorsume systemen
De ChristenUnie/SGP hat it inisjatyf nommen om duorsume systemen frij te stellen fan grûnwetterbelesting. De diskusje is dan yn hoefier by duorsume systemen it miljeu ûntsjoen en enerzjy besparre wurdt en wat de finansjele konsekwinsjes fan frijstelling foar de Provinsje binne.


04.3. PMP
Wichtich fine wy dat der sa gau mooglik in nij Provinsjaal Miljeubeliedsplan komme moat, mei dêryn beskreaun op hokker wize de winsklike rissultaten behelle wurde moatte. Ferlinging fan it hjoeddeiske plan oant 1 jannewaris 2006 is ûnfoldwaande. Sa is der bygelyks op it mêd fan Bouregeljouwing nochal wat feroare. It Boubeslútt 2003, mei dêroan keppele it boustoffenbeslút is yn wurking set. Wichtich by it fernijde PMP is ek dat de gemeenten dêryn goed bydrage. Wat duorsum bouwen oanbelanget rinne gemeenten noch net foaroan. De Provinsje hat hjiryn neffens ús in foarbyldfunksje. En dêrom fine wy it op himsels in goede saak dat aspekten fan duorsum bouwen yntegrearre wurde by de fernijbou fan it Provinsjehûs. Mar as wy dan sjogge nei it foar duorsum bouwen ornearre provinsjale budzjet fan E 3.000,-- dan tsjûget soks net fan in al te oerdreaun entûsjasme. Dyselde sunigens komme wy ek tsjin by it ûnderdiel "een bijdrage leveren aan de bewustwording en de gedragsbeïnvloeding van andere vormen van verkeer en vervoer". As dit dochs wol tsjut op it stimulearjen fan oare foarmen fan bygelyks iepenbier ferfier, dan soe it betrouberder oerkomme as DS dêrfoar mear budzjet beskikber stelle as de hjirfoar neamde E 3.000,-- foar 2004.


04.4. Friese Milieu Federatie
De ChristenUnie/SGP-fraksje is der gjin foarstanner fan dat in provinsjale stipefunksje as de "Friese Milieu Federatie" koarte wurdt op har subsydzje. Dat soe dêr liede ta ynkrimping fan aktiviteiten en ûntslaggen. Ek oare subsydzjejouwers sille har bydrage dan beheine, om't der faak in keppeling leit mei it provinsjejild. En foar de oansletten frijwilligerorganisaasje is it ek funest, om't dizze swier leune op de betelle federaasjemeiwurkers. Sa'n besuniging wurket neffens ús ek yn it neidiel fan de provinsje sels. Wy hawwe ommers alle belang by in goed oansprekpunt foar it miljeubelied. Wy fine it lykwols fan belang om ris útsykje te litten of it wol goed is foar de kwaliteit fan bygelyks in MER-ûndersyk om dat troch in troch de Provinsje subsidiearre organisaasje dwaan te litten. Graach in réaksje.


05. Lanlik gebiet


05.1. Lânbou

05.1.1. Ekonomy fan it genôch
De agraryske sektor is fanwege de itensfoarsjenning, it natuerbehear, wergebrûk en as leveransier fan grûnstoffen ûnmisber foar de mienskip. Mei troch in trochsketten skaalfergrutting en hege ynvestearingslesten binne it op it heden drege tiden foar de lân- en túnbou. De sektor hat it swier, mar fertsjinnet just yn dizze provinsje mei syn lange agraryske tradysje in folweardich plak te hâlden. It doel fan it provinsjaal belied is ommers om in duorsum perspektyf te bieden. Dêrby bliuwt de ûnferbrekbere bân dy't de lânbou mei de skepping ferbynt. De ekonomy fan it genôch biedt neffens ús mear perspektyf as de ekonomy fan ûnbedimme groei. Ferweevjen fan lânbou, natuer en lânskip is dêrom wichtich foar boeren. As de provinsje mei it each op natuerûntwikkeling beheinend belied opstelt, dan sille de boeren dêr reële fergoedings foar krije moatte.


05.1.2. Agrarysk stipepunt
De ChristenUnie/SGP bepleitet de opjochting fan in provinsjaal agrarysk stipepunt foar boeren dy't yn beried hawwe om harren bedriuw te splitsen. Sa'n stipepunt soe bygelyks ek in provinsjale bedriuwsopfolgingsbeurs inisjeare kinne, om boeren sûnder opfolger en opfolgers sûnder bedriuw te keppeljen.


05.1.3. Glêstúnbou
De ChristenUnie/SGP is foarstanner fan it sykjen fan goede lokaasjes foar glêstúnbou. Foar ús is in oaniensletten gebiet fan 450 ha gjin goeie opsje. Dêr sil op romtelik ferantwurde wize socht wurde moatte nei in goede sprieding fan glêsopstannen. Us fraksje wol mei it each op de wurkgelegenheid mei klam neist it sykgebiet tusken Berltsum en Kimswert ek de mooglikheden fan Noardeast-Fryslân nochris nei foaren bringe.


05.1.4. Ferbreding en biologyske lânbou
Us fraksje ûnderskriuwt it belied om it persintaazje fan bedriuwen mei biologyske lânbou mei faasje omheech te krijen en alyksa it stribjen om te kommen ta 15% ferbrede lânbou yn 2010.


05.2. Fiskerij

05.2.1. Lykwicht
Njonken de lânbousektor ferkeart ek de fiskerij yn swier waar. De ChristenUnie/SGP is der foarstanner fan om in better lykwicht te krijen tusken ekonomyske en ekologyske belangen, tusken kultueropdracht en skeppingsbarren yn loft, lân en wetter. Dêrom warskôgje wy foar sawol iensidich ekonomysk rjochte roofbou as ekstreem miljeu-aktivisme. Mar wy wolle ek de aloan lytser en ekonomysk swakker wurdende groep fiskers en harren gesinnen opmoedigje. Want gjin moed fisket ek, giet in âlde sprekwize yn de fiskerswrâld. Dizze sprekwize is noch altiten aktueel. Nochal wat fiskers ferkeare ommers yn grutte ûnsekerheid oer de takomst fan har bedriuw. Dat wurdt feroarsake troch in grut oantal eksterne faktoaren, dy't in grutte oanslach dogge op it fuortbestean fan har bedriuw. Fiskers hawwe faak it gefoel net mear begrepen te wurden troch de mienskip en sels mei de rêch tsjin de muorre te stean. Dêrtroch sakket harren de moed yn 'e learzen. Gjin moed fisket noch altiten, hoelang noch?


05.2.2. Binnenfiskerij/Isselmarfiskerij
De ChristenUnie/SGP fractie is fan betinken dat mei it each op de noedlike situaasje wêryn beropsfiskers ferkeare troch in weromrinnen fan de ielfangst, der gau risseltaten op tafel lizze moatte. Mocht dit net it gefal wêze dan bepleitsje wy dat de provinsje de situaasje as earnstich ûnder it omtinken fan de Ryksoerheid bringt. Dêrneist wize resinte lûden út Brussel der op dat de ielfiskerij foarsk beheind wurde sil.

Spitigernôch is der noch in djipgeande ûnienigens tusken beropsfiskers en sportfiskers oer it ekonomysk benutsjen fan skubrjochten op de Fryske binnenwetters. Dizze ûnienigens frustrearret de gearwurking yn de "Visstand Beheers Commissie". Lanlik hat men oankrongen ta ekonomysk benutsjen fan de skubfiskrjochten, as de fiskstân dêr oanlieding te jout. Oant no ta is de snoekbearzenstân yn de Fryske binnenwetters sadanich dat ekonomysk benutsjen net ferantwurde is. De ChristenUnie/SGP is fan miening dat de Provinsje op alle mooglike menieren druk útoefenje moat om it petear tusken berops- en sportfiskers geande te hâlden. Mooglik dat der yn de takomst sjoen wurde moat nei de omfang fan de hjoeddeiske fiskersfloat. Resint ûndersyk hat oantoand dat der yn de Fryske wetters romte is foar 10 beropsfiskers, mar de hjoeddeiske float telt rom it dûbele oantal.


05.2.3. Waadfiskerij


Binne de fiskers net wiis mei de Waadsee?, sa liket it somtiden wolris yn de publisiteit. Mar it tsjindiel is wier. It is de Waadfiskers der just alles oan gelegen om it bysûndere karakter fan de Waadsee te bewarjen en te fersterkjen. Mar krije se noch de kâns om dat te bewizen? Minister Veerman sei op de Mosseldei yn Yerseke dat it Ministearje fan LNV graach bemiddelje wol om Europeeske subsydzjes foar ynnovative proeven los te krijen. De stichting "Ontwikkeling Duurzame Schelpdiervisserij" (ODUS) kin op it mêd fan ynnovaasje in positive bydrage leverje. Mar spitigernôch wurdt der ynhâldlik (noch) met reagearre op it ODUS-rapport "Uit de Schulp". Skelpdierfiskers binne meibehearders fan it Waad en dêrom soe in ynterprovinsjaal oerlis yn IPO-ferbân mei de provinsjes Grins, Noard-Hollân en Sélân foar de fiskers in stipe yn 'e rêch wêze. Wy jouwe dit advys mei oan ús IPO-fertsjintwurdigers yn PS en freegje it Kolleezje om in neiere taljochting op de suggestje fan minister Veerman om kokkelfiskers út te keapjen.


05.2.4. Duorsume fiskerij
Us fraksje bepleitet mei it each op de rike, agraryske en maritime histoarje fan ús provinsje, njonken in aksjeprogramma foar duorsume lânbou ek in aksjeprogramma fuor duorsume fiskerij. Fierder freegje wy provinsjaal omtinken foar it grutte belang foar de wurkgelegenheid fan hûnderten Friezen yn en rûnom de haven fan Lauwerseach en Sâltkamp. Hoe giet it Kolleezje dêr oant no ta mei om?


06. Ekonomy, Rekreaasje en Toerisme


06.1. De kantoaremerk
Us fraksje stiet kritysk tsjinoer "de ontwikkeling van een hoogwaardige en stuwende kantorenlocatie" yn it Hearrenfean. It is momenteel net sa ferstânnich om noch mar mear kantoaren te ûntwikkeljen en te bouwen, en benammen net yn it Hearrenfean. It Hearrenfean stiet bol fan leechsteande kantoaren. Lanlik wurdt der troch it regear sels al op oankrongen om besteande kantoaren om te bouwen ta wenten. Wêrom soene wy ús dan yn Fryslân ekonomysk wichtiger fiele wolle as we binne? Sa wurdt der sa njonkenlytsen ek hurd tiid dat in kostber megadreampark as it IBF no einlings werombrocht wurdt ta in normaal bedriuwenterrein, dat ek romte biedt oan minder pretsinsjeuze bedriuwen as.(hoe hjit dat sa hurd nei it Eastblok útnaaide bedriuw út Amearika ek al wer?)


06.2. SEB ("Sociaal Economisch Beleid")
Hanthavenjen fan minimaal 2000 startende ûndernimmingen moat gjin doel op himsels wêze. Toetsing fan de libbensferberens is folle wichtiger. De fraach moat wêze of de ferstrekte subsydzje ek wer weromfertsjinne wurde kin. Leveret it wat op of is it subsydzje, it mienskipsjild, nei ferrin fan tiid gewoan fuortsmiten jild en bestiet de ûndernimming net mear? Wy ferwachtsje dêrom altiten jierliks in soarchfâldige ferantwurding fan it provinsjale en yn SNN-ferbân fierde subsydzjebelied. Wy binne benijd nei de effektiviteit foar de Fryske ekonomy fan it nije konsept foar ynnovaasje en ynternasjonalisaasje: clustering. Jildt dat konsept allinne foar de finansjeel-ekonomysk sterkere of ek foar swakke bedriuwen dy't just in sterke partner nedich hawwe, om de holle boppe wetter hâlde te kinnen? Wy binne fan betinken dat it sosjaal-ekonomysk (maatskiplik) in goeie saak is foar it behâld fan de wurkgelegenheid, dat finansjeel-ekonomysk sterke bedriuwen klusterje mei wat swakkere bedriuwen, dy't lykwols in goed sosjaal-ekonomysk konsept hawwe, sadat alle oan it kluster dielnimmende bedriuwen fan de mearwearde profitearje kinne. Graach jimme sjenswize!


07. Sosjaal belied en Soarch


07.1. Sosjaal Belied en Soarch
Yn it nije Programma Sosjaal Belied en Soarch wurdt sprutsen oer de opset fan in breed sosjaal ynvestearingsfûns, dat romte biedt oan projekten foar sawol besteand as nij belied dat past yn it nije Sosjaal Beliedskader Anno 2003. Wy binne der fan op 'e hichte dat dit nije Programma op ynteraktive wize mei gemeenten en as it goed is ek mei alle belanghawwende organisaasjes op dit mêd ta stân kommen is. Blykber moat der wat mis west wêze mei de kommunikaasje fan dat Programma, want net elkenien wie hjir like goed fan op 'e hichte en ek de Septimbernota joech dêroer ûnfoldwaande útslútsel. Wy freegje it Kolleezje net allinne om in better ûnderboude ferdúdliking fan de plannen, mar ek nei de wize wêrop de Provinsje dêroer ynteraksje fierd en kommunisearre hat mei de belutsen maatskiplike partijen.


07.2. Aldereinbelied
Wy binne tige wiis mei de partisipaasje fan de 55-plussers oan it âldereinbelied yn Dantumadiel. Sa soe it neffens ús gean moatte yn alle Fryske gemeenten. Benijd binne wy nei de risseltaten fan nijsgjirrige soarchprojekten as Te Plak, Skewiel en oare ferlykbere inisjativen yn Fryske plakken. Wy hawwe kundskip naam fan de krityske noaten fan de Steatssiktaris fan folkssûnens oer Skewiel. Oan de hân fan de kommende evaluaasje fan de Provinsje wolle wy graach mei oare fraksjes en it Kolleezje teset oer de meast effektive oanpak foar âldereinsoarch oan hûs foar de kommende jierren. Kinne wy sa'n evaluaasje noch oan de ein fan dit jier temjitte sjen?


07.3. Wvg-platfoarms
Sjoen de noed oer har fuortbestean fan it bestjoer fan de" Vereniging van Platforms & Belangenorganisaties op het terrein van Wvg en Gehandicaptenbeleid in de provincie Fryslân", bepleitsje wy in strukturele provinsjale subsydzje foar it Provinsjaal Stipepunt Wvg. Yn 15 fan de 31 gemeenten is op dit stuit in lokaal WVG- en/of gehandikaptenplatfoarm. Yn elk gefal freegje wy it Kolleezje om in subsydzje foar 2004 om yn oparbeidzjen mei Provinsje en gemeenten fierder te sykjen nei in duorsume oplossing foar in definitive trochstart fan dit stipepunt. Kin it ek in opsje wêze dat it Provinsjale Wvg-stipepunt gearwurking siket mei it "Provinciaal Meldpunt voor Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorg"? Tusken beide organisaasjes bestean in protte raakflakken en wer't de help fan de iene ophâldt kin dy fan de oare begjinne. Graach in reaksje!


07.4. Swerfjongeren en oare probleemjongeren
De ChristenUnie/SGP hat him altiten waarom útsprutsen foar in goed ûnderdak en takomstperspektyf foar swerfjongeren yn Ljouwert en de provinsje dy't te meitsjen hawwe mei "GGZ Jeugd" of "Jeugdzorg Friesland". Wy fine it "Huis voor Jongeren" yn Ljouwert dan ek in prima inisjatyf. Foarsjocht dat yn de totale fraach nei sa'n foarsjenning yn dizze provinsje? En hoe komt it mei de fuortsetting fan oare projekten foar probleemjongeren as de fraachstjoerde "Stichting preventie projecten"? Wat binne de kritearia foar al as net fierder subsidiearjen?


07.5. Identiteit en soarch
Wy freegje fierder omtinken foar it prachtige wurk fan identiteitsbûne organisaasjes as it "Leger des Heils", dy't foar jong en âld fan alle gesindten ferantwurde maatskiplike projekten oanbiede. Ek al kenne wy yn ús lân de skieding tusken tsjerke en steat, dan hoege foar elkenien iepensteande maatskiplike projekten fan identiteitsbûne organisaasjes as it "Leger des Heils', "Interzorg" en oare, fansels net foarby te partsjen fan provinsjaal subsydzje. Wy binne benijd nei de sjenswize fan de oare fraksjes op dit punt.


07.6. Regiofisy's
Yn IPO-ferbân freegje wy omtinken foar in wetlike status foar de saneamde Regiofisy's. Der leit wol in ferplichting fan it Ryk om foar in tal soarchfjilden in Regiofisy op te stellen, mar it karakter dêrfan is fierstente frijbliuwend. Wy wolle fan al dy papieren rapporten ôf en dreegje dêrom steatebrede stipe om sa in krêftige provinsjale fûst te meitsjen om de wetlike status fan de Regiofisy wetlik better te regeljen. Wy komme op dit punt mei in moasje.


08. Kultuer, Taal en Underwiis


08.1. Underwiisachterstânsbelied
Wy fiele de noed foar in goed ûnderwiisachterstânsbelied yn dizze provinsje, ek al is it provinsjale foech op it mêd fan ûnderwiis net grut. Wy fine it lykwols wichtich dat de provinsje har maatskiplike ferantwurdlikheid nimt foar dizze provinsjale problematyk en sille dêrom meidwaan yn de krekt ynstelde steatewurkgroep Underwiisachterstannen.


08.2. Provinsjale foarbyldfunksje foar de Fryske taal sille fansels meidwaan oanAl earder hat de ChristenUnie/SGP der op wiist om de Steaten ek op it mêd fan Taal en Letteren de haadrol te jaan. Dat betsjut dat wy as konsekwinsje fan in CDA-inisjatyf-útstel en in steatebreed oannommen FNP-moasje, útstelle: as Winske risseltaat moat yngeande 1 jannewaris 2004 op syn minst 25% fan de mûnlinge en skriftlike bydragen fan de Steateleden yn it Frysk. Mutatis mutandis jildt itselde foar de stikken en bydragen fan alle provinsjale bestjoerders en amtners yn en bûten it Provinsjehûs. En wêrom soe allinne de Ljouwerter Krante by steat wêze om de posysje fan de Fryske taal fuort te sterkjen? Wy wolle dat ek it Frysk Deiblêd oan par. 8.3.6 fan de Beliedsbegrutting 2004 taheakke wurdt. Binne de oare fraksjes dat mei ús iens?


08.4. Universiteit fan Fryslân
Wy stypje it krewearjen fan de Fryske Akademy foar in eigen Universiteit yn Fryslân. De histoarje fan de Universiteit fan Frjentsjer hat njonken de Fryske Akademy en oare kennissintra hjoeddedei troch it Cartesius Ynstitút yn Frjentsjer al in nij akademysk ferfolch krigen op universitêr nivo. De Frjentsjerter universitêre tradysje moat provinsjebreed útgroeie ta in Fryske universitêre ambysje. Yn hokker foarm, dat sil de tiid ús leare. Mar wy wolle net dat de ambysje stykjen bliuwt yn peteargroepen. Wy stypje dêrom de yntinsje om te kommen ta in ynternasjonaal universitêr kennissintrum sa as dy dellein is yn it Bestjoersakkoart 2003-2007 en freegje it Kolleezje dêrta mei konkrete útstellen te kommen, om sa te ynvestearjen yn mear kwaliteit.


08.4. Nije multimediale Fryske Ensyklopedy
It is al in hiele tiid stil oer dat yn desimber 1999 steatebreed oannommen kultureel projekt, om in yndeksearre bedrach fan doe maksimaal 500.000 gûne as oanjaachsubsydzje by te dragen oan de útjefte yn 'e mande mei de Fryske Akademy fan in Fryske Ensyklopedy foar de 21e ieu. Wy binne tige benijd nei de fuortgong fan dit projekt, om't wy ús net yntinke kinne dat der nei yn totaal fjouwer jier noch gjin ferfolch leit op it yn novimber 2001 útbrochte en troch in mearderheid fan de doetydske kommisje Wolwêzenssaken oannommen rapport fan "Bureau Varenius": "Fryslân op papier en op het net. Naar een nieuwe Encyclopedie van Fryslân." Graach nei twa jier fierder ynsjoch yn de stân fan saken fan dit projekt, wêrby wy in freonlik mar ek driuwend berop dogge op it Kolleezje om hjiryn mear diedkrêft sjen te litten!


09. Romte


09.1. Gemeentlike bestimmingsplannen
Wy binne fan betinken dat nije bestimmingsplannen neist in wetterparagraaf ek fan in romteside foarsjoen wurde moatte. Dêryn moat ferantwurding ôflein wurde hoe't mei de beskikbere romte omgien wurdt. Dat gemeenten besúnigje moatte kin gjin reden wêze om bestimmingsplannen fan mear as tsien jier âld mar op de lange baan te skowen. Wat is op dit stuit de stân fan saken en wat docht de Provinsje om har tafersjoch hâldende taak hjiryn wier te meitsjen?


09.2. Wentebou
Neffens aard en skaal moat ek yn lytse doarpen wentebou mooglik wêze dy't foldocht oan de fraach fan de ynwenners. It kontigintenbelied foar gemeenten moat evaulearre wurde. It tekoart oan sosjale wentebou foar senioaren, starters en minder draachkrêftigen yn alle plakken is grut, mar benammen yn Ljouwert is dizze problematyk flink út de hân rûn: De gemeente Ljouwert kin by lange nei net har kontingint fol krije. Dat moat oars fynt de ChristenUnie/SGP-fraksje en dêrom ha wy op dit punt al fragen oan it Kolleezje steld en freegje om in antwurd op 3 of 5 novimber.


10. Algemiene dekkingsmiddels en bedriuwsfiering


10.1. Dúdliker taljochting
De opset fan de begruttingsstikken liket aardich, mar de taljochting dêrop fine wy net echt helder. Neffens it Steateútstel is de essinsje yn de opset it ûnderskied yn en beandering fan de trije W-fragen. Yn de taljochting stiet dan as ûnderskied tusken: De earste W-fraach: Wat willen we bereiken, dat dizze doelstelling de maatskiplike effekten fan it foarnommen belied werjout. De twadde W-fraach: Wat gaan we ervoor doen, is útwurke yn de winsklike risseltaten. Oant no ta haw ik altiten tocht dat de winsklike risseltaten hopelik it gefolch wêze sille fan itjinge dat jo dogge, mar soms pakt dat oars út mei alle ûnwinsklike maatskiplike effekten dêrfan. En dan hoech ik allinne mar efkes te ferwizen nei guon foarbylden fan werberied yn de niis behannele Septimbernota, dy't wolris tige ûnwinsklike maatskiplike effekten opleverje kinne foar de feiligens en de kwaliteit fan de Fryske mienskip, as alle wizigingsútstellen sa oernommen wurde soene. Mei oare wurden, wat it Kolleezje wol en docht, hoecht noch net altiten in maatskiplik winsklik risseltaat te wêzen. Om ús kaderstellende taak foldwaande wiermeitsje te kinnen, freegje wy tenei graach in dúdliker taljochting op dit ûnderdiel! By de thema's soe nei ús betinken tenei bygelyks better in ûnderskied makke wurde kinne tusken:a. Doelen (wat wolle we berikke, dat is feitlik: it winsklike maatskiplike risseltaat) b. Aksjes (wat wolle we dêrfoar dwaan: de provinsjale ynset) en c. Middels (wat mei it kostje: totaal fan lesten en baten). Sawol de Doelen, as de Aksjes en de Middels moatte sa skerp, sa SMART mooglijk formulearre wurde en dat is in learproses. Doelen, Aksjes en Middels meielkoar jouwe wy as DAM-proses yn oerwaging foar 2004. Graach in reaksje!


10.2. Werberied
Wy fine werberied (heroverweging) fan âld belied allinne ferantwurde as dat net allinne finansjeel-ekonomysk mar benammen ek maatskiplik ferantwurde is. Dêr binne tige goede redenen foar: Fanwegen de kontinuïteit fan belied by de maatskiplike organisaasjes sels, ynsafier dat belied ek fanút ús optyk besjoen werklik maatskiplik noch ferantwurde is. Der lizze ommers besluten wêrfoar it maatskiplik draachflak tige te betwifeljen is en dan hoech ik allinne it wurd: MZB mar yn de mûle te nimmen. Fanwege de rjochtssekerheid: ek de provinsjale oerheid heart in betroubere partner foar oare maatskiplike partners te wêzen. In tredde reden is it omtinken fan it Kolleezje fan DS foar de konsekwinsjes fan Ryksbesunigings foar ûnderskate maatskiplike foarsjennings yn ús provinsje. It Kolleezje wiist der ommers sels al op, dat men der alles oan docht om de gefolgen fan dy besunigings sa goed mooglik te ûnderfangen. Sjocht DS hjir dan sels ek wol in mooglike diskrepânsje mei in tal werberieds-útstellen, dy't de belutsen maatskiplike organisaasjes direkt yn harren funksjonearjen oantaaste? En dan neam ik hjir mar inkelde foarbylden:
de Friese Milieu Federatie: koartsjen mei E 91.000; Ried fan de Fryske Beweging: gjin subsydzje mear;
Monumintewacht Fryslân: in ûnferantwurd koartsjen mei struktureel 1/3 budzjetsubsydzje minder.

Graach no en takomme jierren yn alle gefallen in maatskiplik te ferantwurdzjen ûnderbouwing! Wat is de fisy fan it Kolleezje, oars as finansjele oerwagings, wêrom in tal ynstellings en organisaasjes minder subsydzje krije en oare just mear? En dat pranget temear om't bygelyks Omrop Fryslân (útstel 32) wol yn oanmerking komt foar op'e nij in foarske provinsjale stipe fan 0,9 miljoen euro, wylst it Ryk it ek no wer opnij folslein ôfwitte lit. Benammen no't de rykskoartingen botte meifalle, sa't út de septimbersirkulêre bliken docht, kinne wy it fansels net iens wêze mei de wize wêrop it Kolleezje mient de Rykskoarting op it Provinsjefûns te ferwurkjen en it ús ús net ûntgien dat net elk kolleezjelid har of him hjiryn likegoed fine kin. Boppedat, hoe ynteraktyf nei de maatskiplike organisaasjes ta binne sokke tsjinstridige útstellen feitlik ta stân kommen? It Bestjoersakkoart wol dochs ynvestearje yn kwaliteit, de kwaliteit fan ús demokrasy en de spesifike wearden fan ús provinsje? Posityf lykwols fine wy de beheining fan de ynset fan eksterne adviseurs mei in taakstelling fan E 2 miljoen. Wat troch ús eigen minsken dien wurde kin, hoecht net útbestege te wurden.

Ek mei it each op de wegering fan Brussel om Jeropeeske subsydzje op in MZB te jaan, liket ús in tige nuodlik punt de konstearing op side 6, dat der noch gjin reserve foarme is foar dekking fan de provinsjale bydrage foar de Suderseeline, om't it feitlike dividend oer de NUON-oandielen oer 2002 minder wie as it begrutte dividend. Yndied, om mei it Kolleezje te sprekken: "De onzekerheden omtrent de feitelijke mogelijkheden tot verkoop van de NUON-aandelen zijn op dit moment te groot." Mar dat wie wol de hin mei gouden aaien foar dekking fan de lesten foar in eventuele Magneetsweefbaan! Mar ek hjir kinne PS fansels oergean ta werberied of yn geef Nederlânsk: "heroverweging".

Gearfetsjend kinne wy no noch net ynstimme mei de Septimbernota sa't dy troch it Kolleezje yn earste oanrin by ús dellein is.


10.2. Noardelik achterstânsbelied
Wy bine der wiis mei dat de ChristenUnie yn 'e mande mei SGP en PvdA yn de Twadde Keamer it foartou nommen hawwe om it Kabinet der op te fergjen om ek nei 2006 jild beskikber te stellen foar it fuortwurkjen fan sosjaal-ekonomyske achterstannen yn it Noarden. Wy ferwachtsje fansels fan it Kolleezje dat hja der alles oan dogge om it Ryk syn eigen ôfspraken mei it Noarden yn it ûnhâld te bringen. It kin ommers net sa wêze dat in akkoart net langer duorret as de regearperioade fan ien minister-president.

Foarfinansiere troch provinsjes fan grutte (wegen-)projekten dêr't it Ryk de earste ferantwurdlikheid foar hat, moat gjin regel wurde. It provinsjebestjoer soe him dêryn net al te meigeand opstelle moatte, neffens de ChristenUnie/SGP. Wy wolle dêrom dat yn it IPO in dúdlik stânpunt ynnommen wurdt oer dizze nije foarm fan finansiering, dêr't troch hegere oerheden wolris wat al te maklik gebrûk fan makke wurdt. Dêrta tsjinje wy in moasje yn.

Ta beslút

Wy tinke net dat hjirmei alles sein is. Wy ha in kar makke út in mannichte fan min ofte mear wichtige ûnderwerpen dêr't bestjoerders, boargers en folksfertsjintwurdigers harren drok oer meitsje kinne. Foar ús telt net yn it foarste plak de macht fan in mjitber getal, mar benammen de maatskiplike noed fan de boarger en de mienskip. Dêryn drage wy allegearre mei elkoar in stikje ferantwurdlikheid, de ien wat mear de oar wat minder. Mar foar de ChristenUnie/SGP telt elkenien dy't diel útmakket fan de Fryske mienskip, ek al kinne wy net altiten oan elke fraach foldwaan, hoe spitich ek. Under Gods seine bodzje wy mar gewoan troch, noed stean foar elkoar en mei ferantwurdlikheid nimme foar Fryslân!

Moarre, wintertiid 2003.

Bijdrage statenfractie D66 Fryslân Algemene Beschouwingen 2003

De Algemene beschouwingen van 2003. In het eerste jaar van het dualisme een bijzondere klus. Hoe worden wij, als volksvertegenwoordigers, in staat gesteld onze kaderstellende en controlerende taak in te vullen? Wat ons in het algemeen opvalt, is dat er in de begroting 2004 voortdurend welluidende, gewenste resultaten genoemd worden maar dat de Staten geen enkel handvat geboden wordt om te controleren. Wat heb je aan termen als stimuleren, versterken en verbreden als niet duidelijk is wanneer dit feitelijk bereikt is? Het beleid zal daarom meetbaar gemaakt moeten worden door middel van zogenaamde prestatie-indicatoren en de daaruit voortvloeiende prestatiegegevens. Pas dan kan daadwerkelijk handen en voeten gegeven worden aan het dualisme, nu is het te vaak een sprong in het diepe. Tevens verwachten we nog wat meer dualisme van de "regerende" partijen, maar al te vaak is het duidelijk dat ze bij hun besluiten te veel het oor laten hangen naar de geluiden van hun gedeputeerde. Als de Staten een krachtiger positie willen innemen, zal dit gedrag moeten verdwijnen.

Nu, ten aanzien van de begroting zelf, we beperken ons tot een puntsgewijze beschouwing in vogelvlucht.

TOELICHTING:
Op het gebied van het Nuon dividend. Houden zo. De economische conjunctuur kan op ieder moment veranderen. D66 wil waarschuwen voor mogelijke paniekverkopen. Mocht er toch besloten worden tot verkoop van de NUON aandelen, dan alleen duurzaam investeren (en niet aan eenmalige geldverslindende prestigeprojecten zoals de MZB). Zie ook 10.5 Dividenden.


1. BESTUUR EN VEILIGHEID

D66 pleit voor het tijdig en compleet aanleveren van stukken zodat we volledig op de hoogte zijn van de actualiteit en dit kunnen betrekken bij onze gedachtevorming/beraadslaging. We zijn een absolute voorstander van de versterking van het dualisme echter zonder bevordering van een notacultuur met vele voorverkenningen, het kan dus volgens D66 wat concreter en beknopter. Daarnaast wensen we een tussentijdse evaluatie van het dualisme. Nog steeds is D66 een warm voorstander van het burgerinitiatief waardoor burgers in staat worden gesteld onderwerpen die zij van belang vinden rechtstreeks op onze Provinciale Staten agenda te kunnen plaatsen. Ten aanzien van de Rampenplannen, eveneens die voor de Noordzee/Waddenzee, menen wij dat het onontbeerlijk is dat oefeningen regelmatig plaatsvinden en dat deze up-to-date worden gehouden voor een adequate bestrijding van rampen. Voorkomen is uiteraard nog beter dan bestrijden.


2. VERKEER EN VERVOER
Dit sluit goed aan op ons verkiezingsprogram, in het bijzonder de aandacht voor OV. De vraag die wij ons hier echter kunnen stellen: in hoeverre staat het doel van het beleidspunt Openbaar Vervoer, waarbij sprake is van vergroten van OV en het ontsluiten van het landelijke gebied, eigenlijk in verhouding met de ontwikkelingen cq. opheffing van buslijn 42 (Lemmer)? Daarnaast vraagt D66 zich af waar de OV-combinaties blijven? Bijvoorbeeld de fietshopper (trein en bus). En, hoe zit het tenslotte met de gehandicaptenvriendelijkheid in het OV?


3. WATER
Ten aanzien van de wateroverlast. In hoeverre wordt er rekening gehouden met extreme droogtesituaties zoals in de afgelopen zomer? Hoe zit het met de waterreservoirs?


4. MILIEU
D66 is verheugd met de positieve resultaten zoals VelVanla en het ROM project . Ten aanzien van het Baggervoorstel mag het van D66 wel ietsje meer zijn. Nu lijkt het op slepen met bagger. Tot slot zijn we toch wel enigszins verbaasd dat de Provincie aangeeft natuur- en milieuorganisaties te willen ondersteunen terwijl in de liggende septembernota een fikse korting op het subsidiebedrag van de Friese Milieu Federatie voorgesteld wordt.


5. LANDELIJK GEBIED
Onze focus ligt op de verwezenlijking van de EHS.
Europa heeft miljarden euro's klaarliggen: wordt het niet tijd om deze financiële bron aan te boren? Zie de oproep van prof.dr.ir.J.Bouma tijdens de FMF workshop FMF "De toekomst van het platteland in Friesland" van 23 oktober 2003 en de artikelen in de Friese media van 24 oktober 2003.


6. ECONOMIE, RECREATIE EN TOERISME
D66 pleit opnieuw voor de komst van het Revolving Ontwikkelingsfonds voor kleine startende en innoverende bedrijven. Vooral nu, omdat de Friese economie tijdens de recessie een extra stimulans behoeft. Betreffende de Langman gelden: gaat de provincie druk uitoefenen op Den Haag, zodat deze gelden behouden blijven?


7. SOCIAAL BELEID EN ZORG
Sport is in onze ogen een onmisbaar element in de maatschappij, een element dat bijdraagt aan een gezonde, veilige en humane samenleving. Wat we nog missen in het voorgenomen beleid is het stimuleren van een wisselwerking tussen scholen-sportverenigingen- buurt. Hierdoor zullen jongeren leren sporten waardoor ze later ook meer zullen bewegen, wat zal leiden naar betere fysieke, mentale en sociale vaardigheden, actievere werknemers en lagere gezondheidskosten en bovenal een plezierig leven. Ten aanzien van de maatschappelijke voorzieningen wil D66 aangeven dat het project "Oppaad" belangrijk werk verricht t.b.v. het Friese platteland.


8. KULTUER, TAAL EN ONDERWIIS
D66 is van mening dat een Friese Universiteit berust op een fictie, een luchtkasteel. De landelijke trends zijn thans fusies en samenwerkingsverbanden. Dat laatste geniet onze voorkeur. Verder, moet absoluut aandacht besteed worden aan de onlangs geconstateerde achterstanden in het Friese onderwijs. D66 is een voorstander van het Kunst- en museumbeleid. We zouden graag onderzocht willen hebben in hoeverre het mogelijk is om de website van Omrop Fryslan uit te laten breiden met streaming media. Waarom bijv. geen audiovisuele nieuwsflashes op deze website?

Ten aanzien van de taal en letteren willen we dat 25% van provinciestukken in 2004 in het Frysk geschreven worden. Tenslotte, ten aanzien van de archeologie is D66 voorstander van een reactief beleid.


9. RUIMTE
Akkoord.


10. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
Akkoord

PARAGRAFEN

4.2 - Tijdelijke referendumwet. Waarom nu geen referendum (in plaats van de aangekondigde volksraadpleging) over de Zuiderzeelijn? De uitslag van een referendum is - hoewel duurder - namelijk representatiever dan die van een volksraadpleging. Dus geen regentenbesluit maar een bindend referendum. Bydrage FNP Steatefraksje Skôgings 2003

DS: gauris by de hikke, mar noait deunsk!

Foarsitter,

In pear minsken hawwe fan it maaitiid sein: wat spitich dochs dat jimme net yn dat nije kolleezje sitte. Mar wat langer wat mear as wy dat hjir sa besjogge, wat langer wat mear wy bliid binne dat wy gjin ûnderdiel fan dit kolleezje binne.

Sjoch se dêr no sitten, ús deputearren. It hat mear fan de reservebank fan in fyfde klasse KNVB sneinsamateurploech as fan in keppel ynternasjonals, dy't om raak foar harren eigen klup skoare en oars net as súksessen bringe.

De ien, de linksachter, hat no jimmeroan fergeze sjirtreklame fan de ATF, in beste skuor yn it jak. De oar, de hingjende spits, drige yn it skoft yn maart yn it klaaihok te bliuwen, mar kaam ynienen op redens del yn Thialf en it FEC, mar de pirûettes dy't hy der draaide wiene lang net eltsenien nei't sin.

Mar de measte blessueres hat wol ús eigen 'tikkie terug Jaap', de deputearre fan finânsjes. Okkerdeis in giele kaart fan syn eigen fraksje. En flak dernei nochris in giele kaart fan, alwer, syn eigen fraksje. No jildt yn de polityk net de regel twa kear giel is read, mar it is al dúdlik dat dizze deputearre better nei de Steaten en dan benammen nei syn eigen fraksje harkje moatte sil, wol hy him aanst de tee noch smeitsje litte kinne.

It is mei dit kolleezje wat langer wat mear: Gauris by de hikke, mar noait deunsk!

It kolleezje sil allegear wit wat, mar úteinlik komt der neat fan op 'e hispel.

Wy neame efkes in pear ´súksessen´:

De sweeftrein komt finansjeel yn tsjok waar. It NNBT is fallyt. Der wurdt wurke oan in Streekplan dat wy aanst net iens mear fêststelle meie. We hawwe in deputearre dy´t yn ferkiezingstiid pleitet foar ferheging fan it tal brûkers fan it Frysk, mar no ynienen moasjes datoangeande net begripe wol. De wetterskippen hawwe de ferantwurdlik deputearre yn it pak naait en ûntlûke har oan eltse foarm fan demokratyske ferantwurding en kontrôle. En no is ek nochris de septimbernota, dy´t eins al in útstelde maaienotysje wie, weromstjoerd en dan lang om let komt der in desimbernota. Sa hawwe wy hast alle seizoenen hân.

Wat dat oanbelanget soene jo as ûnpartidige taskôger sizze kinne, dat it sa njonkenlytsen in fermaaklik skouspul oan it wurden is.

Mar as Steateleden en mei de taak om dit kolleezje en harren belied te kontrolearjen en betingsten oan te stellen, moatte jo dochs sa súntsjes oan fêststelle dat it gjin sprekken mear leie kin.

Mar dêr't krityk levere wurdt, moat ek prizige wurde.

Wy wolle yn dit ferbân twa deputearren neame. De hear Baas hat him merkbite litten as in trochtaastende deputearre dy't syn dossiers kin. En frou Andriesen doart it oan om op wichtige punten minderheidsstânpunten yn te nimmen. Sa jout sy kleur oan dit kolleezje, benammen ek troch har persoanlike en gedreven ynfolling fan it deputearreskip.

Foarsitter,

En dan binne jo der ek noch. It moat ús fan it hert dat wy te faak merkbite moatte dat jo optrede as foarsitter fan it kolleezje wylst jo op dat stuit as foarsitter fan de Steaten heare op te treden. Jo witte fan it reglemint fan Oarder, mar wy soene graach wolle dat jo ek wat mear rekken holden mei de geast fan dy regels en de bedoeling fan de dualisearring. Te witten: De Steaten yn de haadrol!

Undersyk nei de gefolgen fan de Miljoenenota

Hawar, ta de saak. It giet om de foarlizzende begrutting en de maatskiplike sitewaasje dêr't Fryslân him op it stuit yn befynt. En dy sitewaasje is perfoarst net geunstich. Wy hawwe de miljoenenota analysearje en derút docht bliken dat Fryslân en syn bewenners slim yn de knipe komme. Der wurdt flink besunige op it Iepenbier Ferfier. De IPR regeling komt faai te stean en yn it ferlingde hjirfan de hiele stipe oan it Noarden.

Grouwélige koarting op it Iepenbier Ferfier

De besunigings op it Iepenbier Ferfier foar Fryslân, wêrby foar 2006 it budzjet fan 26 miljoen mei 4 miljoen werombrocht wurdt, dat is mei 15%, sille de berikberens, benammen op ús plattelân, fierder tebeksette. Yn dat ljocht wurdt it dôfhûdich fêsthâlden oan de ZZL, en dan foaral de sweeftrein fariant, sa stadich oan ûnbegryplik. It is no foar eltsenien wol helder dat hjir oan in dead hynder lutsen wurdt.

Nammerstemear no't dúdlik wurdt dat de sweeftrein en de ZZL der net komme. Op 5 desimber set de ministerried de grutte ynfrastruktuerele projekten neffens nut en needsaak op in rychje. En dan sil Den Haag ús wer mei beide fuotten op 'e grûn sette

It ferwyt dat wy faak te hearren krije is dat wy, mei it loslitten fan de ZZL, it Noarden slim tekoart dogge om't wy dan hielendal gjin jild mear út Den Haag krije. Dit is ûnsin fansels. It binne ús eigen bestjoerders dy't yn de sweeftrein fata morgana trape binne en harren siel en sillichheid oan dit ding útferkocht hawwe. Der hie noait op in sweeftrein ynsetten wurde mocht, om't hjirmei it middel ta doel ferheven waard en de ynset fan in prestiizjeslach. Us eigen bestjoerders hawwe der foar soarge dat it Noarden yn dizze posysje manûvreard is.

Mei it ferkeapjen fan harren siel troch de Noardlike bestjoerders oan de sweeftrein is it Noarden grutte skea oandien. Foar de gefolgen fan it ôfsjitten fan de sweeftrein en mooglik it hiele ZZL projekt binne hja, it kolleezje fan deputearre Staten en jimme, de kolleezje partijen, ferantwurdlik en gjin ien oars! Jim witte likegoed as ús dat dat ding der net komt en noch hâlde jim fol. Jo moatte wol sjende blyn en hearrende dof wêze om sa op dit deade spoar yn te setten. Al in hiel skoft wurdt Fryslân bestjoerlik ferlamme en op tok hâlden mei de sweeftrein. It wurdt heech tiid dat dy enerzjy stutsen wurdt yn it fersterkjen fan de Fryske ekonomy en wurkgelegenheid.

Yn dat opsicht is it dan ek ferkeard dat sokke grutte bedraggen noch hieltyd bestege wurde oan de promoasje fan dit fiasko. Wy komme datoangeande mei in moasje (1).

Gjin ferheging fan de provinsjale opsinten

Mei sa'n bestjoer dan wol fan syn boargers lesteferheging freegje en de opsinten ferheegje?

Wy fine fan net. Sjoen de ûnderbesteging en de tafallende útkearing út it provinsjefûns is de needsaak foar dizze ferheging net mear oanwêzich. Wy fine ek dat jo de opbringst fan sa'n ferheging te'n goede komme litte moatte oan in doel dat yn relaasje stiet ta de belesting. It weromsluzen nei de algemiene middels doocht net. Nammerstemear no't der sa hurd op it Iepenbier Ferfier besunige wurdt en it belang fan de auto, benammen foar de bewenners fan it plattelân, allinnich mar tanimt. Wy hawwe dan ek in moasje klear om de ferheging fan de opsinten te kearen (2).

Den Haag nimt ôfskied fan it Noarden

Fryslân en it Noarden wurde troch Den Haag oan de kant skood. It liket wol as nimt Den Haag ôfskied fan ús. Wylst soks hiel ûnferstannich en ûnfoardielich is. Ommers, en professor Oosterhaven hat soks oanjûn, it Noarden stipet feitlik Den Haag en net oarsom.

Wie it net Margaret Thatcher dy't sei ´I want my money back!` en mei har hântaske yn Brussel begûn te swaaien en sa har sin en har sinten krige? Sa moat de noardlike bestjoerders ek. Net mear mei de pet yn de han nei Den Haag, mar mei in hântaske en in flinke balstien der yn. En der mei flink om jin hinne fege en roppe: wy wolle ús gasjild werom! Datoangeande hawwe wy tegearre mei ús maten yn Grinslân de Partij fan it Noarden al in soarte fan gebaar útfûn: it gebaar fan it tichtdraaien fan in gaskraan. Lykas de Black Panters de fûst hiene, sa hawwe wy dit gebaar. En as Balkenende net om lyk wol, dan tenei ek efkes sa dwaan. Dan wit der ynienen ek wer wa't hjir eins wa finansieret.

It is dochs skandalich dat Steatssiktaris Van Gennip wol troch de knibbels giet foar in pear keamerleden, mar dat ús trije eks Haagske politisy, âld ministers en beropsnetwerkers yn ieren en sinen, soks by har net klear krije koenen? Dat jout te tinken en der sil dus in oare taktyk rjochting Den Haag útfûn wurde moatte.

Ommers dit kabinet skammet him net langer foar de namme 'Randstadkabinet'. Dit kabinet tinkt dat dit keninkryk efter Swol ophâldt. As Den Haag dan net langer nei ús omsjen wol, dan sille wy sels wol. En wêrom net, foarsitter? Wiene jo it net dy't okkerdeis sein hat dat Brussel mear en mear oer ús te sizzen krijt en likernôch 60 % fan ús regeljouwing út Brussel komt?

In eigen Frysk ekonomysk Europeesk belied

En dêr lizze ús kânsen. De útwreiding fan de Uny sil lannen yn ús berik bringe dy't ferlet fan ús produkten, kennis en kunde hawwe. Dêr't foar ús in beskate merk leit en dêr't wy no by wêze moatte om de foardielen fan de Fryske produkten en tsjinsten yn de merk te setten. Datoangeande fine wy dat Fryslân mei in eigen ekonomysk Europeesk belied komme moat. Wy hawwe dêrta in moasje ree (3).

Dat betsjut ek dat wy loskomme moatte fan it belied om mei subsydzjes en grutte bedriuweparken bûtenlânske bedriuwen hjir hinne te heljen. Ald kommissaris Hermans hat dat oangeande syn fouten hjirby okkerdeis tajûn op it regionaal ûndernimmerskongres fan it MKB. En it moat ek just oarsom. It Fryske bedriuwslibben moat oan it eksportearjen gean. En der lizze genôch mooglikheden. Benammen yn East Europa.

Derfoar is in ûndernimmende oerheid nedich. In oerheid dy't inisjativen stipet en as paadsljochter wurket. In oerheid dy sjocht wat de sterke kanten fan ús mienskip binne. In oerheid dy't wit dat wy wat langer wat mear in kennisekonomy hawwe en dat de produksje him op it stuit oan it ferskowen is yn Europa.

En as wy dan sjogge nei it grutte tal bedriuwsslutings yn Fryslân op it stuit. En de problemen dy't der binne mei it kreëarjen fan nije banen. Dan mei it yn dat ljocht frjemd hite, dat it kolleezje noch gjin ynfolling jûn hat oan syn foarnimmen om te kommen ta in eksperimint neffens it produksjeheffingssysteem. Wy hawwe datoangeande in moasje klear lizzen (4).

Begrutting

En dan de foarlizzende begrutting 2004. De septimbernota is efkes út byld, mar is doch sa ferweven mei de beliedsbegrutting dat wy dat hjir hjoed ek net los fan elkoar sjen kinne. Wy sille der dan ek wat opmerkings oer meitsje en in pear piketpealtsjes slaan, sa dat it kolleezje dy meinimme kin yn de oansteande ferbettering fan de septimbernota. It is lykwols betiizjend dat de Septimbernota en Beliedsbegrutting 2004/Produktrûzing 2004 no loskeppele wurdt wylst sy alles mei inoar te krijen hawwe.

Oangeande de beliedsbegrutting 2004 it neifolgjende. Wy fine dat it kolleezje PS earder by de beliedsbegrutting behelje moatten hie. De kar fan de programma's moat de kar fan PS wêze en net fan DS. It soe dan PS wêze moatte dy't de programma's definiearet en dat DS dan de produkten definiearet dy't bydrage ta de realisaasje fan de formulearre doelstellings.

Wy fine dan ek dat foar de takommende begrutting it sa wêze moat dat yn in ier stadium de Steaten by de begrutting en it opstellen derfan behelle wurde. De trije W fragen sille der dan yn elts gefal yn werom te finen wêze moatte. Mar dan hawwe wol goed ynsjoch nedich yn de doelstellings fan it eigen belied en de kosten en opbringsten dy't der mei gearhingje. Soks jildt ek te'n oansjen fan de wetlike betingsten. It is wichtich dat der ynsjoch komt yn de posten dy't yn de begrutting steane en PS by steat is om in kar te dwaan en it dêroan foarôfgeand it belied te hifkjen. Wy komme derom mei in moasje wêryn wy rjochting de takomstige begruttings de posten definiearre wêrefter de provinsjale beliedsdoelstelings delsetten wurde kinne (5).

Piketpeallen foar it kolleezje

Oangeande de finansjele begrutting 2004 hawwe wy muoite mei de nochal foarse ûnderbesteging op de rinnende begrutting. Benammen yn it ljocht fan de lêsteferheging fia de opsinten en de stevige weroerwagings. It sil lykwols benammen fan de nije ferzje fan de septimbernota ôfhingje hoe't soks útpakt. Wat de septimbernota oanbelanget, derfan hawwe wy al in eksimpel hân en, no't de mooglikheid him foardocht, soene wy datoangeande it kolleezje al in pear fingerwizings mei jaan wolle.

Us fraksje fynt dat it net sa wêze kin dat de Steaten harren budzjetrjocht sa stâl jouwe dat sy jild reservearje foar belied dat noch fêststeld wurde moat. Bygelyks it plattelânsbelied. De Steaten binne der net foar om blanko sjeks út te skriuwen. De Steaten moatte kaderstellend oan de gong en dan kin it net sa wêze dat it wichtichste ramt, it jild, al fuortjûn wurdt sûnder dat de oare betingsten, it feitlike belied, yn byld binne.

Dat oangeande wolle wy mei in moasje DS der ta bringe dat yn de oan te pasjen septimbernota gjin finansjele romte reservearre wurdt foar de útfiering fan belied dat noch net iens fêststeld is. Bygelyks oangeande it plattelânsbelied. Oarsom is it lyksa. By de doarpshuzen wurdt it aksjefûns lytse kearnen en doarpshuzen yn in oar budzjet skreaun sûnder dat it belied, dêr´t dat op basearre is noch net bekend is. Koart kriemt, net skowe mei middels sa as op ûnderdielen yn de Beliedsbegrutting/produktenrûzing 2004 en de Septimbernota útsteld wurdt salang't gjin helderheid is oangeande it oanbelangjende belied.

De septimbernota begjint mei de opmerking dat der ynfestearre wurde sil yn de spesifike wearden fan Fryslân. Datoangeande is it wol hiel nuver dat yn dizze septimbernota no krekt datjinge dat dy wearden dy't Fryslân no sa spesifyk ta Fryslân meitsje, ús eigen taal en kultuer, wol hiel slim besunige wurdt. Soks kin fansels gjin sprekken lije. Benammen net no't wol dúdlik is dat dit budzjet yn in grut ferlet fersjocht en datoangeande ek altyd skjin op gie. Wy hawwe derom in moasje om it beskikbere budzjet oerein te hâlden (6).

Wy wolle derby al de opmerking meitsje dat wy nochris goed ús subsydzjebelied skôgje en hifkje moatte. It komt ús foar dat in protte fan de beskikber stelde jilden stutsen wurde yn de ynstitusjonalisearring fan it maatskiplik ferlet. Mei oare wurden: it middel wêrmei't wy troch dat middel jild te jaan maatskiplike doelen neistribje, ferwurdt ta doel. It treffendste foarbyld is wol it gegeven dat in stikmannich troch ús stipe ynstellings no in eigen lobbyist yn tsjinst naam hawwe dy't him spesifyk op 'e Steaten rjochtet. It moat net gekker wurde. Wy jouwe dochs gjin subsydzje om ús beskate ideeën oan of út de holle prate te litten, mar dochs om der foar te soargjen dat in maatskiplik nuttich doel neistribbe wurdt?

Oangeande de weroerwagings binne wy ek fan betinken dat wy as Steaten de mooglikheid no ek oangripe moatte om de yngripende besunigings oangeande de doarpshuzen te foarren te kommen. It kolleezje wol ta op regionale multyfunksjonele sintra. Wy binne fan betinken dat de leefberens op it plattelân hjirmei yn flinke tebeksetter krijt. Wy hawwe datoangeande ek in moasje (7).

Okkerdeis binne de fraksjefoarsitters op besite west yn Frjentsjer. Der hawwe wy kundskip nimme kinnen fan de grutte swierrichheden dêr't de gemeente him yn befynt oangeande de oanlis fan de súdlike rûnwei. De provinsje hat in wichtige rol yn dizze sitewaasje. Hat doetiidsk deputearre Heldoorn by de iepening fan de Frisia brêge net roppen: Mei faasje foarút? No ropt en rôp dizze deputearre wol ris faker wat, mar yn dit stik fan saken hie hy gelyk en wy fine dan ek dat der in eareskuld leit rjochting de gemeente Frjentsjeradiel om ta in oplossing fan dit probleem te kommen. Wy hawwe in moasje dy't DS dêrta oantrunet (8).

Ta beslút

Op inisjatyf fan de CDA fraksje hawwe de kolleezjepartijen yn de Steaten oanjûn dat hja net tefreden binne mei de ynfolling dy't troch dit kolleezje jûn is oan de septimbernota.

Wy binne fan betinken dat de kolleezjepartijen yn harren krityk dy't hja utere hawwe yn de kommisjegearkomste fan Boarger en Mienskip op 22 oktober gjin goede omskriuwing jûn hawwe wat no krekt net doocht oan dizze septimbernota en wat it kolleezje dwaan moat om in nije ôfwizing fan dizze nota te foarren te kommen.

Wy fergje de CDA fraksje dan ek om yn harren reaksje op 3 en 5 novimber helder en dúdlik, bygelyks troch in moasje, oan te jaan oan hokker betingsten de nije ferzje fan de septimbernota foldwaan moat. Soks is kaderstellend, jout it kolleezje in heldere opdracht mei en is wol sa fair nei de - eigen - portefúljehâlder fan finânsjes ta.

Ljouwert, 27 oktober 2003

FNP Steatefraksje,

Johannes Kramer (foarsitter)
Annigje Toerings-Schuurmans
Douwe Bylsma
Lolke Tj. Folkertsma
Lyda Veldstra-Lantinga
Marten van der Veen
Pytsje de Graaf - Van der Meer

Bijdrage statenfractie GBF Algemene Beschouwingen 2003

INLEIDING

Deze beoordeling is de eerste sinds het akkoord door CDA - PvdA en de VVD is ondertekend. Gemeentebelangen Friesland heeft niet met het bestuursakkoord ingestemd en we blijven dus kritisch kijken naar bestaand en nieuw beleid.

Het is bekend dat we op economisch gebied, ondanks de inzet van Kompasgelden, in Fryslân een grotere achterstand hebben dan in de rest van Nederland. Ook het teruglopende economische tij is daar debet aan. Een groot aantal, tot voor enige jaren vitale bedrijven zijn gekanteld en veel van het werkzame personeel is op straat komen te staan. In het Friese platteland hebben we veel geïnvesteerd in plattelandsprojecten. Dat heeft tot op heden er niet toe geleid dat de leefbaarheid op dat platteland beter is geworden. We hebben te veel geïnvesteerd in projecten die het landschap verbeteren en verfraaien en te weinig in projecten die echt werk opleveren en de vitaliteit van het platteland ondersteunen. De inspanningen zullen in de komende jaren meer op de vitaliteit van het platteland gericht moeten worden. Want vitaliteit heeft een andere inhoud dan leefbaarheid.

Het bedrijfsleven in de provincie Fryslân heeft in de afgelopen jaren te veel geld moeten investeren in milieuwetgeving, brandveiligheid, arbowetgeving en certificering. Daardoor zijn reserves verdwenen en kan het bedrijfsleven nu het echt minder gaat, niet meer investeren in innovatie en kennis. De ingewikkelde regel- en wetgeving heeft een wurgende greep op het bedrijfsleven. Te veel tijd moet worden geïnvesteerd in verslaglegging en administratie wat ten koste gaat van het werk in het bedrijfsleven. We moeten constateren dat we de beloofde vereenvoudiging en terugdringing van wet- en regelgeving niet hebben teruggevonden in de begroting van 2004. Daarom willen wij in de Provincie Fryslân een beleid inzetten dat daadwerkelijk gericht is op terugdringing en vereenvoudiging van regel- en wetgeving. Zoals de spreuk in dit huis ook al zegt: "it is mei sizzen net te dwean." We komen daarom met een voorstel.

ALGEMEEN BESTUUR

In een tijd dat de economie terugloopt, betekent dit voor een provinciale overheid ook dat er minder geld te besteden is en dat er zorgvuldiger om moet worden gegaan met de beschikbare gelden. In sommige provincies in Nederland heeft dat er toe geleid dat men op het provinciaal ambtelijk apparaat gaat bezuinigen door het aantal fte' s terug te brengen. Dat willen wij van Gemeentebelangen Friesland uitdrukkelijk niet. De provincie is gebaat bij een ambtelijk apparaat dat de provinciale ambities en het beleid voor de komende jaren op een goede en verantwoorde wijze mee helpt uit te zetten en uit te voeren. Daarom willen wij in de komende jaren meer geld vrijmaken voor het vergaren van kennis en innovatie door middel van opleiding en scholing. We komen met een voorstel.

Opvallend in de steeds toenemende stroom provinciale stukken, is het gebruik van externe adviesbureaus. Voor allerlei zaken worden bedrijven en bureau' s ingehuurd om hun mening te geven over het provinciale beleid of de provinciale uitvoering. Nu blijken deze bureaus hun personeel voornamelijk te werven uit dezelfde ambtelijke organisaties. De bureaus bezitten daarmee exact dezelfde kennis als die binnen de ambtelijke organisaties aanwezig is.

Gemeentebelangen Friesland vindt daarom dat het gebruik maken van adviesbureaus door de provincie Fryslân tot reële proporties moet worden teruggebracht. De bezuiniging op die expertise zoals wordt voorgesteld vinden wij niet ver genoeg gaan. Wij komen daarbij met een voorstel.

OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Een jaar geleden hebben wij al duidelijk gemaakt dat afstemming van regelgeving belangrijk is voor een goed handhavingsbeleid in de provincie Fryslân. Wet- en regelgeving dienen eenduidig te worden toegepast. Van het terugdringen en vereenvoudigen van die wet - en regelgeving hebben wij niets teruggevonden in de voorstellen.

Gemeentebelangen Friesland wil een jaarlijks budget met een jaarlijkse verantwoording in de begroting opgenomen zien voor deze terugdringing en vereenvoudiging van regel- en wetgeving. We komen hierbij met een voorstel.

VERKEER EN VERVOER.

Ten aanzien van de infrastructuur van wegen zullen we in Fryslân meer moeten durven door de aanleg van die wegen waaraan het rijk een goedkeuring heeft verleend naar voren te trekken en voor te financieren met eigen geld. In de provincie Fryslân liggen op dit moment te veel onvoltooide projecten. Dat belemmert een goede economische ontwikkeling. Ten aanzien van de vaarwegen is een herprofilering nodig.

In 2002 hebben de staten de opcenten verhoogd met 8 punten. De extra gelden hieruit zouden in de komende jaren dienen om de majeure infrastructurele projecten te financieren of voor te financieren. Wij vinden deze gelden noch de besteding daarvan niet afzonderlijk terug in de septembernota. Waar en hoe worden die gelden de komende jaren ingezet? Zetten we die gelden in de Waldwei, in de weg N31 bij Harlingen, in de haak om Leeuwarden en het Noordwest tangent of zetten wij die gelden in voor b.v. de nieuwe rondweg om Lemmer, de rondweg en het viaduct te Franeker of de centrale as. Gemeentebelangen Friesland wil duidelijkheid over waar de opcenten worden ingezet en over het oplossen van de knelpunten in de Friese infrastructuur in de komende jaren.

WATER

Het Friese Meren project zal in de komende jaren veel geld vergen. De geraamde kosten van de oever en kade projecten bedragen in het totaal 275 miljoen euro. Hier moeten de baggerkosten nog bij worden berekend! Gemeenten en Waterschappen dragen hiertoe bij en een groot bedrag zal komen uit de Kompasgelden. Op dit moment kunnen de Kompasgelden tot en met 2006 worden gebruikt. Daarna wordt medefinanciering vanuit de Kompasgelden onzeker. Wat heeft dat voor consequenties voor het Friese Meren Project? Dat wordt niet duidelijk gemaakt in de septembernota. Nu het bedrijfsleven in het havengebied van Harlingen zich gunstig ontwikkelt ontstaat er een nieuwe discussie over het opwaarderen van het kanaal van Leeuwarden naar Harlingen tot klasse 5 en het uitdiepen van de vaargeul in de Waddenzee. We vinden daar niets van terug in de septembernota. Waarom niet?

ENERGIE

Gemeentebelangen Friesland ziet niets terug van de inzet van deze provincie met betrekking tot het op milieuvriendelijke en op alternatieve wijze winnen van energie zoals windenergie, zonne-energie, warmtekracht koppeling en warmtepompen. Alleen voor de biodiesel is aangegeven hoe het project verder gaat. In de afgelopen zomer werd onze provincie op een pijnlijke manier geconfronteerd met de betrekkelijkheid van de energielevering. Door het warme weer was er niet genoeg koelwater beschikbaar voor de centrales en bij een verdere escalatie dreigde er zelfs voor een gedeelte van onze provincie een stopzetting van de stroomtoevoer. De gedeputeerde J. Ploeg heeft in de afgelopen weken een sein gegeven over de verkoop van NUON. De netwerken wil hij wel behouden voor onze provincie. Het zijn de netwerken die voor ons belangrijk zijn, maar dan zó dat er geen gevaar bestaat dat de stroomtoevoer in bepaalde gedeelten van Fryslân wordt afgesloten.

We hebben aan het Burgumermeer een vrij nieuwe centrale staan die al vaker enige jaren gesloten is geweest en nu door Essent voor een deel weer in bedrijf is gesteld. Deze centrale is een van de meest milieuvriendelijke centrales van Nederland omdat hij wordt gestookt op hoogwaardig aardgas. Voor onze provincie is het van wezenlijk belang om deze milieuvriendelijke centrale meer te gaan benutten en dat door een deelneming van de provincie Fryslân in deze centrale. De deelneming kan gefinancierd worden uit een gedeelte van de NUON gelden. We dienen daarmee twee doelen; namelijk het produceren van verantwoorde milieuvriendelijke stroom door koppeling aan de invoer van stroom van kolencentrales en we kunnen ook in de toekomst onze inwoners de aanvoer van stroom garanderen. Gemeentebelangen Friesland wil in dit verband dat de provincie Fryslân een onderzoek instelt naar de haalbaarheid van deelneming in de Burgumermeercentrale en komt daarom met een voorstel.

MILIEU

Ten aanzien van het milieu is de provincie bezig een omslag te maken van een informerend naar een handhavingsbeleid. Gemeentebelangen Friesland steunt dit beleid maar constateert gelijktijdig dat dit handhavingsbeleid alleen maar kan worden ingezet als de wet en regelgeving op het milieu gebied duidelijk is, op een deskundige wijze wordt uitgevoerd en ook goed wordt afgestemd. Als voorbeeld van het nochtans beleid willen wij noemen dat een boer die grote kuilhopen naast zijn boerderij aanlegt, duizenden buitenbanden mag gebruiken om die kuilhopen af te dekken terwijl zijn buurman die garagehouder is, er volgens de milieuregels maar enige tientallen op het erf mag hebben.

ECONOMIE

De toenemende werkloosheid in de provincie Fryslân begint in onze ogen een zorgelijke omvang aan te nemen. Vooral in de stad Leeuwarden en in het noorden van onze provincie is het werkloosheidspercentage bedenkelijk hoog. Sommige partijen hebben in verkiezingstijd dapper geroepen dat er voor werk moet worden gezorgd. Door allerlei provinciale maatregelen is de marktwerking in diverse sectoren verstoord en het gevolg daarvan is een enorme vertraging. Die is vooral terug te vinden in de ontwikkeling van de woningbouw en het bedrijfsleven. In onze ogen moeten we in de komende jaren op het gebied van woningbouw en het vestigen van bedrijven meer uit handen durven te geven door de gemeenten meer ruimte te geven voor een eigen beleid.

Gemeentebelangen Friesland wil een breder beleid ten aanzien van de economie in Fryslân. Door het instellen van de economische zones hebben we de marktwerking doorbroken en heeft vooral het M.H. op het platteland in de afgelopen jaren een achterstand opgelopen. Een krachtig beleid voor stimulering en facilitering van het bedrijfsleven in vooral de regiokernen buiten de zones wordt ook nu weer gemist in het beleid voor de komende jaren. Inzetten op innovatie van bedrijven en de aanleg van een goede I.C.T. Infrastructuur, in de economische zones en de regiokernen zal met voorrang moeten worden uitgevoerd om het bedrijfsleven een kans te geven uit het economische dal te klimmen.

LAND- EN TUINBOUW

In het grote Europa dwingt het Brusselse beleid onze landbouw om in de komende jaren een schaalvergroting toe te passen. Dit gegeven staat in veel gebieden in Fryslân haaks op de robuuste ontwikkeling van natuurzones, vooral de E.H.S.

Gemeentebelangen Friesland wil een herprofilering van het beleid met betrekking tot de E.H.S., waarbij eerst de landbouw zich kan ontwikkelen en daarna de natuurgebieden opnieuw worden ingevuld.

De inzet van de provincie Fryslân zal gericht moeten blijven op het verder ontwikkelen van het glastuinbouwgebied rondom Berlikum dat in het belang van de werkgelegenheid in dat deel van de provincie. Nu er ten behoeve van die tuinbouw een groot gebied van 24 ha voor wateropslag wordt aangelegd zal er ook gekeken moeten worden naar medegebruik van dit water voor recreatie en toerisme.

Agrarisch natuuronderhoud staat onder druk. Bij minder geldstromen vanuit Brussel en Den Haag zal het provinciale beleid zich daar meer op moeten richten.

WELZIJN

Nederland zal zich in de komende jaren van een industrieland naar een kennisindustrieland moeten ontwikkelen. In het basisonderwijs zijn grote achterstanden geconstateerd op het gebied van rekenen en taal. Inzetten op verbetering en het opheffen van achterstanden is niet zichtbaar gemaakt in de september nota.

Gemeentebelangen Friesland wil meer investeren in projecten die de kwaliteit van het onderwijs een positieve impuls geven en de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen bevorderen.

De situatie in de zorg is in Fryslân nog steeds niet ideaal. Hoewel de wachtlijsten voor het oog weggewerkt zijn blijken er verder in de organisatie grote proppen te zitten die sterk stagnerend werken voor een goede uitvoering van die zorg. Daarnaast dient ook de provincie beleid te ontwikkelen om zorginstellingen zo dicht mogelijk bij de mensen te houden. Goed geoutilleerde streekziekenhuizen verspreid over de provincie zijn wezenlijk voor een provincie als Fryslân. Daarbij denken wij aan de ziekenhuizen in Drachten, Sneek, Heerenveen, Dokkum en Harlingen.

Ook is het van groot belang te bewaken dat de regionale ambulancevoorziening in Fryslân dat een goede spreiding van uitrukpunten kent en nauwgezet aansluiting vindt bij de zorgketen. Het provinciale bestuur moet op al deze ontwikkelingen in het kader van haar planningsverantwoordelijkheden de nodige invloed uitoefenen.

Het beleid in de zorg zal zich in de komende jaren meer moeten richten op de terugdringing van regels en het opheffen van de vaak te dure managementteams.

Uit onderzoek is gebleken dat vooral de jongeren in Fryslân steeds minder belangstelling hebben voor de sport. Het sportbeleid zal dus vooral gericht moeten zijn om jongeren het belang van sporten bij te brengen en daarmee een stimulerende werking te creëren.

FINANCIEEL BELEID

De septembernota is niet SMART inzichtelijk. De doelen in de nota zijn niet helder omschreven. De trajecten zijn te vaag aangegeven en de hoogte van de financiën die de provincie Fryslân in moet zetten om de doelen die gesteld zijn te halen, kunnen niet voldoende worden achterhaald. In de ogen van Gemeentebelangen Friesland voldoet de septembernota daarbij niet aan de eisen die van een dergelijke nota kunnen worden verwacht.

EPILOOG

De provincie Fryslân is het afgelopen jaar de weg van het duale stelsel in het provinciale bestuur ingeslagen. Een dergelijke aanpak vergt een omslag in ons denken en een omslag in het provinciale ambtelijke apparaat. Dat hebben we allemaal kunnen ondervinden. Dankzij een optimale steun voor onze fracties beginnen de contouren van het duale stelsel ook binnen de provincie Fryslân zichtbaar te worden. Hoewel alles nog lang niet duidelijk is. Van wie is nu in dit duale bestuur bijvoorbeeld het statenjacht. Is dit een privilege van het college of van de staten zelf. Wij hebben gemerkt dat veel van onze Statenleden daar zo hun eigen gedachten over hebben...

Oktober 2003

Jan F. Kloosterman en Reitse Ketellapper

Bijdrage GrienLinks Statenfractie Fryslân Algemene Beschouwingen 2003

Groots op kleinschaligheid

"De mens moet in evenwicht met de natuur leven.
Economische groei moet daarbij passen.
Dat houdt een keuze voor kleinschaligheid in.
Regionaal gericht zijn.
Kenmerken en kwaliteiten
die bij onze provincie passen".

Inleiding _________________________________

"Het college is van mening dat de beleidsvoornemens en de heroverwegingsvoorstellen voldoende zijn toegelicht "

Zelden is een cruciale vraag over beleidsvoornemens, motivering, criteria zo summier beantwoord als op pagina 4 van de antwoordnotitie van Gedeputeerde Staten. Leefde het college aanvankelijk in de veronderstelling dat dit antwoord afdoende zou zijn, de reacties wezen al snel op het tegengestelde.

De open brief van de CDA-fractie was al op voorhand een signaal dat de discussie rond nieuw beleid en de heroverwegingen een pittige zou worden. Als de motivering grotendeels ontbreekt, de maatschappelijke effecten niet in beeld worden gebracht en de doelstellingen slechts in wollig taalgebruik worden gepresenteerd, is dat vragen om moeilijkheden.

Die moeilijkheden worden voor een belangrijk deel voorkomen door de behandeling van de begroting en septembernota uit elkaar te halen. Met dank aan de collegepartijen, die het college op deze wijze behoeden voor een waarschijnlijk zwaar debat in november. Vanuit duaal besturen is er met de actie van de coalitiepartners niets mis.

GrienLinks hoopt dat de volgende ronde de aangeboden stukken evenwichtiger zijn en beantwoorden aan de 3 W-criteria:

wat willen we bereiken?
wat gaan we daarvoor doen?
wat gaat het kosten?

Nadat de kaders helder zijn gesteld door de Staten verwachten we een duidelijke doelstelling, een plan van aanpak, een overzicht van de financiële middelen. Dan kunnen we -op hoofdlijnen- controleren.

Voor GrienLinks is er nog een belangrijk criterium, waaraan wij beleidsvoorstellen zullen toetsen: kleinschaligheid. Past de doelstelling binnen de ambitie en schaal van Fryslân? Wij realiseren ons dat er voor multi-majeure projecten in onze provincie geen plaats is - en daar mag dus ook geen gemeenschapsgeld ingestoken worden.

Het korte antwoord, zoals gecursiveerd boven aan deze bladzijde aangegeven, voldoet niet aan ons criterium van kleinschaligheid.
1 Bestuur en veiligheid ______________________

".dualisme niet kleinschalig in de praktijk brengen."

In de inleiding is al iets gezegd over het dualisme. Een half jaar duaal besturen is nog te kort om een oordeel te vellen. Het moet de fractie van GrienLinks van het hart dat wij de collegepartijen een licht duale opstelling zien toepassen, maar op cruciale momenten zien we dat de rijen weer snel gesloten worden. Voorbeelden hiervan zijn het en bloc tegenstemmen bij moties van de oppositie op moeilijke dossiers .Zonder al te veel kritiek wordt de zijde van het college gekozen. Duaal opereren op 'kleine' zaken is geen kunst.
Wij verwachten van de coalitiepartijen ook weerwerk in de Statenzaal - en niet alleen in de wandelgang of op werkbezoek.

Na een half jaar experimenteren met het Presidium, begrijpen wij nog steeds niet waarom de helft van de agenda besloten moet worden behandeld. Er zijn nauwelijks punten aan de orde geweest, die behandeling achter gesloten deuren rechtvaardigen.

Willen Statenleden hun bestuurlijk werk goed kunnen uitvoeren, dan dient de relevante informatie tijdig en adequaat aangeleverd te worden. Te vaak is het voorgekomen dat de stukken op het laatste moment worden aangeleverd. Daarnaast is het frustrerend te zien dat er ook op het laatste moment weer punten van de agenda gehaald worden of van het kastje naar de muur worden gestuurd

Dat brengt ons als vanzelf op de huisvesting in het Provinciehuis. GrienLinks heeft al een aantal keren naar de noodzaak van grootschalig verbouwen of nieuw bouwen. Steeds worden daarbij de ARBO-eisen genoemd. Binnenklimaatverbetering, vloerbedekking vervangen en herindeling van kamers noemt het college als aanpassingen op een vraag van de PvdA. Dat rechtvaardigt geen peperdure verbouwing . Ons komt voor dat het antwoord wat kort door de bocht is. Men blijft gewoon uitgaan van een dure renovatie, hetgeen ongetwijfeld inhoudt dat er fors gesloopt gaat worden. Wij willen die discussie nog wel eens overdoen, te meer daar we de broekriem de komende jaren aan moeten halen. Liever steken we 'gemeenschapsgeld' in andere, minder majeure projecten. Een cruciaal punt vormt het "voldoende voorbereid zijn op het bestuurlijk coördineren van de bestrijding van rampen en zware ongevallen ". Het debat naar aanleiding van de ATF-brand in Drachten heeft aangetoond dat de provincie op dit gebied een grote verantwoordelijkheid heeft. De toezegging door het college dat er een overzicht komt van rampenbestrijding bij risicobedrijven is in onze ogen dringend gewenst. Wij wachten op nadere berichten.
Dit geldt ook voor het toegezegde plan van aanpak voor een onderzoek gevolgen ATF-brand in relatie tot de gezondheid .De onderzoeksopdracht moet nog geformuleerd; in onze visie moet in een groot gebied onderzoek plaatsvinden. Mens vee, gewas, bodem en water dienen onderzocht/bemonsterd te worden en de resultaten moeten worden vergeleken met de al beschikbare testresultaten.


2 Verkeer en vervoer _______________________

" .we wonen toch niet in Californie.."

GrienLinks heeft het verkeer- en vervoersbeleid van de provincie aan een kleine evaluatie onderworpen en de projecten waar zware financiële claims op liggen, getoetst aan de doelstellingen van het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan 1999.

Doelstellingen van het PVVP:
de bereikbaarheid voor Fryslân waarborgen als ondersteuning voor de gewenste ruimtelijk-economische ontwikkeling de verkeersveiligheid verbeteren en de milieubelasting en de schade aan natuur en landschap beperken het afremmen van de groei van het autoverkeer

Prachtige doelstellingen, maar waar werden door GS in de afgelopen vier jaar de prioriteiten gelegd ? Bij de majeure projecten ! Met name bedoeld om de doorstroming van het autoverkeer te verbeteren.Dit in de veronderstelling 'als we de auto faciliteren, wordt Fryslân beter bereikbaar en dat is goed voor de provincie". Dit is een drogreden, omdat de praktijk leert dat met het aanleggen van meer asfalt meer autoverkeer wordt aangetrokken en er weer nieuwe problemen ontstaan. Overigens zoveel problemen hebben wij in Fryslân nog niet. Het is hier geen Californië. Slechts rond Leeuwarden en bij Joure kennen we in de spits problemen.

Enkele rijkswegen moeten nog worden afgemaakt.Het betreft de Rondweg Sneek, Harlingen-Zurich, de Waldwei Leeuwarden-Nijegea. GrienLinks heeft met deze projecten ingestemd, omdat het hier met name om verkeersveiligheid gaat en verder in overeenstemming is met het categoriseringsbeleid .

Wat betreft de Haak om Leeuwarden stelt GrienLinks dat het verkeer zich zo veel mogelijk langs het bestaande tracé moet afwikkelen. Op dit moment loopt de MER-studie. Wij vinden het een omstreden project vanwege het grote ruimtebeslag. De weg loopt door een waardevol weidevogelgebied en behoort verder tot een landschappelijk waardevol gebied .

De doelstelling ''beperking van de milieubelasting en schade aan natuur en landschap beperken" komt onder druk te staan. Nieuwe wegtracé's versnipperen het landschap, zorgen voor meer milieuvervuiling, verkeerslawaai, meer CO2. Verder is dit beleid in strijd met de doelstelling "vermindering van de groei van het autoverkeer". De doelstellingen van het huidige PVVP zijn goed, maar moeten anders geïnterpreteerd: Snel , comfortabel en veilig naar de plaats van bestemming met minder stress, minder files en minder verkeersslachtoffers. Schonere lucht, minder broeikaseffect, minder versnippering van het landschap en minder geluidsoverlast.

Andere grote projecten van de provincie moeten sober worden uitgevoerd: geen verdubbeling van de rijbanen! Daarnaast propageren wij de aanleg van fietssnelwegen naar en in de grotere steden. Wij wachten met belangstelling de fietsnota in 2004 af.

Dan de snelle verbinding tussen de Randstad en het Noorden . In het aangevraagde spoeddebat op 3 november 2003 hoeven we wat ons betreft niet meer te spreken over de haalbaarheid van een Magneetzweefbaan of een Hogesnelheidslijn. Er zijn nieuwe feiten en omstandigheden. Laten we ophouden met zweven en het bij normale treinen houden .Voor iedereen betaalbaar en minder schade aan landschap en milieu. Als dat betekent dat de Zuiderzeelijn er niet komt, zal er speciale aandacht moeten komen voor de positie van Drachten. Het door GrienLinks ingebrachte idee van een lightrailnetwerk in Fryslân kan zo uit de kast gehaald worden! Dat werpt ook een ander licht op de volksraadpleging .In onze visie hoeft die in deze vorm niet door te gaan.

Wij maken ons zorgen over de toekomst van het openbaar vervoer in onze provincie. Er zijn de afgelopen jaren veel goede initiatieven opgestart, met name om de dorpen te bedienen. GrienLinks wil dit behouden. Goed openbaar vervoer moet de concurrentie met het autoverkeer aankunnen. Vooral bij het woon-werkverkeer moet er een keuze gemaakt kunnen worden tussen de auto en het openbaar vervoer. Wij stellen ons op het standpunt dat dit voor Rijk en Provincie essentiële taken zijn.

Tot slot: de door het college verstrekte cijfers met betrekking tot het aantal passagiers en de ritten in het kader van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer stemmen ons tot tevredenheid. Wij willen op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. In commissieverband komen we hier op terug.


3 Water _________________________________

"De afgelopen vijf jaar is ongeveer zesduizend miljard euro over de balk gegooid aan mislukte fusies "

Het onderwerp water speelt in Fryslân een grote rol. Het afgelopen jaar werden we op onaangename wijze verrast met de veel hogere bedragen die er gemoeid zijn met de fusies van de waterschappen per 1-1-2004. Daarnaast zorgde de enorme droogte ervoor dat een andere kant van de waterhuishouding belicht werd, namelijk het water vasthouden. Waterkwaliteit en kwantiteit, dijkbeheer, herstel van oevers en kaden en het baggeren van vaarwegen met daarnaast flankerende maatregelen in het kader van bijvoorbeeld het Friese Meren Project vragen om een integrale benadering. Al deze zaken hebben met elkaar te maken, alleen vinden wij de financiële samenhang en consequenties niet altijd even duidelijk Een apart fenomeen is de discussie over het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime , waaronder het peilbeheer. De door de VVD ingediende motie mag niet tot vertraging leiden van dit project.


4 Milieu __________________________________

''.investeringen in het milieu juist wel groot aanpakken.''

Het college schrijft in de beleidsbegroting 2004 dat "naast het realiseren van duurzame ontwikkeling" ook bereikt moet worden " dat welvaartsgroei niet tot meer milieudruk leidt". De plannen die er zijn om meer en bredere wegen aan te leggen, staan hier haaks op. Fryslân heeft op enkele uitzonderingen na voldoende infrastructuur. Oplossingen voor knelpunten, zowel wegen als waterwegen, vinden wij prima.

Versterken van het openbaar vervoer moet een speerpunt worden. Niet alleen het bestaande Openbaar Vervoer, maar ook het rondje Fryslân met de Lightrail oppakken.

Het pleidooi om langs de A7 bedrijven te lokken die op het brede terrein van duurzaamheid opereren, is wat GrienLinks betreft een logische stap. Als we naar Groningen kijken en de plannen van Energy Valley zien, dan kan het IBF-terrein bij Heerenveen een prima verlengstuk worden. Zet daar de Kompasgelden in. Bedrijven die met zonne-energie bezig zijn, windenergie en biobrandstoffen kunnen een flinke bijdrage leveren aan het milieu.

Waar beperkingen optreden, bijvoorbeeld door ingewikkelde regelgeving bij de plaatsing van windmolens, zorgt de provincie voor heldere richtlijnen en ondersteuning van aanvragers en gemeenten.

De ontwikkelingen rond waterstof, de energiebron van de toekomst, moeten voortdurend worden gevolgd.

Vergunningverlening en handhaving zijn voor de provincie cruciale taken, dat is wel gebleken tijdens de ATF-debatten. Wij verwachten het komende jaar op de hoogte gehouden te worden van de controle en handhaving bij met name risicobedrijven. Van belang daarbij is te weten dat er voldoende capaciteit beschikbaar is bij de toezichthouders en dat er voortdurend in het kwaliteitsniveau geïnvesteerd wordt.

De voorgestelde bezuiniging op het budget van de Friese Milieu Federatie is een voorbeeld van verkeerde zuinigheid. Juist de afgelopen jaren is er een intensieve samenwerking ontstaan tussen milieugroeperingen, belangengroepen en terreinbeherende instanties en wordt er geparticipeerd in belangrijke projecten, zoals het ROM-Project in Zuidoost Fryslân. Door de kraan naar rechts te draaien zullen taken moeten worden afgestoten en zal voor een deel de cofinanciering wegvallen. Niet alleen de instelling en de vele aangesloten bonden, maar ook het milieu wordt op deze wijze dubbel gepakt.


5 Landelijk gebied _________________________

" fleanende euro's praktijkvoorbeeld van kleinschaligheid'

Fryslân heeft nog de beschikking over landelijk gebied. Veel is er de afgelopen decennia verloren gegaan. Het past ons nu zuinig om te gaan met de resterende ruimte. Geen verdere versnippering, verrommeling of doorkruising van het gebied. Ruimte voor landbouw en veeteelt naast ruimte voor natuur en milieu. Beide kunnen heel goed samen gaan.
Het aantal bedrijven zal nog verder teruglopen. Europese maatregelen zullen nog meer voelbaar zijn, de ruimte die ook de natuur zal innemen, zal groter worden.

De aankoop van natuurgebieden en land voor de Ecologische Hoofd Structuur kreeg vorig jaar een klap te verwerken doordat de rijksoverheid zich niet aan haar afspraken wilde houden. De provincie heeft toen gelden beschikbaar gesteld om een aantal probleemgevallen op te lossen. Temporisering van aankopen mag niet leiden tot verder uitstel of vermindering van de inspanningsverplichting, ook de EHS dient ingevuld te worden. GrienLinks is van mening dat de aanpassing van smalle verbindingszones naar minder maar bredere zones geen vertraging voor het geheel mag opleveren.

Hoewel de titel 'fleanende euro's' weinig goeds doet vermoeden, vinden we voortzetting van dit experiment een goede zaak, te meer daar er duidelijke resultaten worden bereikt.


6 Economie, recreatie en toerisme ____________

".IBF Heerenveen nieuw bruisend centrum van kleinschaligheid..."

Is Fryslân een ontwikkelingsland binnen Nederland, is het Noorden vergelijkbaar met de toetredingslanden van de Europese Unie? Vanzelfsprekend niet. Weliswaar zijn wij als arme regio afgeschilderd en hebben wij in het kader van het Langman-akkoord geld ontvangen, maar de 43 000 banen extra die als prognose bijgevoegd waren, zullen er niet komen . Althans niet in de periode tot en met 2010. De ambitie - om in dat zelfde jaar de achterstand op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en investeringen volledig in te lopen - was en is veel te hoog gegrepen. Het bedrijfsleven laat zich nu eenmaal niet dwingen en daar verandert, ondanks de inspanningen van de trojka Alders-Nijpels-Ter Beek, niet veel aan. De kracht moet meer komen vanuit het bestaande bedrijfsleven, meer ruimte voor innovatie, aansluiting van het onderwijs bij het bedrijfsleven en simpeler regelgeving met betrekking tot de Kompasgelden. Het kernzone-beleid, waar het Bestuursakkoord Fryslân van uit gaat, moet voortgezet Concentratie van grotere bedrijven langs de Westergo-zone en de A7, zodat de rest van Fryslân meer kans krijgt om de andere economische 'pijlen op de boog te zetten'. Voor GrienLinks zijn dat rust, ruimte, landschappelijk schoon en natuur. Dit kan een economische pijler van belang worden.

Binnen enkele jaren zal het dichtslibbende Nederland behoefte hebben aan gebieden waar rust en ruimte heerst en waar verre einders en hoge wolkenpartijen onbelemmerd bewonderd kunnen worden. Fryslân heeft die kwaliteiten van oudsher binnen haar grenzen. De combinatie van levendige steden en stadjes, leefbare dorpen en een groots platteland kan een economische factor van belang zijn. Daar hoort een goede infrastructuur bij, over land en over water. Nadat de knelpunten zijn opgelost, is het wegennet in Fryslân klaar!

De grootscheepse aanpak van het International Business Park te Heerenveen heeft nog geen enkele vrucht afgeworpen - het brengt slechts kosten met zich mee. Als aandeelhouder zal de provincie nu toch met voorstellen willen komen om het park rendabel te maken. Wij staan een kleinschalige aanpak voor .

Een speciaal punt van aandacht willen wij vragen voor startende ondernemers. Naast de Kamer van Koophandel zien wij hier ook een taak weggelegd door de ROC's. Wij zijn van mening dat het college hier serieus aandacht aan moet schenken.


7 Sociaal beleid en zorg _____________________

"juist nu je sociale gezicht laten zien.''

Op dit beleidsterrein heeft de provincie een aantal wettelijke taken en kan ze daarnaast een aantal zaken naar zich toe trekken. Op zich is de gedachte van een Sociaal Investerings Fonds geen slechte zaak. Als overheid hoef je niet klakkeloos instellingen te subsidiëren; projectsubsidies kunnen heel goed de plaats innemen van vaak langjarige contacten. Maar het instellen van een dergelijk fonds kan pas na kaderstelling door de Staten, raadpleging van het werkveld en na grondige bestudering van het maatschappelijke effect. Met maatschappelijk effect bedoelen we letterlijk: Wat betekent het wegvallen of vermindering van subsidie voor de mensen die gebruik maken van voorzieningen of de diensten van een instelling. Daarnaast speelt een aspect als werkgelegenheid een rol.

In een tijd waarin de landelijke overheid, het kabinet Balkenende, rommelt aan een aantal zekerheden, maken veel mensen, die juist afhankelijk zijn van instellingen zich grote zorgen. Provincies mogen dit niet aan zich laten voorbijgaan. Om nu, zoals het plan luidt, het budget zorg onder te brengen in het Sociaal Investerings Fonds zorgt voor veel onrust bij de mensen die hier van afhankelijk zijn; gehandicapten, ouderen, dak- en thuislozen en verslaafden. GrienLinks heeft de stellige indruk dat met een groot aantal instellingen niet of nauwelijks overleg is gepleegd Als de uitkomsten van dit overleg en het effect dat heroverweging met zich meebrengt niet voor de begrotingsbehandeling 2005 op duidelijke wijze kan worden gerapporteerd aan de Staten, stellen wij voor de lopende budgetovereenkomsten te verlengen tot 2006.


8 Cultuur, Taal en Onderwijs ________________

''.diversiteit is een beter woord.''

Voor de vele heroverwegingen binnen dit programma geldt in een groot aantal gevallen hetzelfde als beschreven in het hoofdstuk Sociaal beleid en zorg. Na gedegen consultatie overgaan tot nieuwe afspraken met de instellingen en clubs. Extra complicatie en ook uiterst gevoelig is het feit dat er grote aantallen vrijwilligers bij dit beleidsveld betrokken zijn .Voor GrienLinks is het werk van de duizenden vrijwilligers uiterst waardevol .Subsidies leveren op deze wijze een veelvoud aan rendement op. En vrijwilligers vormen nu eenmaal het cement van onze samenleving.

Tijdens de inspraakavond werd het ons duidelijk dat er ook nog diverse overeenkomsten zijn afgesloten met instellingen of clubs, die in de septembernota niet genoemd worden. Voor een volledig overzicht en inzicht is het wenselijk dat er in de consultatieronde een inventarisatie wordt aangeboden, waarna de Staten dat kunnen meenemen in hun definitieve afweging. Op het brede palet van cultuur en taal komen veel kleurschakeringen voor, die voor diversiteit zorgen. Fryslân is erg trots op haar unieke positie in Nederland en moet die diversiteit in stand houden.

Mede gelet op de problemen die gesignaleerd zijn in het basisonderwijs en in het verlengde daarvan de afstand die er is tussen onderwijs en bedrijfsleven, vinden wij het instellen van een adviesgroep uit de Staten, die zich met onderwijszaken bezig gaat houden, een goede zaak.


9 Ruimte _________________________________

".hoezo op kleine schaal ?"

De Nota Plattelandsbeleid is officieel nog niet in het bezit van de Staten. Dat is spijtig. Vooruitlopend op behandeling in commissie/staten stelt u voor bijna 1 miljoen euro beschikbaar te stellen. Op dit moment kunnen wij absoluut niet overzien wat de gevolgen zullen zijn voor het plattelandsbeleid. Op voorhand wijzen wij een halvering op de subsidies voor dorpshuizen in 2005 van de hand. We maken ons ernstig zorgen over het onderhoudsniveau van de dorpshuizen, in veel dorpen het centrum van activiteiten, zeker in de kleinere.

Een structurele bijdrage voor het realiseren van een woonmonitor is een goede zaak. Het bouwen naar behoefte in dorpen is en utopie, er zijn grenzen aan de groei. Het in kaart brengen van de behoefte aan woningen is essentieel. Aan de hand van objectief feitenmateriaal moet gezocht worden naar creatieve oplossingen in de dorpen. De nood is hoog. Leeuwarden is een studentenstad, maar niet op woongebied. In de dorpen zijn grote problemen voor starters, mensen met een kleine beurs, ouderen en er is een tekort aan aangepaste woningen. Als steden de haar toegewezen aantallen woningen niet kunnen realiseren, moeten gemeenten in het landelijk gebied onder voorwaarden woningen kunnen 'overnemen'.

Tot besluit _______________________________

Heroverwegingen mogen geen reden zijn om de kwaliteit van natuur, landschap en milieu verder te verwaarlozen.Daar heeft de samenleving , hoe geindividualiseerd er soms geopereerd wordt, uiteindelijk geen belang bij. Wat heeft de economische opgang voor de Nederlandse en de Friese samenleving nu opgeleverd ? Als dat private rijkdom en publieke armoede is, vinden wij dat een schandalige zaak. Brengt ons op ons allerlaatste punt: een steunpunt voor mensen zonder verblijfsvergunning.

Reeds eerder werd er door de Staten en fonds beschikbaar gesteld voor noodhulp. Ten gevolge van het zeer beperkte pardon wordt een sterke groei verwacht van het aantal mensen, dat in aanmerking komt voor noodhulp. In Fryslân is een sterke betrokkenheid bij deze groep mensen die eigenlijk niet bestaat. Wij zijn er van overtuigd dat er een steunpunt voor mensen zonder verblijfsvergunning in onze provincie moet komen. Tijdens de begrotingsbehandeling zullen we met een voorstel komen.

"Doen we er wat aan of laten we het zo?"

Bijdrage Statenfractie PvdA Fryslân Algemene Beschouwingen 2003

INLEIDING

Hoewel we hier met provinciale politiek bezig zijn, kan ik het niet laten een enkele opmerking te maken over onze samenleving in bredere zin. De periode waarin we nu leven is een periode met enorm veel tegenstellingen. Lokaal, nationaal en internationaal. Europa is zoekend naar haar eigen rol, Nederland gedraagt zich als een soort burgerwacht in de internationale politiek en vrede is voor sommige landen nog ver weg. Kijk bijvoorbeeld naar Israël, maar wat ook te denken van Irak en dichter bij huis, Ierland. En provinciaal gezien, hoe staat het toch met de mensenrechten in onze bevriende provincie in China?

Binnen die context hebben we ook ons verkiezingsprogramma en het bestuursakkoord gemaakt. Wij hebben in de opmaat naar het vaststellen van ons verkiezingsprogramma en natuurlijk tijdens de campagne, veel aandacht gevraagd voor de werkgelegenheid. Dat kan je doen vanuit eigen belang, vanuit vrees om ook eens aan de beurt te komen om ontslagen te worden. Of omdat een dip in de economie je inkomen onvoldoende doet stijgen, de aandelenkoersen dalen, of omdat je onvoldoende profijt hebt van je opties. Maar dat vertrekpunt hebben we als PvdA niet als we aandacht hebben voor werkgelegenheid. Het gaat ons om het maatschappelijk belang dat werk met zich meebrengt. Een belang op veel terreinen. En op een aantal daarvan kom ik zo terug.

Het maatschappelijk belang zoals wij dat invullen, heeft alles te maken met het blijvend willen streven naar een rechtvaardige samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft. In het klein in je eigen leefomgeving tot aan de internationale samenleving. Als leden van provinciale staten kunnen we ook steentjes bijdragen aan die rechtvaardige samenleving. Als middenbestuur hebben we min of meer een vrije rol. We kijken waar de gaten vallen of dreigen te vallen. Met de instrumenten die we hebben, kunnen we daar het nodige aan doen. Als middenveldspeler in het politieke spel moet de provincie doen waarin ze goed is. Zij is de bestuurslaag die een goed overzicht heeft, van tijd tot tijd van een afstand de situatie kan beschouwen zonder direct verwikkeld te zijn in het vuur van het spel om vervolgens voor waargenomen incidenten een structurele oplossing aan te geven, gaten te vullen, of er acuut in te springen. Een middenvelder is bij uitstek iemand met een groot uithoudingsvermogen en een regisseur. Maar dan ook een echte regisseur. Hij moet niet een globaal script aanbieden maar sturen zodat bereikt wordt wat beoogd wordt.


1 Middenvelder in een nieuwe rol (het dualisme)


Kijkend naar het duale systeem, denk ik weer terug aan een mopje van jaren geleden, dat luidde: `Wat is de overeenkomst tussen een kleerborstel en een eekhoorn? Als de kleerborstel de boom in klimt, dan is het de eekhoorn.` Dit geeft aan dat niet alles lijkt wat het is, of soms anders wordt als we er op een andere manier naar kunnen en willen kijken. Dat geldt voor de staten maar ook voor het college. De wereld draait wel door maar dat wil niet zeggen dat het net zo moet gaan als voorheen. Als collegepartij zitten we in het dualisme in een bijzondere positie. Enerzijds hebben we te maken met een bestuursakkoord en hebben we te maken met bestuurders die lid van de collegefamilie zijn, en tegelijk moeten we een eigenstandige positie innemen om die familie kaders mee te geven en namens het volk te controleren. Het is niet eenvoudig maar we willen absoluut niet terugvallen in oude structuren en de oude cultuur. Als dat wel zou gebeuren dan is dat misschien leuk voor het college, zal het politieke besluitvormingsproces op korte termijn wat sneller lopen, maar het vertrouwen in de politiek zal niet groeien. Sterker: ik ben er heilig van overtuigd dat we dan af zullen glijden naar een situatie waarin de kiezer zich volstrekt afkeert van de vertegenwoordigende democratie en we overgaan naar Amerikaanse toestanden.


2 Hoe krijgen en verwerken we de informatie uit de samenleving.


We willen als fractie daarom absoluut tijd maken om meer contact te hebben met de samenleving. Dan kan alleen door minder te vergaderen. Minder vergadertijd geeft meer tijd om te luisteren naar mensen die we vertegenwoordigen. Zij zijn onze belangrijkste informatiebron, wetend dat er een verscheidenheid aan mensen is. We moeten in de vergaderzaal dus op hoofdlijnen bezig zijn. Maar wel controleerbaar. Dus ook vandaag piketpalen slaan zodat we ook kunnen controleren. Uitvoeringsruimte geven aan GS binnen de door ons als Staten aangegeven koers.

We willen en we mogen niet alleen afhankelijk zijn van GS-informatie: We hebben ook anderen nodig die met deskundigheid ons van advies kunnen dienen. Dat kunnen gewone burgers zijn, door het rijk betaalde of ondersteunde instellingen, maar het gaat natuurlijk ook om Friese instellingen zoals de FMF, het VAC, Equa, COC, FSU om er een aantal te noemen. Zij zijn van politiek levensbelang voor ons als Staten, in ieder geval voor ons als statenfractie. Zij krijgen - wat ons betreft - er in het dualisme een taak bij, namelijk ons als fracties, als Staten advies geven vanuit hun deskundigheid. Maar ze zijn ook nodig voor ons omdat de koepels meerdere organisaties vertegenwoordigen zodat we er ook tijd mee kunnen besparen.

VEILIGHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID

Zorg heb ik over een te ver doorschieten van de individualisering. Het lijkt een kant uit te gaan waarin iedereen wel weet wat goed is. En bedoeld wordt dan vaak: dat wat goed voor hem zelf is. Wat maakt het uit dat een ander iets meer of minder last heeft van wat ik wil en wat ik doe. We moeten daar blijkbaar nog maar wat toleranter in worden. Onbeschoft gedrag in de openbare ruimte leidt tot criminaliteit, klein en groot. Maar ook het wat langer doorgaan met koffie drinken of een dagje ziek zijn in de baas zijn tijd. Het moet kunnen ook al is het diefstal van de baas en indirect van de samenleving omdat we uiteindelijk met elkaar minder productief zijn. En daardoor zijn er weer mensen die geen kans krijgen op een baan.

Het lijkt een periode waarin het overdreven hechten aan het recht van de sterkste, het negatief ingevulde individualisme, zelfs het overdreven egoïsme, bijna de gewoonste zaak van de wereld is geworden.

Internationaal hebben we de big boy Verenigde Staten die zijn macht niet alleen positief gebruikt maar ook ernstig negatief. De Palestijnen krijgen keer op keer de schuld. Maar de acties van Sharon worden zelfs met veto's tenminste impliciet gesteund. Wie een groep kan vormen met mensen in de kracht van hun leven, en erg hecht aan de gedachte dat hij-zelf wel uitmaakt wat goed voor de groep is, zal in deze tijd snel vervallen in negatief groepsgedrag. En dan maakt het op zich echt niets uit of dit autochtonen zijn of Nederlanders met een familiaire afkomst uit een ander land. Voor zover ik weet was Klaas Bruinsma, om maar een voorbeeld te noemen, een rasechte autochtoon.

Maar autochtoon of niet, onacceptabel gedrag is niet aanvaardbaar. Dat zullen we moeten corrigeren. Ja, dat moet ook, maar we moeten het eigenlijk in de kiem aanpakken. Een probleem aanpakken zonder visie of beleid, maar slechts gebaseerd op een doel, namelijk bezuinigen, dat kan niet. Verstoring van sociale betrokkenheid is het eerst wat zich dan aandient. Bezuinigingen in de Jeugdzorg zijn bijvoorbeeld daarom in onze ogen uit den boze. Het is korte termijn denken op basis van geld en niet op basis van zaken die wij in de samenleving zouden willen bereiken.


1 Gedogen en handhaven.


Steeds duidelijker komt bij iedereen op het netvlies dat ruimte geven en ruimte krijgen ook te maken heeft met verantwoordelijkheid voor de samenleving waarin je leeft. En helaas zal dat altijd gepaard gaan met vallen en opstaan, met fouten maken en fouten herstellen. Als steeds maar vooop staat dat je eigen welbevinden alleen voort kan bestaan als dat niet ten koste gaat van het welbevinden van het collectief. Als politici hebben wij daarin een taak bij het grenzen stellen; de absolute grenzen en de grenzen waartussen nog net bewogen kan worden .

Toen mijn kinderen nog klein waren, corrigeerde ik hen wel als zij bij het voetballen de bal in de tuin van de buren schopten. Maar ze werden gestraft als ze dat expres gingen doen met het doel de buren te pesten of om leuk takken uit de boom te schoppen. Bij de buren in de tuin komen om te pesten is heel wat anders dan om een uit de boom gevallen vogeltje te redden van een poes. Zo zien wij ook het handhavings- en gedoogbeleid. Kort geleden werd in dit huis gezegd: Gedogen moet niet mogen. Een al te stellig en te kort door de bocht ingenomen standpunt. Handhaven is niet simpel. Handhaven heeft ook met maatschappelijke verantwoordelijkheid te maken, zowel van de kant van degene die handhaaft als van de kant van degene waar gehandhaafd wordt.

Wat wij in de voorstellen missen, zijn mogelijke activiteiten op het gebied van de sociale veiligheid. Het werkveld op dit gebied is voor ons natuurlijk beperkt. Maar wij kunnen ons heel goed voorstellen dat wij in onze toezichtstaken meer tijd, energie en geld gaan steken zodat de ruimte waar wij de verantwoordelijkheid voor dragen, niet verrommelt. Misschien kunnen we ook samen met gemeenten actieplannen ontwikkelen en in de eerste plaats met gemeenten die de afvalputjes van de samenleving zijn of worden.

We zijn kort geleden nog in Leeuwarden in de Schepenbuurt op bezoek geweest. Daar werd ons nog eens heel helder gemaakt dat er niets mis is met het opknappen van andere buurten maar dat als gevolg daarvan nu de Schepenbuurt de buurt is waar onaangepasten, drugsdealers en drugsgebruikers naar toe trekken. En het gekke is dat de bewoners dat nog wel willen accepteren zolang er maar geen overlast is en het veiligheidsgevoel niet aangetast wordt. Wij zouden als provincie daar best een helpende hand kunnen toesteken.


2 Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe?


Die levensvisie is in onze ogen wel erg simpel. Onaangepast gedrag komt meestal niet zomaar uit de lucht vallen. Normaal gedrag is het dopen van een schip met een fles champagne. We zouden toch vreemd opkijken als een hotemetoot een champagnefabriek opent en hij zou daar een schip tegenaan gooien. Die persoon moet toch echt nagekeken worden.

Verveling, niet serieus genomen voelen, opgegroeid zijn in de zoveelste generatie bijstandstrekkers, enzovoort zal bepaald niet een prikkel geven om je in te zetten voor dezelfde samenleving die je keer op keer afgewezen heeft. Hoe kun je iemand leren dat "meedoen belangrijker is dan winnen" als hij niet eens kan meedoen

We moeten juist oog voor elkaar hebben, in de brede zin van het woord. Ook als overheid hoeder zijn van alles en iedereen die niet voldoende voor zichzelf kan opkomen. Wij leggen dan nu de accenten bij Werk, Leefbaarheid, Onderwijs, Vangnet (bijvoorbeeld sociaal investeringsfonds, FSU)

WERK, WERK, WERK

Een van de heel grote problemen waar we in Fryslân mee te maken hebben, is de hoge werkloosheid. Vooral veroorzaakt door de dunne economische structuren.

Wij vinden het daarom uitermate vreemd dat nu wij er slecht voor staan, er geen enkel voorstel is waaruit duidelijk wordt dat het college van plan is veel actiever aan de slag te gaan met de werkgelegenheidsopgaven. Werk is een belangrijk perspectief voor mensen die uit de boot gevallen zijn. Of mensen die uit de boot gaan vallen of misschien helemaal niet aan de bak zullen komen als we alleen maar de negatieve kant van mensen en van de situatie benoemen. Als voorbeeld noem ik hier de kaderstellende nota over het Visserijbeleid. Als we daar als politici electoraal over blijven keuvelen dan helpen we weer een beroepsgroep naar de knoppen. Ook hier geldt dat ieder mens telt.

Vestigingsbeleid is in onze ogen een heel belangrijke factor voor het versterken van de economische structuur. Daarin is de rol van de provincie op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting en het milieu van groot belang. Dat is een hoofdpijler waar wij onze aandacht op willen inzetten. Dat vereist een lange termijn agenda waarin de belangrijkste dingen eerst komen. De begrijpelijke neiging die we zien ontstaan dat alles en iedereen weer een bijzondere status moet hebben, leidt onherroepelijk tot onnodige versnippering. Eerst de onontbeerlijke hoofdzaken. Dus bijvoorbeeld onze energie en middelen in belangrijke mate richten op de hoofdinfrastructuur, de werkgelegenheidspositie van Leeuwarden als de grootste leverancier van arbeidsplaatsen koesteren en daar waar mogelijk versterken. Maar ook in de zones bijzondere aandacht voor een voldoende aanbod aan een brede waaier van woningen, en dergelijke.

Maar minstens zo belangrijk is het heden. Daarvoor is zeker nu, maar overigens ook voor de middellange termijn, een stevig en actief arbeidsmarktbeleid nodig. Vraag en aanbod bij elkaar brengen. Inspelen op naderend tekort aan arbeidskrachten vereist nu al creatief denken en initiatieven ontwikkelen. De nieuwe Wet Werk en Bijstand, zal diep ingrijpen in de samenleving. Nu al blijkt dat 60 % van de WIW/ID-ers niet doorstroomt naar een reguliere baan. Dat zal grote gevolgen kunnen hebben voor de mensen die weer in de bijstand terecht komen. De sociale cohesie kan weer onder druk komen te staan. Solidariteit met je naaste moet uitgangspunt van handelen blijven, maar kan ook in onze provincie haar negatieve vruchten afwerpen. De verantwoordelijke gedeputeerde heeft een zware taak op zich te nemen. Hij kan dat niet alleen, maar de werkgelegenheidsaanpak zal met gemeenten en anderen, meer dan tot nu toe, op de politieke agenda moeten worden gezet. We zouden bijv. binnen de Kompasmogelijkheden een pilot gesubsidieerde arbeid kunnen starten. Ook zouden we geld vrij kunnen maken om gemeenten te helpen om WIW/ID-ers door te laten stromen naar regulier werk en de vrijgekomen plaatsen opnieuw in te laten vullen. Ook zo krijgen mensen weer perspectief. Perspectief moet al helemaal geboden worden aan jongeren die te maken krijgen met een groeiende jeugdwerkloosheid. Als we daar niet als de bliksem iets aan doen met een sluitende aanpak, dan zal het in de toekomst nog meer schrikbarende gevolgen hebben dan nu al het geval is. We zullen hierover en over de problematiek van gesubsidieerde arbeid, een motie indienen.

Andere belangrijke piketpalen zijn "leefbaarheid" en "onderwijs". De leefbaarheid in dorpen en wijken heeft veel te maken met een prettige woonomgeving. De grote behoefte aan goedkopere huur- en koopwoningen wordt in kaart gebracht. Je zou denken dat de teruglopende conjunctuur tot prachtige projecten zou leiden in dit woningmarktsegment. Als vanzelf bijna. Maar de bouw stagneert. En waarom? Iedereen geeft elkaar daarvan de schuld. De corporaties zouden teveel goedkope woningen slopen en verkopen, de gemeenten zouden liever dure woningen bouwen, het rijk zou onuitvoerbare regels stellen en de provincie zou te weinig contingenten beschikbaar stellen. Aannemers en projectontwikkelaars stellen dat je eigenlijk nergens meer kunt bouwen als gevolg van al die regels. De PvdA vindt dat we aan de slag moeten met het slechten van belemmeringen. Breng ze maar in kaart en doe er vanuit je eigen verantwoordelijkheid alles aan om geen belemmerende factor te zijn. Vanuit de opvatting van de PvdA betekent het ook dat er vooral voor doelgroepen moet worden gebouwd.

Leefbaarheid is een gevoel dat niet alleen veroorzaakt wordt door groen, water en lucht maar ook door voorzieningen die de sociale samenhang versterken. En als we moeten kiezen dan ligt onze voorkeur meer bij de sociale dan de fysieke structuur. Daarom willen we meer accent op enerzijds de herstructurering en anderzijds op voorzieningen als MFC's en een-loket voorzieningen. Wij pleiten daarom hier nogmaals voor het per gebied realiseren van een voorzieningenspreidingsplan. Belangrijk voor bijvoorbeeld de steeds verder vergrijzende samenleving. Maar ook scholen, al dan niet geïntegreerd in een MFC, leveren een enorme bijdrage aan het verbeteren van de leefbaarheid en aan de vorming van mensen. Mensen die hun kennis en kunde in Fryslân moeten kunnen verbreden en ten dienste stellen van de lokale en regionale gemeenschappen. We kijken dan ook met spanning uit naar de nota Plattelandsbeleid en het Streekplan.

En dan hebben we de cirkel weer rond want kennis en economie hebben alles met elkaar te maken. Wij verwachten dat dit kabinet de onderwijstaak steeds steviger over wil gaan doen van overheid naar private besturen. Dan zal ieder zijn eigen koninkrijkje willen krijgen en versterken. Daarmee zal de kennisontwikkeling niet de krachtige impuls kunnen krijgen die zo hard nodig is voor Nederland en zeker voor Fryslân waarin we niet alleen te maken hebben met onderwijsachterstanden, maar waar jonge afgestudeerden noodgedwongen vertrekken; die vicieuze cirkel moet doorbroken worden. Daar zou de provincie een rol in kunnen gaan spelen.


1 Kompas van het Noorden


Afspraak is afspraak. Maar niet vanwege de afspraak en ook niet omdat wij zielig zijn, maar omdat de rest van Nederland ook de solidariteit op moet brengen. En het is ook het eigenbelang van randstedelingen. Velen van hen willen straks weg uit die drukte, maar zij komen alleen hierheen als hier nog iets te beleven valt.

Er staan mooie ambitieuze beleidsdoelen geformuleerd in de beleidsbegroting, met als gewenste resultaat: het verminderen van achterstanden t.o.v. de rest van Nederland. Het Kabinet denkt daar blijkbaar heel anders over. U redt zich maar, we halen bij jullie wel het gas waar de Randstad op kan draaien en als we dat te weinig vinden, gaan we ook maar boren in het Wad. Dat lijkt ons nu niet een goed voorbeeld van in solidariteit met je macht omgaan. Het kan toch niet zo zijn dat men in Den Haag de hoop opgegeven heeft voor de werkgelegenheid in Fryslân?

Ook SNN zal de steun aan dit programma moeten blijven bepleiten in Den Haag. De Tweede kamer is het met ons eens. Kunnen we Den Haag toch wat meer over de streep trekken door vormen van voorfinanciering aan te bieden? Zo geven we ook aan dat we Kompasprojecten noodzakelijk vinden voor de structuurversterking.

Hier sluit ik ook nog even aan bij een majeur project te weten de Zuiderzeelijn. Wij zijn het geheel eens met SNN dat het Brusselse besluit geen invloed heeft op het voorlopig voortzetten van de besluitvorming. Zoals bekend vinden wij dat de provincie geen cent meer moet toevoegen aan het afgesproken bedrag. Het moet dus van de private partijen komen.


2 Meer het oog richten op de EU


Als we kijken naar de houding van het Kabinet inzake het regioachterstandsbeleid van Europa, zijn wij niet gerust op het antwoord van de vraag uit de vorige paragraaf: `Het kan toch niet zo zijn dat men in Den Haag de hoop opgegeven heeft voor de werkgelegenheid in Fryslân?` Laat die bijdrages uit de structuurfondsen voor de achterstandsregio's in ons land maar zitten, zegt onze regering. En waarom? Omdat ze zo de bijdrage van Nederland aan de EU wil verkleinen. Dat rondpompen van geld is niet zinnig, zegt Zalm. Laat ons zelf maar bepalen waar dat geld het beste naar toe kan in eigen land. En dan komt de aap uit de mouw: geld dat nu naar de regio's met achterstand - lees ook: het Noorden - gaat, kan op termijn beter gebruikt worden om sterke regio's sterker te maken. Dat bedoelen we met: we zijn er niet gerust op dat ons heil uit Den Haag moet komen.

De sturende overheidsmacht ligt feitelijk al voor een heel groot deel in Brussel. Maar onze politieke en bestuurlijke aandacht is vooral gericht op Den Haag. Natuurlijk moet die aandacht daar ook blijven maar moeten we niet meer energie steken in Brussel? Moeten we daar niet een politieke strategie voor ontwikkelen? Wat willen wij als Staten daarmee?

NIET BLIJ MET BROOD ALLEEN

Werk is niet het hoogste goed. Zoals Freud (u weet wel, de man die ons geleerd heeft hoe wij moeten denken ) het al eens beschreef: "Die zwei wichtigsten Sachen im Leben sind Arbeiten und Liebhaben".

Het eerste (werk) is prima politiek te verwoorden en is ook een groot speerpunt van mijn betoog. Het tweede (Liefhebben) lijkt politiek vaak moeilijker te verwoorden, maar er is heel goed iets over te zeggen wanneer we het liefhebben breder trekken naar het niveau van het genieten, de geneugten, het welbevinden, de kwaliteit van het leven. Liefhebben is ook: zorg voor de ander die dat nodig heeft, wat mij betreft: het hart van ons sociaal-democratisch gedachtengoed.

Aandacht voor die zaken karakteriseert ook de mate van onze beschaving. Juist in economisch slechtere tijden is de aandacht hiervoor van groot belang.


1 Sociale infrastructuur


Voorkomen is altijd beter dan de gevolgen moeten aanpakken. Wij vinden dan ook dat er voldoende aandacht moet komen voor de sociale infrastructuur; een structuur die er voor zorgt dat mensen meedoen in de maatschappij, zich betrokken voelen en minder kwetsbaar zijn. Dat betekent: goede onderwijsvoorzieningen, een goed vangnet voor mensen die moeilijk aan het werk komen en voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Als mensen zich gewaardeerd voelen, waarderen ze zichzelf ook. Het nieuwe welzijnsplan , inmiddels omgedoopt tot sociaal investeringsfonds is nog niet klaar. Daarom vinden wij het niet acceptabel dat eerst oude schoenen worden weggegooid, voordat we nieuwe hebben gekocht. Overigens stemmen wij van harte in met dit nieuwe fonds, waarbij een duidelijker aansturing van steunfuncties en een betere koppeling tussen doelen en effecten mogelijk moet zijn.

Maar de toenemende vraag naar zorg voor en om mensen, vraagt ook van de provinciale overheid om meer aandacht. Op zich hebben we dan ook niets tegen een heroriëntatie maar - zoals we nu al een aantal perioden aangegeven hebben - kan en mag geen uitgangspunt voor een bezuinigingsronde zijn.

De positie van een aantal groepen is de afgelopen statenperiode fors versterkt. We denken dan bijvoorbeeld aan uitkeringsgerechtigden, homoseksuelen, het Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking en het Anti Discriminatie Bureau. Wij zijn van mening dat hier niet zomaar op bezuinigd kan worden. U denkt toch niet dat wij na de verkiezingen een ander beeld hebben gekregen van die groepen en instellingen? Er is voor ons dus geen enkele politieke reden om het gevoerde beleid te wijzigen.


2 Zorg


Sterker, die toenemende vraag zal naar wij aannemen alleen maar om meer inzet van middelen vragen. Uiteraard moet dat dan zo effectief mogelijk gebeuren en daarom geldt ook hier dat nu het bestuur meer verantwoordelijk is voor de uitvoering, de regie en toezichttaken wat ons betreft steviger ter hand genomen kunnen worden. Dat begint overigens al bij de regiovisies. Doorgaans zijn dat gezellige teksten met goede bedoelingen. Maar dat kan strakker. Ook al zijn wij doorgeefluik van geld, het is wel de bedoeling dat ook dat geld effectief ingezet wordt en dat strakker gestuurd wordt op de gemaakte afspraken. Voorbeeld: De nieuwe wet op de jeugdzorg geeft recht op jeugdzorg.


1 Jeugdzorg

Daarom wordt er nu een nieuw Bureau Jeugdzorg gevormd, waarin de brede toegang tot de jeugdzorg is gerealiseerd. Hiermee moet een wachtlijst aan de poort worden voorkomen. Dan komt de geïndiceerde zorg. Deze wordt geleverd door o.a. GGZ en Jeugdzorg Friesland. Jeugdzorg Friesland moet haar aanbod aanpassen aan de hulpvraag en inzichtelijk maken (modularisering en vraaggestuurd). Typische punten waar we niet alleen geld over de schutting moeten gooien met een briefje "dit verwachten we ongeveer", maar waar bestuurlijk op gestuurd moet worden.

Maar er is meer op het terrein van de Jeugdzorg. We krijgen hiervoor 26 miljoen van het Rijk. De IPO-brief geeft al aan dat dit volstrekt te weinig is. Nu wordt de provinciale bijdrage heroverwogen. En momenteel is er nog E273.000,-- niet besteed!!! Hoe kan dat? Alle instellingen brullen dat ze een financieringstekort hebben en de provincie heeft nog geld liggen?

Er wordt niets gezegd over wegwerken van wachtlijsten (momenteel met name actueel bij enkele zorgvormen). Zo is er nu een onacceptabele wachtlijst bij het AMK (meldpunt kindermishandeling). Wat wordt hier aan gedaan? In de begroting wordt voor de volgende jaren hetzelfde of zelfs iets minder begroot. Hiermee wordt dus absoluut geen rekening gehouden met een toename van de vraag (iets wat uit elk onderzoek naar voren komt). Navraag levert op dat in de eerste helft van 2003 er 34% meer aanmeldingen zijn en dat er 26% meer zorgindicaties zijn gesteld. Hiermee is het paard nu al achter de wagen gespannen. Het huidige budget zal absoluut niet toereikend zijn. Dus niet bezuinigen op jeugdzorg. Dit ernstige probleem moet nu niet worden heroverwogen. Meer druk op Den Haag voor een goede uitvoering van de wet en dus meer middelen. Geld beschikbaar stellen om een plan te maken, om meer op de toekomst te zijn voorbereid. En als er dan geld bij komt, mag het college best hoge eisen stellen aan de inhoud van het werk. En daar zijn heldere, controleerbare prestatieafspraken voor nodig.


2 Ouderen


Ik realiseer me dat ik als 60 jarige fractievoorzitter bij dit onderwerp ook voor eigen parochie preek. En dus realiseer ik me dat ik niet een dubbele maar een drievoudige pet op heb.

Maar wat serieuzer. Deze steeds groter wordende bevolkingsgroep gaat nu eenmaal gepaard met een toenemende behoefte aan ondersteuning, begeleiding en verzorging. Ook hier kan de provincie haar regierol waarmaken.

Steeds weer blijkt uit onderzoeken en praktijkvoorbeelden dat de hulp zo dicht mogelijk bij huis de meest efficiënte en de goedkoopste is. Op tal van plaatsen zijn initiatieven ontwikkeld om hulp te bieden die aansluit op de hulpbehoefte van ouderen. Het project in Oenkerk is er een van. Daarnaast zijn er tal van initiatieven ontwikkeld om verschillende belangenorganisaties en hulpinstanties onder één dak te brengen. We zullen de beweging om tot één loket te komen voor hulp en voorzieningen voor ouderen moeten blijven stimuleren. Alleen door actieve samenwerking tussen instanties en samenbundeling van kennis en kunde is een bureaucratisch moeras te voorkomen. De provincie kan en moet in onze ogen hier een stimulerende en ondersteunende rol spelen. In onze ogen moeten we er naar streven om de zogenaamde één-loket-gedachte een effectieve vorm te geven.

Wij pleiten in dit verband voor het betaalbaar houden van de maaltijdvoorziening voor ouderen. Er zijn in Fryslan weinig maaltijdvoorzieningen omdat gemeenten de stekker er uit trekken. Toch voorziet het in een belangrijke behoefte.


3 Cultuur


Neem als het om cultuur gaat het Frysk Festival als voorbeeld. Als het gaat om effectief beleid, dan ligt hier een grote kans voor het college. Een investering van enkele tonnen in een periode van 5 jaarlevert een miljoen op en dingen die alom lof oogsten. De film De Dream, Musical Mata Hari, Dûnspaleis Jericho (van Suver Nuver) , Abe, Orfeo Aqua, de Opera Rixt, al die prachtige kunstuitingen konden alleen maar ontstaan door de financiële basis van de provincie. En denk eens aan alle werkgelegenheid die die paar ton schept!! Kunstenaars moeten óók zoiets ordinairs doen als geld verdienen.. En dat kunnen zij door een vrij geringe bijdrage van onze provincie, zo maar in dat afgeschreven noorden verdienen!.

Wij hebben bij de bespreking van de voorjaarsnota gezegd dat wij terug zouden komen op een provinciale prijs voor beeldende kunst. Nadat wij enig onderzoek hebben verricht is gebleken dat hieraan behoefte bestaat. Wij zullen dan ook met een initiatiefvoorstel komen voor een provinciale prijs voor beeldende kunst. Wij hebben hiervoor ook een toepasselijke naam, namelijk de Gerrit Bennerpriis. Net als de Gysbert Japixcpriis kan deze prijs om de twee jaar worden uitgereikt voor een bijzonder kunstwerk of voor een geheel oeuvre. De hoogte van deze prijs zal ook E 5000 bedragen.

ADEQUATE UITVOERING

Het maken van uitdagende plannen, kaders, visies en dergelijke vinden we als politici doorgaans het leukst: Als het college een voorzet doet, buitelen we het liefst ook nog over elkaar om het nog uitdagender en nog interessanter te maken en we vinden dat we ook alvast iedere wens uit de samenleving vast moeten leggen.

Vervolgens is het bij de overheid niet ongebruikelijk dat we die dingen over de schutting meppen richting een ambtelijke of private organisatie in de verwachting dat het wel uitgevoerd zal worden zoals we dat bedoeld hebben. Parlementaire enquêtes, doelmatigheidsonderzoeken e.d. laten toch met regelmaat zien dat de bestuurlijke sturing en control op het uitvoeringsproces bij de overheid niet tot het sterkste instrument hoort. En daarom vinden wij dat het dit jaar ingevoerde dualisme kansen biedt. Bij de scheiding in de verantwoordelijkheden die er is gekomen, is het college degene die eerstverantwoordelijke is voor de realisering van de beleidsafspraken met de Staten. Van haar verwachten we dan ook dat zij meer aandacht krijgt voor dat uitvoeringsproces. Dat zij daar ook sterker sturing aan gaat geven. Het zal naar onze mening grote winst zijn als de bestuurlijke sturing en control op de uitvoering geïntensiveerd wordt. Dat vereist van ons overigens weer dat wij het college ook het vertrouwen moeten geven dat werk te doen. Uiteraard niet blindelings want wij worden geacht het college ook te controleren. Of ze uitvoert wat we met elkaar afgesproken hebben. Volgens de bedoelingen van het lokale en provinciale dualisme zijn die mogelijkheden er voor het college via de programmasturing. Omgaan met die nieuwe ruimte, die nieuwe vrijheid leidt ook tot een specifieke verantwoordelijkheid zoals hiervoor aangegeven.

Wij zijn er van overtuigd dat hier niet alleen een betere sturing door zal gaan plaats vinden, maar dat er ook efficiencywinst te behalen is waardoor het aantal dure inhuurkrachten aanzienlijk terug gebracht kan worden.

FINANCIELE POSITIE

Onze financiële positie is bepaald niet dramatisch. En dan druk ik me heel eufemistisch uit. Wat ons betreft had het college ons dan ook best de vraag kunnen voorleggen of nog wel voldaan moet worden aan de opgave uit het bestuursakkoord.

Dat die vraag niet onlogisch geweest zou zijn, kan je ook afleiden uit de voorstellen waarin met de nodige regelmaat vestzak-broekzak gedrag wordt vertoond. We bezuinigen met de ene hand en geven het weer met de andere. Maar, en dat is ook gebleken, dat leidt tot grote verwarring.

Maar wat ons toch tegen gevallen is, is de geld-visie die uit de september-nota boven komt drijven. Daarmee bedoelen we dat we niet een warm gevoel krijgen bij de onderliggende visie: "we moeten 8 miljoen bezuinigen en dat zullen we halen ook". Dor hout weg snijden is geen bezwaar maar snijden met de mededeling "het moet maar een onsje minder" kan in onze ogen niet. "Snijden in dor hout", zo meldde gedeputeerde Ploeg, om een nieuw bos te kunnen bouwen.. Let wel: De Sahara was ook eens een mooi bos, totdat er een slechte en doldrieste houthakker voorbij kwam om dor hout weg te kappen. Hij kreeg gelijk.In de Sahara tref je geen dor hout meer aan..

We hebben bij de bespreking van het jaarverslag een eerste aanzet gegeven over een discussie over de vernieuwbouw van het provinciehuis. In onze visie kun je niet aan de ene kant ingrijpende bezuinigingen opleggen op maatschappelijk relevante activiteiten, terwijl je tegelijkertijd besluit een nieuw huis voor jezelf te bouwen. Niemand haalt het toch in z'n hoofd om z'n kinderen van de sportclub en muziekles te halen, of te stoppen met het ontmoeten van vrienden om zo geld te besparen dat gestopt kan worden in de bouw van een nieuw huis.

En soms zitten er dan voorstellen bij waarvan je je afvraagt of we daar de financiële positie van de provincie mee vooruit helpen. Ik heb het dan over bijvoorbeeld heroverwegingen op de subsidie van E 3.000,- bij 3VO of E 6.000,- voor Voorlichting natuur- en landschapszorg. Zulke bezuinigingen zijn niet te communiceren naar de samenleving. En dat geldt minstens zo sterk voor voorstellen waarvan je maar moet raden waarom ze gedaan worden en wat de consequenties zijn.

We leveren diensten aan de samenleving omdat we vinden dat die diensten nuttig en nodig zijn. Uit de lijn die in het voorgaande uitgezet is, kunt u concluderen dat, hoe goed u ook argumenteert, wij sommige voorstellen politiek niet aanvaardbaar vinden. We hebben daar al het nodige over gezegd Wij dragen daarvoor de volgende dekkingsmogelijkheden aan: vernieuwbouwplannen van het provinciehuis stoppen, tijdelijke huisvesting anders organiseren (Fries Museum?), temporisering uitvoering PVVP (zodanig dat het accent komt te liggen op realisering hoofdinfrastructuur, veiligheid, openbaar vervoer en fietsverkeer), substantieel minder inhuur van externe adviseurs, strakkere sturing van het bestuur op de uitvoering. En dan hebben we het maar niet over de toch gunstige financiële berichten over bijvoorbeeld het project Zurich-Harlingen, het MKZ-fonds, de uitkering uit het provinciefonds en wie weet welke meevallers er nog meer zijn of komen.

Dan de vraag om opcentenverhoging. We zijn daar op zich nooit een tegenstander van geweest, maar niet als melkkoe. Maar is met de door ons aangedragen bezuinigingsvoorstellen een verhoging van de opcenten nog wel nodig? Waar wij niet goed grip op krijgen, is de betekenis van de voorgenomen rijksbezuinigingen op het openbaar vervoer. We kunnen daar de kop voor in het zand steken maar wij willen niet dat de kwaliteit teloor gaat die we in de afgelopen jaren gerealiseerd hebben mede dankzij de kaders die we daarvoor in het PVVP vastgelegd hebben. En dat zou best eens kunnen betekenen dat we niet alleen creatievere oplossingen moeten bedenken maar dat we hier en daar eigen middelen in moeten zetten. Daar zouden de opcenten misschien een rol kunnen gaan spelen.


1 Investeren en onderhouden


Investeren zonder onderhoudsprogramma's met voldoende financien, is slecht. Daarom leggen wij in de periode dat we blijkbaar op het geld moeten letten het accent op onderhoud. Achterstallig onderhoud kan over een paar jaar als een molensteen om ons nek gaan hangen. Wij snappen dan ook de bezuiniging op groot onderhoud overige vaarwegen absoluut niet. Wij kiezen dan ook voor investeren in de meest noodzakelijke zaken ten behoeve van de economische structuurversterking, en investeren in veiligheid en leefbaarheid. Bij infrastructuur bijvoorbeeld dus eerst maar eens alleen in de hoofdinfrastructuur, echt onveilige punten, fietsverkeer en openbaar vervoer.

PROGRAMMABEGROTING

In de commissie hebben we daarover al het nodige gezegd. Wat ik hier wil herhalen betreft de controleerbaarheid van de programma's. Vrijheid en verantwoordelijkheid hangen erg samen, maar de samenleving moet de uitgaven van hun geld wel goed via ons kunnen controleren. Hier ligt een gezamenlijke opgave van staten en het college.

De tweede opmerking betreft de keuze van de programma's. Die staat wat ons betreft nu nog niet vast. Ook hier zullen we samen (PS en GS) mee aan de slag moeten.

TENSLOTTE

Iemand wiens volk geen toekomst heeft, is zelf zonder waarde tenzij hij vecht voor wat juist is. Bijdrage SP-statenfractie Fryslân ALGEMENE BESCHOUWINGEN 2004

De SP heeft de afgelopen weken met stijgende verbazing kennis genomen van de perikelen rondom de Septembernota. In het duale systeem had een College nooit voor deze opzet mogen kiezen en het is niet meer dan terecht dat afgelopen 22 oktober de commissie Boarger & Mienskip unaniem besloot dat het huiswerk door het College overgedaan moest worden. Wij zien het voor ons: dag en nacht zit het College nu met vele kopjes sterke koffie zwaar zwetend te zwoegen om nu wel een goede nota neer te leggen bij de Staten, opdat wij op 17 december op basis van duidelijke informatie een besluit kunnen nemen. Als variant op een spelprogramma van jaren geleden, zou de SP willen zeggen: "Halen ze het of halen ze het niet?" We zijn benieuwd.

De SP is van mening dat het algemeen beschouwen van de Septembernota in dit stadium veel te vroeg en voorbarig is. Wij staan op het standpunt dat wij als partijen in de Staten niet mee zouden moeten doen aan het leveren van munitie voor het College om bezuinigingen door te drukken. Wanneer wij nú al duidelijk maken in onze beschouwingen welke keuzes verantwoord zijn en welke niet, dan is het voor het College een koud kunstje een nota te schrijven, waarvan zij zeker weet dat die het in meerderheid zal gaan halen. In die politieke valkuil wil de SP in ieder geval niet lopen!!! Wij laten het College liever nog even zweten.

Daarnaast, zo lazen wij 23 oktober jl. in het Friesch Dagblad, is er een meevaller van E 5,4 miljoen voor Fryslân, terwijl de Septembernota in deze vorm gebaseerd is op zware tekorten, die de bezuinigingen zouden moeten rechtvaardigen. Bezuinigingen die bepaalde sectoren keihard gaan treffen en nú al grote maatschappelijke onrust hebben veroorzaakt, gezien de vele brieven en e-mailtjes die wij van belangenorganisaties hebben gekregen én het grote aantal bezorgde insprekers tijdens de commissievergadering Boarger en Mienskip van 23 oktober jl.

De SP is bang dat die bezuinigingen toch zullen worden doorgevoerd om geld vrij te spelen voor allerlei andere prestigieuze plannen, zoals bijvoorbeeld de nieuw-/verbouw van het provinciehuis, het Fries Meren Project en natuurlijk om de E 200 miljoen voor de zweeftrein veilig te stellen. Allemaal plannen waar de burger van Fryslân geen moer aan heeft. Gezien de laatste ontwikkelingen rondom die zweeftrein is de noodzaak voor bezuinigingen minder groot, wellicht overbodig geworden. nóg meer reden om de Septembernota naar de realiteit te herschrijven! Kortom, er is veel meer ruimte in het budget van de Provincie dan waarop zij haar Septembernota baseert en de Staten wil doen geloven. Samenvattend concludeert de SP dat wij onze handen vrij willen houden voor het moment dat de vernieuwde Septembernota daadwerkelijk zijn beslag heeft gekregen. Wij zullen ook pas dan, en dat is naar alle waarschijnlijkheid in december, het huiswerk van het College wel nakijken en waar nodig verbeteren! Bijdrage VVD-Statenfractie Fryslân Algemene Beschouwingen 2003

0. Inleiding

De algemene beschouwingen dit jaar zijn bijzonder. Het zijn de eerste beschouwingen in een nieuwe periode en het zijn de eerste beschouwingen in een dualistisch systeem. De bijdrage van de VVD-fractie voor deze Algemene Beschouwingen zal er daarom wellicht iets anders uitzien dan die van voorgaande jaren. Hoewel de Septembernota en de Begroting de directe aanleiding vormen voor deze Algemene Beschouwingen reageren we nu niet inhoudelijk op deze stukken. Juist nu, in het duale systeem, willen we van de mogelijkheid gebruik maken om helder aan te geven waar voor de VVD-fractie de komende jaren de accenten zullen liggen. We willen, per programma, aan het College aangeven op basis van welke uitgangspunten we de kaders voor het beleid zullen stellen. We willen aan onze collega partijen de fracties in de Staten aangeven welke insteek in het debat ze van ons kunnen verwachten en we willen de Friese burgers aangeven welke standpunten en inzet ze van ons mogen verwachten. Daarnaast geldt de visie die wij in deze Algemene Beschouwingen schetsen voor ons als toetsingskader voor de Septembernota 2003 en Begroting 2004.

Kort gezegd willen wij als fractie inzetten op deregulering en een meer ondersteunende rol van de provinciale overheid bij ontwikkelingen in de samenleving. Met deregulering zetten we niet alleen in op de kwantiteit van de regelgeving (minder regels), maar juist ook op de kwaliteit: eenvoudige, begrijpbare, gebruiksvriendelijke regelgeving en toetsbare en handhaafbare regelgeving. De rode draad bij de beleidsontwikkeling door de provincie moet zijn de wensen uit de betreffende sector of samenleving. Hoewel het initiatief voor het beleid voor de praktijk vaak bij de overheid zal liggen, dient het beleid tegemoet te komen aan een wens uit de samenleving. Verder moet het ambitieniveau goed in de gaten gehouden worden: beleid dient erop gericht te zijn onwenselijke situaties te voorkomen, maar dient ook ruimte te laten aan de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven.

Juist in tijden van recessie is ruimte voor ontwikkelingen in de markt en in de samenleving noodzakelijk. Om de werkgelegenheid op peil te houden en innovatieve ideeën een kans te geven moet de overheid soms een stapje terug doen en de markt haar werk laten doen. Ook de trends in de samenleving, een grotere betrokkenheid van burgers bij hun leefomgeving en de samenleving in zijn geheel en de betrokkenheid van bedrijven bij de maatschappij, vragen om meer ruimte voor deze partijen bij de beleidsontwikkeling en daarmee een andere rol voor het provinciale bestuur. De traditioneel sturende overheid zal steeds meer plaats moeten maken voor een ondersteunende en stimulerende overheid.

De Provincie Fryslân moet die ruimte aan burgers en bedrijven bieden: zowel letterlijk als figuurlijk. Fryslân moet niet dichtgetimmerd worden in Streekplannen en eindeloze beleidsnota's: er moet ruimte blijven voor het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners van Fryslân en de Friese ondernemers. Daarom is er wat de VVD-fractie betreft dringend behoefte aan minder, maar duidelijkere regels en beleid waar de burger ook daadwerkelijk op zit te wachten. Minder denken en meer doen. En uitvoerbaar beleid dat kan rekenen op draagvlak bij de betrokkenen.

Wij zullen dan ook voor alle beleidsterreinen kritisch kijken naar de noodzaak voor nieuw beleid en nieuwe regelgeving. Bij de beoordeling van het beleid zal goed gekeken worden in hoeverre de voorstellen aansluiten op initiatieven uit de sector of samenleving en of voldoende afstemming heeft plaatsgevonden met betrokkenen. Ook moeten de doelstellingen in het beleid SMART geformuleerd worden, zodat de realisering van doelen en resultaten door PS te controleren zijn. In de volgende paragrafen zullen wij per Programma uit de Begroting aangeven welke speerpunten wij zien voor de komende jaren. Op sommige punten zullen wij ook met concrete voorstellen komen, in de vorm van het vragen om een provinciebrede discussie of door het indienen van een motie of amendement.

Paragraaf 10 bevat de samenvatting en conclusie van onze bijdrage.


1. Programma bestuur en veiligheid


1.1 Dualisme
Ten aanzien van het Dualisme, dat vanaf 12 maart van dit jaar is ingevoerd bij de provincie, constateren wij dat het nog best even wennen is. Beperken wij ons daarbij tot PS zelf, dan zien wij nog een grote uitdaging voor de komende jaren om een cultuuromslag te maken, van monistisch naar dualistisch. Bijvoorbeeld het werken op hoofdlijnen in plaats van details, het ontwikkelen van een duidelijke visie voor de toekomst versus het op korte termijn willen scoren, door bijvoorbeeld naar aanleiding van ieder krantenbericht schriftelijke vragen te stellen. Punten waarbij we als Staten de hand in eigen boezem moeten steken. Bij de evaluatie van de werkwijze van de commissies moet nog eens goed gekeken worden naar de logistieke planning van de vergaderingen: er moet voldoende tijd zijn voor een goede voorbereiding en beantwoording van vragen. Ook voor het College en de ambtenaren is het nodige veranderd in denken en doen. Laten we elkaar in ieder geval de gelegenheid geven van onze fouten te leren en ons niet alleen concentreren op hoe het niet moet, maar juist ook zoeken naar hoe het wel zou kunnen. Dualisme kun je alleen met elkaar goed vorm en inhoud geven. Anders wordt het al snel duellisme, en daar zit de burger zeker niet op te wachten! De VVD-fractie zelf wil de komende tijd meer de provincie in: alleen zo kan de volksvertegenwoordigende rol echt inhoud gegeven worden en worden de burgers meer bij het beleid van de provincie betrokken.


1.2 De Provinciale Financiën
In de Financiële Begroting 2004 staat dat de positie van de provincie als gezond kan worden gekenschetst. De VVD deelt deze mening, maar vraagt zich af of die positie bereikt is na gepland beleid of juist is ontstaan door het ontbreken of uitstellen van activiteiten zoals het aanleggen van wegen en de vernieuwbouw van het Provinciehuis. Betreffende het Friese Merenproject vragen wij ons af hoe het met dit project verder moet. De EU eist volledige uitvoering van het project tot 2010, terwijl de Langmangelden per 2006 wellicht wegvallen. Niet alle projecten zullen in 2006 zijn uitgevoerd, waardoor de provincie een financieel risico zou kunnen lopen. Ons oordeel over het weerstandvermogen is positief. Een onderdeel van dit weerstandvermogen vormt de onbenutte belastingcapaciteit motorrijtuigen. Wij herhalen hierover het standpunt dat wij in het verleden hebben ingenomen: verhoging van de opcenten is voor de VVD alleen bespreekbaar indien deze wordt ingezet voor majeure infrastructurele projecten. Ten aanzien van de verkoop van de NUON-aandelen blijft de VVD-fractie bij het standpunt dat deze in het geval dat er goed verkocht kan worden, ook zo snel mogelijk verkocht moeten worden. Wij begrijpen uit uitspraken van de minister op dit punt dat dit waarschijnlijk tot 2005 niet mogelijk is, aangezien gewacht moet worden tot de liberalisering van de energiemarkt is voltooid.


1.3 Europa
Het afgelopen decennium is duidelijk geworden dat uit Europa niet alleen subsidiepotten komen, maar vooral ook veel regels die nageleefd moeten worden. Regels die de provincie niet altijd goed uitkomen, maar waar zij niet omheen kan. Het is daarom belangrijk dat wij als provincie Fryslân goed de weg weten in Brussel en vandaar uit tijdig worden geïnformeerd over nieuw beleid of wijzigingen in bestaand beleid die een Friese dimensie hebben. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde: bij het ambtelijke apparaat moet steeds vastgesteld worden of er een Europese dimensie aan een Fries beleidsonderwerp zit. Met de implementatie van het Berenschot-onderzoek in 2004 heeft de VVD vertrouwen in het Europroof gaan werken. De uitdaging ligt volgens ons nu nog bij het Eurominded werken: een vanzelfsprekende uitwisseling van informatie tussen de contactfunctionarissen in Brussel en het ambtelijke apparaat op de Tweebaksmarkt evenals een Eurocheck op elk beleidsonderwerp. Op die manier kan de uitvoerbaarheid en succeskans van het beleid worden vergroot.


1.4 Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Door de niet-gebruikersvriendelijkheid van de diverse subsidieregelingen van SNN zijn deze regelingen niet altijd even succesvol en effectief. De VVD-fractie ziet dan ook zeer uit naar de rapportage over het efficiënter inrichten van de Kompasorganisatie die begin volgend jaar moet verschijnen. Naar de mening van de VVD verdienen de volgende punten daarbij aandacht: oorzaken van onderbesteding, bundeling van subsidieregelingen, eenvoudiger subsidievoorwaarden, minder bureaucratie, een snellere beslisprocedure, per provincie eigen budgetten en uniforme beoordelingslijsten die de rechtsgelijkheid in de drie provincies waarborgen.


1.5 Sociale veiligheid
Op 8 oktober 2003 heeft het College geld ter beschikking gesteld voor de sociale veiligheid van fietsers; het ging om elf projecten in negen gemeenten. De VVD vindt dit een goed begin om de sociale veiligheid die in het Bestuursakkoord is genoemd, uit te werken. Maar volgens ons is er meer te doen en moet dit onderwerp breder worden getrokken dan verlichting van fietspaden alleen. Wij zouden voornamelijk projecten die een voorbeeldfunctie in de provincie hebben willen steunen door (co)financiering door de provincie mogelijk te maken. We denken dan bijvoorbeeld aan het stimuleren van (sport)activiteiten die qua organisatie door samenwerking van verschillende belangengroeperingen tot stand zijn gekomen. Dergelijke projecten kunnen leiden tot begrip, uitwisseling, integratie en respect voor elkaar en zo het gevoel van sociale veiligheid vergroten. We zijn benieuwd hoe de overige partijen in Provinciale Staten aankijken tegen een verdere uitwerking van het thema sociale veiligheid. Ook zouden wij burgers en maatschappelijke organisaties willen vragen met initiatieven op dit punt te komen: (sociale) veiligheid is immers een onderwerp dat ons allemaal aangaat.


1.6 Regionaal beleid
De VVD is van mening dat het afkopen van de Langman-gelden een optie is die nadrukkelijk onderzocht en meegenomen moet worden in de discussie over de toekomst van de regionale steun aan het Noorden na 2006. In de drie visies die nu aanwezig zijn, van het kabinet, SNN en Europa wordt deze optie niet meegenomen. De VVD zal een motie indienen op dit punt, waarbij we zullen aandringen op een provinciebrede discussie over de toekomst van rijksbijdragen en Europese subsidies met alle betrokken partijen. De insteek van de VVD is daarbij dat deze discussie niet alleen moet gaan over het al dan niet beschikbaar blijven van geldpotten, maar ook moet gaan over wat de afhankelijkheid van subsidies doet met de innovatiekracht van het bedrijfsleven en bijvoorbeeld het concurrentievermogen van het Noorden. Ook moet aan de orde komen waar de verantwoordelijkheid van de overheid ophoudt en die van de burgers en bedrijfsleven begint. De VVD is van mening dat het wijzigen van de subsidiestromen niet slechts als bedreiging gezien moet worden, maar ook als een kans voor Friesland om te laten zien wat zij waard is.


2. Programma Verkeer en Vervoer


2.1 Infrastructuur
Op het gebied van Verkeer en Vervoer is het opvallend te zien dat tijdens de vorige zittingsperiode geen meter weg is aangelegd. Gelet op het grote belang van een goede infrastructuur voor de economische situatie van Fryslân, hoopt de VVD dat de geplande projecten ook volgens de planning zullen worden uitgevoerd. Voor de VVD heeft de versnelde aanleg van de Haak om Leeuwarden de hoogste prioriteit. In dat kader is het van het grootste belang dat zowel het Kabinet als de Tweede Kamer door de regionale en lokale politiek bij voortduring "scherp" worden gehouden om de voor Leeuwarden zo noodzakelijke aanleg te waarborgen. Wij dienen op dit punt dan ook een motie in. De VVD spreekt haar zorg uit over het vele geld dat de provincie moet steken in achterstallig onderhoud van wegen en vaarwegen. Er moet meer aandacht komen voor het reguliere onderhoud, zodat extra kosten in verband met achterstallig onderhoud vermeden kunnen worden.


2.2 Zuiderzeelijn
De VVD hecht aan een snelle verbinding met de Randstad en het Noorden. Voor de VVD is de raadpleging van de Friese bevolking noodzakelijk en leidend, alvorens wij definitieve stappen zetten tot de aanleg van de Zuiderzeelijn in welke vorm dan ook.


2.3 Openbaar Vervoer
Door het Rijk zijn in de laatste begroting vergaande voorstellen gedaan betreffende de toekomstige financieringsbijdragen voor het Openbaar Vervoer. Wij vragen het College om de Staten op korte termijn inzicht te verschaffen, in elk geval voor de Voorjaarsnota 2004, in de mogelijke gevolgen voor het voorzieningenniveau in Fryslân. Dit met het oog op een te organiseren debat over de toekomst van het openbaar vervoer waarover partijen tijdens de bespreking van de Verkorte Voorjaarsnota hebben besloten. De VVD vindt dat bij dit debat, waarin ongetwijfeld ingrijpende keuzes ten aanzien van het schrappen of verlagen van de frequentie van lijndiensten aan de orde komen, reizigers en de reizigersorganisaties nadrukkelijk moeten worden betrokken.


3. Programma Water
Provinciale Staten hebben in februari van dit jaar belangrijke kaders gesteld inzake de Studie Berging en Afvoer van water in Fryslân. De VVD-fractie gaat er van uit dat het College de daaruit voortvloeiende afspraken onverkort zal uitvoeren, in het bijzonder het vergroten van de capaciteit van het gemaal bij Harlingen. De VVD is van mening dat waterberging op landbouwgrond alleen op vrijwillige basis mag plaats vinden, met vooraf een waterdichte schadevergoeding! Met betrekking tot het hele waterdossier moet steeds goed gekeken worden naar de verhouding tussen ambities en kosten. De burger betaalt immers via de waterschapslasten voor het gekozen ambitieniveau.


4. Programma Milieu
Ten aanzien van het programma Milieu gaat het met name om de uitvoering van het bestaande beleid. De VVD-fractie hecht aan de kwartaalrapportages met betrekking tot de handhaving van het Milieubeleid en heeft vertrouwen in de wijze waarop de provincie hiermee omgaat. Duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en rol en een goede samenwerking tussen betrokken overheden acht de fractie van groot belang. Gelet op de sluiting van Vliegbasis Twente, is het zeer waarschijnlijk dat de F-16 squadrons van die vliegbasis overgeplaatst worden naar de Vliegbasis Leeuwarden. De VVD is blij met de werkgelegenheid die dit met zich meebrengt. Wij gaan ervan uit dat de provincie een goed evenwicht weet te vinden tussen deze werkgelegenheid en de onvermijdelijke geluidsoverlast die hiermee gepaard zal gaan en hierbij een coördinerende en afstemmende rol zal vervullen tussen de betrokken partijen.


5. Programma Landelijk Gebied


5.1 Landbouw
Het Europese landbouwbeleid heeft grote invloed op de Friese landbouwsector en daarmee op de economie en het landschap. Door middel van schaalvergroting en voor een aantal boeren door middel van verbreding moet deze sector zich voorbereiden op een toekomst zonder inkomenssteun. De provincie zal dit proces moeten faciliteren door bijvoorbeeld structuurverbeterende maatregelen toe te passen via het ruimtelijke beleid, door vergroting van de toegestane bouwpercelen en door deregulering. Ook hier zijn vermindering van de administratieve lastendruk, het bieden van één loket en het verminderen van de planologische beperkingen noodzakelijk om initiatieven van agrarische ondernemers te bevorderen en daarmee de economische betekenis van de sector voor de Friese economie te garanderen. De VVD dient een motie in om vergroting van de bouwpercelen voor agrarische bedrijven in het nieuwe Streekplan op te nemen.


5.2 Natuur en landschap
De VVD zet in op de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur, waarbij ambitie en middelen in evenwicht moeten zijn. Voor de VVD is het belangrijk dat Programma Beheer is toegesneden op initiatieven uit het veld en met de nodige flexibiliteit wordt toegepast. In de evaluatie van Programma Beheer moet dit worden meegenomen.


5.3 Landinrichting
Landinrichting blijft voor de VVD een belangrijk instrument om de integrale, gebiedsgerichte ontwikkeling van het landelijk gebied vorm te geven. Door tijdig met alle betrokken partijen binnen een gebied om tafel te gaan en gezamenlijk te zoeken naar oplossingen die recht doen aan alle functies binnen het landelijk gebied wordt beleid ontwikkeld dat kan rekenen op draagvlak en is afgestemd op de praktijk. Wij zijn dan ook zeer bezorgd over de Rijksbezuinigingen voor het landelijk gebied en vinden dat er voor Friesland (als niet-reconstructieprovincie) te weinig geld beschikbaar komt. Alleen voor het instrument Landinrichting heeft Friesland het komende jaar al E 4 miljoen extra nodig. Wij zijn van mening dat het College in IPO-verband moet pleiten voor een evenwichtigere verdeling van de gelden uit de rijksbegroting over reconstructieprovincies en niet-reconstructieprovincies.


6. Programma Economie, Recreatie en Toerisme


6.1 Ruimtelijk-Economisch Structuurfonds
De VVD-fractie ondersteunt het Kompasbeleid waarin wordt ingezet op een kernzonebeleid. Wel vindt de VVD-fractie dat ook buiten deze kernzones ruimte moet zijn voor de economische ontwikkeling van voornamelijk het Midden en Klein Bedrijf: zij vormen immers de motor voor een vitaal platteland. In het verkiezingsprogramma heeft de VVD voorgesteld een Investerings- en Stimuleringsfonds in te stellen van E 10 miljoen voor de ontwikkeling van regionale kernen. In het Bestuursakkoord is dit voorstel overgenomen in de vorm van een Ruimtelijk-Economisch Structuurfonds. De VVD-fractie wil de komende jaren kijken welke projecten in aanmerkingen komen voor een bijdrage uit dit fonds en hier vervolgens nadrukkelijk mee aan het werk gaan.


6.2 Recreatie en Toerisme
Na het faillissement van het NNBT is het besef doorgedrongen dat bij de marketing en promotie van het toeristische product de sector een directe verantwoordelijkheid en betrokkenheid moet krijgen. De provincie moet op afstand blijven en daar waar nodig uitsluitend faciliterend, stimulerend en coördinerend optreden. Financiële steun hoort daar wat ons betreft niet direct bij. De VVD-fractie wil ervoor waken dat de provincie sluipenderwijs toch weer in de subsidieverstrekkende rol schiet.


7. Sociaal Beleid en Zorg


7.1 Sociale Beleidskader en Sociaal Investeringsfonds De VVD ondersteunt de werkwijze die is gekozen om te komen tot een nieuw Sociaal Beleidskader. In nauwe samenwerking met het veld een gebiedsgerichte en integrale aanpak van maatschappelijke problemen opzetten waarbij de rol voor de provincie steeds wisselt afhankelijk van de aard van de problematiek, spreekt de VVD aan. De dinerbijeenkomst die wij hierover hebben bijgewoond en de consultatierondes die ondertussen hebben plaatsgevonden, maken ons nieuwsgierig naar het resultaat. Wij horen dan ook graag van het College wanneer het resultaat aan de Staten wordt gepresenteerd. De VVD vindt het zinvol dat er een nieuw verbreed Fonds, het Sociale Investeringsfonds, wordt opgericht. Zo kan een bundeling van steunfuncties in het sociale domein gerealiseerd worden, waardoor integrale uitvoering van projecten mogelijk wordt. Hierdoor kan beter tegemoet gekomen worden aan initiatieven uit de samenleving. Binnen dit verbrede fonds moet een goed evenwicht zijn tussen de zorg- en welzijnscriteria. Zolang de criteria voor het nieuwe Sociale Investeringsfonds niet door de Staten zijn vastgesteld dient het Budget Zorg te blijven bestaan. De VVD verneemt graag van het College wanneer zij voornemens is het beleidskader voor het nieuwe Sociaal Investeringsfonds ter besluitvorming aan PS aan te bieden. In zijn algemeenheid vindt de VVD-fractie het van belang dat er zoveel mogelijk eenheid is in de voorzieningen in stad en platteland. Een ieder heeft immers recht op gelijke voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn. Wij denken daarbij in het bijzonder aan de Dokterswacht en aan het werk van het Wet Voorzieningen Gehandicapten-platform.


7.2 Jongerenparticipatie
De VVD is van mening dat de betrokkenheid van jongeren bij de provinciale politiek en het besluitvormingsproces bevordert en zelfs vergroot kan worden. Wij hebben hiertoe een initiatiefvoorstel ingediend dat erin voorziet dat naast het Fries Jeugdparlement een Friese Jongerenraad wordt opgericht om meer jongeren uit een bredere doelgroep te betrekken bij de Friese politiek en het besluitvormingsproces. In een vooraleerst driejarige pilot wensen wij jongeren over de provincie en het provinciale beleid te informeren, jongeren te laten adviseren in de beleidsvoorbereiding en - uitvoering en draagvlak onder jongeren te creëren voor provinciaal beleid dat op hen van toepassing is. De doelgerichtheid en de succeskans van beleid voor jongeren kan door een vroegtijdige betrokkenheid van de doelgroep immers worden vergroot.


7.3 Invoering Wet op de Jeugdzorg
De VVD maakt zich grote zorgen over de invoering van de Wet op de Jeugdzorg per 1 januari 2004. Met ingang van die datum wordt immers het recht op jeugdzorg ingevoerd. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat er een tekort aan plaatsen ontstaat, waardoor de wachtlijsten eerder langer dan korter worden. Onduidelijk is wie voor de kosten op gaat draaien: het rijk of de provincie. Wij willen dat het College ons hierover op korte termijn informeert.


7.4 Woon-Zorgbudget
De VVD vindt het van belang dat aan initiatieven uit de samenleving op het gebied van de combinatie woon-zorg tegemoet gekomen kan worden. De individuele keuzevrijheid om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen wordt hiermee immers vergroot. Daarom is het van belang dat er voor gemeenten binnen het ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) een geoormerkt budget Woon-Zorg is ingesteld, zoals door de VVD verzocht bij de Algemene Beschouwingen van 2002. Uit de besteding van dit budget leiden wij af dat aan een vraag uit de samenleving is voldaan. Als bij herziening van het ISV-budget in 2004 mocht blijken dat die vraag vooralsnog blijft, dan is de VVD-fractie graag bereid hiervoor weer geld ter beschikking te stellen.


8. Programma Kultuer, Taal en Underwiis


8.1 Museumbeleid
Samenwerking tussen de musea is door de hoge museumdichtheid in onze provincie dringend gewenst. Op het gebied van de digitalisering van de collecties wordt dit gelukkig al in de praktijk gebracht. Naast samenwerking op het operationele vlak moeten de musea er alles aan doen om bezoekersaantallen omhoog te krijgen zodat efficiency en effectiviteit samen de opbrengsten en kosten meer in evenwicht kunnen brengen. De VVD verwacht dat de musea hiervoor (gezamenlijk) met voorstellen zullen komen. De provincie kan bij het uitwerken van die voorstellen ondersteunend zijn. Wij prijzen ons gelukkig met het legaat Bonnema en, voor zover de provincie hier invloed op heeft, zal het uitvoeringstraject actief gestimuleerd dienen te worden.


8.2 Onderwijs
Het College is op dit moment bezig de kansen van een driejarige universitaire opleiding in Leeuwarden te onderzoeken. Volgens de VVD dient daarbij rekening gehouden te worden met de al bestaande universitaire infrastructuur die al in Leeuwarden aanwezig is, en de mogelijkheden die daaruit voortvloeien om zelf een Bachelor-Master structuur op te zetten. In ieder geval moet voorkomen worden dat wat zorgvuldig is opgebouwd de afgelopen jaren, nu zou worden afgebroken door met een 'universiteit van buiten' in zee te gaan.

Betreffende de Kenniscampus vraagt de VVD zich af wat de stand van zaken is. Wij hebben al bijna een jaar niets meer daarover vernomen. Mede gelet op de oprichting van een driejarige universiteit en de aansluiting die daarbij vanuit het HBO-onderwijs moet zijn, wil de VVD van het College weten hoe zij daarover denkt en wanneer de Staten daarover geïnformeerd worden.

Naar aanleiding van het uitkomen van het rapport "Voorsprong of achterstand" is onlangs in het presidium besloten dat er een Statenwerkgroep Onderwijsachterstanden wordt ingesteld. De VVD was en is kritisch over een dergelijke Statenwerkgroep. Op provinciaal niveau zijn er nauwelijks directe bevoegdheden op onderwijsgebied; die liggen namelijk vooral bij de gemeenten. Het wekken van valse verwachtingen over de betrokkenheid van de provincie moet hoe dan ook voorkomen worden. De VVD-fractie vindt dat er ook een belangrijke taak ligt bij de scholen zelf, de ouders en de leerkrachten. De Provincie heeft hier vooral een faciliterende rol: de ideeën voor het inlopen van de achterstanden moeten toch voornamelijk uit het veld zelf komen.


8.3 De Fryske Taal en Kultuer
Ook de VVD hecht zeer aan het gebruik van het Frysk, niet alleen in het onderwijs en de zorg, maar ook binnen het provinciehuis. Wij onderschrijven dan ook de taalnota, maar vinden wel dat de vraag gesteld moet worden hoever je moet gaan in de actieve en passieve beheersing van het Frysk. Wij zijn geen voorstander van allerlei verplichte regels en percentages. Frysk wêr it kin, mar net Frysk omdat it moat!


9. Programma Ruimte


9.1 Plattelandsbeleid
Voor het landelijk gebied moet het uitgangspunt zijn: een duurzaam maar vooral vitaal platteland waar het goed wonen en werken is. Ruimte voor ontwikkeling van Midden en Klein Bedrijf en de agrarische sector in het landelijk gebied is daarbij een belangrijke voorwaarde, aangezien zij de motor van de economie op het platteland vormen. Voor het Streekplan betekent dit dat deze niet moet beogen een blauwdruk te schetsen van de toekomstige situatie: er moet ruimte blijven voor ontwikkelingen in het landelijk gebied. Planologische beperkingen moeten tot een minimum beperkt blijven en in het Streekplan moet niet een defensieve, maar juist ontwikkelingsgerichte houding ten grondslag liggen. De VVD wil de kansen en kwaliteiten van het platteland benutten en versterken. Door één loket voor innovatieve ontwikkelingen op plattelandsgebied en administratieve lastenverlichting bijvoorbeeld. Maar ook door snellere procedures voor milieu- en bouwvergunningen kunnen initiatieven uit de samenleving benut worden voor een vitaal platteland. Wij hopen dat de Nota Plattelandsbeleid, die binnenkort zal worden besproken in de Staten, ons in deze wensen tegemoet zal komen.

De ruimte-voor-ruimte-regeling en het herbestemmen van vrijkomende boerderijen zijn praktische voorbeelden van het werken aan vitalisering van het landelijk gebied en het aansluiten bij ontwikkelingen in de samenleving. Natuurlijk gelden daarbij wel regels, maar ook hier is het uitgangspunt dat kansen benut moeten worden en een ontwikkelingsgerichte houding centraal moet staan. De VVD-fractie zou graag zien dat beide initiatieven een plek krijgen in het ruimtelijke beleid van de provincie. Voor de ruimte-voor-ruimte-regeling dient de VVD een motie in.

Ten aanzien van multifunctionele centra in plattelandsgemeenten is de VVD-fractie van mening dat deze niet altijd door de provincie gepland hoeven te worden en in dorpshuisvorm of hagel nieuw gebouw gegoten hoeven te worden. Door meer aan te sluiten op initiatieven uit het dorp moet het mogelijk zijn het dorp zelf het centrale punt te laten bepalen waar zij meerdere functies bij elkaar willen laten komen. De provincie dient hierbij ondersteunend te zijn in de zin van procesbegeleiding of bijvoorbeeld een bijdrage te doen aan aanpassing van al bestaande gebouwen. Hiermee kunnen niet alleen kosten worden bespaard, maar ook de slaagkans van het multifunctionele centrum wordt vergroot als aangesloten wordt op initiatieven uit de samenleving zelf.

Op het gebied van het leefbaar houden van het platteland zijn inmiddels tal van organisaties actief. Op zich een goede zaak, mits er geen overlap ontstaat tussen deze steunfuncties, die vaak grotendeels afhankelijk zijn van financiële steun van de provincie. In het kader van deregulering wil de VVD aansturen op het uitvoeren van een quick scan om overlappen op dit punt op te sporen en aan te kunnen pakken.


9.2 Woningbouw
Woningbouw die aansluit op de natuurlijke groei van het dorp moet mogelijk blijven. Dat betekent niet ongebreideld bouwen, maar maatwerk in goed overleg. De criteria voor woonplannen moeten beter gecommuniceerd en geactualiseerd worden. Getallen per hectare alleen zijn uit de tijd: er moet ook gekeken worden naar de kwaliteit van de woningbouw. In het Streekplan kunnen hiervoor criteria worden opgesteld. De verhouding tussen huur- en koopwoningen moet aan de markt worden overgelaten. De provincie heeft hierin, naar de mening van de VVD-fractie, niet langer een rol.


9.3 Waddengebied
De VVD vindt dat economische ontwikkeling van het Waddengebied mogelijk moet blijven. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen de bijzondere waarden van het gebied en de benutting daarvan voor bijvoorbeeld recreatie en toerisme. Ook ten aanzien van gas- en zoutboringen in het Waddengebied is de VVD-fractie van mening dat deze niet op voorhand uitgesloten moeten worden.


10. Conclusie en samenvatting

In de inleidende paragraaf hebben wij al aangegeven dat deregulering, in de brede zin van het woord, en een ondersteunende rol van de provincie bij initiatieven uit de samenleving voor ons de rode draad vormt waarop wij willen inzetten en het beleid van de provincie willen beoordelen. Vervolgens hebben wij per programma aangegeven welke speerpunten wij zien voor de komende jaren. Daarbij hebben wij voor een aantal onderwerpen extra aandacht gevraagd via het voorstel voor een provinciebrede discussie, een motie of amendement. In deze paragraaf een korte samenvatting.


10.1 Deregulering
Onder deregulering verstaat de VVD-fractie niet alleen minder regels, maar ook beter uitvoerbare regels, handhaafbare regels en regels die aansluiten op de uitvoeringspraktijk. Op het gebied van de ruimtelijke ordening vragen we met name om minder regels. Alleen op die manier kan ruimte worden geboden aan (economische) ontwikkelingen in het landelijk gebied. Het ruimtelijke beleid moet niet defensief, maar juist ontwikkelingsgericht van aard zijn. Ook buiten de kernzones moet er ruimte blijven voor de ontwikkeling van de agrarische sector en het Midden en Klein Bedrijf. Initiatieven zoals de ruimte-voor-ruimte regeling en het herbestemmen van vrijkomende boerderijen worden door de VVD van harte ondersteund. Ook de uitvoerbaarheid van regels en beleid verdient onze aandacht. Niet alleen moet steeds gekeken worden of het provinciale beleid past binnen de (Europese) wettelijke kaders. Ook moet gekeken worden of het beleid nog uit te leggen is aan de burgers. Met name binnen het waterdossier en bij het natuurbeleid hebben wij hierover onze zorg uitgesproken.


10.2 Een ondersteunende overheid
Een ondersteunende rol van de overheid, waarbij de overheid niet aanbod maar juist vraaggestuurd te werk gaat hangt wat de VVD betreft heel nauw samen met het thema deregulering. Het gaat ons er immers om dat geen 'onnodig' beleid wordt geformuleerd, maar dat de beleidsontwikkeling een direct verband houdt met vragen of initiatieven uit de samenleving. Initiatieven van burgers voor het vergroten van de sociale veiligheid moeten door de provincie worden ondersteund. Een versnelde aanleg van de Haak om Leeuwarden doet recht aan de vraag vanuit de samenleving om een adequate ontsluiting van de Westergozone en de ontlasting van het verkeer rond Leeuwarden. Ook initiatieven op het gebied van de leefbaarheid van het platteland verdienen de steun van de provincie, mits er geen wildgroei aan steunorganisaties op dit gebied ontstaat. Op het gebied van multifunctionele centra of bijvoorbeeld woon-zorg projecten moet aangesloten worden op de vraag van de betrokkenen. De betrokkenheid van de burger bij het beleid wordt steeds belangrijker. Beleid zonder draagvlak heeft immers geen kans van slagen. Juist daarom is de VVD een voorstander van het instrument Landinrichting: hierbij wordt integraal en interactief vorm gegeven aan de inrichting van het landelijk gebied. Ook de betrokkenheid van jongeren bij het provinciale beleid achten wij van groot belang: het beleid dat voor hen bedoeld is, moet immers wel aansluiten op de behoeften die zij hebben. We hechten dus aan de initiatieven die uit de samenleving naar voren komen, maar vragen de samenleving ook heel nadrukkelijk zelf verantwoordelijkheid te nemen. Als we het hebben over de toekomst van de regionale steun bijvoorbeeld moeten we ons af durven vragen of we het eigenlijk niet zonder zouden kunnen stellen. Ten aanzien van de promotie van de recreatieve en toeristische sector is de VVD van mening dat dit een kwestie van de sector zelf is en vragen wij de provincie zeer terughoudend op te treden. Maar ook bij het wegwerken van de onderwijsachterstanden, de toekomst van het openbaar vervoer en bijvoorbeeld de samenwerking tussen de Friese musea vragen wij de betrokkenen zelf met ideeën en initiatieven te komen.


10.3 De Septembernota en Begroting
De Septembernota 2003 en de Begroting 2004 zullen door de VVD beoordeeld worden op basis van de hierboven genoemde visie en speerpunten. We zullen kijken of er sprake is van meetbare doelen en resultaten en in hoeverre deze bijdragen aan de thema's deregulering en een ondersteunende rol van de overheid, zoals hierboven bedoeld. ONAFHANKELIJKE FRIESE STATENFRACTIE

Programmaverklaring


1. Mens; politiek is er om de mensen; deze zijn of 'zondig en geneigd tot alle kwaad' (P.C. visie) of ' is tot het goede, maar evenzeer tot het kwade geneigd' (R.K. visie). Met die realiteit zal moeten worden gerekend.
Concreet moet bij de opstelling en uitwerking van iedere regel gerekend worden met 'het kwade in de mens'.


2. Last en vreugde; het collectivum, de gemeenschap, kan haar deel van de taken niet verrichten zonder geld. Daartoe wordt belasting geheven en alhoewel deze heffingen legitiem zijn moet voortdurend rekening worden gehouden met de gevoelens van hen aan wie dit geld is ontnomen. Heffingsgrondslagen moeten zuiver zijn en de vergaarde gelden moeten zéér terughoudend worden uitgegeven.


3. Primaatstelling grondwet; het primaat, de hoogste zeggenschap, blijft worden toebedeeld aan de parlementaire democratie, uitmondend in de grondwet en de daarop stoelende wetten. Buiten internationale verdragen, die soms uitstijgen boven de grondwet, zal géén enkele regelgeving van géén enkele groep onder aanvoering van welk argument dan ook boven de parlementair-democra-tische wetgeving verheven mogen worden verklaard. Concreet: nergens in NL zal in welk opzicht dan ook een eigen vrijstaat mogen zijn: géén Vinkenslag (Maastricht), géén autonomen, géén dierenbevrijdingsfront, géén Volkerts van der G, géén sharia, géén bloedwraak, géén eerwraak.


4. De vrijheid van meningsuiting geeft recht om gedachten te uiten en daarvoor medestanders te werven; deze vrijheid geeft echter niet het recht om zonder wettelijke legitimatie meningen daadwerkelijk om te zetten in daden.
Concreet: wie een -tot nu toe- afwijkende mening wil omzetten in een wettelijk kader heeft daarvoor slechts één weg te gaan: zoek daarvoor een parlementaire meerderheid, punt.


5. de-Bureaucratisering betekent minder ambtenaren en -uiteindelijk- minder regels. Dat is feitelijk een de-juridisering van de maatschappij, omdat dan op hoofdlijnen moet worden bestuurd. Er zijn teveel - meestal goedbedoelde - regels die afschaffing verdienen: waarom zal bijvoorbeeld aan een motorrijder de verplichting worden opgelegd om wèl een valhelm te dragen en niet de verplichting om tegelijkertijd óók beschermende kleding te dragen (wat doet een schuiver met 72 krn/h over het asfalt in een spijkerbroekje met de dijen? 72 km/h is 20 meter per seconde !); Het nut van dragen van autogordels wordt langzamerhand ingehaald en achterhaald door de aanwezig- heid en het gebruik van airbags.
Het is niet in het belang van de openbare veiligheid om mensen te dwingen tot autogordels of valhelmen (bij schade weet hun verzekeringsmaatschappij wel wat moet gebeuren) het is geworden tot een controle- en dus boetebelang.
En de openbare veiligheid is niet gediend met 'hunting for sitting ducks'. Concreet: regels moeten op hoofdlijnen en op redelijke en reële behoeften zijn gesteld en mogen niet bijdragen aan verhoging van sluik-inkomens van de gemeenschap.


6. Verslaafdenzorg en ontspoorde mensen; uit mededogen zal aan alle mensen die zorg nodig hebben, hetzij omdat zij verslaafd zijn, hetzij omdat zij aan enige ernstige afwijking leiden, waardoor in beide gevallen hun wil onbekwaam is geraakt, desnoods tegen hun onbekwame wil, hulp en doeltreffende genezing moeten worden gegeven. Een verslaafde is te genezen en een ontspoorde is te helpen; beide groepen moeten terug uit de hel waarin zij zich bevinden. Ons land telt ongeveer 900.000 verslaafden aan alcohol en een kleine 150.000 verslaafden aan drugs. Maar omdat drugsverslaving leidt tot samenbrenging van geld, van véél geld in handen van onverantwoordelijke lieden zal aan bestrijding hiervan allerhoogste prioriteit moeten worden gegeven,' veel meer dan aan alcoholverslaafden. De gezondsheidsraad concludeerde in 2002 dat verslaafden en on~poorden zijn te genezen, maar dan niet in een vrijblijvend en slap regime. Omdat de stepping-stone theorie uitgaat van de stappen: -eerst roken, -dan een joint, -dan een shot en -vervolgens de volgende shot - moet om te beginnen roken, vóóral onder kinderen, tot het uiterste worden bestreden.

Concreet: een duidelijk en consequent regime zal ervoor moeten zorgen dat niet weer kinderen in de gevarenzones terechtkomen; een onwaarschijnlijk streng regime zal ervoor moeten zorgen dat zij die voor de maatschappelijke ontwrichting hebben gezorgd daarvoor worden gestraft.


7. Een strikte anti-trust wetgeving moet alles dat neigt tot kartel- en monopolievorming tegengaan. Concreet: steeds moet worden bezien waar mogelijk een monopolie is of dreigt en daartegen zullen maatregelen in stelling moeten kunnen worden gebracht. Waar een monopoliepositie echt onvermijdelijk is, zal op de uitoefening daarvan streng toezich moeten worden gehouden.


8. Sport; aan actieve sportbeoefening kan worden meegewerkt, passieve sportbeoefening behoeft alleen steun van hen die daarvan profiteren.
Concreet: wel steun aan faciliteiten ten behoeve van actieve recreatie, géén belastinggelden aan passieve recreatie.


9. Emancipatie; aan met name de vrouw in de Islamitische samenleving in ons land zal een verplicht, sterk en op onze westerse kernwaarden (individuele verantwoordelijkheid, strikte scheiding kerk en staat, gelijkwaardigheid van -de godsdiensten, -beide seksen en -seksuele geaardheid, kinderen hebben een erkende en beschermde rechtspositie t.o. v. volwassenen en mensenrechten zijn universeel PvP 7.157) gericht emancipatieprogramma moeten worden gegeven om de bestaande achterstand binnen een generatie weg te werken (PvP 7.167) Ook van hen zal het ruim voldoende beheersing van het Nederlands, als kernwaarde van een voltooide integratie, worden verlangd.
Concreet: aan de moeder, de spil in het gezin, zal emancipatief onze kern waarden en -normen moeten worden uitgelegd en aangeleerd. Zoiets is de enige weg om een tweedeling en daarmee ongewenste situaties binnen de bevolkingsgroep te voorkomen benevens aan niet-gemancipeerde overtuigingen de leer van de Verlichting te onderwijzen.


10. Economie; het gaat bij de economie om de mensen (PvP 1.7); economie wordt uiteindelijk gestuurd door de private tezamen met de collectieve sector; de overheid dient zich anti-cyclisch te gedragen door

-te bezuinigen als de private sector opbloeit en deze bloei af te remmen door extra lastenverhogingen en
-te investeren als de private sector het laat afweten, onder gelijktijdige verlichting van lasten (Keynes).
Tekorten op de rekening worden geleend en in betere tijden, vanzelfsprekend, terugbetaald. Overheid moet zich laten leiden door wijsheid (Kondratieff) en niet door de waan van de dag (de boekhouder).
De extra investeringen, in de magere tijden, moeten voldoen aan de Zijlstra-norm: de levensduur van de extra investeringen, waarvoor geld is geleend, moet de looptijd van die lening duidelijk overschrijden; geleend geld mag dus niet in exploitative sferen worden besteed. Concreet: in magere tijden moet de overheid vooral niet bezuinigen, maar via gerichte maatregelen het vliegwiel van de economie gaande houden,' belasstingverhoging in die tijd is onbespreekbaar: waarom te plukken van mensen die het wat minder goed gaat? Mutatis mutandis moet de overheid in tijden van voorspoed juist bezuinigen en lasten verzwaren, maar daarvoor is dan ook de morele en financiële ruimte.
11. Zorg; wachtlijsten zijn een door de politiek veroorzaakt probleem (PvP 2.17); binnen 'zorg' is verhouding uitvoerenden/overigen verschoven naar bureaucratie (PvP 2.21) en is gelijktijdig de productiviteit van die uitvoerenden gedaald, ook gelijktijdig met een schaalvergrotingsexplosie (PvP
2.22); zorgverzekeraars NL vormen een monopolie en kartel (PvP 2.26). Zoals overal moet monopolie- en kartelvorming worden gebroken en de schaamteloze zelfverrijking top-leidinggevenden worden teniet gedaan (PvP 2.28). Concreet: terug naar kleine overzichtelijke ziekenhuizen, met een eenvoudige, platte organisatie- structuur, een arts bovenaan, een adjunct-directeur/arts voor de ziekenhuiszorg en een administra- teur voor alles eromheen. Artsen bij voorkeur als zelfstandig ondernemer, of desnoods in loondienst of als franchisenemer. Zorg en welzijn betalen niet bijzonder goed (PvP 2._~2), maar in 1987 was het budget 41 miljard en in 2002 85 miljard. dat kan dus beter. De functie van arts moet aantrekkelijker worden en het opleidingstraject daartoe mag geen barrières bevatten. Een tekort aan artsen op enig terrein moet tezamen met de artsen organisaties kunnen worden opgelost,' ook daar: barrières die voor tekorten zorgen moeten worden geslecht,' een sterke eerste- lijns gezondheidszorg, huisartsen, moet ervoor waken dat buiten kantoortijd niet de EHBO van de ziekenhuizen wordt misbruikt. Aannames van klachten die, zonodig, tot artsbezoek moet leiden zal uitsluitend zijn voorbehouden aan de arts,' hij is (het vak diagnostiek) daarvoor academisch gevormd en getraind, niemand anders. Aan dokterswachten zal dan ook geen medewerking worden verleend.


12. Onderwijs; aan mensen in een kwetsbare fase van hun leven moet zorg en liefde worden gegeven; een school, onbelangrijk welke, is maximaal 600 leerlingen (PvP 3.61) en doet véél meer dan alleen overdracht van kennis, is een gemeenschap waarin het individu is geborgen (PvP 3.61). We moeten terug naar vóór de invoering van de Mammoetwet (PvP 3.63) en van de onderwijzer in houding, gedrag en kleding aanpassing verlangen (PvP 3.65). Ook onderwijs ont-bureaucratiseren en overhead wegsnoeien (PvP 3.69); niet eerst meer geld, eerst intern orde op zaken, daarbij ook de overhead ministerie in kaart (PvP 3.70). Hangjongeren ondervinden op school onvoldoende uitdaging en / of geborgenheid.
Concreet: op scholen moet primair weer worden gewerkt aan gemeenschapszin en dat kan alleen in kleine overzichtelijke scholen waarin niemand aan de aandacht ontsnapt. Dat lijkt beklemmend, maar is juist goed voor jonge mensen die in de cruciale vormingsfase van hun leven zijn,' geborgenheid.


13. Veiligheid staat maatschappelijk op een (zeer ernstig) kruispunt: de overheid hanteert het zwaard, heeft het geweldsmonopolie, maar verzaakt haar taak zeer ernstig.
- of we zorgen volledig voor onszelf, dus eigenrichting!!!
- of de politie geeft ons zonder aanzien des persoons (weer) een degelijke bescherming (PvP 4.72). Als we via de Gauss kromme afzetten 'zéér braaf naar 'zéér stout' dan bevindt zich het collectief,
90%, tussen de 2 sigmagrenzen links en rechts en het buiten-collectief, ieder 5%, links en rechts daarbuiten. Zéér braaf is dan het ene buiten-collectief is en zéér stout het nadere buiten-collectief, en dan beschermt 90 + 5 = 95% zich tegen de stoute 5%. NL kruipt, om zichzelf te beschermen, achter zelf gekozen tralies in zelf gekozen cellen, beschermt zijn bezittingen met maatregelen waaronder rolluiken, waardoor een ander aspect van openbare veiligheid, brandbestrijding ernstig wordt belemmerd.
Politie is goed in vaststellen van verkeersovertredingen, parkeerpolitie is goed in het binnenhenge- len van geld -naar de gemeente nota bene- (PvP 4.78 resp 4.79), maar als de boeven op straat zijn ligt de politie in bed (PvP 4.77). De politie moet worden afgerekend op resultaten, en de burger -en dus niet de driehoek!!- moet daartoe zelf éérst de prioriteiten, de doelen stellen (PvP 4.99). Het 'begeleiden' van een voetbalwedstrijd kan best even wachten (of wedstrijd gaat niet door) en strijd tegen de kleine verkeersovertredingen moet worden gestopt (PVP $.99 resp 4.100). Een Constitutioneel Hof moet wetten toetsen op deugdelijkheid, op strijdigheid met de Grondwet en op strijdigheid met internationale verdragen.
Concreet: een maatschappij die

-delen van zijn handhavingsfunctie heeft laten lopen en in handen van particulieren heeft overge- daan,

-delen van de handhaving eenvoudig niet uitvoert ('nee dat heeft geen prioriteit')
-minder belangrijke delen, omdat ze zo gemakkelijk zijn uit te voeren en omdat op die wijze de schatkist wordt gespekt juist wel uitvoert, zal in een ernstig debat moeten over alles wat met veiligheid heeft te maken: wat moet worden bestreden (en wat dus niet) en wie stelt die prioriteiten. In uitwerking voldoet de huidige politiewet niet: de sturing stuurt de verkeerde kant en de omvang van de korpsen is te gering (en misschien kan er hier en daar ook nog wat aan verbetering van houding worden gedaan).


14. Verzorgingsstaat; wetgever houdt onvoldoende rekening met 'het kwade' in de mens (PVP
5.104); werken is goed, niet alleen economisch maar ook voor jezelf (PvP 5.105); niet iedereen in ZW, WAO of Bijstand hoort daarin thuis (PvP 5.107); voorzieningen zijn voor wie echt niet anders kan, rest moet eruit en aan het werk (PvP 5.107).
Huursubsidies moeten worden afgeschaft/afgebouwd en objectsubsidies, waar nodig, opnieuw worden ingevoerd (PvP 5.109).
Concreet,. op ieder vlak van bestuur moet de plicht tot zelfvoorziening weer tot hoofdthema worden gemaakt. Voor hen die niet kunnen moet een redelijk en rechtvaardig systeem van medemenselijk- heid overeind blijven.


15. Landbouw; onze landbouw moet af van het EU infuus (PvP 6.113) en onze hoog-ontwikkelde landbouw, middels nationaal beleid moet op eigen benen staan (PvP 6.114); vanzelfsprekend verdient milieu bescherming en moet de mestproblematiek worden opgelost, waarbij het dieren- welzijn voorop moet staan (PvP 6.114); daarbij geldt ook: inenten (PvP 6.116). Een natuur-beheerstaak wordt bij de boeren neergelegd inclusief een vergoeding (PvP 6.116). Nederland = Gidsland voorbije tijd (pvP 6.117).
Concreet: landbouw moet aangeven wat zij verlangt om weer een gezonde bedrijfstak te worden,. als dictaten van Brussel of het ministerie daarbij in de weg staan moet de wetgever het voortouw nemen.


16. Milieuleugen: kooldioxide is een leugen en het Kyotoverdrag is een heilloze weg (PvP 6.119); een schoon milieu is goed (waarom heten natuurgebieden altijd 'kwetsbaar'?), maar niet overdrijven (PvP 6.130). Kooldioxide speelt inderdaad een rol bij de refractie (terugspiegeling) van aardwarmte, maar dat geldt evenzeer voor waterdamp en atmosferische stof (en nog meer invloeden I). Het proces of en waardoor de aarde opwarmt staat wetenschappelijk allesbehalve vast Ook in de riddertijd was het aardig warmpjes op aard.
Concreet: alles gestoeld op de hype rondom kooldioxide moet buiten werking worden gesteld in afwachting van nadere bewijsvoering.


17. Wonen; woningbouw is een Oost- Europese plan economie; een conglomeraat bepaalt wat, waar, wanneer, hoeveel, en voor hoeveel (PVP 6.120) en woningen zijn onbetaalbaar geworden (PvP 6.121). Stoppen met scheiden wonen en werken, meng ze (PvP 6.121) en keer terug naar kleinschaligheid scholen enzovoorts. Geef aan woningbouw véél meer ruimte (PvP 6.130) Concreet: in een vrije markt kan de excessief gestegen prijs alleen maar dalen door een excessief grote stijging van het aanbod. Dus schrap het verbod op wonen op recreatiewonigen: (in EU zijn wij tezamen met Denemarken de enige die een dergelijk verbod hanteren) en het mes snijdt aan twee kanten: géén enge gemeentelijke controleurs meer (minder ambtenaren) en géén of veel minder dubbele bewoning.
Structureel moet aan hen die alleen of in vereniging de huidige schaarste hebben veroorzaakt het monopolie worden ontnomen (te beginnen met het Gemeentelijk Grondbedrijf).


18. Nutsbedrijven; het vervullen van de nutsfunctie en de privatisering daarvan pakt niet goed uit voor de klant (PvP 6.123); was vroeger de hardware van ptt-telecom in handen van de staat, nu is ze in handen van ABN-AMRO. Stoppen met privatisering nutsbedrijven en terugdraaien wat inmiddels is geprivatiseerd (PvP 6.125). Nutsbedrijven vervullen onontbeerlijke functies die niet door maatschappijen met winstoogmerk kunnen worden vervuld. Concreet: omdat nutsbedrijven een functie vervullen die essentieel is voor de maatschappij en zij in handen van privaten niet als eerste doelstelling 'het maatschappelijk dienstbetoon' kunnen hebben (maar juist: 'winst') zal de huidige vorm van privatisering moeten worden teruggebogen: nutsbe- drijven zijn in overheidshanden en zij zullen zonder chicanes en tegen kostprijs hun functies dienen te verrichten.


19. Verkeer; structuur van oude steden is zelf een flessehals voor massaal verkeer (PvP 6.128); stel dáárvoor een goed werkend openbaar vervoersnet samen (PvP 6.130), maar sta ook stil bij de noodzaak van mobiliteit -telewerken een keus?- (PvP 6.128). Overig openbaar vervoer moet groeien naar een vraaggestuurd systeem tegen kostprijs.
Wegen zijn tolvrij (hun prijs is reeds betaald), waarop géén partij een privilege-positie heeft Snelheidsbeperkingen zijn alleen in sprekende gevallen aan de orde. Aan wegbeheerders zal een signalering worden gevraagd opdat capaciteitstekorten tijdig worden gesignaleerd (en met die signalering zal iets constructiefs moeten worden gedaan). Aan wegbeheerders zal de verplichting worden opgelegd om het verkeer zonder chicanes af te wikkelen. Daarbij moeten twee aspecten aan de orde worden gesteld: - de veiligheid en - de permeabiliteit, de doorgankelijkheid
Concreet: de maatregelen die, met goede bedoelingen, zijn aangebracht om 'de vaart eruit te halen' zullen op korte termijn moeten worden vervangen door 'voortvarende' oplossingen met behoud van kwaliteit van veiligheid. Aan openbaar vervoer zal in afnemende mate subsidie worden verstrekt om de klanten geleidelijk te wennen aan de kostprijs ervan.


---- --