Ministerie van Justitie

Persbericht

Beveiliging tapkamers snel verbeteren
8 december 2003

De ministers Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Donner (Justitie) hebben de korpsbeheerders van de Nederlandse politiekorpsen opdracht gegeven onmiddellijk maatregelen te nemen om de beveiliging van tapkamers van de politie te verbeteren. Het gaat zowel om technische maatregelen als om verbeteringen in het beheer van de organisatie van de tapkamers. De maatregelen moeten voorkomen dat informatie uit de tapkamers in handen valt van onbevoegden of dat de informatie wordt veranderd of verwijderd, of juist niet wordt verwijderd als dat wel moet.

Naast de maatregelen die nu worden genomen komt er zo snel mogelijk één landelijke tapkamerfaciliteit (Landelijke Interceptie Organisatie). De ministers benadrukken dat er tot op heden geen gevallen bekend zijn van daadwerkelijk misbruik van zwakke plekken in de tapkamerbeveiliging. Belangrijk daarbij is ook dat de informatie uit de tapkamers gebruikt wordt binnen een beperkte en besloten politie-omgeving.

Dat schrijven de beide ministers vandaag aan de Tweede Kamer. Zij reageren hiermee op een onderzoek van PriceWaterhouseCoopers naar de informatiebeveiliging bij vijf tapkamers, dat ook naar de Tweede Kamer is gestuurd. In het onderzoek zijn belangrijke hiaten gevonden in het beheer van de tapkamers. Ook bleek dat de technische beveiliging van de informatie in drie van de vijf onderzochte tapkamers ontoereikend was.

Beheer

PriceWaterhouseCoopers vond belangrijke hiaten in de beheersmaatregelen van de tapkamers. Bijvoorbeeld:
* bij de aanvraag voor het plaatsen van een tap werden de gegevens, waaronder cryptografische sleutels, vaak onbeveiligd per fax gestuurd;

* cryptografische sleutels bleken vaak onvoldoende sterk;
* soms ontbrak de administratie over waar afgetapte informatie zich bevond, of was die administratie onvolledig;
* toegangsrechten tot het tapsysteem waren vaak niet vastgelegd en er vond daarop geen periodieke controle plaats;
* pogingen tot ongeautoriseerde toegang leidden niet tot blokkering van het account;

* er was geen of een ontoereikend mechanisme om de volledigheid van de taps te controleren;

* er waren vaak geen of onvoldoende maatregelen genomen tegen virusbesmetting.

Technische beveiliging

Bij drie van de vijf onderzochte tapkamers was de technische beveiliging fundamenteel ontoereikend, doordat voor de toegangsbeveiliging tot de getapte informatie vertrouwd wordt op software op lokale computers. Hierdoor kunnen onbevoegden met toegang tot de lokale computers inzage krijgen in getapte informatie of log-informatie, deze wijzigen of vernietigen of autorisaties wijzigen. In een enkel geval bleek het zelfs relatief eenvoudig de beschikking te krijgen over het wachtwoord van de beheerder, zodat verdere manipulatie zou kunnen plaatsvinden. De oplossing hiervoor is controle op de toegang tot het tapsysteem uit te laten voeren door het centrale tapsysteem, waar gebruikers op inloggen en dat een betrouwbare verbinding met de gebruiker in stand houdt. Verder moet de integriteit en authenticiteit van getapte informatie gewaarborgd en controleerbaar gemaakt worden bij binnenkomst, archivering en bij het overzetten naar een ander medium voor gebruik in de rechtszaal. Dit kan met een mechanisme van controlegetallen of met digitale handtekeningen.

De automatisch controle op toegang tot het tapsysteem moet verbeteren door eisen te stellen aan lengte, complexiteit, instellingsmogelijkheden en geldigheidsduur van wachtwoorden. Het feitelijk wissen van boodschappen waarbij zogenaamde geheimhouders (zoals advocaten) zijn betrokken, moet geformaliseerd worden. Essentiële gebeurtenissen als mislukte aanlogpogingen, wijzigingen in autorisaties en het wissen van gesprekken moeten automatisch vastgelegd worden, met daarbij een alarmeringsysteem dat bij eventueel misbruik de beheerder waarschuwt.

Verscherpte eisen

Vooruitlopend op het onderzoek hebben de ministers, mede op aangeven van het Openbaar Ministerie, al opdracht gegeven de eisen uit te werken waaraan een hedendaagse tapkamer moet voldoen. Door aan deze eisen te voldoen worden de geconstateerde zwakheden afgedekt. De eisen zijn dit najaar beschikbaar gekomen in de zogenaamde 'Normstelling Inrichting Interceptiefaciliteiten'.

Deze normstelling heeft als basis de ministeriele Regeling Informatiebeveiliging Politie (RIP 1997) en moet door de korpsbeheerders worden nageleefd. De normstelling is inmiddels aan de korpsbeheerders aangeboden.

Eén landelijke taporganisatie

Het voldoen aan de hedendaagse eisen die aan tapkamers worden gesteld, blijkt voor individuele korpsen in toenemende mate te duur en te ingewikkeld. Daarom komt er één landelijke organisatie voor het tappen, die aan alle eisen voldoet.

Inmiddels hebben de Nationale Recherche, de Koninklijke Marechaussee, de Bijzondere Opsporingsdiensten en tien politiekorpsen zich al volledig bij de landelijke taporganisatie aangesloten. Nog eens tien politiekorpsen maken voor specifieke diensten al gebruik van de landelijke organisatie, en hebben het plan zich op korte termijn volledig aan te sluiten. Met de resterende korpsen wordt nog gesproken over het moment waarop zij gaan meedoen met de landelijke taporganisatie. Halverwege 2005 moeten alle korpsen meedoen. Zij hoeven dan dus geen eigen tapkamers meer in stand te houden. De korpsen hebben daarvoor ook extra geld gekregen: 3,1 miljoen euro dit jaar, oplopend tot 12,5 miljoen euro per jaar vanaf 2006.