CNV

CNV: 'Nabestaandenpensioen blijft noodzakelijk'

Voor zeventig procent van de huishoudens is het nabestaandenpensioen essentieel. Dat blijkt uit een onderzoek van het CNV. Reden voor het CNV om alle pensioenfondsbestuurders op te roepen extra te letten op de positie van nabestaanden.

Sinds de wetswijziging van 2002 is het mogelijk het nabestaandenpensioen te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Gevolg is dat een grote groep zelf actie moet ondernemen om een nabestaandenpensioen te regelen. Belangrijke vraag is echter, of de grote pensioenfondsen hiermee nog wel adequate bescherming bieden voor weduwen en weduwnaars. Bij de elf onderzochte grote pensioenfondsen van Nederland blijkt dit niet het geval.
'Er wordt wel van uitgegaan dat iedereen tegenwoordig economisch zelfstandig moet zijn, maar dat blijkt in de praktijk nog lang niet altijd het geval', zet CNV-vice voorzitter Westerbeek-Huitink uiteen. 'Als iemand dus kiest voor een hoger ouderdomspensioen, kan dit nadelig zijn voor de nabestaande als een van de partners overlijdt.'

De regeling voor het nabestaandenpensioen is gebaseerd op het ideaaltype van tweeverdieners met beiden een volwaardig salaris. Maar die groep beslaat slechts 20 procent van alle huishoudtypes. Westerbeek-Huitink; 'Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vooral vrouwen nog veelal financieel afhankelijk zijn van hun partner. Zolang dat het geval is, vind ik dat je daar vanuit moet gaan, en niet van een wenselijke situatie. Dat is de omgekeerde wereld.' De meest voorkomende gezinshuishoudens zijn de anderhalfverdieners, waarbij de man fulltime en de vrouw deeltijd werkt.

Wat het CNV verder onder de aandacht van pensioenfondsbestuurders wil brengen, is dat partners formeel vaak buiten de beslissing over het pensioen staan. 'Wat over de hele linie echter bovenal belangrijk is, is een betere informatievoorziening. Mensen moeten zelf actie ondernemen om het nabestaandenpensioen te regelen, terwijl de meeste mensen dit niet eens weten of zich onvoldoende realiseren wat de consequenties kunnen zijn als een van de partners overlijdt. Daar ligt een taak voor pensioenfondsen', aldus Westerbeek-Huitink.

Voor nadere informatie:
Marjan Heuving, woordvoerder CNV Vakcentrale

030 - 291 36 49/ 06 - 517 233 53


08 dec 03 14:06