vermindering regels
Persbericht, 08-12-2003
Nieuwe Geneesmiddelenwet: vereenvoudiging en vermindering regels
Minister Hoogervorst heeft vandaag namens het kabinet een voorstel
voor een nieuwe Geneesmiddelenwet bij de Tweede Kamer ingediend. Deze
Geneesmiddelenwet zal de huidige, verouderde Wet op de
Geneesmiddelenvoorziening (WOG) uit 1963 gaan vervangen. Doelstelling
is modernisering, vereenvoudiging en terugdringing van het aantal
regels en aanpassing aan Europese regelgeving.
De Geneesmiddelenwet reguleert de vervaardiging, toelating tot de
markt en distributie van geneesmiddelen tot aan de patiënt en
consument. Bepalingen over de wijze waarop apothekers hun beroep
moeten uitoefenen komen niet meer voor; dat is aan de beroepsgroep
zelf binnen de kaders van de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet
Beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Dit wetsvoorstel
staat los van het beleid dat erop is gericht de geneesmiddelenuitgaven
terug te dringen.
Zelfzorggeneesmiddelen, zoals paracetamol en hoestdrank, zullen straks
vrij verkrijgbaar zijn in bijvoorbeeld tankstations, supermarkten en
andere winkels, dus zonder tussenkomst van een drogist of apotheker.
Hiertoe wordt de drogistenvergunning afgeschaft. Deze geneesmiddelen
zijn zonder recept van een arts verkrijgbaar, vereisen geen medische
begeleiding en zijn bij normaal gebruik veilig. Verplichte tussenkomst
van een drogist is uit een oogpunt van volksgezondheid niet
noodzakelijk. De regering vindt het niet meer passend om aan drogisten
een wettelijk monopolie toe te kennen op de verkoop van
zelfzorgmiddelen. Het gaat namelijk om een gewone economische
activiteit. De receptgeneesmiddelen blijven alleen verkrijgbaar bij de
apotheek.
In gebieden waar weinig apotheken zijn, kunnen huisartsen toestemming
vragen om zelf een apotheek te houden. Deze zogenaamde apotheekhoudend
huisarts blijft ook in de nieuwe Geneesmiddelenwet opgenomen, omdat
dit in dunbevolkte gebieden vaak de beste oplossing is om
geneesmiddelen bij de patiënt te krijgen.
Twee belangrijke instanties in de Geneesmiddelenwet zijn het College
ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ). Het College ter beoordeling van geneesmiddelen
bekijkt, vóórdat geneesmiddelen op de markt komen, of ze werkzaam en
veilig zijn. Is dat niet het geval dan geeft het College geen
goedkeuring en is het verboden om dat middel in de handel te brengen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport