Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Westelijk Halfrond

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 8 december 2003

Behandeld


- Robert Schuddeboom


Kenmerk


- DWH/MC-493/03

Telefoon


- 0703484487


Blad


- 1/1

Fax


- 0703485478


Bijlage(n)


- 1


- robert.schuddeboom@minbuza.nl


Betreft


- Brief aan Prof. Koops (Universiteit van Utrecht)

Met verwijzing naar de brief van 5 december jl. van de griffier van de vaste commissie van Buitenlandse Zaken doe ik u hierbij het antwoord toekomen, dat ik mede namens mijn collega van Buitenlandse Zaken op 5 december jl. heb gestuurd aan Prof. Koops, decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht.

Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Universiteit Utrecht

Faculteit Sociale Wetenschappen

Professor W. Koops

Postbus 80140

3508 TC Utrecht

Directie Westelijk Halfrond

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum

5 december 2003

Auteur

Robert Schuddeboom


Kenmerk

DWH/MC-484/03

Telefoon

070-3484487


Blad


1/2

Fax

070-3485472


Bijlage(n)

robert.schuddeboom@minbuza.nl


Betreft

Antwoord op uw brief d.d. 25 november 2003

www.minbuza.nl

C.c.

Uw brief van 25 november aan mijn collega van Buitenlandse zaken en mij en aansluitend uw fax van 4 december aan mijn secretaresse heb ik in goede orde ontvangen. Gelet op het gestelde in beide berichten staat u mij toe dat ik, mede namens de Minister voor Buitenlandse Zaken, alvast een voorschot neem op ons gesprek van 10 december a.s. Terecht wijst u op de plicht die wetenschappers hebben jegens wetenschap en samenleving. Hierover kan geen verschil van inzicht ontstaan. Ik onderschrijf met u het belang van deze plicht en zal de wetenschap in de uitoefening hiervan niet alleen niet kunnen, maar ook niet willen belemmeren.

Daarnaast spelen andere zaken een rol, waar ik als minister rekening mee heb te houden. In het bijzonder refereer ik hierbij aan de goede betrekkingen met Suriname en het beginsel 'pacta sunt servanda'. Met Suriname zijn immers harde afspraken gemaakt over het traject van de 'Lessons Learned' exercitie. Ik zal deze afspraken niet herhalen; u kent ze. De kern van de afspraken behelst een Nederlands-Surinaams gezamenlijk optrekken in dit dossier, zoals ook moge blijken uit het feit dat het conceptrapport niet alleen professor Kruijt, maar van de kant van Suriname ook mevrouw Maks als auteur heeft. U zult begrijpen dat ik afspraken met mijn Surinaamse collega en partner niet eenzijdig kan negeren. Tussen beide belangen, dat van de wetenschap en dat van de bilaterale betrekkingen, bestaat bij het onderwerp Lessons Learned in mijn optiek geen conflict.

In de eerste plaats is mijn Surinaamse collega, de minister van PLOS, de heer Raghoebarsing op mijn verzoek akkoord gegaan met de openbaarmaking van het conceptrapport als bijlage van het eindrapport.

In de tweede plaats, en hier diene dat in mijn optiek dit punt alleen al voldoende zou zijn geweest om het belang van de wetenschap niet te schaden, geldt dat de ToR voor de nu aan de gang zijne redactionele eindbewerking door de Surinaamse jurist Lim a Po u gerust zou moeten stellen. Afgezien van de nadrukkelijke instructie aan de heer Lim a Po dat het om een eindredactie gaat waarbij analyse en conclusies van het concept-rapport onveranderd moeten blijven is ook opgenomen dat de door hem geredigeerde versie moet worden voorgelegd aan beide auteurs, professor Kruijt en mevrouw Maks.

Ik denk dat het goed is om nog wat dieper op deze zaak in te gaan en zie uit naar ons gesprek op 10 december.

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Minister voor Ontwikkelingssamenwerking


---