Gemeente Amersfoort
Stadspeiling 2003 - De staat van de stad

datum: 9 december 2003

Samenvatting en conclusies: . Zie het origineel


Samenvatting en conclusies

0.1 Inleiding

Derde Monitor Leefbaarheid en Veiligheid

Voor de derde maal is de Amersfoortse Stadspeiling gewijd aan het thema Leefbaarheid en Veiligheid.
Door het grote aantal burgers dat in het voorjaar van 2003 zijn medewerking heeft verleend aan het onderzoek - ruim 2700 ingevulde enquêtes; een respons van 68% - is het mogelijk resultaten op wijkniveau te presenteren. "De staat van de stad" geeft een getrouw beeld van de problemen die bewoners ervaren in hun eigen buurt; hoe men aankijkt tegen de voorzieningen, het sociale leefklimaat, het onderhoud van de openbare ruimte en - in het bijzonder - de veiligheid in de wijk. Het oordeel van de bewoners speelt een wezenlijke rol om te kunnen sturen op het lokale beleid. Daarnaast wordt de monitor onder meer gebruikt voor de verantwoording in het Grotestedenbeleid.

0.2 Leefbaarheid en voorzieningen

Positief beeld van Amersfoort

Amersfoorters geven hun stad - net als drie jaar eerder - een ruime voldoende (6,9). Tweederde van de bewoners voelt zich (zeer) gehecht aan de stad. Een kwart van de bewoners vindt dat de stad er in het afgelopen jaar op vooruit is gegaan. Dat schrijft men vooral toe aan de vernieuwing van het centrum en de uitbreiding van het winkelaanbod. Een iets groter deel spreekt van een achteruitgang en wijt dit vooral aan de slechte bereikbaarheid van de binnenstad, onder meer door de vele wegwerkzaamheden.

Betere woningen, slechtere buurt
Amersfoorters zijn iets vaker tevreden over hun woning (rapportcijfer: 7,6) en ietsje minder tevreden over hun buurt (cijfer: 7,2) dan 3 jaar geleden. Vooral de bewoners van de prioriteitswijken geven hun buurt vaak een onvoldoende. Een op de vijf bewoners verwacht dat hun buurt er de komende jaren op achteruit zal gaan. Een op de acht verwacht dat het in de toekomst beter zal worden.

Buurtproblemen: beter onderhoud, meer overlast en vandalisme
De open vraag, wat de twee belangrijkste buurtproblemen zijn die met voorrang moeten worden opgelost, laat goed zien wat er leeft in een wijk. Vooral het groenonderhoud, bestrating en hondenpoep worden minder vaak genoemd dan in 2000. Er wordt vooral vaker geklaagd over jeugd- en drugsoverlast en over zwerfvuil in de woonbuurt. Ook in de lijst van vervelende voorvallen en misdrijven in de buurt blijken deze voorvallen vaker voor te komen. Nog sterker is de toename van vernielingen, van diefstal uit auto's en van diefstal of beschadiging aan de buitenkant van auto's.

Weinig aandacht van de gemeente
Vier op de tien Amersfoorters vindt dat de gemeente weinig aandacht heeft voor de problemen in de buurt. Vooral bewoners van het Soesterkwartier zijn ontevreden over de gemeentelijke aandacht. Zij zijn ook het vaakst van mening dat hun buurt erop achteruit is gegaan en zijn het minst tevreden over allerlei voorzieningen.

Parkeren groeiend probleem
Het gebrek aan parkeerruimte is het meest genoemde buurtprobleem. In de media-aandacht over het parkeerbeleid zijn daarnaast veel opmerkingen gemaakt over parkeeroverlast en het vergunningenbeleid zijn vaak gemeld. Iets meer dan de helft van de Amersfoorters is tevreden over de parkeergelegenheid in zijn buurt. Maar de verschillen per wijk zijn groot. Vooral in Nieuwland, de binnenstad en in de directe omgeving van de binnenstad is men vaak ontevreden.

Verkeersveiligheid verbeterd
Hoewel de verkeersveiligheid en in het bijzonder het hardrijden van auto's en brommers in woonbuurten hoog genoteerd blijven op de lijst van buurtproblemen, is de algemene waardering van de verkeersveiligheid in de buurt duidelijk verbeterd. Amersfoorters geven dit aspect het cijfer 6,8. De stijging sinds 1999 (cijfer 6,4) is vooral te danken aan de vele verkeersdrempels, reconstructies van kruispunten en inrichting van buurten tot 30-kilometerzone.

Openbaar vervoer krijgt veel kritiek
De nieuwe dienstregeling voor het stadsbusvervoer wordt door veel Amersfoorters duidelijk niet gewaardeerd. Het aantal mensen dat tevreden is over het openbaar vervoer is gedaald van 70 naar iets meer dan 50%. Men heeft vooral kritiek op de invoering van andere routes. Daarnaast blijken bussen vaak te vol of vertraagd te zijn.

Winkels voor de dagelijkse boodschappen oké
De meeste Amersfoorters zijn dik tevreden over de winkels voor de dagelijkse boodschappen in hun buurt. Net als in vorige peilingen is 83% (zeer) tevreden. Alleen in het Soesterkwartier en in de wijken waar weinig supermarkten te vinden zijn (zoals de Koppel, Rustenburg, Vathorst en Stadskern) is men minder tevreden.

Minder tevreden over basisonderwijs
Was men in 2000 nog overwegend positief, in het laatste onderzoek is het aantal bewoners dat tevreden is over het basisonderwijs in de buurt flink gedaald: van 84 naar 68%. Deze afname heeft waarschijnlijk vooral te maken met de discussie rond de vele dislokaties ('de Basis is Boos') en het ontstaan van 'zwarte' scholen.

Voorzieningen voor jongeren blijft zorgenkindje
Er zijn maar weinig Amersfoorters die tevreden zijn over de voorzieningen voor jongeren. Niet alleen jongeren zelf zijn kritisch, maar dat geldt zeker ook voor ouderen die overlast van de jeugd ervaren.
Hoewel het specifiek gaat om buurtproblemen, heeft de ontevredenheid mede te maken met het ontbreken van een discotheek binnen de gemeentegrenzen.
Over de speelmogelijkheden voor kinderen is een veel groter deel (circa 50%) tevreden.

Sociale samenhang en doorstroming: grote verschillen per wijk
De sociale samenhang - onder meer gemeten naar sfeer en saamhorigheid - is een belangrijke graadmeter voor de leefbaarheid in een buurt. De verschillen per wijk zijn groot. Vooral in de wijken met veel doorstroming, en die hangt weer samen met het aandeel huurflats, is de sociale samenhang gering. In de wijken Liendert en Kruiskamp/Koppel was de samenhang al laag en is verder verslechterd. Ook in de nieuwbouw en de binnenstad, waar de gemiddelde woonduur kort is, is er weinig sociale cohesie.
De meeste samenhang vertonen de dorpen Hoogland en Hooglanderveen en daarnaast de wijken in Amersfoort-Zuid en het Soesterkwartier.
De sociale samenhang is vrijwel niet veranderd sinds 2000. Wel voelen Amersfoorters zich in 2003 meer gehecht aan hun buurt.

0.3 Kwaliteit van de openbare ruimte
Meer verloedering, maar vaker tevreden over het onderhoud
Zoals ook al bleek uit het overzicht van buurtproblemen, wordt er in vergelijking met 2000 meer geklaagd over vernielingen en ook de rommel en hondenpoep op straat nemen in de ogen van de bewoners toe. Samen met graffiti geven deze aspecten de 'verloedering' in de buurt weer. Koploper is het Soesterkwartier, maar ook de andere prioriteitswijken en de Stadskern komen boven het Amersfoortse gemiddelde uit.
Tegelijkertijd blijkt de gemiddelde Amersfoorter vaker tevreden te zijn over het onderhoud van de openbare ruimte. Vooral het onderhoud van groen, waterpartijen, straatverlichting en speelplekken worden beter gewaardeerd sinds het vorige onderzoek. Over het verwijderen van zwerfvuil en het onderhoud van wegen, voet- en fietspaden zijn de meningen niet veranderd. Het verwijderen van het zwerfvuil krijgt overigens wel de laagste waardering van alle onderhoudswerkzaamheden en zou in de ogen van de Amersfoorters de meeste aandacht moeten krijgen bij het beheren van de openbare ruimte.

Servicetelefoon en meldpunten: beter bekend, minder gebruikt
Ruim 12% van de Amersfoorters kent de Servicetelefoon. In 1997 was dat nog maar 8%.
Meer Amersfoorters zeggen sinds 1997 ook een klacht te hebben gehad over de openbare ruimte en deze gemeld te hebben bij de Servicetelefoon of het wijkmeldpunt.
Uit de registraties van de Servicetelefoon en de meldpunten blijkt dat het aantal meldingen tot medio 2002 is gegroeid. In 2003 is echter sprake van een sterke afname van ruim 10%. Vooralsnog is niet duidelijk of dit te maken heeft met een grotere tevredenheid of met andere zaken.
0.4 Veiligheid
Bevolkingsonderzoek en politiecijfers
Bij het beschrijven van de veiligheid is naast de Stadspeiling gebruik gemaakt van de registraties van de politie. De uitkomsten van slachtofferschap verschilt soms wezenlijk in de beide bronnen. Dit heeft onder andere te maken met aangiftebereidheid.

Burgers voelen zich vaker onveilig
In 2000 voelde 22 procent van de Amersfoorters zich weleens onveilig in de eigen buurt. Wat in landelijk onderzoek blijkt, is ook in deze gemeente merkbaar: anno 2003 voelt ruim een kwart zich onveilig in de eigen buurt. De verschillen per wijk zijn groot. Koploper is Stadskern/Zonnehof, op de voet gevolgd door de vier prioriteitswijken. In Amersfoort-Noord voelt men zich doorgaans een stuk veiliger. In vergelijking met 2000 is het onveiligheidsgevoel vooral toegenomen in de wijken Randenbroek/Schuilenburg, Leusder-/Vermeerkwartier en Soesterkwartier en onder jongeren.

Bedreigende situaties vooral in de binnenstad
Er zijn voorvallen in de buurt die leiden tot een groter gevoel van onveiligheid. Eerder is al gesproken over de toename van jongeren- en drugsoverlast. Maar ook is er vaker sprake van bedreiging, openbare dronkenschap en met name gewelddelicten in het algemeen. Al deze voorvallen zijn in sterke mate geconcentreerd in het uitgaansgebied Stadskern/Zonnehof. Ook het Soesterkwartier (toename van gewelddelicten) en Kruiskamp/Koppel (drugsoverlast) blazen een flinke partij mee.

Vaker aangifte van gewelddelicten
Ook uit de registraties van de politie blijkt een sterke toename van het aantal gewelddelicten in Amersfoort: van 800 in 2000 tot naar schatting 1100 over 2003. De toename van het aantal aangiften komt voor een belangrijk deel voor rekening van het huiselijk geweld. Dankzij de verbetering van slachtofferhulp is de aangiftebereidheid voor dit delict in Amersfoort toegenomen.
Van alle geweldsmisdrijven blijft het grootste deel onbekend. Uit de landelijke politiemonitor blijkt dat slechts 15% van de slachtoffers aangifte doet. Veel van het dagelijkse geweld blijft dus onzichtbaar, onder meer uit angst voor represaille.

Meer vernielingen en autodelicten
Uit de laatste Stadspeiling blijkt dat burgers veel vaker slachtoffer zijn geworden van autodelicten (vernielingen aan auto's en diefstal vanaf en uit auto's) en van vernielingen in het algemeen. Eén op de drie huishoudens werd in het afgelopen jaar het slachtoffer van een autodelict en een op de vijf van 'overige vernielingen'. Om onduidelijke redenen zijn deze grote aantallen en de geconstateerde toename niet terug te vinden in de politiecijfers. Het aantal aangiften van vernieling/zaakbeschadiging is sinds 2000 zelfs licht gedaald. Wel zichtbaar in de aangiften is een flinke toename van diefstal vanaf en uit auto's sinds 1999.

Vermogensdelicten: weinig verandering
Het aantal slachtoffers van woninginbraak en fietsdiefstal is volgens de Stadspeiling ongeveer gelijk gebleven. Volgens de politiecijfers is daarentegen sprake van een dalende lijn. Het aantal aangiften van bedrijfsinbraak en zakkenrollerij is in de afgelopen jaren echter flink gestegen.
Hoewel vermogensdelicten meer verspreid voorkomen over de stad, loopt men in en rond de binnenstad meer risico. Dit geldt vooral voor zakkenrollerij en fietsdiefstal.

Meer meldingen van jeugdoverlast
De toename van jongerenoverlast, zoals die zichtbaar is in de Stadspeiling is ook bij de politie een bekend fenomeen. Vooral in 2002 nam het aantal meldingen sterk toe met 44% tot een totaal van 660.
Vooral in Randenbroek is de toename spectaculair, mede doordat politie en wijkbeheer bewoners hebben opgeroepen melding te maken van overlast om de problemen beter in kaart te kunnen krijgen.
Het aantal meldingen van burengerucht, meestal samenhangend met geluidoverlast, schommelde in de afgelopen jaren rond de 1500.

Meer verdachte personen aangehouden
In 2002 werden 2400 personen in Amersfoort aangehouden in verband met de verdenking van het plegen van een strafbaar feit: een toename van bijna 40% ten opzichte van 1998. Circa 90% van deze verdachten is doorverwezen naar het Openbaar Ministerie.
Onder de verdachten zitten relatief veel jongeren en allochtonen. Circa 40% is in de leeftijd van 12 tot 25 jaar. Van alle Amersfoortse jongeren kwam in de periode 1999-2001 3,5% op deze wijze in aanraking met de politie. Vooral Marokkaanse, Surinaamse en Somalische jongeren zijn vaker als verdachte opgepakt.

Criminaliteit en stedelijkheid
Criminaliteit blijkt sterk samen te hangen met de mate van stedelijkheid. Amersfoort geldt wat dit betreft ook steeds meer als een gemiddelde stad. De voorheen nog gunstige positie wat betreft het aantal gewelddelicten is de stad kwijt geraakt. Temidden van de Utrechtse gemeenten neemt Amersfoort als tweede stad ook vaak de tweede plaats in wat betreft het aantal aangiften. Alleen wat betreft het aantal aangiften van woning- of bedrijfsinbraak en het aantal meldingen van jeugdoverlast of burengerucht komt Amersfoort lager uit.

0.5 Prioriteitswijken
Sociaal-economische problematiek
Amersfoort heeft vier wijken aangewezen waar de sociale problematiek zich vooral lijkt te concentreren. Het gaat om Kruiskamp/Koppel, Soesterkwartier, Liendert/Rustenburg en Randenbroek/Schuilenburg. De wijken worden gekenmerkt door veel doorstroming, een concentratie van allochtonen en veel bewoners die zijn aangewezen op een uitkering. Door te investeren in allerlei projecten, al dan niet ondersteund door een rijksbijdrage vanuit GSB of ISV, wordt getracht de achterstand niet groter te laten worden. In hoeverre is dat gelukt?

Kruiskamp/Koppel: aandachtswijk GSB
Kruiskamp/Koppel, Amersfoorts enige GSB-aandachtswijk, is er ondanks de vele investeringen via projecten en infrastructurele voorzieningen, tot nu toe niet in geslaagd de achterstand in te lopen. Sterker nog, de indicatoren waarop de wijk zal worden afgerekend, zijn gelijk gebleven of iets verslechterd. Het rapportcijfer voor de buurt (streefcijfer 6,9) daalde van 6,4 naar 6,3. De sociale kwaliteit daalde eveneens, terwijl de verloedering (met name door meer zwerfvuil) iets toenam. Bewoners klagen verder vooral over drugsoverlast en concentratie van allochtonen. Dit wordt ook in de hand gewerkt, doordat vooral veel autochtone Nederlanders met een hoger inkomen de wijk verlaten. Blijkbaar is het, ondanks de vele buurtprojecten, niet gelukt om de neerwaartse spiraal te doorbreken.

Soesterkwartier: meeste achteruitgang
Soesterkwartier is, anders dan de overige prioriteitswijken, een wijk waar de mutatiegraad en het aandeel allochtonen op het Amersfoortse niveau liggen. Het sociale klimaat is er zelfs beter dan in de meeste andere wijken. De wijk is er in veel opzichten op achteruit gegaan. Tal van aspecten worden door bewoners slechter beoordeeld dan in het onderzoek van 2000. Hoewel het probleem van de hondenpoep is afgenomen, is de mate van 'verloedering' het hoogst van Amersfoort, mede door zwerfvuil en vernielingen. Men ervaart meer overlast door jongeren en drugs; onveiligheidsgevoelens zijn relatief sterk toegenomen, evenals het aantal gewelddelicten.
Over veel voorzieningen, zoals winkels, openbaar vervoer en verkeersveiligheid, is men minder tevreden. De bewoners zijn ook het minst te spreken over de aandacht die de gemeente heeft voor de problemen in de buurt.

Liendert/Rustenburg: goede voorzieningen, weinig cohesie
Hoewel beide wijken tot hetzelfde wijkbeheergebied worden gerekend, concentreren de problemen zich vooral in Liendert. De bewoners zijn redelijk tevreden met voorzieningen als winkels, groen en parkeergelegenheid. Mede door de hoge mutatiegraad en de groei van het aantal allochtonen, is de sociale samenhang in deze wijk gering. De verloedering ligt boven het Amersfoortse niveau, met name vanwege zwerfvuil en vandalisme. Deze is echter niet toegenomen sinds 2000. Hoewel de verwachtingen over de toekomst van de wijk niet hoog gespannen zijn, is men doorgaans redelijk te spreken over de aandacht die men van gemeentezijde krijgt voor het woonklimaat.

Randenbroek/Schuilenburg, de betere prioriteitswijk
Randenbroek/Schuilenburg doet het in veel opzichten net iets beter dan de andere drie prioriteitswijken. De fysieke kwaliteit (verloedering) ligt op het Amersfoortse niveau en de bewoners zijn redelijk gehecht aan de buurt. Toch heeft de wijk weinig sociale samenhang. Het gevoel van onveiligheid in de buurt is de afgelopen jaren flink toegenomen. Dit hangt waarschijnlijk vooral samen met de toename van jeugdoverlast, vandalisme en geweld.
0.6 Conclusies
De Monitor Leefbaarheid en Veiligheid laat zien dat de meeste bewoners gehecht zijn aan Amersfoort en dat zij zich verbonden voelen met hun stad en hun buurt. Diezelfde bewoners laten daarom ook massaal hun stem horen als hen gevraagd wordt naar de ontwikkelingen in de stad en in hun buurt. En in die stem klinken dit jaar, meer dan in voorgaande jaren, zorgelijke geluiden door.

Positieve en negatieve trends
De investeringen in de stad, met name op het gebied van verkeersveiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte, blijken door de burger herkend en gewaardeerd te worden met hogere rapportcijfers. Tegelijkertijd constateert de burger dat in 2003 allerlei vormen van verloedering en overlast vaker voorkomen dan in 2000. Men stoort zich meer aan zwerfvuil, zinloze vernielingen, drugs- en jongerenoverlast en meer Amersfoorters zijn het slachtoffer geworden van gewelddelicten. Mede door deze ontwikkelingen is het vertrouwen in het oplossend vermogen van de gemeente minder geworden.

Prioriteitswijken niet verbeterd
In de vier prioriteitswijken is in de afgelopen jaren extra geïnvesteerd om de achterstandspositie van deze wijken in te lopen. De achterstand die deze wijken hebben op sociaal-economisch gebied (o.a. hogere werkloosheid, lager gemiddeld inkomen, grotere concentratie van allochtonen) gaat gepaard met slechtere scores op gebied van leefbaarheid en veiligheid. Bovendien is het oordeel over de leefbaarheid en veiligheid in deze wijken meer verslechterd dan in de andere wijken. Dat wil niet zeggen dat de vele sociale en infrastructurele projecten geen effect hebben gehad. De maatschappelijke effecten van veel projecten als buurtbemiddeling of digitaal trapveld zijn nauwelijks meetbaar met grootschalig kwantitatief onderzoek. Zonder deze investeringen was het in deze wijken waarschijnlijk nog slechter gegaan.

Sociaal-economische en demografische achtergronden
Blijkbaar zijn er andere, autonome krachten in deze wijken werkzaam die de leefbaarheid en veiligheid onder druk zetten. De economische recessie is ook aan Amersfoort niet voorbij gegaan. Deze is het meest voelbaar in de vier prioriteitswijken, die te maken hebben met de hoogste werkloosheid. Toch is de werkloosheid in deze wijken niet harder gegroeid dan in andere wijken.
Onveiligheid en overlast worden vaak in verband gebracht met demografische kenmerken van de bevolking. De veroorzakers van overlast, vandalisme en andere vormen van kleine criminaliteit moeten vooral gezocht worden onder jongens en mannen in de leeftijdsgroep van 10- tot 20-jarigen. De tieners zijn het sterkst vertegenwoordigd in de oudere groeistadwijken, Schothorst en Zielhorst en verder in Hoogland. De groei van het aantal jongeren is in de komende jaren vooral te verwachten in de relatief veilige wijken Zielhorst en Kattenbroek. De prioriteitswijken zitten wat betreft het aantal tieners rond het Amersfoortse gemiddelde en ook voor de toekomst zal daar weinig verandering in komen.
Een demografisch kenmerk waar drie van de vier prioriteitswijken zich wel van de rest van Amersfoort onderscheiden is het aandeel allochtonen. In Liendert, Randenbroek/Schuilenburg en in het bijzonder in Kruiskamp/Koppel (ruim 40%) ligt het percentage niet-westerse allochtonen ver boven het Amersfoortse niveau van 15%. Bovendien stijgt het aandeel in deze wijken sneller dan in de andere wijken. De concentratie van etnische minderheden, waarover veel bewoners hun zorgen uitspreken, zet door, ondanks het streven naar een 'sociale mix' in de nieuwbouw. Dit raakt wellicht de kern van de problematiek. De grootschalige nieuwbouw van de afgelopen decennia in met name het noorden van de stad heeft er, meer dan in andere steden, toe geleid dat er een uitstroom plaats vond uit bestaande wijken. Deze uitstroom deed zich het meest voor in de na-oorlogse wijken met een hoog aandeel huurflats. Vertrekkers waren vooral diegenen die zich de duurdere nieuwbouw elders financieel konden permitteren. De sociaal zwakkeren zoals mensen die aangewezen zijn op een uitkering, een-oudergezinnen en allochtonen maken daardoor een steeds groter deel uit van de bevolking in de achterstandswijken.

Bevolkingsenquête versus politiecijfers
In dit onderzoek is zowel gebruik gemaakt van de politieregistraties als van een bevolkingsonderzoek (de Stadspeiling). Hoewel de tendenzen meestal dezelfde richting uitwijzen, zijn er ook verschillen. De bevolkingsenquête geeft bijvoorbeeld naast slachtofferschap ook informatie over de subjectieve veiligheid. Beide analyses kennen hun tekortkomingen en vullen elkaar aan. Vanuit het lokale veiligheidsbeleid is er meer behoefte aan dadergerichte informatie, die uit burgerenquête niet naar boven komt, maar ook uit de politieregistraties maar zeer beperkt beschikbaar is. Niet alleen doordat de aangiftebereidheid en het oplossingspercentage voor de meeste delicten laag is, maar ook omdat in het huidige registratiesysteem van de politie (Gids) een snelle en betrouwbare analyse van daders, veelplegers, plegers van huiselijk geweld nog niet mogelijk is.