Vereniging van Effectenbezitters


Bent u al lid van de VEB

Armoe is niet met geld te koop Brusselmans

VEB Reactie op definitieve Code Tabaksblat

Persbericht | 09-12-2003

Code Tabaksblat versterkt positie aandeelhouders

Beloningsbepalingen afgezwakt Terechte kritiek op structuurregeling en beschermingsconstructies.

De VEB heeft kennisgenomen van de definitieve code van de Commissie Tabaksblat en is verheugd over het feit dat belangrijke principes en bepalingen die de positie van aandeelhouders kunnen versterken in het definitieve rapport overeind zijn gebleven. Het uiteindelijke succes van de Code is in belangrijke mate afhankelijk van de mate waarin ondernemingen de Code overnemen. Daarbij moet het principe pas toe of leg uit zo worden geĂŻnterpreteerd dat alleen bij zeer bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken. Het zoeken naar of het vinden van een enigszins dekkende verklaring van de huidige afwijkende praktijk, wordt door de VEB als volstrekt onvoldoende beschouwd. Na de rapporten van de Commissie Peters van oktober 1996 en juni 1997 hebben ondernemingen volstrekt onvoldoende wijzigingen in hun corporate governance doorgevoerd en gemiddeld gesproken niet gehandeld naar de geest van de Commissie Peters. De VEB dringt er bij parlement en regering op aan om de naleving van deze Code nauwlettend te monitoren en bij onvoldoende naleving tot wetgeving over te gaan.

Helaas heeft de VEB moeten constateren dat de beloningsparagraaf is afgezwakt. Met name het verdwijnen van de oude bepaling (I.2.9), waarin als best practice bepaling was opgenomen dat de variabele beloning niet hoger is dan de vaste beloning (ofwel de variabele beloning bedraagt maximaal de helft van de totale beloning) is in dit licht belangrijk. Deze bepaling had tot doel te komen tot een matiging van de beloningsontwikkeling in Nederland, waaraan na de excessen van 2002 en 2003 grote maatschappelijke behoefte bestond. Indien de reden van het verdwijnen van deze bepaling is gelegen in de thans volgens sommigen afwijkende praktijk, is dat niet overtuigend. Het feitenmateriaal dat de VEB ter beschikking heeft over bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen ondersteunt een dergelijke conclusie niet. Wel begrijpt de VEB het fundamentele dilemma dat een onderneming die de 50-50 regel overschrijdt, dat probleem kan oplossen door de vaste beloning te verhogen. De VEB had er daarom de voorkeur aan gegeven indien de commissie de bewuste bepaling had vervangen door andere duidelijke en zo mogelijk gekwantificeerde bepalingen.

Voorts betreurt de VEB dat de looptijd van opties voor het management niet langer wordt beperkt tot 7 jaar. De VEB is zelfs voorstander van een kortere periode van 5 jaar en is van mening dat de langere looptijd de kosten van de opties verhoogt en teveel uit de pas loopt met de gemiddelde zittingsduur van de bestuurders.

Tegenover de genoemde aanpassingen staat transparantie ten aanzien van de verhouding tussen de variabele en de vaste bezoldiging alsmede de visie van de commissie op de functie van variabele beloningen.

De VEB is positief ten aanzien van de duidelijke opstelling die de commissie kiest ten aanzien van het structuurregime en beschermingsconstructies. De VEB heeft in haar reactie van 3 september jl. aangegeven dat deze knelpunten in de concept-code onvoldoende aan bod komen en dat het aanpakken van het structuurregime en beschermingsconstructies absoluut noodzakelijk is om tot een structurele verbetering van de positie van aandeelhouders te komen en de verhoudingen tussen de vennootschappelijke organen weer in balans te brengen. Hoewel de Commissie geen bepalingen hierover heeft opgenomen, laat de in de verantwoording geventileerde visie aan duidelijkheid niets te wensen over. Hierbij worden kwalificaties als ingewikkeld, verstorend en internationaal niet uit te leggen gebruikt.

Ten aanzien van beschermingsconstructies beveelt de Commissie de wetgever terecht aan om hier met wetgeving te komen die het gebruik van beschermingsconstructies inkadert en in tijd beperkt.

Per saldo is de VEB van oordeel dat een stevige code tot stand is gekomen die de positie van de aandeelhouder kan versterken, die (een deel van de) excessen kan beperken of voorkomen en die een basis kan vormen voor een vertrouwensherstel bij beursgenoteerde vennootschappen. Veel zal afhangen van de inspanningen van de beursgenoteerde vennootschappen zelf, die eerder de Peters-code onvoldoende naleefden. De VEB hoopt van harte dat de beursgenoteerde vennootschappen deze (laatste) kans benutten.

Vereniging van Effectenbezitters


---