Gemeente Utrecht


College wil door met wijkaanpak

De wijkaanpak staat op de rails, maar de uitvoering moet beter. Deze hoofdconclusie trekt het college van burgemeester en wethouders uit de onderzoeksresultaten aan het einde van de proefperiode van de Wijkaanpak in Uitvoering. Het college wil doorgaan met de Wijkaanpak in Uitvoering maar wel in een andere vorm.

De wijkraden, de wijkwethouder en de wijkraadpleging gaan na de proefperiode door, maar het college wil een aantal wijzigingen zoals de positie van de wijkraden verhelderen, de wijkraden hun eigen agenda laten bepalen en de wijkraadpleging zien als een instrument voor de wijkraden. Het college geeft de wijkraden ook de ruimte zelf te bepalen in hoeverre zij een rol willen spelen bij het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners in de wijk.

Het college vindt dat het verschil tussen gevraagd en ongevraagd advies moet worden geschrapt uit de spelregels. Wijkraden moeten zelf kunnen beslissen over welke onderwerpen zij willen adviseren. Het college komt hiermee tegemoet aan de kritiek van de wijkraden dat zij nu nog teveel de gemeentelijke werkprocessen in worden gezogen en dat hun agenda teveel bepaald wordt door de adviezen die het college aan hen vraagt. Het college wil dat de wijkraden vroegtijdig bij beleidsontwikkeling worden betrokken. Ook moet binnen de bestaande budgetten van de gemeente ruimte komen om snel in te kunnen spelen op de vraag uit de wijken.

Verder stelt het college de gemeenteraad voor om een werkgroep in te stellen die een voorstel doet voor gewenste aanpassingen in het raadswerk. Daarna komt het al dan niet opheffen van de tien raadscommissies voor de wijken aan de orde. Veel gemeenteraadsleden blijken niet goed uit de voeten te kunnen met de tien raadscommissies voor de wijken, maar vinden wel dat de gemeenteraad zichtbaar en aanspreekbaar moet zijn in de wijken.

De wijkaanpak blijft één van de belangrijke pijlers van het collegeprogramma. Het doel ervan is het bestuur dichter bij de bewoners te brengen en bewoners meer invloed te geven op het gemeentebeleid. Het college gaat de komende jaren extra inspanningen leveren om de voorwaarden voor het functioneren van de wijkraden te verbeteren. De gemeentelijke organisatie moet beter worden ingericht op de vragen uit de wijken. Het college gaat hier nog nadrukkelijker naar handelen en nog actiever uitdragen naar de ambtelijke organisatie.

Het college baseert zich op het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut en de afdeling Bestuursinformatie van de gemeente Utrecht. Zij hebben gedurende de proefperiode diverse evaluaties uitgevoerd. Onlangs kwam hun eindonderzoek gereed. Daaruit blijkt dat Utrecht tien actieve en betrokken wijkraden heeft, die veelvuldig adviezen uitbrengen aan het college. De wijkraden zijn overwegend positief over de resultaten van de wijkraadplegingen, waarmee zij hun adviezen legitimeren. Het functioneren van de wijkraden voldoet echter nog niet aan hun eigen verwachtingen. De gemeentelijke organisatie als geheel is nog niet voldoende toegerust om wijk- en vraaggericht te werken. De wijkraden willen meer ruimte om onderwerpen te behandelen die zij zelf belangrijk vinden en zij vinden hun positie, onder meer ten opzichte van de bestaande bewonersorganisaties, nog onvoldoende duidelijk.

Wijkraden, raadsleden en ambtenaren zijn overwegend positief over de wijkwethouders en hun wijkspreekuren. Wel vinden vrijwel alle wijkraden dat de afstemming tussen de wijkwethouder en de gemeenteraadsleden moet verbeteren. Ook zien zij verschillen in het optreden van de wijkwethouders.

De start van de wijkraden verliep in 2002 niet zo snel als verwacht. Eind 2002 ging de laatste wijkraad van start. Dit betekent dat de wijkraden nu tenminste een jaar draaien. De onderzoekers achten deze tijd te kort om een goed oordeel te vellen over de concrete resultaten en effecten van de wijkaanpak maar de gemeenteraad had aangedrongen op een evaluatie eind dit jaar. Het college heeft ook besloten in het najaar van 2005 opnieuw de effecten van de wijkaanpak te evalueren. Bij dit onderzoek zullen wijkorganisaties, wijkbewoners, wijkraden en gemeenteraad weer worden betrokken.

Naar verwachting zal de gemeenteraad de voorstellen van het college begin januari 2004 in de raadscommissie Bestuur & Veiligheid bespreken, waarna in februari de gemeenteraad een besluit neemt over het vervolg van de wijkaanpak.

Noot voor de media:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Regie Bouma, bestuurscommunicatie, (030) 286 11 55.

Utrecht, 9 december 2003