Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
IZ. 2003.2217
datum
09-12-2003

onderwerp
Landbouw- en Visserijraad Brussel, 17 november 2003- Verslag TRC 2003/9611

bijlagen

---

Geachte Voorzitter,

Op 17 november jongstleden vond in Brussel een vergadering plaats van de ministers van Landbouw en Visserij van de Europese Unie. Hierbij doe ik u verslag van deze Landbouw- en Visserijraad.

Wat de landbouwpunten betreft heeft de Raad onder meer een oriënterend debat gevoerd over de Mededeling van de Commissie over de hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen voor olijfolie, tabak, katoen en suiker. Wat suiker betreft bleek zich uit de eerste reacties nog geen eenduidige richting af te tekenen voor de hervorming van de sector. Bij de drie zogenaamde mediterrane producten tekende zich een duidelijke tweedeling af tussen de producerende en niet-producerende lidstaten. De Raad heeft ook gedebatteerd over het Commissievoorstel voor officiële controles van diervoeders en levensmiddelen. Verder heeft de Commissie de Raad geïnformeerd over de stand van zaken aangaande het voorstel tot vaststelling van een systeem voor identificatie en registratie van schapen en geiten. Denemarken en Nederland deden in een gezamenlijk initiatief een oproep aan de Commissie om op communautair niveau te komen tot een verbod op de import van honden- en kattenbont. Deze oproep kon rekenen op brede steun van de Raad. De Commissie ziet echter geen communautaire rechtsgrondslag voor een totaal importverbod van deze producten.

Op het gebied van vis heeft de Raad opnieuw gedebatteerd over de herstelplannen voor kabeljauw en heek, waarbij de Commissaris tevens een toelichting heeft gegeven op de adviezen voor TAC's en quota. Verder heeft de Raad zonder debat een politiek akkoord bereikt over de voorlopige toepassing van het gewijzigde vierde visserijprotocol met Groenland.

datum
09-12-2003

kenmerk
IZ. 2003.2217

bijlage

A-punten

De Raad heeft voor zover het landbouw en visserij aangaat, een zevental voorstellen van de Europese Commissie als zogenaamd A-punt, dat wil zeggen zonder discussie, aangenomen. Voor een overzicht van deze voorstellen wil ik verwijzen naar de bijlage.

TAC/Quota - Herstelmaatregelen kabeljauw en heek

De Raad heeft opnieuw gedebatteerd over de herstelplannen voor kabeljauw en heek, waarbij de Commissaris tevens een toelichting heeft gegeven op de adviezen voor TAC's en quota.

Commissaris Fischler heeft nogmaals de noodzaak en urgentie van besluitvorming over het structurele herstelplan voor kabeljauw benadrukt. Ik heb in het debat mijn steun uitgesproken voor de hoofdlijnen van de meerjarige TAC-strategie. Ook andere betrokken lidstaten steunen de uitgangspunten voor deze strategie. Ten aanzien van het inspanningsinstrument in de herstelstrategie is een meerderheid van de Raad van mening dat dit instrument nog verder uitwerking behoeft. Commissaris Fischler heeft in dit licht aangegeven dat hij een voorstel voor verlenging tot einde 2004 van het tijdelijke zeedagenregime (de zogenaamde Annex XVII) zal presenteren, waarin aanpassingen worden voorgesteld om betere naleving en handhaving te garanderen. Een meerderheid van de Raad reageerde positief op dit initiatief.

In relatie tot de TAC-adviezen gaf Commissaris Fischler aan dat de bestanden er in het algemeen slecht voorstaan (met uitzondering van enkele pelagische en schelpdierbestanden). De lijst van bestanden met een hersteladvies is nog langer geworden, dit maakt de adoptie van herstelplannen nog meer noodzakelijk, aldus de Commissaris, die instemt met de door ICES op de voorgrond geplaatste gemengde benadering van de visserij. Vanuit de Raad is in het algemeen afwachtend gereageerd, in afwachting van de concrete TAC-voorstellen van de Commissie. In het debat heb ik gewezen op de ernst van het advies voor Noordzee schol. Ik heb daarbij aangegeven grote prioriteit te willen geven aan meer selectieve visserij en terugdringing van de discards.

De Commissaris gaf tenslotte aan oog te hebben voor de problemen met adviezen voor de gemengde visserij, maar toch de adviezen in hoge mate te willen volgen en door te laten klinken in de TAC-voorstellen die begin december door de Commissie zullen worden gepresenteerd.

Visserijovereenkomst Groenland

De Raad heeft zonder debat een politiek akkoord bereikt over de voorlopige toepassing van het gewijzigde vierde visserijprotocol met Groenland.

Officiële controles van diervoeders en levensmiddelen

Het debat in de Raad over het Commissievoorstel voor officiële controles van diervoeders en levensmiddelen spitste zich toe op de twee belangrijkste knelpunten die een politiek akkoord in de weg staan, te weten de heffingen voor controles en de sancties.

Het Commissievoorstel bepaalt dat lidstaten voor officiële controles heffingen mogen innen, met uitzondering van importcontroles, waarvoor heffingen verplicht worden gesteld. Hiertegen bleek eerder echter al veel weerstand van de lidstaten.
Het voorzitterschap heeft nu voorgesteld dat heffingen verplicht blijven voor de veterinaire controles. Voor de overige controles zouden de lidstaten volledig vrij zijn al dan niet heffingen te innen. Commissaris Byrne lichtte toe dat eerdere voorstellen om te komen tot harmonisatie van heffingen niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Deze ervaring heeft de Commissaris ertoe doen besluiten dat het beter is om dit probleem op te lossen op nationaal niveau in plaats van communautair niveau. Echter, indien de Raad van mening is dat een communautaire oplossing wenselijker is, dan is de Commissie bereid hieraan mee te werken.

Het merendeel van de lidstaten gaf aan dit voorzitterschapcompromis op hoofdlijnen te kunnen steunen. Ik heb mijn sympathie uitgesproken voor de gedachte een onderscheid aan te brengen tussen verplichte en niet-verplichte vergoedingen. Daarbij heb ik me echter wel op het standpunt gesteld dat verplichte heffingen zouden moeten gelden voor alle verplichte controles, dus ook de controles op levensmiddelen die voorkomen op de lijst met risicoproducten. Bovendien zouden er in het belang van de harmonisatie minimumtarieven moeten worden ingesteld, waarin bepaalde kostenposten verplicht zijn doorberekend. Daarnaast zou het voor de lidstaten mogelijk moeten zijn om volledige kostendekkende vergoedingen te innen.

Verder bepaalt het Commissievoorstel dat lidstaten strafrechtelijke sancties moeten opleggen voor bepaalde ernstige overtredingen van de levensmiddelenwetgeving. Commissaris Byrne zei de strafrechtelijke handhaving als een essentieel onderdeel van het voorstel te zien. Daarentegen waren de lidstaten, waaronder ook Nederland, het vrijwel unaniem eens dat het aan de lidstaten zelf is om te bepalen hoe de verschillende onderdelen van het voorstel nationaal gesanctioneerd worden. Ik heb daarbij benadrukt dat de lidstaten de vrije keus zouden moeten hebben om, met inachtneming van de eerste pijler, evenredige, doeltreffende en afschrikwekkende sancties op te leggen.

Het voorzitterschap zei te hopen in afwachting van het advies van het Europees Parlement snel een politiek akkoord over dit voorstel te bereiken.

Identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten

Het voorzitterschap zei het voorstel voor een verordening tot vaststelling van een systeem voor identificatie en registratie van schapen en geiten zo spoedig mogelijk te willen afronden, zodra het advies van het Europees Parlement binnen is.

Commissaris Byrne onderstreepte het belang van individuele identificatie en de registratie voor de beheersing van dierziekten. Hij zei zich bewust te zijn van het zeer ambitieuze tijdstraject - invoering per 1 juni 2006 - maar hieraan onverkort vast te willen houden.

Er heeft geen debat plaatsgevonden.

Hervorming van de sectoren suiker, tabak, olijfolie en katoen

In twee rondes heeft de Raad een oriënterend debat gevoerd over de Mededeling van de Commissie over de hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen voor olijfolie, tabak, katoen en suiker.

Suiker
De Raad voerde een eerste debat over de door de Commissie gepresenteerde drie beleidsopties voor de hervorming van de suikersector. Commissaris Fischler gaf in zijn inleiding aan dat met name als gevolg van de internationale druk een hervorming onvermijdelijk is. Hij pleitte ervoor de besluitvorming niet onnodig uit te stellen. Indien nu op Europees niveau besluitvormend wordt opgetreden dan is er een grotere marge bij de onderhandelingen in internationaal verband. Bovendien loopt de huidige regeling af in 2006 dus er kan niet te lang worden getalmd gelet op de langetermijnplanningen die in deze sector gebruikelijk zijn, aldus de Commissaris.

Een groot aantal lidstaten zei nog geen definitief standpunt te hebben ingenomen. Uit de eerste reacties bleek zich dan ook nog geen eenduidige richting af te tekenen voor de hervorming van de sector. Eén lidstaat gaf aan de voorkeur te hebben voor een volledige liberalisering van de suikermarkt (optie 3). Een aantal lidstaten lijkt net als Nederland te opteren voor de tweede optie - verlaging van de interne prijs in twee fasen. Weer andere lidstaten stellen zich zeer behoudend op en verkiezen handhaving van het huidige regime (optie 1).
Ook over het tijdspad voor besluitvorming zijn de visies verdeeld. Een aantal lidstaten heeft aangegeven geen overhaast besluit te willen nemen en eerst de uitkomsten van de Doha Ontwikkelingsronde en het WTO-suikerpanel te willen afwachten.

Ik heb de noodzaak van een hervorming van het 30 jaar oude beleid onderstreept. Dit omdat met de jaren een steeds hogere grensbescherming nodig is gebleken om de import van suiker af te remmen. Ook neemt de invoer met preferentiële regelingen toe. Om het hoofd te bieden aan deze ontwikkelingen zijn er maar twee mogelijkheden: ofwel de quota verlagen ofwel de extra import met behulp van exportsteun weer exporteren.

Beide wegen zijn op termijn echter onhoudbaar en niet gewenst, zo heb ik gesteld.
Voorts heb ik de randvoorwaarden toegelicht waaraan toekomstig beleid volgens Nederland zou moeten voldoen. Ten eerste moet het beleid minder handelsverstorend zijn. Dit vraagt om een forse verlaging van de interne marktprijs. Deze prijsverlaging moet gepaard gaan met een herstructurering van de sector om zich voor te bereiden op meer concurrentie. Dit zou gestimuleerd kunnen worden door de quota verhandelbaar te maken. De toekomst vraagt om verdere specialisatie, schaalvergroting en productie daar waar het het economisch het beste kan. Producenten zouden voor deze ingrijpende gevolgen deels gecompenseerd moeten worden. Tenslotte moeten de internationale baten van de hervorming vooral ten goede komen aan de armste ontwikkelingslanden. Ik heb daarbij aangegeven dat ook in de ACS-landen sprake moet zijn van een heroriëntatie van de productie en dat de EU daarvoor ook een financiële verantwoordelijkheid heeft. Deze landen hebben zich immers jarenlang gericht op het beleid zoals dit tot nu gevoerd werd in de EU. Vanuit dit perspectief vallen de opties 1 en 3 af, zo heb ik geconcludeerd.

Tabak, olijfolie en katoen
Ook over tabak werd door de Raad voor het eerst gesproken. Hierbij tekende zich een duidelijke tweedeling af tussen producerende en niet-producerende lidstaten. De producerende lidstaten zijn tegen de voorgestelde volledige ontkoppeling van de steun in drie jaar. Ze trekken niet in twijfel dat een hervorming aan moet sluiten bij de principes van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zoals overeengekomen in juni 2003 in Luxemburg. Maar zo stellen zij, dit akkoord biedt de mogelijkheid voor gedeeltelijke ontkoppeling en die willen ze voor de tabakssector ook. Dit vanwege de negatieve sociale en economische gevolgen in de productiegebieden. Verder zijn ze van mening dat de dubbele overdracht naar de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid niet rechtvaardig is. Enerzijds wordt - conform het Akkoord van Luxemburg - via modulatie bijgedragen. Anderzijds stelt de Commissie nu voor om een deel van de huidige steun in te zetten ten behoeve van herstructurering van de sector. Ten slotte zijn deze lidstaten niet overtuigd van het positieve effect van de hervorming op de volksgezondheid. De import van rookwaren uit derde landen zal immers alleen maar toenemen.
De meeste niet-producerende lidstaten daarentegen zeiden het Commissievoorstel ten algemene te kunnen steunen.

Over het Commissievoorstel voor de hervorming van katoensector bleken de meningsverschillen eveneens langs de scheidslijn producerende en niet-producerende lidstaten te lopen. In dat opzicht waren de meningen niet veranderd ten opzichte van de eerste discussie over katoen in de Raad van 13 oktober. Ik zou in dit verband willen verwijzen naar mijn brief van 31 oktober jl. met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad (Vergaderjaar 2003-2004, 21 501-32, nr. 49, TK).

Ik heb gezegd de Commissievoorstellen te steunen, omdat ze aansluiten bij de systematiek van de hervorming van het GLB. Specifiek ten aanzien van katoen heb ik opgemerkt dat Nederland graag een aanpassing zou zien in de richting van volledige ontkoppeling.

Dit zou de internationale kritiek op het beleid - met name van de Afrikaanse landen - verminderen. Tevens zou het een positief signaal afgeven richting de WTO. Over olijfolie heb ik in het bijzonder opgemerkt dat er in verhouding veel naar deze sector gaat, zeker gezien het gegeven dat de EU als grootste producent van olijfolie ter wereld nauwelijks concurrentie kent.

Commissaris Fischler zei op korte termijn met concrete wetgevingsvoorstellen te zullen komen voor wat betreft tabak, olijfolie en katoen. Deze voorstellen zijn inderdaad op 19 november jl. door het College van Commissarissen goedgekeurd en bekendgemaakt.

Diversen

Honden- en kattenbont
In een gezamenlijk initiatief deden Denemarken en Nederland een oproep aan de Commissie om op communautair niveau te komen tot een verbod op de import van honden- en kattenbont. Het initiatief werd door vrijwel alle lidstaten ondersteund. Hoewel ook Commissaris Byrne zijn sympathie uitsprak, zei hij tegelijkertijd geen communautaire rechtsgrondslag te zien voor een importverbod. De Commissaris heeft echter wel toegezegd daar waar mogelijk en opportuun de kwestie op internationaal niveau aan de orde te stellen.

Truffelteelt
Frankrijk, gesteund door Italië en Spanje, vroeg aandacht voor de stimulering van de truffelteelt in de EU. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering, het herstel van de truffelgaarden en het definiëren van communautaire standaarden, zouden hieraan een bijdrage kunnen leveren. Frankrijk gaf hierbij aan mogelijkheden te zien via de programma's voor plattelandsontwikkeling.

De Commissie heeft aangegeven initiatieven te zullen nemen om internationale normen uit te werken. Verder is de Commissie echter van mening dat de kaderverordening Plattelandsontwikkeling en de Gemeenschappelijke Marktordening voor Groente en fruit voldoende ruimte bieden.

Verlaging braakleggingspercentage verkoopseizoen 2004/2005 In het kader van Agenda 2000 is bepaald dat producenten 10 procent van hun bouwland braak moeten leggen om in aanmerking te komen voor de areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen. Dit om een evenwicht te bereiken tussen de communautaire productie en de te verwachten afzetmogelijkheden.

De Commissie presenteerde de Raad een voorstel om voor het verkoopseizoen 2004/2005 het braakleggingspercentage eenmalig te verlagen tot 5 procent. Dit om de voorraden weer op peil te brengen. In het verkoopseizoen 2003/2004 is de productie van granen in de EU-15 zeer laag als gevolg van ernstige droogte in de belangrijkste productiegebieden van de Unie, 183,6 mln ton in vergelijking tot 209 mln ton in 2002/2003.

Hierdoor zullen de eindvoorraden voor het lopende seizoen zeer laag uitvallen. Een normale oogst in 2004 bij 10 procent braaklegging zal naar verwachting geen belangrijk herstel van de voorraden teweeg brengen. Een slechte oogst zou de interne markt zelfs aan ernstige risico's kunnen blootstellen. Een positief signaal van de Raad zou de bestaande onrust in de sector enigszins wegnemen, aldus lichtte de Commissaris het voorstel toe.

Het Commissievoorstel is in eerste reactie welwillend door de Raad ontvangen. Het is dan ook de verwachting dat de Raad het voorstel in december aan zal kunnen nemen. Daarom zal het Europees Parlement, dat adviesrecht in deze heeft, gevraagd worden om versneld met een advies te komen.

Situatie op de rijstmarkt en reglementering van de hervorming van het GLB
De Portugese minister sprak zijn bezorgdheid uit over de verminderde activiteiten op de rijstmarkt. Portugal wijt dit aan de onduidelijkheid die bestaat over de implementatie van de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en wil gegarandeerde toegang tot de interventievoorraden voor alle producenten.

Commissaris Fischler zei geen signalen te hebben ontvangen over serieuze marktverstoring. Hij zegde toe de situatie in de gaten te zullen houden en indien nodig via het Beheerscomité maatregelen te zullen nemen. Ten slotte kondigde de Commissaris aan begin 2004 een ontwerp-Verordening te zullen presenteren inzake aankoop en interventie.

Situatie op de graanmarkt
Spanje vroeg aandacht voor de problemen in de Spaanse veevoedersector als gevolg van de droogte van de afgelopen zomer. Hierdoor zijn de prijzen opgelopen. Om dit probleem op te lossen stelt Spanje voor de aanwezige voorraden in noordelijke lidstaten, en met name Duitsland, naar Spanje te transporteren. Een subsidiëring van de transportkosten zou dan stimulerend kunnen werken.

Commissaris Fischler deelde de analyse van Spanje dat de voederprijzen hoog zijn, maar ontkende dat er een aanzienlijk prijsverschil zou zijn tussen Duitsland en Spanje. Hij zei dan ook niet bereid te zijn een transportsubsidie te overwegen.
Wel zal de Commissie doorgaan met het genereus in de markt plaatsen van hoeveelheden gerst, rogge en graan uit de interventievoorraden om de markt te ontspannen.

Salzburg Conferentie Plattelandsbeleid
Commissaris Fischler informeerde de Raad kort over de conferentie in Salzburg over de toekomst van het plattelandsbeleid. De Commissaris noemde de conferentie succesvol. Op basis van de uitkomsten van de conferentie zal een eerste balans opgemaakt worden over hoe en waar het huidige beleid verbeterd kan worden. Dit als voorbereiding voor de nieuwe kaderverordening Plattelandsontwikkeling, die in 2007 zijn beslag moet krijgen.

Interventievoorraden in toetredende lidstaten
De Slowaakse minister bracht de recent aangenomen Commissieverordening 1972/2003 ten aanzien van interventievoorraden onder de aandacht van de Raad. Deze commissieverordening heeft tot doel om speculatie middels interventievoorraden tegen te gaan gelet op het verschil in douanetarieven dat ontstaat door de toetreding van de kandidaat-lidstaten op 1 mei 2004. De minister verzocht de Commissie deze wetgeving opnieuw onder de loep te nemen gelet op de onuitvoerbaarheid ervan. Het Slowaakse verzoek werd breed gesteund door de andere toetredende lidstaten.

Ik heb daarop aangegeven dat de lijn en de logica van de Commissie helder zijn, maar dat Nederland van zijn kant bereid is enige flexibiliteit te tonen en te kijken waar de administratieve last enigszins verlicht zou kunnen worden. Hierin werd ik gesteund door een drietal andere lidstaten. Ook Commissaris Fischler sprak vervolgens zijn bereidheid uit om bilateraal met de kandidaat-lidstaten deze kwestie te bespreken en te zoeken naar een oplossing.

Toekomstige werkzaamheden
De volgende zitting van de Landbouw- en Visserijraad zal plaatsvinden op 17 en 18 december 2003 te Brussel.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

datum
09-12-2003

kenmerk
IZ. 2003.2217

bijlage

Lijst van aangenomen A-punten :

1. Conclusies van de Raad inzake de dringendheid van de ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw door de lidstaten
doc. 14340/03 AGRI 334 FAO 32
2. Aanneming van het besluit van de Raad inzake toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Commissie van de Codex Alimentarius doc. 13089/03 CODEX 40 + COR 1 (es); 13073/03 CODEX 39 OC 632+ ADD 1 + ADD 2
3. Aanneming van het besluit van de Raad inzake het standpunt van de Gemeenschap met betrekking tot de wijziging van aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten
doc. 13340/03 AGRILEG 240 OC 623; 13567/03 AGRILEG 243 OC 638 4. Aanneming van de verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (WB + V)
doc. 14070/03 AGRIORG 65 OC 672; 14087/03 AGRIORG 67 OC 673 + ADD
---
5. Aanneming van de verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening nr. 79/65/EEG tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap (WB)
doc. 13858/03 AGRI 318 ; 14607/03 AGRI 342 OC 701 6. Aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 96/16/EG van de Raad betreffende statistische enquêtes inzake melk en zuivelproducten (WB) doc. PE-CONS 3663/03 AGRI 271 AGRIORG 48 CODEC 1151 OC 565 14614/03 STATIS 13 AGRI 343 AGRIORG 70 CODEC 1562 OC 70 goedgekeurd door het Speciaal Comité Landbouw op 27.10.03

7. Aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (WB) doc. PE-CONS 3664/03 AGRI 272 AGRIFIN 103 CODEC 1152 OC 566 + COR 1 (fr,en,sv)
14605/03 STATIS 12 AGRI 341 AGRIFIN 140 CODEC 1561 OC 702

up Reageren
Homepage

---