Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
W&I/SIU/2003/94230
Onderwerp Datum
Opdrachtverlening deskundigenoordeel 9 december 2003
huisvestingskosten UWV
Met mijn brief van 31 oktober 2003 heb ik u geïnformeerd over de bevindingen van het
nader onderzoek naar de huisvestingskosten van UWV (zie Kamerstukken II nr. 26448,
2003/2004, nr. 93). In genoemde brief schrijf ik dat ik, alvorens mijn eigen oordeel te
vormen over deze bevindingen, een deskundigenoordeel zal vragen over de volledigheid en
juistheid van de huisvestingskosten en de niet-gebouwgebonden inrichtingskosten als
onderdeel van de totale uitvoeringskosten van UWV. Aan dit deskundigenoordeel zijn
tijdens het Algemeen Overleg van 12 november j.l. met de Vaste Commissie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid nadere eisen gesteld.
Voor het genoemde deskundigenoordeel heb ik de heer W. Meijer als opdrachtnemer
ingehuurd. Overeenkomstig mijn toezegging informeer ik u hierbij tevens over de inhoud
van de aan hem verleende opdracht.
Als doel van de opdracht is gesteld te komen tot een deskundigenoordeel over de juistheid
en volledigheid van de huisvestingskosten en de niet-gebouwgebonden inrichtingskosten
van het hoofdkantoor van UWV. Het deskundigenoordeel dient zich tevens uit te strekken
over de kosten van specifieke diensten ten behoeve van de Raad van Bestuur UWV. Het
deskundigenoordeel dient mij in staat te stellen tot een oordeel te komen. Het
deskundigenoordeel dient daartoe boven elke twijfel verheven te zijn.
Voor de onderbouwing van het deskundigenoordeel is het noodzakelijk dat de betrokken
cijfers over de door UWV gepleegde huisvestingsinvesteringen gevalideerd zijn, en dat
eventuele afwijkingen ten opzichte van eerdere rapportages aan het parlement verklaard
worden. Verder is het noodzakelijk dat de in het deskundigenoordeel gepresenteerde
cijfers - binnen het geheel van de uitvoeringskosten - alle door UWV gedane uitgaven in
verband met huisvestingsinvesteringen voor het nieuwe hoofdkantoor omvatten en dat deze
aan de juiste kostenposten en gebouwelementen zijn toebedeeld. De wijze van presenteren
---
dient aan te sluiten bij de eerdere rapportages van SZW aan de Tweede Kamer over dit
onderwerp.
Deze eisen vormen belangrijke kaders voor de opdracht die de heer Meijer uitvoert.
Hetzelfde geldt voor mijn eerdere toezeggingen met betrekking tot dit onderzoek, zoals
gedaan in het Algemeen Overleg van 12 november. In dat overleg heb ik toegezegd in ieder
geval de volgende aspecten mee te nemen:
- de BTW-kwestie en de vergelijkbaarheid hiervan met andere instanties;
- het toeschrijven van inrichtingskosten aan andere onderdelen;
- de kosten voor het restaurant;
- de kosten voor audiovisuele middelen;
- de toedeling van de `boardroom' op de 12e etage;
- de effectiviteit van het ruimtegebruik in het gebouw;
- de componenten waaruit de huur van het Metropolitan-gebouw ( 241 per m²) is
opgebouwd, de vraag of deze huur dezelfde als door Lisv werd betaald en de vraag of
UWV ook indirect eigenaar is van dit gebouw;
- de kosten van specifieke diensten t.b.v. de Raad van Bestuur (brief aan de Tweede
Kamer van 14 november 2003; W&I/SIU/2003/87691).
De heer Meijer zal zijn deskundigenoordeel mede baseren op expertise van (forensische)
accountants. De heer Meijer ziet er op toe dat de in te schakelen deskundigen geen
persoonlijke of zakelijke banden hebben met UWV of met het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid.
Ik heb het UWV schriftelijk verzocht de heer Meijer alle medewerking te verlenen die
noodzakelijk is in verband met het onderzoek. Naast UWV zijn in eerdere fasen van het
onderzoeksproject diverse actoren betrokken geweest. Het staat de heer Meijer vrij om met
deze en andere relevante actoren contact op te nemen. Voorzover formele medewerking
gewenst is zal dit namens mij gevraagd worden. De heer Meijer heeft laten weten dat hij in
de startfase van het onderzoek ook een aantal Kamerleden zal benaderen.
Volgens afspraak wordt u uiterlijk 1 februari 2004 geïnformeerd over de uitkomsten van het
deskundigenoordeel naar de huisvestingskosten van UWV en mijn oordeel hierover. Om deze
toezegging gestand te kunnen doen dien ik uiterlijk 20 januari 2004 over het deskundigenoordeel
te kunnen beschikken. Ik heb de heer Meijer gevraagd mij onverwijld op de hoogte te stellen als
het halen van de gestelde termijn op enig moment onverhoopt in gevaar zou dreigen te komen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)