College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nieuws en publicaties

---

Actueel

29 December 2003

Derde-generatiepil en trombose: de studie van de registratiehouders

Recent is in de media aandacht besteed aan een studie die in opdracht van het Europese geneesmiddelenagentschap EMEA is uitgevoerd door Organon, Schering en Wyeth. Het College wil enkele achtergronden geven.
Dit onderzoek betreft een studie bij een groot aantal vrouwen naar de invloed van het gebruik van de tweede- en derde-generatie anticonceptiepil op een aantal bloedstollingsfactoren. De aanleiding voor het laten uitvoeren van de studie was het onderzoek dat de CPMP, het wetenschappelijk comité van de EMEA, deed in de periode 1995-2001 naar het risico op trombose bij gebruik van de derde-generatie anticonceptiepil. In de berichten, met name door de verslaggeving in het programma Argos, wordt gesteld dat Organon een ontoelaatbare invloed heeft gehad op de resultaten van deze studie. Het CBG wijst er echter op dat de publicatie die aanleiding vormde tot de media-aandacht een publicatie uit 2003 betreft, en niet het onderzoeksrapport dat is gebruikt tijdens de oordeelvorming door de CPMP. Veel van de ontstane aandacht is gebaseerd op de conclusie zoals verwoord in het genoemde artikel¹. Het staat geheel los van de wetenschappelijke discussie in de CPMP en de conclusies die toen getrokken zijn.

Trombose is een zeldzame bijwerking van alle soorten orale anticonceptiva, met name tijdens het eerste jaar van gebruik. Halverwege de jaren '90 suggereerde een aantal epidemiologische studies een verhoogd risico op trombose bij gebruik van de derde-generatie anticonceptiepil ten opzichte van de tweede-generatiepil. Naar aanleiding daarvan heeft de CPMP een beoordeling uitgevoerd van de aard en omvang van dit probleem. Op basis van de epidemiologische onderzoeken heeft de CPMP de conclusie getrokken dat er een verhoogd risico op trombose is bij gebruiksters van derde-generatiepil ten opzichte van tweede generatiepil. Een biologische verklaring was echter niet voor handen. De CPMP gaf daarom in juli 1996 de registratiehouders van de derde-generatiepil de opdracht om aanvullend klinisch onderzoek uit te voeren.

In 2000 ontving de CPMP het onderzoeksrapport met de gegevens van het onderzoek. De CPMP heeft dit rapport uitvoerig bestudeerd. De gegevens in dit rapport vormen naar het oordeel van de CPMP een ondersteuning van het eerder uit epidemiologisch onderzoek aangetoonde verschil in trombose risico tussen de tweede- en de derde-generatie anticonceptiepil. Naar aanleiding van de conclusies van de CPMP is de productinformatie van orale contraceptiva aangepast.

De studie is geheel uitgevoerd volgens de daarvoor in Europa geldende strenge normen. De studie vormde een onderdeel van het totaalpakket aan informatie dat door de CPMP is gebruikt bij de beoordeling van het verhoogde risico op trombose van de derde-generatie anticonceptiepil ten opzichte van de tweede-generatiepil. De publicatie die in 2003 is verschenen1 betreft een wetenschappelijke publicatie van de "Oral contraceptives and hemostasis group". Er is in de publicatie duidelijk vermeld dat de studie door Organon werd gesponsord. De conclusies die in de publicatie worden getrokken, zijn voor rekening van de auteur(s). Hoewel dit artikel is gebaseerd op de resultaten van de studie die in opdracht van de EMEA is uitgevoerd, heeft het wetenschappelijk comité van de CPMP geen enkele betrokkenheid bij de totstandkoming van het artikel gehad noch bij de in dit artikel getrokken conclusies.

¹ Gepubliceerd in Contraception 67 (2003):173-185