Centrale Raad van Beroep Utrecht



Benadelingshandeling Ziektewet en de op te leggen maatregel
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 5-01-2004

De schending van het bepaalde in artikel 45, eerste lid onder j Ziektewet (ZW) heeft betrekking op een benadelingshandeling. De benadelingshandeling, inhoudende dat betrokkene tegen zijn werkgever geen vordering heeft ingesteld terzake van het hem gegeven ontslag, ziet op situaties waarin de werknemer zijn recht op loon prijsgeeft op het moment dat de arbeidsongeschiktheid is ingetreden. De wetsgeschiedenis geeft geen aanleiding voor een ruime uitleg. In casu was er op het moment van het ontslag op staande voet nog geen sprake van arbeidsongeschiktheid. De Raad acht hierin dan ook niet de grondslag aanwezig voor een benadelingshandeling als bedoeld in vorenbedoelde zin. Van een benadelingshandeling is in casu echter wel sprake. Betrokkene moest er als gevolg van zijn gedrag rekening mee houden dat dit voor zijn werkgever reden was voor ontslag op staande voet, in welk geval het risico van loonderving tijdens arbeidsongeschiktheid niet bij de werkgever, maar bij het wachtgeldfonds komt te liggen. In de bijlage van het Maatregelenbesluit is deze benadelingshandeling opgenomen in de vijfde categorie, ten derde.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AN9725

Zie het origineel