Socialistische Partij
Verenigd Links
Concept-programma SP voor de Europese verkiezingen van 10 juni 2004
Europese samenwerking ja,
Nederland opheffen nee
Nederland is geen eiland.
We zijn op talrijke manieren verbonden met en gebonden aan andere
mensen, andere landen en de wereldeconomie. Zonder die banden kunnen
wij niet bestaan.
Dat geldt vooral voor Europese landen. Veel van wat in Nederland
gebeurt, wordt beïnvloed door Europa; veel wat we hier doen,
beïnvloedt ontwikkelingen elders in Europa; veel van wat we hier
produceren, exporteren we naar Europa; veel van wat we hier gebruiken,
importeren we uit andere Europese landen. Ons land is een belangrijke
toegangspoort tot andere Europese landen en regio's; onze rivieren
zijn deel van Europese rivieren, zoals onze wegen en spoorwegen op de
Europese infrastructuur aansluiten; onze lucht is Europese lucht, die
zich aan nationale grenzen niets gelegen laat liggen. Historisch
hebben we ons ontwikkeld in en met Europa en onze toekomst ligt voor
een belangrijk deel in verdere samenwerking binnen Europa. Hoe
vreedzamer, veiliger, schoner en socialer Europa is, hoe beter dat
voor onze bevolking is. En hoe meer wij als Nederlanders bij kunnen
dragen aan de vrede, de veiligheid, een schoon milieu en het welzijn
binnen andere Europese landen, met des te meer vertrouwen kunnen wij
de toekomst tegemoet zien.
Europese samenwerking is nodig
Brede en voortgaande samenwerking met andere Europese landen ligt voor
de hand. De Europese geschiedenis telt tal van voorbeelden van
geslaagde samenwerking en wederzijdse beïnvloeding.
Europese samenwerking is ook van groot belang om te voorkomen dat
landen zich als eilanden gaan gedragen, zich afkeren van hun buren en
hun eigen gang gaan, of zich superieur gaan voelen en hun wil proberen
op te leggen aan andere landen en volken. Want ook spanningen,
conflicten en bloedige oorlogen komen frequent voor in de Europese
geschiedenis. Zulke drama's moeten in de toekomst voorkomen worden.
Samenwerken in ieders belang is vanuit dit perspectief veel beter dan
dat ieder land zijn eigen weg gaat en zijn eigen belang najaagt.
Streven naar een ongedeeld Europa
De Europese samenwerking heeft zich na de Tweede Wereldoorlog eerst
gescheiden voltrokken, in het Westen en in het Oosten. Na het einde
van de Koude Oorlog en het verdwijnen van het IJzeren Gordijn en de
Berlijnse Muur begint Europa steeds meer één continent te worden. De
meeste Europese landen zijn inmiddels toegetreden tot de Raad van
Europa en de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in
Europa. In 2004 wordt de Europese Unie, ooit een West-Europees
samenwerkingsverband van aanvankelijk 6 en later 15 landen, uitgebreid
met 10 nieuwe landen, zodat de Europese Unie zich binnenkort van
Portugal tot Letland en van Zweden tot Cyprus uit zal strekken. Steeds
meer Europese landen maken deel uit van de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie, samen met de Verenigde Staten van Amerika, Canada
en Turkije, terwijl Rusland als partner van de NAVO optreedt.
Europese samenwerking kán veel betekenen voor onze toekomst.
Samenwerking is een middel en geen doel, wat maakt dat samenwerking op
zich niet bepalend is voor de vraag hoe onze toekomst eruit zal zien.
Dat hangt in belangrijke mate af van de manier waarop de verschillende
samenwerkingsverbanden waar Nederland en andere landen deel van
uitmaken, zich ontwikkelen. Daarom is het zaak om kritisch te kijken
of we op alle vlakken in de goede richting bewegen en na te gaan of
het noodzakelijk is bij te sturen of zelfs echt van koers te
veranderen.
De ontwikkeling van de Raad van Europa en de OVSE is positief te
duiden. De verplichting van lidstaten om de democratie, de rechtstaat
en de mensenrechten te bevorderen en te beschermen, is van groot
belang voor de verdere democratisering van Europa. Natuurlijk is er
ook heel wat aan te merken op beide samenwerkingsverbanden: er wordt
te veel gepraat en te weinig gedaan wat betreft het bevorderen van de
rechtstaat, de democratie en de mensenrechten. Leden van de Raad van
Europa komen nog lang niet allemaal en in gelijke mate de
verdragsafspraken na en ook Nederland is op een aantal punten nalatig.
De Europese samenwerking heeft een belangrijke injectie gekregen door
de vorming van de Europese Economische Gemeenschap en daarna de
Europese Unie. Het slechten van overbodige grenzen en hindernissen is
een goede zaak. Helaas ontwikkelt de Europese Unie zich meer en meer
in de richting van een neoliberale Europese superstaat, waarbinnen de
grote landen en grote ondernemingen de dienst uitmaken. Niet de
belangen van de burgers binnen en buiten de Unie, maar de aspiratie om
het sterkste economische blok van de wereld te worden vormt het
belangrijkste motief van de EU-architecten. Tegelijkertijd geeft de
Europese Unie een hoge prioriteit aan de ontwikkeling van een
militaire poot, onder meer in de vorm van een snelle reactiemacht die
overal ter wereld inzetbaar is.
De NAVO breidt zich steeds verder uit terwijl haar ontstaansreden, de
Europese deling en de Koude Oorlog, verdwenen is. De `nieuwe' NAVO
heeft zichzelf inmiddels het recht toegekend om buiten het eigen
verdragsgebied offensieve operaties uit te voeren. In bepaalde
gevallen kan de NAVO op die basis meewerken aan het uitvoeren van
beleidsbeslissingen van de Verenigde Naties. Maar omdat de NAVO zich
niet aan de VN onderschikt, kunnen militaire operaties ook tot
conflicten met de VN en met niet NAVO-landen leiden. De huidige
Europese Unie kiest ervoor samen met de NAVO op te trekken, waardoor
de VS en Europa niet alleen de twee machtigste economieën ter wereld
maar ook de grootste militaire macht bezitten.
Geen nieuwe blokvorming maar mondiale samenwerking
Voorstanders van een steeds sterkere Europese Unie beweren dat het
opvoeren van de militaire capaciteit van de Unie ook nodig is om `de
Verenigde Staten van Europa' tot dé concurrent van de Verenigde Staten
van Amerika te maken. Hoewel er volop reden is om bezorgd te zijn over
de huidige Amerikaanse buitenlandse politiek, is er ook alle reden om
bezorgd te zijn over dit nieuwe blokdenken. Het recente verleden laat
zien dat een toenemende rivaliteit tussen machtsblokken
levensgevaarlijke gevolgen kan hebben. Een nieuwe `koude' oorlog,
waarbij blokken elkaar economisch proberen te overtroeven, heeft
gevolgen voor de hele wereld. Zulke blokken werken mondiaal aan
vergroting van hun invloedsferen, onder andere door hun militaire
capaciteit uit te breiden en conflicten aan te gaan en uit te vechten.
Een dergelijke ontwikkeling moet hoe dan ook voorkomen worden.
In plaats van te kiezen voor versterking van het blokdenken, is het
verstandiger om te investeren in internationale samenwerking op basis
van gelijkwaardigheid en wederzijds belang. Dit maakt het belangrijk
om een proces van sociale globalisering op gang te brengen, dat een
alternatief vormt voor het huidige globaliseringproces waarin het
recht van de sterkste prevaleert. Tussen landen en volken dienen
rechten en plichten evenwichtig gespreid te zijn.
Een verregaand hervormde en gedemocratiseerde Verenigde Naties behoort
een hoofdrol in dit veranderingsproces te spelen. Een toenemende
betrokkenheid van burgers bij mondiale instituties en ontwikkelingen
is daarbij van levensbelang. Samenwerkingsverbanden als de EU, de
NAVO, de Raad van Europa, de OVSE en de VN zijn te belangrijk om aan
regeringen, politici, militairen en ondernemingen te worden
overgelaten. Als burgers moeten we zelf bedenken welke ontwikkelingen
wij gewenst en ongewenst vinden en wat we eraan kunnen doen om onze
toekomst vorm te geven.
Samenwerken onder democratisch toezicht
Omdat de Europese Unie zoveel zeggenschap heeft gekregen over allerlei
belangrijke beleidsterreinen, is het belangrijk dat de Brusselse
besluitvorming goed gecontroleerd wordt. Daar mankeert het nu aan.
Ondoorzichtigheid en achterkamertjespolitiek zijn eerder regel dan
uitzondering. De macht van de Europese Commissie, de Europese Centrale
Bank en de Europese Raad moet worden verminderd, terwijl de
zeggenschap van het gekozen Europees Parlement juist moet worden
vergroot. Volksvertegenwoordigers kunnen namelijk door hun kiezers
naar huis worden gestuurd, terwijl de regeringsleiders en ministers
die achter de Europese schermen opereren veel moeilijker aan te pakken
zijn.
We moeten niet de illusie koesteren dat het Europees Parlement de
nationale parlementen kan vervangen. Zolang `Europese' burgers niet
bestaan, kan een `Europese' democratie niet uitgroeien tot een
volwaardig alternatief voor onze nationale democratie. In plaats van
daar op in te zetten, kunnen we ons beter sterk maken voor het
versterken van de democratie in ons eigen land. Als we dat niet doen
lopen we het risico dat de democratische en sociale rechten waarvoor
in Europa hard en lang gestreden is, steeds verder uitgehold worden.
De afgelopen twintig jaar kenmerken zich door een steeds snellere
overdracht van bevoegdheden door nationale overheden aan `Europa'. Nu
al is de meerderheid van de Nederlandse wetten gebaseerd op Europese
richtlijnen. Dat pakt soms goed, maar andere keren ook helemaal fout
uit. Europese samenwerking is absoluut nodig, maar dat is iets anders
dan een Europese Unie die onafhankelijke landen de les voorschrijft en
regels oplegt die tégen de wens van een meerderheid van de burgers
ingaan. De huidige pretenties van de Europese Unie zijn te groot en
daarom gevaarlijk. Steeds meer mensen verzetten zich dan ook terecht
tegen een `Verenigde Staten van Europa' dat van bovenaf opgelegd
wordt. Het is dan ook niet vreemd dat het wantrouwen in `Brussel' de
afgelopen jaren alleen maar groter geworden is.
Geen neoliberale Europese superstaat
Niet alleen het tempo, maar ook de richting waarin de Europese Unie
zich beweegt, is verkeerd. De Unie zoals die zich de afgelopen twintig
jaar ontwikkeld heeft, is er niet op de eerste plaats voor de burgers
maar voor Europese bedrijven die internationaal opereren. De voordelen
die de Europese schaalvergroting biedt, komen vooral die bedrijven ten
goede. Op democratisch en sociaal terrein worden door nationale
regeringen veel verslechteringen doorgevoerd met het argument dat `het
moet van Brussel'. Dat begon al in het begin van de jaren '90 toen de
ingrepen in de Nederlandse sociale zekerheid (onder andere WAO) op die
manier `verkocht' werden door de toenmalige regering. Ook de
uitverkoop van nutsbedrijven voor gas en elektriciteit worden door
Brussel gedicteerd. En zo zal het openstellen voor particuliere
investeerders van de gezondheidszorg, het onderwijs en de wetenschap
en het openbaar vervoer binnenkort waarschijnlijk gelegitimeerd worden
door te wijzen op de noodzaak om de internationale concurrentiepositie
van Europa te versterken.
Het onlangs stukgelopen onderhandelingsproces om tot een Europese
Grondwet te komen, is de meest recente, te snelle en ondoordachte stap
om een federatief Europa te vormen waarin ons land een kleine,
machteloze provincie wordt. Wanneer we de huidige trend niet weten te
stoppen, dreigt onze publieke sector in de nabije toekomst volledig
opengesteld te worden voor op winst gerichte bedrijven. Daarmee zou de
sociale tweedeling in heel Europa een feit zijn. Maar veel burgers
verzetten zich tegen een Europese Unie waarin de belangen van burgers
volstrekt ondergeschikt worden gemaakt aan die van grote bedrijven.
Eenzelfde weerstand bestaat er tegen het onderbrengen van ons
buitenlands beleid bij de Europese Unie en het integreren van ons
leger in een Europees leger, waar wij nauwelijks zeggenschap over
zullen hebben.
Als we die ontwikkelingen willen stoppen en Europa een andere en
betere kant op willen sturen, moeten we daar nú voor kiezen.
De SP in het Europees Parlement
De SP stelt zich tot taak om een heldere stem te geven aan al die
kritische burgers die internationale samenwerking als middel zien om
tot vrede, veiligheid en welvaart voor iedere wereldburger te komen.
Binnen het Europees Parlement geeft de SP tegengas tegenover diegenen
die streven naar een Europese superstaat waarbinnen burgers weinig te
zeggen hebben en grote landen en transnationale ondernemingen de
dienst uitmaken.
We doen dat onder het motto : Europese samenwerking ja, Nederland
opheffen nee.
Daarbij werken we binnen en buiten het parlement met iedereen samen
die er ook zo over denkt. We gebruiken onze aanwezigheid in het
parlement om de opvattingen en wensen te verwoorden van vakbonden,
consumentenorganisaties, milieuactivisten, internationale
solidariteits- en vredesbewegingen. We ondersteunen de strijd voor
meer democratie en sociale rechten en proberen slechte ontwikkelingen
af te remmen en te blokkeren. Natuurlijk zijn wij ons ervan bewust dat
onze invloed beperkt is. Dat maakt ons echter niet minder vastbesloten
om door te gaan. Hopelijk met meer steun van de Nederlandse kiezers
die onze eurokritische opstelling delen en zich herkennen in ons
streven naar vrede en sociale rechtvaardigheid.
Naar een beter Europa
Hierna geven we in ruim 50 voorstellen aan hoe een beter Europa er volgens
ons uitziet: een Europa, waarin doelmatig samengewerkt wordt ter
bescherming van democratische en sociale rechten, de publieke sector en
onze leefomgeving. En waarmee wereldwijde vrede en duurzame welvaart
centraal staan in plaats van kortzichtig eigenbelang.
---
Download het complete concept-programma (PDF, 200kB)
---
Zie het origineel