Politie Midden- en West Brabant

Goede resulaten 2003 voor politie Midden en West Brabant

Tilburg, 5 januari 2004

De resultaten van het korps Midden en West Brabant zijn verbeterd ten op zicht van het jaar daarvoor. Dat geldt voor opgehelderde misdrijven, aantal aangehouden verdachten, ingezonden dossiers en woning- en bedrijfsinbraken. Ook is een daling te zien bij het aantal misdrijven en opgenomen aangiftes. Dat maakte Korpschef Heeres bekend tijdens zijn nieuwjaarstoespraak op 5 januari.

Het aantal opgehelderde misdrijven steeg met 12% van 13336 in 2002 tot 14926 in 2003. Ook het aantal aangehouden verdachten dat naar het Openbaar Ministerie werd doorgestuurd, steeg ten opzichte van het jaar daarvoor met 13%. In 2002 was dit aantal 12873 en in 2003 14608. Tevens werden in 2003 18% meer dossiers ingezonden naar het Openbaar Ministerie dan in het jaar daarvoor. Ook is in de regio ten opzichte van 2002 een daling te zien van het aantal woninginbraken van 9% en een daling van 12% bij de bedrijfsinbraken.
In 2003 was er in de regio 12 keer sprake van moord- en doodstrafzaken, waarbij 13 slachtoffers vielen. 9 zaken werden opgelost, 3 zaken zijn nog in onderzoek.

Korpschef Heeres benadrukte in zijn toespraak dat veiligheid niet alleen een zaak van de politie is. Wanneer er problemen zijn waar de burger geen raad mee weet, dan komt de politie vaak als eerste in beeld. De essentie hierbij is dat de politie niet handen te kort komt maar dat er te weinig andere handen beschikbaar zijn. Heeres wil zich bezig houden met echte politiezorg. Als politie moeten we duidelijk maken wat we wel en niet doen.

Verder kondigde de korpschef aan dat de politie Midden en West Brabant in 2004 een permanent klantentevredenheidsonderzoek gaat houden onder haar inwoners. Het korps wil graag weten hoe de burger denkt over de dienstverlening van de politie. Naast dit
klantentevredenheidsonderzoek onderneemt de politie al een aantal activiteiten richting haar inwoners, zoals een cursus voor burgers, digitale aangifte en een publiekskrant.

Bron: Enny de Wit