NVM

NVM AOG, in 2004 lijkt stabilisering van grondprijzen in zicht

Aan: de economische redacties en vakpers

Van: NVM Agrarisch Onroerend Goed

Datum: Nieuwegein, 6 januari 2004

NVM AOG, in 2004 lijkt stabilisering van grondprijzen in zicht Pleidooi voor meer mogelijkheden functiewijziging complete agrarische bedrijven

Nadat de prijzen in het eerste halfjaar 2003 nog verder waren gedaald, is deze in de tweede helft van het jaar iets opgekrabbeld. In het eerste halfjaar bedroeg de gemiddelde grondprijs 27.340 euro per hectare, aan het eind van het jaar 29.169 euro. Eind 2002 bedroeg de gemiddelde grondprijs nog 33.724 euro. Dat wil zeggen dat de prijs ten opzichte van het jaar ervoor met totaal 13% is gedaald. Volgens NVM Agrarisch Onroerend Goed lijkt het erop dat de stabilisatie van de grondprijzen van de courante percelen in zicht is, waarbij de regionale verschillen opvallend zijn.

Vooral de prijs van grasland is hard achteruitgegaan: bijna 10.000 euro per hectare (27%). Daarbij vergeleken is de prijs van bouwland maar licht gedaald (3%) met ongeveer 1.000 euro. Er zijn echter, net als op de woningmarkt, sterk regionale verschillen. Factoren als kwaliteit en ligging spelen een steeds grotere rol bij de verkoop van grond. Voor courante gronden wordt nog altijd redelijk betaald, incourante gronden gaan daarentegen moeilijk van de hand. Het gevoel op de markt dat DLG weg was en dat daarom de prijzen zijn gedaald, wordt door DLG niet onderschreven. De algemene economische ontwikkelingen, dus de situatie op de woningmarkt en de dalende economie, zijn volgens de vertegenwoordigers van deze dienst veel dominanter. Dus het opheffen van de biedingenstop en het herstel van de koopplicht van gronden ten behoeve van de EHS per 1 januari 2004 zal geen direct gevolg hebben op de grondprijzen.

Het aantal transacties in grond is ten opzichte van vorig jaar afgenomen (bouwland in 2003: 533, in 2002: 678; grasland 2003: 275, in 2002: 528). In de glastuinbouw worden hoge bedragen betaald voor stukken grond. Prijzen lopen op tot 600.000 euro per hectare. De prijs van grond in verpachte staat stijgt niet. Volgens de agrarische NVM-makelaars willen pachters ook niet meer betalen, eerder minder.

Melk
In de tweede helft van 2003 werd ruim 20 miljoen kilogram in meer dan 660 transacties omgezet (stand begin december 2003). Dat brengt het totaal aantal omgezette melk op bijna 41 miljoen. Dit aantal is hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Over het hele jaar zijn 1.300 transacties geregistreerd tegenover vorig jaar 1.100. Dat betekent een toename van 18%. (Dit getal loopt waarschijnlijk nog op, gezien een nog niet aantal verwerkte transacties in de maand december). Overigens zijn er tot nu toe ten opzichte van 2002 minder leasetransacties geweest.

De prijs van melkquotum is het laatste kwartaal flink gestegen. Begin december werd zelfs 0,48 eurocent op tafel gelegd. Dit werd veroorzaakt door een grote vraag naar melkquotum, waar tegenover vrij weinig aanbod stond. Verkopers vroegen ook een hoge prijs voor de melk. Half december stabiliseerde de prijs weer tot 0,47 eurocent. Er hangt volgens NVM Agrarisch Onroerend Goed vrij veel melk boven de markt van onder andere stoppende agrariërs. De hoge prijs zal ook extra aanbod genereren. Tevens zullen overgefinancierde bedrijven melkquotum verkopen omdat ze anders in liquiditeitsmoeilijkheden komen. Echter, uitzonderingen daargelaten, verwacht de vakgroep geen scherpe daling van de prijs op korte termijn. Gezien het totale inkomen van melkveehouderijen blijft het moeilijk om voorspellingen te doen. Nu er een akkoord is over de berekeningsmethode van de voortzettingswaarde (die voor alle landbouwbedrijven positief zal uitvallen) zullen jongeren die door willen gaan, melkquotum kopen. Dit heeft wellicht een lichte verhoging tot gevolg.

NVM Agrarisch Onroerend Goed spreekt haar genoegen erover uit dat de cijfers van de NVM en LTO nagenoeg niet van elkaar afwijken.

Overige productierechten
De handel in varkensrechten ligt nagenoeg stil. Alleen in Brabant durven varkenshouders ondanks de slechte prijzen weer te investeren. Ook in overige productierechten, als pluimvee en bietenquotum, is weinig actie te constateren, noch aan vraagzijde noch aan verkoopzijde.

Bedrijven
Nu er akkoord is over de voortzettingswaarde, zijn bedrijfsovernames belastingtechnisch weer mogelijk. Toch blijven er knelpunten over.

Herbestemming
Het aantal agrarische bedrijven blijft nog steeds afnemen. Door de hoge kostprijzen en lage opbrengsten moeten veel bedrijven noodgedwongen stoppen. De gunstige renteontwikkeling kan deze tendens niet keren. De acties van de supermarkten doen er ook geen goed aan, aangezien de grote supermarktketens invloed hebben op de prijsontwikkeling van agrarische producten.
Er zijn vorig jaar slechts 58 complete bedrijven verkocht, de resterende bedrijven worden in onderdelen verkocht. NVM Agrarisch Onroerend Goed heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar de herbestemming van agrarische bedrijven. De vakgroep zal in 2004 actief van zich laten horen over dit onderwerp.

NVM Agrarisch Onroerend Goed is van mening dat door overheden en marktpartijen ingespeeld moet worden op de ontwikkelingen en dat naar alternatieve bestemmingen voor vrijkomende agrarische bedrijven moet worden gezocht. Er komt steeds meer vraag naar wonen, werk en bijvoorbeeld zorg in het buitengebied. Aan deze vraag moet voldaan kunnen worden door een passender beleid van provincies en gemeenten.
De NVM-vakgroep is met de overheid van mening dat karakteristieke boerderijen voor het landelijk gebied behouden moeten blijven en dus verpaupering moet worden voorkomen. De agrarische NVM-makelaars doen echter een beroep op gemeenten en provincies zich soepeler op te stellen. Dus niet zo stringent aan contingenteringen te houden en open te staan voor bijvoorbeeld opsplitsing van grote kapitale boerderijen in kleinere wooneenheden. Niet aan de agrarische sector gerelateerde functies worden nog te vaak als een bedreiging ervaren, terwijl door functiewijziging van agrarische bedrijven toch gezorgd kan worden voor de sociaal-economische leefbaarheid van het platteland en de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.