TNO Arbeid

Dit persbericht is mede namens Kenniscentrum AKB en het Coronel Instituut

Vertrouwen tussen huis- en bedrijfsartsen neemt toe maar nog lange weg te gaan

Het onderlinge vertrouwen tussen bedrijfs- en huisartsen is toegenomen. Uit eerder onderzoek over 1997 bleek dat vertrouwen een belangrijke voorwaarde voor samenwerking is. Ook is de onduidelijkheid bij de huisarts over de positie van de bedrijfsarts (behartigt hij of zij de belangen van werknemer of werkgever?) sterk verminderd. Het aantal huisartsen dat deze onduidelijkheid een knelpunt in de samenwerking noemde, daalde met ruim een kwart.

Dit is een van de belangrijkste conclusies uit een evaluatieonderzoek van TNO Arbeid, het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat (AKB) en het Coronel Instituut dat vandaag in Den Haag is gepresenteerd op de conferentie 'Arbocuratieve samenwerking: een lopend vuurtje?' georganiseerd door ZonMw. De drie organisaties onderzochten de effecten van de samenwerkingsprojecten die in 2001 in 14 regio's zijn opgezet op verzoek van de beroepsverenigingen van de bedrijfs- en huisartsen (NVAB en LHV) en ZonMw. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn het organiseren van gezamenlijke nascholingen en ministages, of het ontwikkelen van samenwerkingsprotocollen en communicatieformulieren. Deze projecten liepen 1 of 2 jaar. De belangstelling voor de projecten was goed: ruim een kwart van de huisartsen en bijna de helft van de bedrijfsartsen nam deel aan de samenwerkingsprojecten.

Patiënten positief over begeleiding
De feitelijke samenwerking tussen beide artsen nam (nog) niet toe en is nog onvoldoende. Zo informeert de bedrijfsarts de huisarts nog te vaak niet als hij of zij een patiënt verwijst. Hoewel de tevredenheid van patiënten niet toeneemt na afloop van de projecten, zijn patiënten wel positief over de begeleiding door de beide artsen: zij gaven aan de huisarts als rapportcijfer een 8,3 en de bedrijfsarts een 7,5.

Stimuleren verdere samenwerking blijft nodig
Het is bekend dat een verandering naar meer en betere samenwerking een lange looptijd nodig heeft. Uit de genoemde resultaten blijkt dat nu de eerste stappen zijn gezet op weg naar een betere samenwerking. Voordat de nadelige effecten van een decennialange scheiding tussen 'behandeling' en 'controle' zijn opgeheven, zullen initiatieven om de samenwerking verder te verbeteren noodzakelijk blijven. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de samenwerking tussen huisarts en bedrijfsarts bij de zorg voor zieke werknemers onvoldoende is. Door betere samenwerking zouden tegenstrijdige adviezen, onnodig verzuim en arbeidsongeschiktheid voorkomen kunnen worden.