Universiteit van Amsterdam

Persbericht Universiteit van Amsterdam


dinsdag 6 januari 2004

Onderzoek naar zeurende kinderen over gezinsaankopen, Amerikaanse humor en de verhouding tussen politiek en media

Drie UvA-communicatiewetenschappers krijgen NWO subsidie

Drie jonge excellente wetenschappers van de afdeling Communicatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam krijgen een zogeheten VENI-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Moniek Buijzen, Giselinde Kuipers en Claes de Vreese krijgen elk maximaal 200.000 euro. Hiermee kunnen de jonge wetenschappers drie jaar lang hun ideeën verder ontwikkelen. Ze werden door het NWO geselecteerd vanwege hun opvallend en origineel talent voor het doen van vernieuwend wetenschappelijk onderzoek. In totaal werd aan dertien UvA-wetenschappers een VENI-subsidie toegekend. Dat is grootste aantal subsidies van alle universiteiten.

Zeurende kinderen, zwichtende ouders

Dr. Moniek Buijzen bestudeert hoe kinderen hun ouders proberen te overtuigen producten voor ze te kopen en hoe ouders daarop reageren. Welke strategieën zijn min of meer succesvol en hoe verschilt dit voor kinderen van verschillende leeftijden? De invloed van kinderen op gezinsaankopen is het afgelopen decennium explosief gestegen. Hoewel er een toename van wetenschappelijke en maatschappelijke interesse is voor de invloed van kinderen binnen het gezin, is niet bekend hoe het beslissingsproces over aankopen precies verloopt. Buijzen wil een model ontwikkelen voor aankoopbeslissingen binnen het gezin. Dit model zal drie aspecten van de ouder-kindcommunicatie behandelen. Ten eerste zal het verschillende beïnvloedingsstrategieën van kinderen en de responsstrategieën van ouders typeren. Ten tweede wordt bepaald wat de relatieve invloed is van factoren bij het kind (zoals leeftijd en sekse), de ouders (bijvoorbeeld gezinscommunicatiepatronen) en de omgeving (bijvoorbeeld reclame, product en winkelomgeving). Ten derde zal het model de uitkomsten van de interactie voorspellen, zoals succes, ruzie of teleurstelling. Buijzen promoveerde eerder op een onderzoek naar de invloed van televisiereclame op kinderen.

De mondialisering van humor

Hoewel humor vaak wordt gezien als cultuurspecifiek en moeilijk vertaalbaar, hebben Amerikaanse televisiecomedies in Europa (bijna) even veel succes als andere Amerikaanse culturele producten. Dr. Giselinde Kuipers, die eerder al spraakmakend onderzoek deed naar de sociologie van de mop, kijkt in dit onderzoek naar het succes van Amerikaanse comedies in Europa, en richt zich specifiek op het proces waarin een comedy wordt aangepast en ingepast in de lokale cultuur. Voordat een comedy het publiek in een Europees land bereikt, vindt een proces plaats waarbij de comedy al dan niet wordt aangekocht door een specifieke zender, wordt geprogrammeerd, vertaald, en nagesynchroniseerd.

Kuipers brengt aan de hand van kijkcijfers de verspreiding en het succes van Amerikaanse televisiecomedies in een groot aantal Europese landen in kaart. De tweede fase bestaat uit een gedetailleerde studie van het acculturatieproces van vijf komedies in vier Europese landen: Frankrijk, Italie, Nederland, en Polen. Door middel van interviews met televisieaankopers, -programmeurs en -vertalers, en gesprekken met kijkers, wordt het hele traject van deze comedies gevolgd, van de aankoop, via vertaling en programmering, tot de ontvangst door het publiek.

Media en politiek

Het onderzoek van dr. Claes de Vreese richt zich op de veranderende verhoudingen tussen de politiek, de media en de burgers in Europa. De afgelopen jaren hebben een proces laten zien waarin zowel de politiek als de media zich professionaliseren. Assertievere journalistiek gaat samen met het gebruik van communicatiestrategieën, PR en spindoctors door de politiek. De journalistiek reageert hier weer op door het mediaoptreden van politici en hun politieke tactieken tot onderwerp van het nieuws te verheffen. Eerder onderzoek is vooral gebaseerd op de VS of voorbeelden in één land. Er weinig bekend over dit proces in de context van de Europese integratie en EU-politiek. Aan de hand van de verkiezingen voor het Europese Parlement in 2004 onderzoekt De Vreese hoe in verschillende Europese landen campagne gevoerd wordt. Hoe is de berichtgeving over politiek in die landen? Wat is de invloed van deze berichtgeving op de opvatting van burgers over politiek? De Vreese promoveerde op een onderzoek naar 'nieuwsframing' en de effecten van 'nieuwsframes' van Europese onderwerpen in de media.

Een volledig overzicht van de toegekende VENI en VICI subsidies aan UvA-wetenschappers staat op www.uva.nl (vanaf dinsdag 6 januari 17 uur).