Ingezonden persbericht


6 januari 2004


---


* PERSBERICHT *


---


Meer allochtonen bij bijzonder onderwijs

Bijzondere scholen hebben meer allochtone leerlingen dan openbare scholen in het middelbaar onderwijs


In de vier grote steden tellen de bijzondere middelbare scholen gemiddeld hogere percentages immigranten dan de openbare scholen. Dit blijkt uit onderzoek van de redactie van Elsevier. De resultaten staan in het omslagverhaal 'De beste scholen' dat het blad deze week publiceert.

Omdat de schoolstrijd rond artikel 23 van de Grondwet en de vrijheid van onderwijs actueel is, onderzocht Elsevier of het bijzonder onderwijs aantoonbaar allochtone leerlingen weert om de kwaliteit te beschermen. Landelijk gezien telt het bijzonder onderwijs gemiddeld per school een iets lager percentage allochtone leerlingen, maar in de vier grote steden is dat juist beduidend hoger. Het bijzonder voortgezet onderwijs deelt dus wel degelijk in de lasten van de immigratie.

In het vwo tellen de samenwerkingsscholen en het algemeen bijzonder onderwijs de meeste allochtone leerlingen, respectievelijk 34 en 21 procent, tegen 18 procent bij de openbare scholen. Bij de beroepsopleidingen in het vmbo gaat het om 47 procent (samenwerkingsscholen) en 37 procent (protestantse scholen). De openbare scholen hebben veel minder allochtonen: slechts 31 procent.

Verder onderzocht Elsevier op grond van harde cijfers welke scholen betere prestaties leveren. Openbare scholen blijven over het algemeen achter bij de bijzondere scholen. De reformatorische scholen, gering in aantal, steken duidelijk boven de rest uit. Conclusie van Elsevier: 'In aanmerking genomen dat twee van de drie scholen in het voortgezet onderwijs katholiek, protestants, gereformeerd of anderszins confessioneel zijn, is Nederland dus eigenlijk goed af. Het bijzonder onderwijs levert een kwalitatief sterke bijdrage aan onderricht en opvoeding in Nederland.'

Evenals voorgaande jaren vergelijkt Elsevier de prestaties van alle bijna zevenhonderd scholen in het voortgezet onderwijs. Zestien scholen maken aanspraak op het predikaat 'de beste scholen van Nederland' (zie bijgaande lijst).

De scholen zijn beoordeeld op basis van het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven naar de derde klas gaat, het percentage dat vervolgens onvertraagd het diploma haalt en het gemiddelde eindexamencijfer van de jaren 2000, 2001 en 2002.
Elsevier velt zowel een oordeel over de 'harde' cijfers als over de 'toegevoegde waarde' van de school. Voor de toegevoegde waarde is rekening gehouden met de culturele en de sociaal-economische achtergrond van leerlingen. De berekeningen zijn alle gebaseerd op gegevens van de Inspectie van het Onderwijs.


De beste scholen 2004:

Vwo Trevianum Scholengroep, afdeling gymnasium (rk) in Sittard; Reynaertcollege (rk) in Hulst; Marnix College, afdeling gymnasium (samenwerkingsschool) in Ede; Christelijk Gymnasium Sorghvliet in 's-Gravenhage

Havo Almere College (op) in Dronten; Reynaertcollege (rk) in Hulst; CSG Walcheren in Middelburg; Almere College (op) in Kampen


Vmbo-gt Valuas College, lokatie De Hamert (samenwerkinsschool) in Wellerlooi; CSG Johannes Fontanus College in Barneveld; Driestar College, lokatie Rehoboth (ref) in Lekkerkerk; Gomarus College (ger) in Assen; Gomarus College (ger) in Leeuwarden; Openbare Stevin College, lokatie Zuidlarenlaan (op) in 's-Gravenhage


Vmbo-bk Wellantcollege (pc) in Rijnsburg; SG Twickel (rk) in Borne


Noot voor de redactie (

Ingezonden persbericht