arnhem, 6 januari 2004
Vordering inbewaringstelling door rechter-commissaris afgewezen
De rechter-commissaris heeft de vordering inbewaringstelling van de
43-jarige militair afgewezen. Deze militair wordt verdacht van het
feit dat hij op 27 december 2003 een plunderaar in Irak heeft
doodgeschoten.
Voor een aanhouding is een verdenking voldoende. Voor een
inbewaringstelling is een zwaardere verdenking (ernstige bezwaren)
nodig. De rechter-commissaris heeft de ernstige bezwaren onvoldoende
aanwezig geacht voor moord danwel doodslag.
Voor de verdenking dood door schuld is geen voorlopige hechtenis
mogelijk. Het OM handhaaft het standpunt dat de verdachte ten onrechte
heeft geschoten. Het onderzoek naar de precieze toedracht wordt door
de Kmar en het OM voortgezet.
De verdachte zal uiterlijk morgenochtend in vrijheid worden gesteld.
Het OM zal geen hoger beroep instellen tegen de beslissing van de RC.
De reden voor de vordering inbewaringstelling was vooral gelegen in
het onderzoeksbelang. Nu de verdachte op vrije voeten komt en een
behandeling van het hoger beroep enkele dagen op zich zal laten
wachten, legt het OM zich neer bij de beslissing van de RC.
Openbaar Ministerie