Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Koninklijke Marine gaat gifvaten opsporen

Op verzoek en Rijkswaterstaat gaat de Koninklijke Marine met mijnenjagers en een hydrografisch opnemingsvaartuig de 63 vaten met gif opsporen. Dat is de uitkomst van een overleg van dinsdag 6 januari tussen de verzekeraar van het motorschip Andinet en Rijkswaterstaat.

Staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat heeft besloten de marine te benaderen om snel met het lokaliseren van de vaten te kunnen beginnen. De marine heeft hiervoor de beste sonarapparatuur en kan ook bij slechter weer werken. De sonar van mijnenjagers, die vast onder het schip hangt, heeft een breed bereik en kan bij hoge golfhoogte (anderhalf tot twee meter) werken. Inmiddels is de Hare Majesteit Maassluis al aan de slag. De kosten van de inzet van de Koninklijke Marine zijn in principe voor rekening van de verzekeraar.

De mijnenjagers zullen op de gevoerde route van de Andinet systematisch de zeebodem gaan afzoeken. Wanneer de sonar contact maakt, kan met behulp van een draadgeleid onderwatervaartuig met videocamera en schijnwerper een mogelijk gifvat positief worden geïdentificeerd. De vaten worden vervolgens met boeien gemarkeerd. Daarna worden de coördinaten van de gevonden vaten aan de verzekeraar verstrekt, die voor de berging zorgdraagt.

De berging van de containers met gifvaten is woensdagmorgen hervat. De Andinet verloor, nadat het op 21 december in zwaar weer terecht kwam, drie containers en 63 losse vaten ten noorden van Texel. De verloren containers bevatten 628 stalen vaten met het giftige arseenpentoxide. De route waarop de Andinet de vaten is verloren, bestrijkt ongeveer 100 zeemijlen.