Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Jaarplan en Begroting

2004
Raad voor Werk en Inkomen

INHOUDSOPGAVE


1. Inleiding .......................................3

2.1. Hoofdlijnen begroting ...........................4
2.2. Wettelijke taken ................................6
2.3. Beleidsadvisering ...............................7
2.3.1. Beleidskader ....................................7
2.3.2. Werkwijze .......................................7
2.3.3. Advisering op basis van kennis ..................7
2.3.4. Enkele kernthema's voor de beleidsadvisering 200410
2.3.5. Realisatie doelstellingen beleidsadvisering ....12
2.4. Transparantie van de reïntegratiemarkt
(reïntegratiemonitor) ..................................12
2.4.1. Ontwikkelingen in 2004 .........................12
2.5. De subsidieregeling SVWW .......................14
2.5.1. Afwikkeling SVWW ...............................15
2.5.2. Uitvoering en begroting van de SVWW ............15
2.5.3. Doelstellingen en prestatie-indicatoren van de SVWW17
2.6. Landelijke Cliëntenraad (LCR) ..................17
2.6.1. Facilitaire ondersteuning ......................17
2.6.2. Relatie met beleidsadvisering ..................18
2.6.3. Realisatie doelstellingen t.a.v. LCR ...........18
2.7. Bedrijfsvoering ................................18
2.7.1. Personeel ......................................18
2.7.2. Communicatie ...................................19
2.7.3. Kennismanagement ...............................20
2.7.4. Huisvesting en ICT-beleid ......................21
2.7.5. Arbeidsomstandigheden (ARBO) ...................21
2.7.6. Administratieve Organisatie/Financiën ..........21

3. Begroting ......................................23
3.1. Hoofdlijnen begroting 2004 .....................23
3.3. Toelichting op de Exploitatiebegroting .........27

4. Investeringsbegroting en overige SUWI-vereisten 36
4.1. Investeringsbegroting ..........................36
4.2. Specificatie vaste activa en afschrijvingen ....36
4.3. Voorzieningen ..................................37
4.4. Vorderingen en openstaande verplichtingen ......37

5. Begrotingsuitvoering en ­verantwoording ........39
Pagina 2 van 40


1. Inleiding
Met ingang van 1 januari 2002 is de Raad voor Werk en Inkomen
formeel van start gegaan. In verband met de brief van de minister
van SZW aan het Parlement en het Bestuurlijk overleg dat de Raad
met de minister op 21 augustus 2003 heeft gevoerd, zullen er vanaf

1 september 2003 (en dus ook in 2004) geen subsidieaanvragen in
het kader van de SVWW meer kunnen worden ingediend. In dit
jaarplan en begroting is daarmee rekening gehouden.
Tevens heeft de minister besloten dat de RWI geëvalueerd zal
worden en dat de resultaten daarvan in 2004 aan het Parlement
worden aangeboden.
Op basis van de brief van de minister van 15 maart 2002 zou de
RWI, incl. loon- en prijsbestelling voor 2003 en exclusief die
voor 2004, in 2004 kunnen rekenen op een bedrag van 9,8 mln. In
het Bestuurlijk Overleg van 21 augustus 2003 is echter afgesproken
dat dit bedrag, als gevolg van de besluitvorming t.a.v. de SVWW,
verlaagd zal worden tot 9,5 miljoen, exclusief loon- en
prijsbijstelling. Aanname daarbij is een ongewijzigd budget voor
de Landelijke Cliënten Raad (LCR).
De RWI raamt voor 2004 een benodigd exploitatiebudget van 8,736
mln. (excl. l&p). De benodigde middelen voor uitvoering van de
SVWW worden geraamd op 0,288 mln. De eenmalige
(investerings-)uitgaven worden begroot op 0,070 mln. Inclusief
(een ongewijzigd budget voor) de LCR bedraagt de totale begroting
9,326 mln. (excl. loon- en prijsbijstelling 2004).
In hoofdstuk 2 is het jaarplan opgenomen en wordt op een aantal
inhoudelijke onderwerpen ingegaan die mede de begroting bepalen.
In hoofdstuk 3 wordt de exploitatiebegroting gepresenteerd en
toegelicht. Dat gebeurt in hoofdstuk 4 voor de investeringen en
andere financiële vereisten die in de regelgeving zijn vastgelegd.
Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 aandacht besteed aan een aantal
aspecten die van belang zijn bij de uitvoering van de begroting en
de daartoe noodzakelijke werkafspraken met de Minister van SZW.
Pagina 3 van 40


2. Jaarplan
De geplande activiteiten zijn gebaseerd op de wettelijke taken en
de invulling die de RWI daar aan geeft. Hoewel dit hoofdstuk
voornamelijk ingaat op de activiteiten die de RWI in 2004 verwacht
te ondernemen, wordt voor de samenhang eerst een korte
samenvatting van de begroting gegeven.

2.1. Hoofdlijnen begroting
In de tabel hierna is de begroting 2004 op hoofdlijnen
weergegeven. In hoofdstuk 3 wordt hierop uitgebreid ingegaan. De
begroting 2004 is qua indeling gelijk gehouden aan de begroting
zoals die is opgesteld voor 2003. De bedragen zijn bepaald aan de
hand van afgesloten contracten en de realisatie tot september
2003.
Er is gerekend met de loon- en prijsindices van 2004 (1,644 resp.
0,8).
De uiteindelijke exploitatiekosten en onderverdeling daarvan van
de LCR zijn afhankelijk van de begroting die de LCR bij de
Minister indient. De RWI is daarvoor niet verantwoordelijk en
heeft er geen invloed op.
Tabel: begroting op hoofdlijnen
Hoofdlijnen begroting 2004 2004 (excl. 2003 (incl.
(incl. loon&prijs) loon&prijs)
loon&
prijs)
Exploitatie-uitgaven 8.840.757 8.735.690 9.049.190
Kosten SVWW 290.304 288.000 460.500
(exclusief personeel)
Exploitatie LCR 233.965 232.108 232.108
Investeringen 70.000 70.000 70.000
Totaal uitgaven 9.435.026 9.325.798 9.811.798
Bijdrage SZW aan 8.840.757 8.735.690 9.049.190
organisatie RWI
Bijdrage SZW aan SVWW 290.304 288.000 460.500
Bijdrage SZW aan 233.965 232.108 232.108
Cliëntenraad
Overige 70.000 70.000 70.000
inkomsten(m.n.
rentebaten)
Totaal baten 9.435.026 9.325.798 9.811.798
Pagina 4 van 40

Het RWI-secretariaat bestaat uit 5 afdelingen: Beleid, Onderzoek
en Analyse (O&A), Communicatie, Subsidies en Algemene Zaken (AZ).
Om organisatorische redenen (efficiency, vaardigheden en
competenties) sluit deze structuur niet 1 op 1 aan op de indeling
in wettelijke taken van de RWI.
De afdeling Beleid bestaat uit 17 fte, waarbij 1 fte direct wordt
ingezet ten behoeve van de reïntegratiemonitor. De afdeling
subsidies bestaat uit 10,3 fte, waarvan de directe inzet vanuit de
afdeling subsidies voor de SVWW medio 2003 bestond uit circa 8,3
fte. In 2004 is vanwege het niet meer in behandeling nemen van
nieuwe aanvragen in het kader van de SVWW een afname voorzien van

3,5 fte (4 personen) voor deze afdeling. In hoofdstuk 3 wordt
aangegeven welke overige uitvoeringskosten gemoeid zijn met de
reïntegratiemonitor en de SVWW.

Pagina 5 van 40

2.2. Wettelijke taken
In de SUWI- regelgeving zijn de RWI-taken op hoofdlijnen benoemd.
In de eerste plaats betreft dit beleidsadvisering, in ieder geval
tot uiting komend in het opstellen van een beleidskader, het
jaarlijkse advies van de RWI aangaande de arbeidsmarkt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de RWI vragen
advies uit te brengen over diverse onderwerpen. De RWI kan ook
zelf besluiten (ongevraagd) advies uit te brengen over onderwerpen
op het brede terrein van werk en inkomen. In dit verband is van
belang dat de Minister van SZW heeft toegezegd beleidsvoornemens
op het werkterrein van de RWI tijdig (voor openbaarmaking) ter
kennisneming van de RWI te brengen evenals verzoeken om een
uitvoeringstoets op het terrein van de RWI, zodat de Raad kan
besluiten of het wenselijk is hierover voorstellen te doen
richting de Minister.
De RWI dient de transparantie en kwaliteit op de reïntegratiemarkt
te bevorderen. Bevordering van de kwaliteit zal met name
vormgegeven worden door middel van beleidsadvisering. Om die reden
ligt het voor de hand om dit onderdeel van deze wettelijke taak
binnen de taak "beleidsadvisering" te brengen.
Ten behoeve van bevordering van de transparantie is wel een apart
RWI-product te onderscheiden, namelijk de reïntegratiemonitor. In
dit jaarplan wordt afzonderlijk aandacht besteed aan deze monitor.
De uitvoering van de Stimuleringsregeling Vacaturevervulling door
Werklozen en met werkloosheid bedreigde Werknemers (SVWW) is
eveneens een wettelijke RWI-taak. Vanaf 1 september 2003 kunnen
geen aanvragen voor subsidie worden ingediend (als gevolg van het
regeerakkoord) in het kader van de SVWW. In paragraaf 2.5 wordt
nader ingegaan op de werkzaamheden die nog moeten worden
uitgevoerd in het kader van het afwikkelen van de
subsidietoezeggingen SVWW.
Ten slotte voert de RWI een aantal facilitaire taken uit ten
behoeve van de Landelijke Cliëntenraad (LCR).
Onderstaand wordt op deze taken, beleidsadvisering,
reïntegratiemonitor, SVWW en LCR, nader ingegaan.
Vervolgens zullen in de bedrijfsvoeringparagraaf een aantal RWI-
brede onderwerpen de revue passeren: personeel, kennismanagement,
communicatie, huisvesting en ICT.
Pagina 6 van 40

2.3. Beleidsadvisering

2.3.1. Beleidskader
Het beleidskader is een van de belangrijke wettelijke taken. In
het beleidskader komt in ieder geval de arbeidsmarktanalyse en een
advies over de verdeling en omvang van de reïntegratiemiddelen.
Het beleidskader zal uiterlijk op 1 april 2004 worden uitgebracht.
Naast het beleidskader zal de RWI door het jaar heen aparte
adviezen naar buiten brengen. In paragraaf 2.3.4. zijn een aantal
kernthema's van advisering genoemd. Afhankelijk van de actualiteit
en samenhang tussen thema's zal in de loop van 2004 worden bezien
op welk moment een advies wordt uitgebracht. Daarbij zal zoveel
mogelijk rekening worden gehouden met de beleids- en
begrotingscyclus van het kabinet. Dat betekent onder meer dat de
Raad adviezen die de uitvoering betreffen, indien mogelijk, voor 1
maart zal uitbrengen, opdat de minister hiermee bij de opstelling
van de meibrieven aan uitvoeringsorganisaties rekening kan houden.
2.3.2. Werkwijze
Kenmerkend voor de advisering van de RWI is het operationele
karakter ervan. Adviezen zijn zo opgesteld dat de uitvoering ermee
kan werken en dat de effectiviteit van de adviezen, indien
overgenomen door de minister van SZW, gemeten kan worden. De
adviezen moeten landen in het geheel van maatregelen op de
arbeidsmarkt en moeten praktisch zijn. "Werkt het" is leidend en
komt ook tot uiting in de gezamenlijke inspanningen van de RWI met
het ministerie van SZW meer zicht te krijgen op de effectiviteit
van uitgevoerde maatregelen.
Ieder jaar wordt ten minste één arbeidsmarktanalyse opgesteld, die
periodiek wordt aangepast met de nieuwste cijfers en inzichten.
Een belangrijke plaats in de werking van een effectief
arbeidsmarkt- en reïntegratiebeleid wordt ingenomen door
gemeenten, UWV en CWI. In zijn adviezen aan de minister van SZW
zal de RWI, met inachtneming van de specifieke eigen plaats van
alle betrokkenen, ingaan op de rol van deze partijen voor een
effectief arbeidsmarkt- en reïntegratiemarktbeleid. In 2004 zal
hierbij met name gelet worden op het evenwicht tussen sturing en
minder regels.
2.3.3. Advisering op basis van kennis
Onderzoek en Analyse is een essentieel element ten behoeve van de
algemene kerntaken van de Raad voor Werk en Inkomen en met name
ten behoeve van de beleidsadvisering.
De RWI stelt zich ten doel de arbeidsmarkt doelmatig, doeltreffend
en rechtvaardig te laten functioneren. Het is daarbij van belang
om over een goede informatiehuishouding te beschikken.
Pagina 7 van 40

Een essentieel onderdeel van de informatiehuishouding wordt
gevormd door de eigen onderzoeksprogrammering. De
onderzoeksresultaten die hieruit voortvloeien, zullen worden
gebruikt ter onderbouwing van inhoudelijke standpunten die bij de
voorstellen van de RWI aan de Minister van SZW worden ingenomen.
In 2003 is door de RWI een trend ingezet om naast het jaarlijkse
Beleidskader vaker aparte, substantiële adviezen aan de minister
van SZW uit te brengen. Die trend zal in 2004 verder worden
doorgezet. Veel van deze adviezen zullen (mede) zijn gebaseerd op
onderzoeksrapportages.
Geconstateerd wordt dat door de opheffing van de Directie
Onderzoek & Ontwikkeling van SZW zich een grotere behoefte heeft
ontwikkeld bij SZW om te komen tot een gezamenlijke
onderzoeksprogrammering met de RWI. Mede vanwege de beperkte
financiële middelen voor onderzoek bij SZW, is het te verwachten
dat deze behoefte of noodzaak zich in 2004 nog sterker zal laten
voelen.
Onderzoeksrapporten hebben naast hun neerslag in de voorstellen
van de RWI een zelfstandige functie. Het uitwisselen van kennis en
informatie op het grensvlak van arbeidsmarkt- en
reïntegratiebeleid draagt bij aan een transparante
informatiehuishouding.
De procedure die bij het programmeren van onderzoek wordt gevolgd,
kan als volgt worden samengevat:

· interne afstemming tussen de beleidsagenda 2004 en de
onderzoeksagenda 2004 van de RWI;

· externe afstemming tussen de onderzoeksagenda 2004 van de RWI en de onderzoeksagenda's 2004 van SZW en andere SUWI-
organisaties middels bilateraal overleg en het Platform
Onderzoek (SZW, UWV, CWI, IWI, SVB, RWI);

· uitvoering van onderzoek, hetzij door de afdeling Onderzoek & Analyse van de RWI, hetzij door externe aanbesteding.
Consequentie van deze procedure is dat ten behoeve van dit
jaarplan geen definitief onderzoeksprogramma tot ultimo 2004
beschikbaar kan zijn. De Raad wil met zowel beleidsthema's als de
daarmee samenhangende onderzoeken zo actueel mogelijk werken. Uit
doelmatigheidsoogpunt is bovendien van belang dat goed afgestemd
is met de onderzoeksplannen van derden, waaronder het ministerie
van SZW. Deze onderzoeksprogramma's zijn op dit moment evenwel nog
niet bekend. Bij de definitieve invulling zal, mede op basis van
het verzoek van de minister om terughoudend te zijn met het
aangaan van langlopende verplichtingen, meerjarig onderzoek zoveel
mogelijk worden vervangen door korte termijn-onderzoek. Direct na
ommekomst van de uitkomsten van de RWI-evaluatie zal een nieuwe
Pagina 8 van 40

afweging plaatsvinden. In de kwartaalrapportages van de Raad zal
inzicht geboden worden in de voortgang van de onderzoeksplanning.

Kernthema's van het onderzoeksprogramma zullen zijn:
a. arbeidsmarkt.
Onder meer om een bijdrage te leveren aan adviezen gericht op het
verbeteren van de afstemming tussen vraag en aanbod, zal ook in
2004 onderzoek en analyse plaatsvinden naar de situatie op de
arbeidsmarkt. Mede afhankelijk van de actualiteit zal waar nodig
onderzoek plaatsvinden naar deelgebieden. In 2004 zal naar
verwachting onderzoek worden gepubliceerd naar de kenmerken,
achtergronden en reïntegratiegeschiedenis van zogenoemde
herhaalwerklozen. Tevens zullen dan de resultaten beschikbaar
komen van aanvullende dataverzameling en analyses om landelijke
ontwikkelingen te relateren aan sectorale en regionale
ontwikkelingen. Beide onderzoeken zullen in 2004 hun weerslag
krijgen in de arbeidsmarktanalyse van de RWI en eventueel in
advisering.
b. reïntegratiemarkt
Zowel ten behoeve van bevordering van de kwaliteit en
transparantie van reïntegratiemarkt, de reïntegratiemonitor (zie
2.4) als advisering aan de minister zullen verschillende
onderzoeken starten of worden voortgezet. Onderzocht wordt wat de
buitenlandse ervaringen zijn met (de inkoop van) reïntegratie en
hoe verschillende werkwijzen de effectiviteit en doelmatigheid van
de reïntegratie beïnvloeden. Verder zal gezamenlijk met Borea
tevredenheidsonderzoek plaatsvinden en zullen de ervaringen van
cliënten, opdrachtgevers en werkgevers in kaart gebracht worden.
In dit kader zal worden nagegaan in hoeverre de transparantie van
de reïntegratiemarkt is verbeterd en op welke wijze (en met behulp
van welke informatie) verdere verbetering mogelijk is.
c. reïntegratie-instrumentarium
Om adviezen over de omvang en verdeling van reïntegratiemiddelen
en de inzet van instrumenten te onderbouwen zullen eveneens
onderzoeken en/of analyses noodzakelijk zijn. Daarbij gaat het
bijvoorbeeld om de effectiviteit en doelmatigheid van
instrumenten. Overigens zal in dit kader ook de monitoring van de
SVWW in 2004 worden voortgezet.
d. sturing en uitvoering
Deze onderzoeksactiviteiten zijn gericht op de effectiviteit en de
wijze van samenwerking tussen de verschillende SUWI-actoren.
Daarbij zal relatief veel aandacht besteed worden aan best
practices. In het kader van de voortgangsrapportages SUWI is de
vraag van belang of SUWI het mogelijk heeft gemaakt dat meer
Pagina 9 van 40

mensen met een uitkering aan het werk komen en of de uitvoering
klantgerichter is geworden. Ook zal aandacht besteed worden aan de
samenwerking tussen de SUWI-actoren.

2.3.4. Enkele kernthema's voor de beleidsadvisering 2004
De adviezen van de Raad moeten bijdrage leveren aan beter
functionerende arbeidsmarkt. Basis voor de beleidsadvisering vormt
een actuele analyse van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De
Raad besteedt daarbij zowel aandacht aan knelpunten aan de vraag-
als aan de aanbodzijde. Op de korte termijn lijken zich, gezien de
tegenvallende economische ontwikkelingen, de grootste problemen
voor te doen aan de aanbodzijde. De Raad heeft al vaker gewezen op
het desondanks voortduren van specifieke knelpunten aan de
vraagzijde. De structurele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
(vergrijzing, veranderende opleidingseisen) vragen om gerichte
aandacht voor de vraagzijde. Bovendien ziet de Raad risico's dat
bepaalde groepen zich in de huidige conjunctuur terugtrekken uit
bepaalde beroepen of zich zelfs helemaal afkeren van de
arbeidsmarkt, zodat bij een aantrekkende conjunctuur er weer een
groot aantal knelpunten in de vacaturevervulling zullen ontstaan.
De Raad overweegt in 2004 de minister van SZW voorstellen te doen
in ieder geval met betrekking tot de volgende hoofdpunten:

· Functioneren van de arbeidsmarkt.
De Raad zal wederom een arbeidsmarktanalyse opstellen.
Daarbij zal ingegaan worden op actuele ontwikkelingen en
specifieke onderwerpen. Gedacht kan worden aan de kenmerken
en arbeidsmarktsituatie van niet-uitkeringsgerechtigden, de
achtergronden en oorzaken van uitkeringsgerechtigden die na
een korte periode van werk weer terugvallen in een
uitkeringssituatie en de problematiek van de vergrijzing.
Daar waar relevant zal aandacht besteed worden aan regionale
en sectorale ontwikkelingen. Dat geldt in zijn algemeenheid
waar het gaat om (sectorale en regionale) discrepanties
tussen vraag en aanbod, maar ook ten aanzien van een aantal
specifieke onderwerpen. Zo is de aard en omvang van
problematiek van de vergrijzing sectoraal verschillend.
In het RWI-najaarscongres in 2003 wordt aandacht besteed aan
de relatie tussen conjunctuur en arbeidsmarktbeleid. Dit
onderwerp zal waarschijnlijk ook in de advisering in 2004
aandacht krijgen.

· Reïntegratiemarktanalyse en de ontwikkeling van het
opdrachtgeverschap op de reïntegratiemarkt;
In de eerste plaats zal de Raad aandacht besteden aan de
kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingen op de
Pagina 10 van 40

reïntegratiemarkt. Daarbij gaat het vooral om de kenmerken
van de aanbodzijde van deze markt. Prijsvorming,
doorlooptijden, resultaten, marktaandelen, werkwijze,
kwaliteit, vraaggerichtheid en innovatief vermogen zullen
aandacht krijgen.
Naast deze reïntegratiemarktanalyse zal aandacht besteed
worden aan (ontwikkelingen ten aanzien van) het
opdrachtgeverschap van UWV, gemeenten en werkgevers en
werknemers. Daar waar zich knelpunten voordoen zal de Raad
daar dieper op in gaan, bijvoorbeeld door gebruik te maken
van ervaringen in het buitenland. Ook zal onder meer aandacht
besteed worden aan de rol van cliënten en cliëntprofielen.

· Transparantie van de reïntegratiemarkt en
reïntegratiemonitor
In de volgende paragraaf wordt apart aandacht besteed aan de
reïntegratiemonitor. Uiteraard zullen de gegevens die
noodzakelijk zijn ter verbetering van de monitor ook benut
kunnen worden ten behoeve van de analyse van de
reïntegratiemarkt. Overigens zal daarbij ook aandacht besteed
moeten worden aan het ontbreken van gegevens en zal de Raad
voorstellen doen om de transparantie verder te verbeteren.

· Reïntegratie van arbeidsgehandicapten.
Naast discussies over wijzigingen in de WAO blijft de Raad op
zoek naar mogelijkheden om de reïntegratiemogelijkheden van
arbeidsgehandicapten beter te benutten. In dat kader zullen
mogelijke wijzigingen in de wet REA worden beoordeeld. De
Raad zal aandacht besteden aan het eerste (en wellicht ook
tweede) ziektejaar en Arbo-dienstverlening. Onderdeel is
overigens ook het vergroten van de transparantie van de
"markt van het eerste ziektejaar". Dat laatste heeft derhalve
raakvlakken met het thema transparantie en de
reïntegratiemonitor.

· Sturing van de uitvoering van de sociale zekerheid en het
arbeidsmarktbeleid.
Kernvraag hierbij is hoe de beleidsmatige opdracht en de
aansturing van de uitvoering zodanig kan worden ingevuld dat
de uitvoering een maximale bijdrage kan leveren aan de
doelmatigheid van het arbeidsmarkt- en reïntegratiebeleid. In
het bijzonder zal de Raad daarbij aandacht besteden aan de
samenwerking binnen de SUWI-keten, in het licht van de
veranderingen op de arbeidsmarkt en de veranderingen in de
sociale zekerheid. Ook de rol van ICT kan daarbij aan de orde
komen.

· Budgetten
Pagina 11 van 40

De Raad zal adviseren over omvang en verdeling van
reïntegratiebudgetten. In het bestuurlijk overleg met de
minister van 21 augustus 2003 zijn hierover afspraken
gemaakt. Daarbij zal de Raad, in overleg met de minister,
moeten bepalen hoe diepgaand die advisering kan zijn, gegeven
de beperkte informatie die (nog steeds) beschikbaar is ten
aanzien van de effectiviteit van reïntegratie-instrumenten.

· Vacatureoffensief
De Raad heeft in het voorjaar van 2003 geadviseerd een
vacatureoffensief te starten. De minister heeft dit advies
grotendeels overgenomen. Eind 2003 zal de eerste tranche
geëvalueerd worden. De daadwerkelijke uitvoering vindt plaats
onder verantwoordelijkheid van het CWI. De RWI heeft daarmee
een stimulerende (bijvoorbeeld richting sectoren) en
adviserende rol. Ook is de RWI nadrukkelijk betrokken bij de
communicatiecampagne. Indien het kabinet besluit het
offensief te verlengen, dan zal de Raad zijn rol in 2004
voortzetten.

· Overige relevante thema's
De Raad zal een groot aantal andere thema's nadrukkelijk
volgen. Afhankelijk van onderzoek en analyses en van actuele
ontwikkelingen kan dat leiden tot extra aandacht en advies.
Voorbeelden daarvan zijn scholing, inburgering en duale
trajecten, armoedeval, WSW (mede afhankelijk van de
kabinetsreactie op het RWI-advies), Wet Werk en Bijstand en
de Jeugdwerkloosheid.
2.3.5. Realisatie doelstellingen beleidsadvisering
De adviezen van de RWI hebben tot taak een bijdrage te leveren aan
het doelmatig, doeltreffend en rechtvaardig functioneren van de
arbeidsmarkt. De vraag in hoeverre de RWI hierin is geslaagd,
wordt primair beantwoord door de bewindslieden van SZW in
bestuurlijk overleg met de Raad en overigens vanzelfsprekend door
het parlement.
2.4. Transparantie van de reïntegratiemarkt (reïntegratiemonitor)
2.4.1. Ontwikkelingen in 2004
Er is nagenoeg geen markt waarin vraag en aanbod volledig
inzichtelijk (transparant) zijn. Maar de huidige markt voor
reïntegratiediensten is dit probleem groter dan op veel andere
markten, omdat het een relatief nieuwe markt is met diensten die
niet eenvoudig te vergelijken zijn en waarvan vergelijkbare
informatie over de resultaten nog maar zeer beperkt beschikbaar
zijn. De beperkte transparantie kan een goede werking van het
prijsmechanisme op de markt bemoeilijken. Voor het realiseren van
Pagina 12 van 40

een effectieve en doelmatige reïntegratie dient de transparantie
op de markt in 2004 te worden vergroot.

Wat is transparantie volgens de Raad? Ten eerste moeten de vragers
op deze markt (waaronder: werkgevers, gemeenten en UWV) inzicht
hebben in welke aanbieders er op de markt zijn en wat (de
kwaliteit van) hun dienstenpakket is, zodat zij in staat zijn om
de juiste bedrijven te selecteren. Er zijn verschillende manieren
om dit inzicht te verkrijgen: bijvoorbeeld via het reputatie-
mechanisme (mond-tot-mondreclame), via een prestatiebenchmark
zoals bijvoorbeeld de kwaliteitskaart in het onderwijs of via een
aanbesteding van de opdracht. Ten tweede betekent transparantie op
de markt dat de aanbieders op de markt (de reïntegratiebedrijven)
weten welke vragers er op de markt zijn (en wanneer en hoe zij op-
drachten verstrekken aan de aanbieders op de markt).
a. inzicht in aanbod: uitbreiding Reïntegratiemonitor in 2004
Een belangrijk instrument voor het beter inzichtelijk maken van
(de kwaliteit van) het aanbod is de Reïntegratiemonitor van de
RWI. Deze zal ­ op bedrijfsniveau - zoveel mogelijk worden
uitgebreid met gegevens over de (objectieve) prestaties van
reïntegratiebedrijven en het (subjectieve) oordeel van opdracht-
gevers en cliënten over reïntegratiebedrijven. Doel hiervan is dat
de gebruikers (waaronder opdrachtgevers en cliënten) een snel en
betrouwbaar beeld kunnen krijgen van de kwaliteit van reïnte-
gratiebedrijven. De tevredenheidsonderzoeken wil de Raad zo
mogelijk samen doen met de branche-organisatie Borea om de
onderzoeksbelasting van reïntegratiebedrijven, cliënten en
opdrachtgevers zoveel mogelijk te beperken.
De tevredenheidscijfers van de bedrijven die aan dit onderzoek
meedoen zullen uiterlijk ultimo 2004 aan de monitor zijn
toegevoegd of zoveel eerder als mogelijk. Voor het toevoegen van
de prestaties wordt via de kwartaalrapportages meer inzicht
verschaft in het beoogde tijdpad.
b. inzicht in aanbod: ervaringen van opdrachtgevers uitwisselen
Bij de uitbreiding van de Reïntegratiemonitor in 2004 zal de Raad
ook nagaan welke andere informatie ­ dan (objectieve) prestaties
en (subjectieve) tevredenheid tegemoetkomt aan de behoeften van de
vragers op de markt en hoe in deze informatiebehoefte kan worden
voorzien (via de Reïntegratiemonitor of anderszins). Een
belangrijke behoefte van (gemeentelijke) opdrachtgevers is het
uitwisselen van ervaringen. De Raad zal in overleg met
belanghebbenden nagaan in welke vorm de ervaringen van (gemeente-
lijke) opdrachtgevers met individuele reïntegratiebedrijven en met
aanbesteden en opdracht verlenen op korte termijn (uiterlijk in
2004) het meest effectief kunnen worden uitgewisseld.
Pagina 13 van 40

c. inzicht in de vraag: advies over meldpunt gemeenten
Om ook het inzicht in de vraag op de markt te vergroten, heeft de
Raad in zijn beleidskader 2003 aan de minister van SZW voorgesteld
om ­ naar analogie van het UWV ­ ook voor gemeenten een pilot voor
een centraal meldpunt (website) te creëren, waar gemeenten hun
aanbestedingen en de gunning achteraf vrijwillig kunnen melden.
d. jaarlijkse rapportage over inzichtelijkheid van de markt
De RWI zal vanaf 2004 jaarlijks rapporteren over de mate waarin
het aanbod en de vraag op de reïntegratiemarkt transparant zijn,
over de activiteiten (van de RWI en anderen) die zijn ondernomen
om de transparantie te vergroten en over de nog te ondernemen
stappen om de markt (nog) beter inzichtelijk te maken. Naast deze
jaarlijkse rapportage zal de Raad in zijn kwartaalrapportage
overigens ingaan op de (planning van de) uitbreiding van de
monitor en het uitwisselen van ervaringen.
e. begroting
De monitor zal in 2004 fors worden uitgebreid. Voor het onderhoud,
beheer en de uitbreiding van de Reïntegratiemonitor wordt in 2004
in beginsel 309.000 (excl. l&p-bijstelling) gereserveerd . Dit
bedrag is, evenals de verdeling tussen exploitatie en investering
overigens met onzekerheid omgeven omdat de precieze vorm van de
uitbreiding van de monitor dit najaar wordt uitgewerkt. Zodra meer
inzicht kan worden verschaft, gebeurt dat via de
kwartaalrapportages.
2.5. De subsidieregeling SVWW
De SVWW is een eigenstandig instrument om ­ aangestuurd vanuit de
vraagzijde van de arbeidsmarkt ­ vacatures te vervullen door
werklozen en zij die dat dreigen te worden. In het
hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet is echter opgenomen dat
de "subsidies van de RWI afgeschaft" worden. De minister van SZW
heeft besloten dat er vanaf 1 september 2003 geen nieuwe
subsidieaanvragen meer ingediend kunnen worden. Dat betekent dat
de activiteiten van de RWI vanaf die datum zullen bestaan uit
monitoring, evalueren van de gesubsidieerde projecten, beoordelen
van voorschotverzoeken en de definitieve afhandeling van projecten
(eindrapportages en einddeclaraties incl. reviews). De capaciteit
van de afdeling subsidies wordt op korte termijn verminderd,
uitmondend in een vermindering van de capaciteit met 3,5 fte (4
van de 8 beleidsmedewerkers) in 2004. De capaciteit van de
afdeling zal daarom ultimo 2004 bestaan uit 6,8 fte, waarvan circa
5,8 fte rechtstreeks toegerekend kan worden aan de SVWW.
Pagina 14 van 40

2.5.1. Afwikkeling SVWW
Zowel uit oogpunt van rechtmatigheid als vanuit beleidsmatige
overwegingen is een grondige monitoring van de uitvoering van
SVWW-projecten van belang. De door de RWI gestarte
beleidsmonitoring, mede aan de hand van voortgangsrapportages,
evenals de monitoring van de administratieve uitvoering van
projecten zal gecontinueerd moeten worden. De komende jaren zullen
projecten worden afgerond, hetgeen vanuit de RWI veel aandacht
voor een rechtmatige afwikkeling zal vragen. Onderstaand is een
overzicht opgenomen van de te verwachten uitfinanciering van
gesubsidieerde projecten. Hierbij is uitgegaan van een
intrekkingspercentage van 47% voor projecten die voor 31 augustus
2002 zijn toegezegd. Voor de overige gesubsidieerde projecten is
uitgegaan van een intrekkingspercentage van 25%.
Verwachte uitfinanciering gesubsidieerde projecten ( * 1000)
2003 2004 2005 2006 Totaal
Kasbedrag 12.500 17.650 15.000 8.150 53.300
Ten tijde van het opmaken van het jaarplan zijn er 83
gesubsidieerde projecten in beheer. Daarnaast zijn er 42 in de 2e
tranche ingediende aanvragen waarop nog geen beschikking is
afgegeven. Van deze 42 zullen er naar verwachting 12 in aanmerking
komen voor een (gedeeltelijke) toekenning binnen het budget van de
2e tranche 2003. De overige 30 zullen worden afgewezen.
De 83 projecten vertegenwoordigen een bedrag van 67,363 mln. aan
openstaande verplichtingen. Daarnaast is op deze openstaande
projecten voor een bedrag van 11,776 mln. aan voorschotten
verstrekt.
2.5.2. Uitvoering en begroting van de SVWW
Uitvoering en beheer van de subsidieregeling leidt binnen de RWI
onder andere tot de taken:

· het geven van voorlichting over de uitvoering van SVWW-
projecten;

· het bewaken (monitoring) van de voortgang van gesubsidieerde
projecten;

· opdrachtverlening aan het Ministerie van SZW ten behoeve van
het doen van betalingen en vastleggen van verplichtingen.
Het beoordelen van nieuwe aanvragen is m.i.v. 2004 niet meer aan
de orde. Voor de activiteiten die de RWI zelf uitvoert ten aanzien
van de subsidieregeling waren 10,3 fte beschikbaar, waarbij een
deel van de capaciteit niet louter samenhangt met de SVWW. Zoals
in eerdere jaarplannen is aangegeven, worden medewerkers ook
ingezet ten behoeve van RWI-adviestaken. Dit betreft 2 fte van de
beschikbare capaciteit.
De capaciteit van de afdeling subsidies zal eind 2004 3,5 fte
lager zijn ten opzichte van de medio 2003 beschikbare 10,3 fte. In
Pagina 15 van 40

2005 en 2006 zal een verdere vermindering optreden. In 2007 wordt
de afdeling opgeheven.

Niet alle activiteiten die samenhangen met de subsidieregeling
worden zelfstandig uitgevoerd. Een deel van de werkzaamheden wordt
extern uitbesteed. De kosten hiervan komen hierna aan de orde.
Communicatie
In verband met de beëindiging van de SVWW zal communicatie en
drukwerk alleen nog gericht zijn op aanvragers die projecten in
uitvoering hebben. In verband daarmee is het communicatiebudget
verlaagd.
Beleidsmatige monitoring- en evaluatie
De monitoring van de projecten wordt door RWI-medewerkers zelf
uitgevoerd, met uitzondering van administratieve controles (zie
beheersmatige monitoring). De beleidsinformatie die uit
voortgangs- en eindrapportageformulieren beschikbaar komt, is
groot en is bruikbaar voor beoordeling van doelmatigheid en
doeltreffendheid van de SVWW, maar ook voor de meer algemene
adviestaak van de RWI. Voor verwerking van deze gegevens wordt een
extern bureau ingehuurd.
Voor een eventuele beleidsevaluatie zal, in aanvulling op de
intern beschikbare informatie, eveneens gebruik gemaakt moeten
worden van externe expertise en capaciteit. In de begroting is
geen rekening gehouden met een evaluatie in 2004.
Rechtmatigheid
Om naast doelmatigheid en doeltreffendheid ook de rechtmatigheid
te waarborgen, worden ter plaatse bij aanvragers controles
uitgevoerd ("beheersmatige monitoring"). Deze vinden in principe
twee maal tijdens de looptijd van een project plaats. De controles
betreffen onder meer de vraag of de administraties in orde zijn en
of de voortgangsrapportages een getrouw beeld geven van de
werkelijkheid. Deze controles worden, namens de RWI, door externe
accountants uitgevoerd. Op basis van de opdrachtverlening aan een
extern bureau en de inschatting van het aantal te controleren
projecten in 2004 wordt het begrote bedrag van 2003 gehandhaafd.
Ook het Ministerie van SZW (met name de Accountantsdienst) en de
IWI spelen een rol bij een rechtmatige uitvoering van de regeling.
Overigens is het Ministerie van SZW ook rechtstreeks betrokken bij
de uitvoering van de SVWW. Betalingen aan subsidie-ontvangers
worden, in opdracht van de RWI, door SZW uitgevoerd.
Totale uitvoeringskosten SVWW
De totale uitvoeringskosten van de SVWW zijn in 2004 (excl. loon
en prijsbijstelling) als volgt.
Pagina 16 van 40

In 2003 waren 11 personen (10,3 fte) werkzaam voor de afdeling
subsidies. Deze personen worden voor een deel van hun werktijd
ingezet voor niet SVWW gelateerde taken (circa 2 fte). Voor de
bepaling van de aan de SVWW gelateerde kosten 2003 wordt daarom
uitgegaan van 8,3 fte. De kosten per fte zijn berekend door het
totaal van de RWI-begroting 2003, minus LCR minus beleidskosten en
minus uitbesteding derden SVWW, te delen op het totaal aantal fte
van de RWI.
Voor 2004 is eenzelfde berekeningswijze gehanteerd. Met dien
verstande dat voor het bepalen van de aan de SVWW gerelateerde
kosten wordt uitgegaan van 5,8 fte vanuit de afdeling subsidies,
de bedragen zoals die in de RWI-begroting 2004 zijn opgenomen en
een verlaging van het totaal aantal fte's van de afdeling
subsidies met 3,5.
2004 2003
Aantal fte t.b.v. SVWW 5,8 8,3
Kosten RWI-SVWW (personeel en overhead) 833.900 1.178.2
97
Kosten uitbesteding/derden (begroting, 288.000 460.500
artikel 7.1 t/m 7.3)
Totaal 1.121.9 1.638.7 2.5.3. D 00 97 o
elstellingen en prestatie-indicatoren van de SVWW
De RWI heeft een aantal doelstellingen, prestatie-indicatoren en
kengetallen ontwikkeld t.a.v. de SVWW. In dit jaarplan wordt
hieraan geen aandacht besteed in afwachting van de uitkomsten van
het overleg met het ministerie van SZW. Het ministerie heeft de
gesprekken hierover, in verband met het Regeerakkoord, stopgezet.
2.6. Landelijke Cliëntenraad (LCR)
2.6.1. Facilitaire ondersteuning
De RWI verleent de LCR op een aantal punten facilitaire
ondersteuning. De LCR is bij de RWI gehuisvest. Ook verzorgt de
RWI ­ tegen kostprijs ­ een aantal taken op het gebied van
administratie, ICT en catering. De LCR is echter zelf
verantwoordelijk voor haar eigen beleid en, in overleg met SZW, de
hoogte van de haar ter beschikking staande middelen. De RWI kan
daarvoor uiteraard niet verantwoordelijk worden gehouden. Het in
deze begroting opgenomen bedrag ten behoeve van de LCR is fictief.
Op basis van het door de LCR aan de Minister van SZW aan te bieden
begroting en jaarplan, zullen omvang en onderverdeling (personele
kosten, huisvestingskosten, etc.) door de LCR zelf met de Minister
van SZW besproken moeten worden.
Pagina 17 van 40

2.6.2. Relatie met beleidsadvisering
Daarnaast speelt de LCR een rol bij de RWI-taak beleidsadvisering.
Conform SUWI zal het beleidskader voor verzending aan de Minister
aan de LCR worden voorgelegd en zal de RWI aangeven op welke wijze
hij met de bevindingen van de LCR heeft rekening gehouden. In de
regeling LCR heeft de RWI formeel aangegeven op welke wijze hij
met de LCR over adviezen en het jaarlijkse beleidskader zal
overleggen.
2.6.3. Realisatie doelstellingen t.a.v. LCR
Ten aanzien van de facilitaire ondersteuning functioneert de RWI
in feite als opdrachtnemer. Tussen de LCR en de RWI zijn afspraken
gemaakt over hetgeen aan facilitaire ondersteuning wordt geleverd.
Ten aanzien van de beleidsadvisering is het belangrijk dat beide
instellingen hun onafhankelijke rol kunnen vervullen. Doel van de
RWI is om de gezichtspunten vanuit de LCR optimaal te benutten bij
de beleidsadvisering, maar ook om transparant te maken indien
andere factoren tot een afwijkend advies leiden.
Zowel de facilitaire dienstverlening door de RWI aan de LCR als
het overleg met de LCR over beleidsadviezen, zal regelmatig met de
LCR worden besproken om te bezien of deze doelstellingen gehaald
zijn.
2.7. Bedrijfsvoering
2.7.1. Personeel
De personele omvang en de frequentieverdeling van medewerkers per
schaal is per 1 september 2003 zoals hierna aangegeven:
RWI- Aantal
schaal Medewerkers
(fte)
september
2003
5
2,84

6

1,90

7

1,00

8 1,00

9

1,70

10
0,80

11
10,48
Pagina 18 van 40


12
8,70

13
9,53

14

1,75

15
0,80

16

1,00

17

1,00

18

1,00
Totaal 43,50
Instroom-, doorstroom- en uitstroombeleid personeel
De gewenste kerncompetenties zijn in de functiebeschrijvingen
vastgelegd. In 2003 is bekeken hoe de RWI het aannamebeleid vorm
zou kunnen geven, zodat de gewenste competenties gestalte krijgen
in het selectieproces maar ook in de arbeidsmarktcommunicatie. In
2004 zal vooral aandacht worden besteed aan het uitstroombeleid in
verband met het in 2007 beëindigen van de laatste werkzaamheden in
het kader van de subsidieregeling SVWW
Ontwikkelingsbeleid
Binnen de RWI wordt gewerkt met een systeem van
functioneringsgericht belonen. Periodiek worden er functionerings-
en beoordelingsgesprekken gevoerd. Tijdens de gesprekkenrondes
wordt ook aandacht besteed aan het Persoonlijk Ontwikkelingsplan
(POP). In het kader van het POP zal zowel aandacht worden besteed
aan de belangen van de organisatie als persoonlijke wensen en
motieven van de medewerker.

2.7.2. Communicatie
Communicatie is een belangrijk aandachtspunt voor de RWI. Dat
geldt voor zowel de interne communicatie als vooral ook voor de
externe communicatie.
Goede interne communicatie - waarin ieders kennis en expertise
maximaal worden benut - is essentieel voor kwalitatief en
kwantitatief hoogstaande producten.
Externe communicatie is bij zowel de beleidsadvisering, de
Reïntegratiemonitor als de subsidieregeling van cruciaal belang.
Het gaat er daarbij om de inhoud en de reikwijdte van de RWI-
activiteiten duidelijk voor het voetlicht te brengen van de
verschillende doelgroepen: politiek en overheid, maatschappelijke
organisaties, het bedrijfsleven en de media.
Pagina 19 van 40

Voor het overgrote deel zijn de voorgenomen
communicatieactiviteiten een voortzetting of intensivering van
activiteiten die eerder in gang zijn gezet. Belangrijke concrete
communicatieactiviteiten voor 2004 zijn de productie van het
Beleidskader, het uitgeven van andere adviezen ­ waaronder de
Arbeidsmarktanalyses ­ en de onderzoeksrapporten, het verder
ontwikkelen en uitbouwen van de website en het organiseren van
diverse bijeenkomsten, zoals het Najaarscongres en expertmeetings.
2.7.3. Kennismanagement
Kennismanagement is voor de organisatie een belangrijk item. Om
kennis te vergaren en uit te wisselen zijn instrumenten/middelen
ontwikkeld, onder andere op het gebied van documentatie,
communicatie en P&O.
In het voorgaande, bij de beschrijving van de wettelijke taken, is
reeds aandacht besteed aan de noodzaak van onderzoek. In verband
hiermee zullen in 2004 de volgende activiteiten worden uitgevoerd:

· het opstellen van een onderzoeksprogramma en het coördineren
van de uitvoering van dat programma (opstellen startnotities,
coördineren offerteprocedures, begeleiden uitbesteed onderzoek,
benutten onderzoeksresultaten in RWI beleidsvoorstellen; zie
onder);

· het bewerken, analyseren en beschikbaar stellen van de
beleidsinformatie die de RWI op grond van de paragraaf over
informatieverstrekking in de Regeling SUWI ontvangt;

· het participeren in netwerken van opdrachtgevers (SZW, SUWI-
partners, e.a.) ten behoeve van de afstemming van het RWI-
onderzoeksprogramma met andere onderzoeksprogramma's;

· het opbouwen en onderhouden van een netwerk van potentiële
opdrachtnemers;

· het deelnemen aan externe begeleidingscommissies.
Gegeven de beperkte bezetting van de RWI en het brede
beleidsterrein zal veel informatie extern moeten worden
aangekocht. Dat zal zowel in de vorm van eigen
onderzoeksopdrachten gebeuren als door middel van
samenwerkingsovereenkomsten. In 2003 is een begin gemaakt met het
inhuren van specifieke expertise voor korte-termijn opdrachten.
Daar waar nodig, zal ook in 2004 van dergelijke expertise gebruik
worden gemaakt.
Een andere onderzoekslijn die zich in de afgelopen anderhalf jaar
steeds duidelijker heeft gemanifesteerd, is die van het
opdrachtgeverschap op de reïntegratiemarkt (UWV, gemeenten,
werkgevers/werknemers, cliënten). Aansluitend op de
Reïntegratiemonitor en diverse onderzoeksprojecten die in het
Pagina 20 van 40

afgelopen jaar op dit terrein zijn verricht, zijn besprekingen
gestart met verschillende organisaties (waaronder BOREA) om tot
een meer permanente onderzoeksinfrastructuur te komen.
2.7.4. Huisvesting en ICT-beleid
Ten aanzien van meubilair of andere inventaris zijn geen
(substantiële) ontwikkelingen te voorzien. De RWI is eind 2001 van
start gegaan met een volledig nieuwe inventaris. Dit maakt dat
nieuwe aanschaffingen of vervanging niet of nauwelijks aan de orde
zullen zijn in 2004.
ICT
Voor de RWI geldt dat beschikbaarheid, beveiliging en toegankelijk
van het netwerk voorop staat. Om de externe leveranciers van de
applicaties beperkt toegang tot ons netwerk te verschaffen is in
2003 een Virtual Privat Network verbinding gerealiseerd.
De beschikbaarheid van de systemen zijn vastgelegd in een Service
Level Agreement met een externe beheerspartij.
Voor 2004 is niet of nauwelijks vervanging of uitbreiding te
voorzien van hardware, infrastructuur of IT-voorzieningen. De
kosten voor softwarelicenties, internetgebruik en telefonie komen
jaarlijks terug. Om een balans te vinden tussen beveiliging en
toegankelijkheid van het netwerk is uitbreiding van de
beveiligingssoftware aan de orde.
2.7.5. Arbeidsomstandigheden (ARBO)
De RWI heeft een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) laten
uitvoeren door een externe partij. Belangrijke onderwerpen waren
het uitwerken van een plan van aanpak n.a.v. de RI&E en het arbo-
en ziekteverzuimbeleid. Ook het voorlichten van de medewerkers met
betrekking tot bedrijfshulpverlening, arbeidsomstandigheden en
gebruik van apparatuur en programmatuur zal ook in 2004 aan de
orde komen.
Met de externe partijen die binnen het gebouw van de RWI
werkzaamheden verrichten, zoals de catering, schoonmaak en
beveiliging, vindt regelmatig afstemming plaats ten aanzien van de
arbo-verplichtingen.
2.7.6. Administratieve Organisatie/Financiën
De werkprocessen van de RWI zijn vastgelegd in de Administratieve
Organisatie (AO). Daarnaast is de RWI in het bezit van een
directiestatuut, vergaderreglement en een interne mandaatregeling.
In het directiestatuut is de verdeling van taken en bevoegdheden
tussen de Raad, de voorzitter en de algemeen secretaris van de
Raad voor Werk en Inkomen geregeld. Het vergaderreglement regelt
de taken en bevoegdheden van de voorzitter, vice-voorzitter en de
raadsleden onderling. De interne mandaatregeling geeft aan wie
waartoe mandaat heeft binnen het secretariaat van de RWI. Een
Pagina 21 van 40

aantal van de aan de algemeen secretaris gedelegeerde bevoegdheden
worden hierin doorgedelegeerd aan de afdelingshoofden binnen de
RWI.
De Administratieve Organisatie (AO) is opgesteld voor zowel de
administratief financiële kant van de organisatie als voor
personeel en de subsidieregeling SVWW. Hiermee wordt gezorgd dat
de bedrijfsprocessen goed blijven verlopen. Voor de financieel
administratieve kant is onder andere de wijze van inkoop van
goederen en diensten vastgelegd waarbij tevens de vereisten van
Europese aanbesteding in het oog worden gehouden. Voor de
subsidieregeling SVWW is in de AO het hele proces van beoordeling
van ingediende aanvragen tot en met de eindafrekening opgenomen.
Voor zowel de financiële als de salarisadministratie wordt in 2004
ondersteuning ingehuurd. Gezien de omvang van deze werkzaamheden
binnen de RWI loont het niet om hiervoor iemand in dienst te
nemen. Gezien de specifieke kennis en de capaciteit van de
personeelsfunctionaris en de controller is besloten tot inhuur van
een administratiekantoor.
De RWI verleent facilitaire ondersteuning aan de Landelijke
Cliëntenraad (LCR). De middelen van de LCR zijn opgenomen op de
begroting van RWI. Om verstrengeling van de verschillende middelen
te voorkomen is een aparte bankrekening gereserveerd waar de
middelen van de LCR, na ontvangst van het Ministerie van SZW, op
worden gestort.
Voor de eigen tijdelijk niet noodzakelijke liquide middelen heeft
de RWI een aparte rekening geopend waarop een (hogere) rente over
de middelen wordt ontvangen. Deze rentebaten komen bij de post
overige ontvangsten terug in de begroting.

Pagina 22 van 40


3. Begroting
De begroting 2004 is qua indeling gelijk gehouden aan de begroting
zoals die is opgesteld voor 2003. De wijzigingen die zijn
aangebracht zijn met name gebaseerd op de ervaringen die de RWI
met de begroting 2003 heeft opgedaan.
Bij de begrotingsopstelling is van belang:

· Voor alle RWI-taken, met uitzondering van de SVWW, is uitgegaan van going concern;

· De ramingen voor de SVWW zijn gebaseerd op de uitvoering en
afronding van de toegekende projecten.

· Als loonindex cijfer is 1,644 % gehanteerd en als
prijsindexcijfer 0,8 %. Daarbij rekening houdend met het feit
dat het apparaatsbudget van de RWI voor 53 % loongevoelig, 47%
prijsgevoelig en het subsidiebudget 100% prijsgevoelig is.

· Niet bekend is wat de omvang is van de begroting die de LCR bij de Minister indient. Om die reden is de post LCR, in reële
termen, voorlopig gehandhaafd op het in 2003 beschikbare bedrag.
3.1. Hoofdlijnen begroting 2004
De RWI raamt voor 2004 een benodigd exploitatiebudget voor de RWI
van 8,841mln. (incl. l&p-bijstelling). De benodigde middelen
voor uitvoering van de SVWW, excl. eigen personele kosten, worden
geraamd op 0,29 mln. De eenmalige (investerings-)uitgaven worden
begroot op 0,070 mln..
Tabel: begroting op hoofdlijnen
Hoofdlijnen begroting 2004 2004 (excl. 2003 (incl.
(incl. loon&prijs) loon&prijs)
loon&
prijs)
Exploitatie-uitgaven 8.840.757 8.735.690 9.049.190
Kosten SVWW 290.304 288.000 460.500
(exclusief personeel)
Exploitatie LCR 233.965 232.108 232.108
Investeringen 70.000 70.000 70.000
Totaal uitgaven 9.435.026 9.325.798 9.811.798
Bijdrage SZW aan 8.840.757 8.735.690 9.049.190
organisatie RWI
Bijdrage SZW aan SVWW 290.304 288.000 460.500
Bijdrage SZW aan 233.965 232.108 232.108
Cliëntenraad
Overige 70.000 70.000 70.000
inkomsten(m.n.
rentebaten)
Pagina 23 van 40

Totaal baten 9.435.026 9.325.798 9.811.798

Naast de bijdrage van het Ministerie is ook rekening gehouden met
overige ontvangsten. Gezien de activiteiten van de RWI zijn deze
minimaal en bestaan voor het merendeel uit rentebaten. Het totale
beslag van de RWI op de Rijksbegroting wordt begroot op ruim
9,094 mln. ( 9,201 incl. l&p-bijstelling 2004).
Evenals in 2003 is de bijdrage voor de LCR op de begroting
opgenomen. Het opgenomen bedrag voor de LCR (geïndexeerd 0,234
mln.) is een voortzetting van het budget van 2003. Dit bedrag kan
nog wijzigen daar nog onbekend is welk bedrag de LCR bij de
Minister claimt.
Bij het opstellen van de begroting is rekening gehouden met de
loon- en prijsindices van 1,644 % resp. 0,8 %.
3.2. Exploitatiebegroting
Tabel: Exploitatiebegroting, inclusief SVWW en LCR
2004 2004 2003
(incl. (excl. (incl.
loon&prij loon&prij loon&prij
s) s) s)

1 Personeel

1.1 Salariskosten incl. sec. 3.638.855 3.580.000 4.180.000
Arb.voorwaarden

1.2 Woon-werkverkeer 71.659 70.500 76.000

1.3 Dienstreizen 47.264 46.500 50.000

1.4 Opleidingskosten 206.846 203.500 220.000

1.5 Werving en selectie 116.891 115.000 115.000

1.6 Kosten Raad 111.809 110.000 110.000

1.7 Lease auto 50.822 50.000 50.000

1.8 Voorziening WAO/FPU 304.932 300.000 86.000

1.9 Overige (PvT, Arbo, 93.512
Sociaal) 92.000 92.000

4.642.590 4.567.500 4.979.000

2 Huisvesting en materiaal

2.1 Huur (gebouw en 403.200 400.000
parkeerplaatsen) 400.000

2.2 Belastingen en 28.224 28.000
verzekeringen 28.000

2.3 Energie en water 33.264 33.000 33.000

2.4 Kantoorbenodigdheden en 49.392 49.000
­drukwerk 51.000

2.5 Kopieerapparaten 23.184 23.000 23.000
Pagina 24 van 40

2.6 Aanpassingen/Reparaties 40.320 40.000
huisvesting 40.000
2.7 Overige kosten 17.640 17.500
huisvesting 17.500
595.224 590.500 592.500

3 Automatisering en ICT
3.1 Beheer en onderhoud 342.972 340.250 340.250
hardware en
infrastructuur
3.2 Telefoon en Internet 45.360 45.000 45.000
388.332 385.250 385.250
Transport subtotaal 5.626.146 5.543.250 5.956.750

Pagina 25 van 40

2004 2004 2003
(incl. (excl. (incl.
loon&prij loon&prij loon&prij
s) s) s)
Transport subtotaal 5.626.146 5.543.250 5.956.750

4 Inhuur derden en
facilitaire
ondersteuning
4.1 Accountant, AO/IC 20.160 20.000 20.000
4.2 Catering (incl. 201.600 200.000 200.000
beveiliging, schoonmaak,
e.d.)
4.3 Documentatie 34.272 34.000 34.000
4.4 Administratie 80.136 79.500 79.500
(financieel en salaris)
4.5 Adviseurs (organisatie) 49.392 49.000 49.000
4.6 Overig 40.320 40.000 40.000
425.880 422.500 422.500

5 Beleids- en
Projectkosten

5.1 Communicatie 383.040 380.000 380.000
5.2 Onderzoek en expertise 1.515.024 1.503.000 1.503.000
5.3 Reïntegratiemonitor 240.912 239.000 139.000
2.138.976 2.122.000 2.022.000

6 Reserveringen

6.1 Afschrijvingen 421.050 421.050 421.050
421.050 421.050 421.050

7 Overige

7.1 SVWW Communicatie 20.160 20.000 80.000
7.2 SVWW Evaluatie 88.704 88.000 92.500
7.3 SVWW Uitbesteding 181.440 180.000 288.000
7.4 Onvoorzien 228.705 226.890 226.890
519.009 514.890 687.390

8 Cliëntenraad 233.965 232.108 232.108
Totaal exploitatie 9.365.026 9.255.798 9.741.79

8
Pagina 26 van 40

3.3. Toelichting op de Exploitatiebegroting
In onderstaande toelichting worden de begrote bedragen nader
onderbouwd1. Het verschil met de begrotingsbedragen in voorgaande
paragrafen bestaat uit de investeringsuitgaven. De concept
begroting is opgesteld aan de hand van aangegane contracten en de
realisatiecijfers over 2003. De gehanteerde normen zijn exclusief
de loon- en prijsbijstelling.


1 De normbedragen zijn gebaseerd op het aantal van 46 Fte's. In de normbedragen zit verdisconteerd dat bij sommige kostenposten zoals opleidingen alle medewerkers op cursus/opleiding zullen gaan. Vanwege het werken in deeltijd komt het aantal Fte's niet in alle gevallen overeen met het aantal medewerkers. Pagina 27 van 40


1 Personeel

1.1 Salariskosten inclusief secundaire arbeidsvoorwaarden
De formatie voor de RWI is bij oprichting bepaald op 55 FTE
van 36 uur. Binnen de arbeidsvoorwaarden van de RWI bestaat
de standaard werkweek echter uit 40 uur. Hiermee komt de
normbezetting uit op 49,5 FTE van veertig uur. Het is in 2004
niet meer mogelijk nieuwe aanvragen in te dienen voor
subsidie in het kader van de SVWW. De RWI-formatie wordt
daarom met 3,5 fte verminderd naar 46 fte. Dit is gebaseerd
op een uitdiensttreding ­ zonder gedwongen ontslag - van 4
van de 8 beleidsmedewerkers van de afdeling subsidies in de
loop van 2004. De begroting voor salariskosten (incl. sociale
lasten en gemiddelde salarisverhoging ) komt dan voor 46 fte
uit op 3,74 mln. (incl. loonbijstelling).

1.2 Woon-werkverkeer
Op grond van de reisafstanden die RWI medewerkers moeten
afleggen per OV, blijkt een begroting van gemiddeld 1560,-
per FTE adequaat. Hierbij is rekening gehouden met werkelijke
afstanden woon-werkverkeer. Met de NS en HTM is een contract
overeengekomen voor het leveren van jaar(traject)kaarten.

1.3 Dienstreizen
Uitgegaan is van een bedrag van gemiddeld 1025,= per Fte
per jaar (inclusief buitenlandse reizen).

1.4 Opleidingskosten, inclusief congressen en seminars
De voltallige bezetting bestaat uit hoog opgeleide
(beleids)medewerkers en staf. Per FTE is gemiddeld 4.500
begroot voor opleidingen, cursussen en congressen. De
kennisintensieve aard van de organisatie stelt hoge eisen aan
het HRM-beleid. Afhankelijk van de aard van de functie
(ondersteunend, beleidsmedewerker, management) wordt voor
veel medewerkers een cursus of opleiding voorzien. Tevens is
in het begrote bedrag opgenomen dat beleidsmedewerkers
gemiddeld twee keer per jaar een congres of seminar zullen
bijwonen.

1.5 Werving en selectie
De raming voor werving en selectie is gebaseerd op een
gemiddeld verloop van 10 procent, ofwel 5 à 6 medewerkers. De
ervaring leert dat voor één specialistische functie vaak
meervoudige kosten moeten worden gemaakt.

1.6 Kosten Raad
Op grond van het `besluit van het dagelijks bestuur tot
vaststelling van de hoogte van vergoedingen van de leden van
de Raad, het dagelijks bestuur en de commissies 2003-2004
(RI 2/2002) is dit bedrag als volgt onderbouwd:
Incl. loon- & Excl. loon- &
prijsbijstelling prijsbijstelling
Vacatiegelden 66.069 65.000
Pagina 28 van 40

Verblijfskosten 1.525 1.500 Representatiekosten 16.771 16.500
Notuleerkosten 21.345 21.000
Reiskostenvergoeding 6.099 6.000 Totaal 111.809 110.000

1.7 Lease auto
De lease auto betreft de auto van de voorzitter en van de
algemeen secretaris. Op deze post wordt eveneens de chauffeur
verantwoord die op oproepbasis ten behoeve van de voorzitter
bij een externe partij wordt ingehuurd.

1.8 Voorziening WAO/FPU
In 2003 is een eigen voorziening WAO getroffen. Op dit moment
is niet voorzien dat deze voorziening aangevuld moet worden.
Het bedrag dat in 2003 hiervoor stond begroot is opgenomen
onder salariskosten (van waaruit de voorziening in 2003 ook
gefinancierd werd).
Voor 2004 wordt voorzien dat in voorziening voor FPU moet
worden opgebouwd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen
naar paragraaf 4.3.

1.9 Overig
Deze begrotingspost bestaat onder ander uit uitgaven voor
arbeidsomstandigheden, personeelsvertegenwoordiging, sociale
activiteiten en kinderopvang.

2 Huisvesting en materiaal

2.1 Huur (kantoorruimte en parkeerplaatsen)
Hierbij is uitgegaan van het lopende huurcontract, waarbij
rekening is gehouden met een jaarlijkse contractuele
verhoging.

2.2 Belasting en verzekeringen
Op grond van de verzekeringscontracten wordt in 2003 premie
betaald voor:

· Inboedel- en opstal

· Huurdersbelang

· Elektronica

· Doorlopende reisverzekering Voorzitter

· Incidentele reisverzekering medewerkers

· Huurdergedeelte OZB en overige gemeentelijke belastingen
· Glas
Volgens de huurovereenkomst zal de verhuurder de kosten van
het huurdersgedeelte OZB aan de RWI doorberekenen. Omdat de
Gemeente Den Haag nog geen uitsluitsel heeft gegeven over de
exacte hoogte wordt uitgegaan van ca. 20.000,= p.jr.
(gebaseerd op de aanslag over 2001).

2.3 Energie en water
Pagina 29 van 40

Dit bedrag is gebaseerd op de ervaringscijfers.

2.4 Kantoorbenodigdheden en regulier kantoordrukwerk
Het budget is licht verlaagd i.v.m. afname van het aantal
fte's.
2.5 Kopieerapparaten
Het bedrag is gebaseerd op een full-service leasecontract.
Het contract bestaat uit twee apparaten met een
netwerkfaciliteit voor: scannen, printen en faxen. Daarnaast
is het aantal gemaakt kopieën hoger dan verwacht.
Uitgangspunt is een full-service leasecontract voor in totaal
4 apparaten.
2.6 Aanpassingen/reparaties huisvesting
Het betreft vele (kleine) reparaties aan de huisvesting
uitgevoerd die voor rekening van de huurder blijven.
2.7 Overige kosten huisvesting
Op deze post worden alle overige zaken die met huisvesting te
maken hebben verantwoord.

Pagina 30 van 40


3 Automatisering en ICT
3.1 Beheer en onderhoud hardware
In dit bedrag zijn structurele uitgaven opgenomen t.b.v.
remote beheer, het servicecontract IT, strategisch advies en
systeembeheer. Ook de uitgaven voor IT-voorzieningen,
netwerk, patchkasten en ook alle zogenaamde `actieve
componenten' daarin (routers en switches e.d.), evenals de
kosten voor softwarelicenties, zijn hierin begroot. Gezien de
realisatie in 2003 is het bedrag dat in 2003 is gereserveerd
voor investeringen bij deze post ondergebracht.
3.2 Telefoon en Internet
De kosten voor internetverbinding, -hosting en -
lanverbindingen zijn gebaseerd op een afgesloten contract met
een private partij. Tevens worden de kosten van de telefoon
(beheer en onderhoud) hieronder verantwoord.

4 Inhuur derden en facilitaire ondersteuning
4.1 Accountant
Deze kosten zijn gebaseerd op verstrekte opdrachten en hebben
betrekking op kosten voor het:

· controleren van jaarrekening;

· afgeven van de accountantsverklaring en managementletter;

· werkzaamheden review IWI.
In 2003 heeft de IWI aangegeven dat zij voornemens is
jaarlijks een review uit te voeren. Dit betekent extra
inschakeling van de accountant van de RWI. In de begroting
wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat dit binnen de
beschikbare begrotingsruimte is op te vangen.
4.2 Catering
Het bedrag voor catering, bewaking & beveiliging,
huismeester, afvalverwerking en schoonmaak is gebaseerd op
het afgesloten contract met een private partij.
4.3 Documentatie
Dit bedrag is gebaseerd op de aanschaf van boeken/rapporten,
abonnementen op tijdschriften/seriële publicaties, software-
aansluitingen, gebruikersdiensten Picarta en Opmaat en
specifieke informatieverzoeken en aanschaffingen.
4.4 Administratie (financieel en salaris)
De kosten zijn berekend op basis van het contract met een
externe partij voor het verzorgen van de salarisadministratie
en de financiële administratie.
4.5 Adviseurs (organisatie)
Omdat de minister heeft gevraagd terughoudend te zijn in het
aangaan van langdurende verplichtingen zijn een aantal
activiteiten opgeschort. Hoewel de uitputting over 2003 een
hoger bedrag laat zien wordt de post voor 2004 niet
opgehoogd.
4.6 Overig
Pagina 31 van 40

In de post overig zijn diverse kleinere uitgaven begroot
waaronder:

· AWVN-lidmaatschap;

· Bedrijfsjuridische hulp;

· Koffiemachines;

· Inkoopondersteuning (facilitair/automatisering);

· Liftonderhoud (staat los van eventueel servicecontract
voor werktuigkundige installaties).
Gezien de realisatie in 2003 is deze post opgehoogd.

Pagina 32 van 40


5. Beleids- en projectkosten
5.1 Communicatie
Zoals in het jaarplan is aangegeven, is communicatie van zeer
groot belang. De Communicatie van de subsidieregeling is
elders begroot. Op basis van de meest recente inzichten en
realisatiecijfers van 2003 wordt de hoogte van de post gelijk
gehouden.
5.2 Onderzoek en expertise
Zoals in het jaarplan is opgenomen wordt veel informatie
extern ingekocht.
De in de begroting 2003 geraamde kosten lijken realistisch en
worden daarom voor 2004 in omvang gehandhaafd.
5.3 Reïntegratiemonitor
Voor 2004 wordt voor de reïntegratiemonitor voor onderhoud,
beheer en uitbouw (investering) een bedrag gereserveerd van
309.000 (waarvan 70.000 investering en excl. l&p-
bijstelling). Dit vloeit voort uit de voornemens zoals
verwoord in hoofdstuk 2.4. De financiering vindt plaats ten
laste van de geraamde salarisuitgaven om dezelfde redenen als
verwoord in paragraaf 4.3 Voorzieningen.

6. Reserveringen
Zie hoofdstuk 4, paragraaf 2

7 Overig
Subsidieregeling
De uitvoering van de subsidieregeling wordt voor wat betreft
de personele inzet (en bijbehorende materiële uitgaven)
gefinancierd vanuit het RWI-budget.
De uitvoeringskosten van de subsidieregeling bestaan uit twee
categorieën, namelijk de personele inzet van RWI-medewerkers
en de kosten van opdrachten aan externen. De uitgaven voor de
subsidieregeling worden uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 2
paragraaf 5.
De afdeling subsidies van de RWI zal ultimo 2004 naar
verwachting uit 7 personen bestaan (medio 2003: 11 personen)
en 6,8 fte's (medio 2003: 10,3) beslaan. Een deel van deze
capaciteit ­ 1 fte (2003: 2 fte's) - is niet bestemd voor
SVWW-gerelateerde taken.
7.1 SVWW Communicatie
Vormgeving, druk en publicatie van documenten en ­formulieren
zal vanaf 2004 alleen nog gericht zijn op "projecten in
uitvoering". In verband daarmee is het budget met 60.000,=
verlaagd tot 20.160,=
7.2 SVWW Evaluatie
Beleidsmonitoring en ­ evaluatie: projectoverstijgende
beleidsinformatie die gegenereerd wordt uit voortgangs- en
eindrapportages en einddeclaraties wordt structureel extern
Pagina 33 van 40

verwerkt en geanalyseerd. Met een eventueel in 2004 uit te
voeren evaluatie is geen rekening gehouden.
7.3 SVWW Uitbesteding
Hieronder valt onder andere de beheersmatige monitoring en
het onderhoud van SONAR (het geautomatiseerde beheersysteem
voor de subsidieregeling). De beheersmatige monitoring
betreft met name inspectie en controles bij aanvragers op het
gebied van rechtmatigheid. Vanwege een toenemend aantal te
controleren projecten (als gevolg van de SVWW-toezeggingen in
2002 en 2003) zou een hoger budget noodzakelijk zijn dan in
2003. De investeringsuitgaven t.b.v. SONAR zijn echter
stopgezet. Het budget voor dit artikel is per saldo verlaagd
met 108.000 (excl. l&p-bijstelling). Dit budget zou
eventueel aangewend kunnen worden voor een externe evaluatie
van de SVWW (zie 7.2).

Pagina 34 van 40

7.4 Onvoorzien
Binnen iedere organisatie treden onvoorziene zaken op en
vinden onvoorziene gebeurtenissen plaats. Om te voorkomen dat
keer op keer een beroep op het Ministerie van SZW moet worden
gedaan, is een budget opgenomen voor onvoorzien.

8 Landelijke Cliëntenraad
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) is gehuisvest in het pand
van de RWI. De RWI zal de LCR op een aantal facilitaire zaken
ondersteuning verlenen. Hierbij kan onder andere worden
gedacht aan elektronica (computer, telefoon) en financiële
administratie (betalen van facturen).
De LCR is zelf verantwoordelijk voor haar eigen beleid en de
hoogte van de haar ter beschikking staande middelen.

Pagina 35 van 40

4. Investeringsbegroting en overige SUWI-vereisten

4.1. Investeringsbegroting
De investeringsuitgaven voor huisvesting, meubilair en ICT zijn in
voorgaande jaren gedaan. In 2004 zullen hooguit een aantal nu nog
niet te voorziene kleine investeringen worden gedaan.
Voor de reïntegratiemonitor is wederom een bedrag opgenomen van
70.000. Dit bedrag wordt in de begroting opgenomen omdat de
uitbouw van de reïntegratiemonitor tegemoet komt aan de wensen van
de gebruikers en aan de noodzakelijke invulling met kwalitatieve
en kwantitatieve gegevens waar veel vraag naar is en kan voorzien
in de behoefte aan transparantie van gegevens. Te verwachten valt
dat de uitbouw niet tot een jaar beperkt zal blijven en een
continu proces is.
In deze begroting is rekening gehouden met de uitbreiding van een
ervaringenbank. De verwachte investering voor de
reïntegratiemonitor is een inschatting. Het kan zijn dat bij
daadwerkelijke opdrachtverlening deze hoger uitvalt.
Tabel: investeringsbegroting
2004 2003
Reïntegratiemonitor 70.000 70.000
ICT - 100.000
Totaal 70.000 170.000
investeringen
4.2. Specificatie vaste activa en afschrijvingen
De RWI volgt het voorschrift van het Ministerie (brief d.d. 19
maart 2003 kenmerk AAM/BR/03/17674 en 16 september 2002 kenmerk
AAM/BR/2002/48548) en schrijft de materiële vaste activa af
conform de volgende termijnen:
Huisvesting: 4 jaar
ICT: 3 jaar
Meubilair: 10 jaar
Hieronder volgt een overzicht van de vaste activa naar jaar, de
afschrijvingen en de boekwaarde. De investeringen van 2003 zijn
nog niet gecontroleerd door de huisaccountant en kunnen dus bij de
verantwoording over 2003 afwijken.
Tabel: Materiële vaste activa (ongeauditeerde cijfers)
Inrichting Computers Overig Beleid Totaal
pand
Boekwaarde 1
januari 2002 499.247 306.487 - 297.994 1.103.729
Investeringen
boekjaar 121.029 60.480 23.829 41.880 247.218
Pagina 36 van 40

Desinvesteringen
boekjaar - - - - -
Afschrijvingen
boekjaar 152.321 85.931 4.178 81.678 324.108
Boekwaarde 31
december 2002 467.955 281.036 19.651 258.196 1.026.839
Investeringen 26.473 26.473
t/m aug 2003
Afschrijvingen 65.069 93.680 3.600 86.064 248.413
t/m aug 2003
Boekwaarde 429.358 187.356 16.051 172.132 804.897
ultimo aug 2003
4.3. Voorzieningen
De RWI is op dit moment eigen risicodrager voor de kosten die
ontstaan in geval iemand in de WAO belandt. Gedurende 2003 is
hiervoor een voorziening getroffen. Op dit moment is er geen
indicatie dat in 2003 van deze voorziening gebruik zal worden
gemaakt. Daarmee is de hoogte van de voorziening voldoende voor
2004. Mocht zich in de loop van 2004 een wijziging in deze
situatie voordoen dan zal opnieuw worden bezien of de voorziening
voldoende is en deze aanvulling behoeft. De huidige voorziening
WAO is gebaseerd op een gemiddeld jaarsalaris van 1 full-time Fte
t.w. 86.000.
De werkzaamheden in het kader van de subsidieregeling SVWW zullen
in 2007 volledig afgerond zijn. Waar in deze begroting nog sprake
is van de mogelijkheid om in 2003 en 2004 zonder gedwongen ontslag
tot een aanmerkelijke reductie van de formatie te komen, is dit
geenszins zeker voor de latere jaren. Uit een oogpunt van sociaal
beleid is het zeer wel denkbaar dat voor twee FPU-gerechtigde
medewerkers in plaats van ontslag een aanbod wordt gedaan om
gebruik te maken van FPU in combinatie met een
stimuleringsregeling om elders nieuwe inkomsten uit arbeid te
genereren. Omdat in redelijke mate voorzien kan worden dat hier
voor de werkgever kosten uit voortvloeien wordt het treffen van
een voorziening voor een aanvullende FPU-regeling wijs geacht.
Deze voorziening wordt binnen de begroting 2004 gefinancierd door
de veronderstelde tijdelijke onderuitputting op de salarisuitgaven
in 2004, als gevolg van het verzoek van de minister om
terughoudend te zijn bij het aangaan van nieuwe verplichtingen.
4.4. Vorderingen en openstaande verplichtingen
Vorderingen
De vorderingen van RWI zijn onder te verdelen in 2 categorieën,
vooruitbetaalde termijnen en overige vorderingen.
Pagina 37 van 40

Vooruitbetaalde termijnen omvatten betalingen voor onder andere
huur, gas en elektriciteit die voorafgaand aan een maand/kwartaal
worden geïnd door de betreffende organisatie.
Overige vorderingen komen slechts in beperkte mate voor bij de
RWI. De RWI is immers geen organisatie die zelf goederen of
diensten levert en daarvoor betaald krijgt. Slechts in een
incidenteel geval komt het voor dat creditnota's worden ontvangen
danwel een factuur wordt uitgeschreven.
Op dit moment valt niet aan te geven welk omvang de vorderingen
hebben bij de aanvang van 2004. Uitgaande van de verantwoording
over 2002 zal het een omvang hebben in de orde van grootte van
250.000. De exacte stand zal worden opgenomen in de financiële
verantwoording over 2003.
Openstaande verplichtingen
De openstaande verplichtingen zijn eveneens onder te verdelen. Ten
eerste zijn er verplichtingen waarvoor al wel een factuur is
ontvangen, maar waarvan de factuur nog niet is betaald. Ten tweede
zijn er verplichtingen die zijn aangegaan, maar waarvoor nog geen
factuur is ontvangen.
Ten aanzien van de verplichtingen kan worden opgemerkt dat de RWI
gemiddeld een voorraad heeft van ongeveer 400.000 aan
openstaande facturen (crediteuren). Daarnaast bestaat ultimo het
jaar een verplichting ten aanzien van af te dragen belastingen,
premies en sociale verzekeringen in de orde van grootte van +/-
225.000 en overige schulden en passiva ter grootte van
240.000.
Evenals in 2002 zal ultimo 2003 een bedrag op de balans worden
opgenomen voor aangegane verplichtingen waarvoor nog geen factuur
is ontvangen en/of prestatie is geleverd. Voor deze post geldt
hetzelfde als voor de vorderingen. Op dit moment valt niet exact
aan te geven welk omvang de openstaande verplichtingen zullen
hebben bij de aanvang van 2004. Uitgaande van de verantwoording
over 2002 is de inschatting dat eenzelfde bedrag zal betreffen
t.w. 575.000.
Alle opgenomen bedragen zijn inschattingen en gebaseerd op de
verantwoording over 2002. De exacte standen zullen worden
opgenomen in de financiële verantwoording over 2003.
Pagina 38 van 40

5. Begrotingsuitvoering en ­verantwoording
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan een aantal
begrotingstechnische aspecten die bij de begrotingsuitvoering en ­
verantwoording, mede in relatie tot de Rijksbegroting, van belang
zijn:

· Bij het opstellen van de definitieve begroting wordt rekening
gehouden met hetgeen is gesteld in de brief van SZW (kenmerk
AAM/BR/03/51310). Van het budget is 53 % loongevoelig, 47%
prijsgevoelig en het subsidiebudget is 100% prijsgevoelig.

· De RWI zal conform de vereisten vastgelegd in SUWI uiterlijk 6
weken na afloop van een kwartaal rapporteren over de voortgang
van de activiteiten en het daarmee samenhangende verloop van de
begroting.
Tevens zal de RWI een door de accountant gecontroleerde
jaarrekening en jaarrapportage opstellen. De accountant van de
RWI hoeft geen uitspraak te doen over de LCR omdat de RWI niet
verantwoordelijk kan worden gehouden voor die uitgaven. Wel
moet de accountant een uitspraak doen over de gedane betalingen
in het kader van de voor de LCR uitgevoerde kassiersfunctie
(brief SZW kenmerk AAM/BR/03/22290 d.d. 2 april 2003).

· De werkzaamheden van de externe accountant geschieden zodanig,
dat deze door de IWI en de AD van SZW desgewenst kunnen worden
gereviewd.

· De RWI volgt het voorschrift van het Ministerie (brief d.d. 19 maart 2003 kenmerk AAM/BR/03/17674 en 16 september 2002 kenmerk
AAM/BR/2002/48548) en schrijft de materiële vaste activa af
conform de volgende termijnen:
Huisvesting: 4 jaar
ICT: 3 jaar
Meubilair: 10 jaar

· Conform de brief van SZW (kenmerk AM/ARV/01/88221 d.d. 21
december 2001) worden de kosten voor de subsidieregeling
gefinancierd uit de voor de regeling beschikbare budgetten.

· Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van de zelfde
financieringswijze als in 2003 is gehanteerd.
Dat wil zeggen dat ieder kwartaal 25% van de bijdrage van de
exploitatiebegroting RWI uiterlijk op de eerste dag van een
kwartaal op rekeningnummer 57.82.65.672 t.n.v de Raad voor Werk
en Inkomen o.v.v. "bijdrage RWI 2004" wordt gestort.
De bijdrage betreffende de SVWW t.w. 0,290 mln. wordt per

1/1/2004 voor 75% uitbetaald op rekening 57.82.65.672 t.n.v. de Raad voor Werk en Inkomen o.v.v. "bijdrage SVWW 2004". De
resterende 25% wordt uiterlijk op de eerste dag van het derde
kwartaal op rekening van de Raad voor Werk en Inkomen
bijgeschreven.
Van de bijdrage van SZW voor de landelijke Cliëntenraad t.w.
0,234 mln. wordt ieder kwartaal 25% uiterlijk op de eerste dag
van een kwartaal gestort op rekeningnummer 62.73.29.942 t.n.v.
Raad voor Werk en Inkomen inzake Cliëntenraad o.v.v. "bijdrage
Pagina 39 van 40

LCR 2004". Tenzij de LCR hierover andere afspraken maakt met de
Minister.

· De RWI hanteert een baten-lastenstelsel. Om aansluiting te
bieden op de binnen de Rijksoverheid gehanteerde systematiek
van `Kas en Verplichtingen' zal een vertaalslag worden gemaakt
bij de rapportages.

· Overschrijdingen op bepaalde begrotingsposten zullen in
principe binnen de totale RWI-begroting worden opgevangen.
Indien de RWI voorziet dat dit onverhoopt niet mogelijk is, dan
zal hij de Minister hiervan op de hoogte brengen. Anderzijds
kunnen onderschrijdingen elders binnen de totale begroting
worden aangewend. Dit laatste uiteraard rekeninghoudend met de
meerjarige (structurele) effecten daarvan.
Conform de brief van SZW (kenmerk AAM/BR/02/4192-1, d.d. 15
maart 2002) is het LCR-budget een geoormerkt onderdeel van de
RWI-begroting waarmee de RWI niet kan schuiven. Aanpassingen
van het LCR budget vergen altijd expliciete afstemming met SZW.

Pagina 40 van 40