Socialistische Partij

Israël en de Bezette Gebieden

Dagboek van Harry van Bommel, bezoek SP-delegatie 3 tot en met 10 januari 2004 (zie persbericht)

Dinsdag 6 januari 2004

Vanochtend vertrekken we om 8.30 uur naar Gaza. Het ziet ernaar uit dat het onze eerste spannende dag zal worden. Een tweedaagse conferentie in een luxe hotel over het Israëlisch-Palestijns vraagstuk met hooggeleerde heren en dames zou in principe overal gevolgd kunnen worden. In Gaza zullen we nieuwe dingen zien en nieuwe dingen op kunnen doen.

Met een witte Mercedes gaan we op pad. In volle vaart rijdt de jonge chauffeur ons richting Gaza en praat onderweg niet met ons maar met tientallen mensen die hem bellen of die hij zelf belt. Met de hoorn in linkerhand, wild gesticulerend met z'n rechterhand, stuurt ie met z'n knieën. Ik controleer of mijn veiligheidsgordel goed om zit en doe een schietgebedje. Naar men zegt vallen er in Israël meer doden in het verkeer dan door het politieke geweld. Hoewel me dit sterk lijkt, kan ik me er opeens wel wat bij voorstellen.

Bij Erez aangekomen zien we geen wachtenden bij de douane en ook uit geen uit Gaza vertrekkende reizigers. Het is ofwel een rustig dagje ofwel de grens zit dicht. Al snel maakt een jonge luitenant, die volgens Anja de beleefdheidsacademie heeft doorlopen, ons duidelijk dat de houders van een diplomatiek paspoort wel worden doorgelaten. Maar Guido en Driek met `slechts' een dienststempel in hun paspoort zullen worden geweigerd. Enkele telefonades naar de Nederlandse vertegenwoordiger in Ramallah, de ambassade in Tel Aviv en telefoontjes terug van de militaire attaché en enkele topambtenaren later, blijkt de zaak muurvast te zitten. Guido en Driek keren terug naar Jeruzalem. Al voordat we vertrokken uit Nederland hadden we deze mogelijkheid voorzien en er rekening mee gehouden. Guido en Driek gaan nu zesendertig uur Mens-erger-je-niet spelen.

Met een taxi rijden Anja en ik naar Gaza-stad. Daar worden we ontvangen door Khaled Abu Zaid, de voorzitter van het National Centre for Community Rehabilition (NCCR). Hij en zijn team geven een toelichting op hun werk en leiden ons daarna rond door de Gazastrook. Het centrum bezoekt met een mobiele kliniek mensen met een handicap. Veelal kinderen die slachtoffer zijn van het oorlogsleed. Ze hebben op verschillende lokaties meer dan driehonderd patiënten en houden van al die patiënten een medisch dossiers bij. Veel van de kinderen hebben behalve een lichamelijke handicap een trauma opgelopen dat moet worden behandeld. Omdat ze niet mobiel zijn, kunnen ze alleen thuis worden behandeld en is de mobiele kliniek van de NCCR de enige uitweg.

Na de inleiding stappen we met enkele medewerkers van de NCCR in een busje en gaan we op weg naar Rafah. Onderweg stoppen we bij de plaats waar ooit, mede met Nederlands geld, de haven van Gaza aangelegd zou worden. Wat er was, is stukgeschoten door het Israëlische leger. De toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking, Herfkens, heeft nog geprobeerd het geld van de Israëliërs terug te krijgen. Ik heb Van Ardenne gevraagd hoe het daarmee staat. Een definitief antwoord heb ik nog niet.

In Rafah, dat grenst aan Egypte, zijn nogal wat huizen met de grond gelijk gemaakt in de omgeving van Israëlische nederzettingen. Ook is er in een gewone woonwijk flink huisgehouden. Er wonen er zelfs enkele mensen in een tent op straat. De Israëliërs verdachten bewoners van Rafah ervan dat ze via een tunnel wapens uit Egypte smokkelden. Om de tunnels op te sporen is de boel door tanks en bulldozers in puin gereden. De huizen aan de rand van het stadje zitten allemaal vol met kogelgaten. Op de terugweg komen we langs een begrafenis en zien we enkele mannen in burgerkleding met machinegeweren lopen. Het is niet duidelijk tot welke Palestijnse groepering ze behoren.

Wat volgt is een gesprek met enkele leden van de Palestijnse Wetgevende Raad. Maar onderweg maken we eerst een sanitaire stop bij een moskee. Zo zijn die moskeeën toch nog ergens goed voor, zegt een van onze reisgenoten. De vrouwen beklagen zich dat ze nergens terecht kunnen. In het gesprek met de Wetgevende Raad staan twee thema's centraal: de bouw van de muur en het Akkoord van Genève. De heren vinden dat `Genève' niet als akkoord moet worden gezien, maar als een interessante verklaring van goedwillende burgers. Er ligt een akkoord en dat is de routekaart naar vrede. Die moet worden uitgevoerd, zo vinden zij.

Na het gesprek vertrekken we naar een restaurant. We gebruiken een traditionele hap uit Gaza terwijl Anja ons met een mededeling verrast. Ze blijkt vandaag jarig te zijn. Ze heeft het de hele dag verzwegen, zegt het zelfs vergeten te zijn. Ik kan me er eigenlijk ook wel iets bij voorstellen. Zelf vier ik ook al twintig jaar mijn verjaardag niet. Een van de gastheren stelt voor na de maaltijd aan een andere tafel te gaan zitten. We zien dat daar weer borden en bestek staan. Anja en ik begrijpen hoe laat het is. Gedwee gaan we zitten en wachten af wat komen gaat. Dan gaat het licht uit. Er komt uit het donker een kelner met een taart van minstens vijfendertig centimeter doorsnee en drie zielige kaarsjes. Uit de stereo komt piepend `happy birthday to you'. Ik ben de enige die zingt want de tafelgenoten kennen de tekst duidelijk niet. Anja blaast de kaarsjes uit. Maar ik herinner me plots dat ik nog geen voordracht heb gehouden. Hup, de kaarsjes gaan weer aan. Ik leg het moment digitaal vast. Ik word er meteen aan herinnerd dat deze tekst ook nog digitaal bij de webmaster aangeleverd moet worden. Dat kan nog een probleem worden. Later wordt het opgelost als Guido uitkomst biedt met zijn mobiel.

PS: de foto's kunnen helaas nog niet doorgestuurd worden, deze volgen spoedig

Harry van Bommel
foto's Driek van Vugt

zie ook Index Dagboek

zie ook Dossier Israël