19 december 2003
PERSBERICHT
Promotie ir. Arnout Fischer aan TU Eindhoven
Gedrag aanpassen bij omgang met computers
Mensen komen in veel situaties op intuïtieve wijze tot de beste omgang
met de computer. Dat stelt ir. Arnout Fischer in zijn proefschrift
User adaptation in User-System-Interaction. Tijdens zijn
promotieonderzoek bestudeerde Fischer hoe gebruikers hun gedrag in de
omgang met interactieve systemen reguleren. Begrip van zulke
gedragsregulering kan leiden tot het ontwerp van interfaces die minder
frustratie en problemen bij de gebruiker opwekken.
Arnout Fischer (1971) verdedigt 8 januari zijn dissertatie User
adaptation in User-System-Interaction aan de Technische Universiteit
Eindhoven (TU/e). Zijn promotoren zijn prof.dr. C.J.H. Midden,
hoogleraar bij de faculteit Technologie Management aan de TU/e, en
prof.dr. G.W.M. Rauterberg, hoogleraar bij de faculteit Industrial
Design aan de TU/e.
Onbewust bijsturen van de omgang met computers
Arnout Fischer bestudeert in zijn dissertatie hoe gebruikers hun
gedrag in de omgang met interactieve systemen reguleren. Begrip van
zulke gedragsregulering kan leiden tot het ontwerp van interfaces die
minder frustratie en problemen bij de gebruiker opwekken. Ook in
geoefende gedragingen is regulering noodzakelijk. Een voorbeeld voor
de noodzaak van gedragsregulering geldt voor bergwandelen. Veel
Nederlanders die voor het eerst in de Alpen lopen, komen er al snel
achter dat de uitgestrekte pas van ons laagland niet tot een
plezierige beklimming van een berg leidt (verhoogde hartslag,
versnelde ademhaling, etc.). Met ervaring leert men een beter ritme
aan te nemen. Waarschijnlijk zal het juiste ritme niet bewust gekozen
worden, maar volgen uit een poging het wandelen zo plezierig mogelijk
af te stemmen. Een dergelijke gedragsregulering is ook van toepassing
in de omgang met computers, zoals bij het omgaan met de computermuis,
waarbij de gebruiker in verschillende situaties de omgang met het
systeem zal moeten aanpassen. Denk bijvoorbeeld aan het verschil
tussen het spelen van spelletjes en het werken met grafische
toepassingen.
Mens-computer interactie en emotie
De meeste theorieën met betrekking tot de interactie tussen mensen en
computers (human-computer interaction) beschrijven gebruikersgedrag en
de aanpassingen daarop als het gevolg van een rationeel proces waarin
de best mogelijke gebruikersacties voor de huidige situatie worden
bepaald. Het rationeel bepalen van het beste gedrag kan een zeer grote
mentale inspanning vereisen, alle factoren van belang moeten immers
beschouwd worden. Arnout Fischer betoogt in zijn proefschrift dat de
gebruiker in het dagelijks leven vaak niet in staat is, of niet bereid
is om de moeite te nemen om een dergelijke rationele denkinspanning te
leveren. Hij stelt dat in vele situaties gebruikers op intuïtieve
wijze tot de beste omgang met de computer komen. In het proefschrift
wordt deze stelling uitgewerkt met behulp van emotietheorieën. Fischer
stelt dat de gebruiker het gedrag zal uitvoeren waar hij/zij zich het
best bij verwacht te voelen, en dat deze verwachting uit ervaring
voortkomt.
Experimenten
Om de in het proefschrift voorgestelde regulering van interacties te
onderzoeken zijn proefpersonen geobserveerd in experimentele taken.
Hieruit blijkt dat proefpersonen vaak al doende leren wat de beste
interactie binnen een taak is. Tevredenheid is hierbij een indicator
voor de kwaliteit van interactie. De tevredenheid blijkt voornamelijk
bepaald te worden aan de hand van opgedane ervaring in plaats van een
rationele afweging. Ondersteuning voor de stelling dat emoties een rol
spelen bij de aanpassingen van gedrag werd gevonden in het feit dat
muziek de uitvoering van computertaken beïnvloedde. Dit werd zowel
gevonden bij gokgedrag in een kaartspel als in de snelheid en precisie
van muis-cursorbewegingen. In de dagelijkse praktijk ondervinden veel
computergebruikers frustraties omdat softwarepakketten niet goed
aansluiten bij de ervaring en intuïties van de gebruiker. De
conclusies in dit proefschrift geven software- en interfaceontwerpers
een houvast om te begrijpen hoe mensen aan de hand van hun ervaring en
intuïtie met programmatuur omgaan, waardoor voor de gebruiker meer
begrijpelijke interfaces ontworpen kunnen worden.
Technische Universiteit Eindhoven