Gemeente Utrecht

Mondelinge vragen van het CDA in de raadsvergadering van 8 januari 2004 inzake dagbesteding in (verslaafden)hostels

Utrecht, 4 januari 2004

"Het gaat zo goed, dat het saai wordt", kopt het Utrechts Nieuwsblad gisteren 3 januari in een paginagroot artikel over hostel de Hoek. "Het gaat zelfs zo onverwacht goed, dat we zitten te wachten op het moment dat het fout gaat", aldus een medewerker. Heel positief vindt de CDA fractie die in 2000 instemde met de komst van de hostels en dat het goed gaat is naar verwachting en niet onverwacht. De selectie van verslaafden is streng en gaat men in het hostel stevig over de schreef, dan wacht de straat, geen aantrekkelijk perspectief voor de hostelbewoner, die rust en regelmaat heeft gekregen. Een andere zaak is dat het artikel verder verhaalt over het gebrek aan dagbesteding. Kilo's brinta, een betere gezondheid en dan...uren voor de buis, want bureau dagloon is voor de straatverslaafden en die status past sommigen niet meer en op straat lonken de drugs. "Je wordt hier aartslui, je wordt hier niet gemotiveerd om iets te doen en ze willen het liefst dat je binnen blijft", aldus een hostelbewoner. De CDA fractie heeft bij het instemmen met de komst van de hostels altijd nadrukkelijk bedongen, dat er aandacht besteed zou worden aan dagbesteding en resocialisatie van de verslaafden en het college zegde dit toe. Weliswaar wordt nog steeds beweerd dat afkicken en een normaal leven leiden er voor deze mensen niet inzit, het CDA betwijfeld of de kwaliteit van leven niet verder omhoog kan, vindt bovendien dat enige drang op zijn plaats is, mede gezien de enorm hoge kosten van opvang in een hostel en stelt daartoe de volgende vragen aan het college:


1. Waarom is er (nog) geen enkele dagbesteding in de hostels? En is het college met het CDA van mening dat het de hoogste tijd is om een zinvolle dagbesteding te bieden aan hostelbewoners en middels maatwerk en niet vrijblijvend hen te leiden naar passend werk, opleiding, sportactiviteiten, vrijwilligerswerk of anderszins?


1. Deelt het college de mening van het CDA, dat het voor een aantal verslaafden wel degelijk mogelijk is om een geregeld leven met perspectief te leiden en dat er alles aan gedaan moet worden om hen dit te bieden? Zo ja, welke actie onderneemt het college om dit te bewerkstelligen?

Hostelbewoners blijkt het zeer goed te gaan, maar ze worden niet aangespoord om af te kicken, aldus het UN en het hanteerbaar maken van de verslaving is het maximaal haalbare.


1. Deelt het college de mening van het CDA dat men met een hanteerbare verslaving kan functioneren in deze samenleving en al dan niet begeleid een redelijk normaal leven kan leiden?


1. Waarom spoort men verslaafden niet aan om af te kicken, zodra hun gezondheid verbeterd is en men rust en enige regelmaat heeft?


5. Deelt het college de mening van het CDA dat, gezien de enorm hoge kosten van opvang in een hostel van de bewoners maximale medewerking gevraagd mag worden om weer een zo normaal mogelijk leven te leiden en dat zij daar zelfs met drang toe aangezet moeten worden, waarbij, bij eventuele terugval, een hostelplek gegarandeerd is?

---- --