Provincie Friesland

Toekomst openbaar vervoer provincie Fryslân

Inleiding

Zoals bekend heeft de rijksoverheid aangegeven de komende jaren aanzienlijk te gaan bezuinigen op de middelen die zij jaarlijks beschikbaar hebben voor het openbaar vervoer. Bijgaande notitie geeft in het licht van de bezuinigingen een korte schets van een mogelijke toekomst van het openbaar vervoer in Fryslân vanaf 2005. De bedoeling is dat u aan de hand van deze notitie binnen provinciale staten een debat voert over de toekomst van het openbaar vervoer. Aan de hand van deze bespreking werken wij deze notitie dan verder uit als onderdeel van een herzien Provinciaal Verkeer- en VervoerPlan (PVVP). Het huidige PVVP is door provinciale staten op 30 maart 1999 is vastgesteld. Hierin is onder andere aangegeven dat het openbaar vervoer enerzijds moet bijdragen aan de terugdringing van de groei van de automobiliteit. Anderzijds moet het vervoer bieden aan mensen die zelf niet over een vervoermiddel kunnen beschikken. Dit betekent dat het OV-beleid in Fryslân niet gericht is op specifieke doelgroepen, zoals scholieren, woon-werkers of ouderen, maar op een OV-systeem voor iedereen. Om hier invulling aan te geven, hebben provinciale staten destijds gekozen voor snelle, directe verbindingen tussen stedelijke en regionale kernen met als doel de concurrentie aan te kunnen met de auto. Daarnaast is voor het landelijk gebied gekozen voor een fijnmazige structuur waarmee openbaar vervoer geboden kan worden aan personen die om welke reden dan ook niet kunnen beschikken over een eigen vervoermiddel. In paragraaf 4.3 van het PVVP is de opbouw van het OV-netwerk voor de vaste wal van Fryslân aangegeven (zie pg. 70 t/m 76). Verder is in het PVVP aangegeven dat alle kernen van 250 inwoners of meer openbaar vervoer moeten hebben tegen het reguliere OV-tarief. Voorts dient de vervoerder aan alle kernen van 250 inwoners of meer op werkdagen tussen 7 uur 's ochtends en 23.00 uur 's avonds openbaar vervoer te bieden met minimaal 11 ritten per dag. Sinds 1999 is via één onderhandse gunning en een tweetal openbare aanbestedingen uitvoering gegeven aan het OV-beleid dat door provinciale staten in het PVVP is vastgelegd. Alleen de invoering van een Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem voor geheel Fryslân is (nog) niet gerealiseerd. Wel zijn er in samenwerking met de gemeenten proefprojecten tot stand gekomen in Heerenveen, Boarnsterhim, Achtkarspelen en Noordoost Fryslân.

Wijziging OV-onderdeel PVVP

Voor 2005 e.v. moet er rekening mee worden gehouden dat het rijk het OV-budget voor de provincie Fryslân verlaagt met circa E 3 miljoen oftewel ruim 10% t.o.v. 2003. Met deze bezuiniging kan het OV-beleid dat in het huidige PVVP is weergegeven niet meer worden gecontinueerd. Wij vinden het belangrijk dat u een kader stelt in hoeverre het huidige OV-beleid gecontinueerd moet worden. Daarbij moet worden bedacht dat handhaving van het huidige OV-beleid betekent dat er vanaf 1 januari 2005 jaarlijks een bedrag van circa E 3 miljoen nodig is uit de algemene middelen om de geplande bezuiniging van de rijksoverheid op het OV-budget te compenseren. Tevens is daar bovenop nog een bedrag nodig van E 0,9 om op de vaste wal van Fryslân een collectief vraagafhankelijk vervoersysteem (CVV) te realiseren. Dit laatste punt komt bij paragraaf 3 aan de orde. In de paragrafen 4 tot en met 8 komen verschillende mogelijke bezuinigingsopties aan de orde. Uw reactie op deze notitie willen wij als uitgangspunt hanteren voor de openbaar vervoerparagraaf van het te actualiseren PVVP. Tevens gebruiken wij uw reactie op de in deze notitie genoemde bezuinigingsmogelijkheden voor een eventueel begrotingsvoorstel om de rijksbezuiniging vanaf 2005 (gedeeltelijk) te compenseren vanuit de algemene provinciale middelen.

Invoering CVV-systeem vaste wal van Fryslân

Zoals aangegeven in de inleiding hebben wij samen met de gemeenten een viertal CVV-projecten opgestart. Mede op grond van deze projecten is berekend dat bij een overheidsbijdrage van E 0,9 miljoen per jaar op de vaste wal van Fryslân een CVV-systeem gerealiseerd kan worden. Voorwaarde hierbij is dat de CVV-gebruiker het landelijk gemiddelde CVV-tarief betaalt van 3,5 maal het OV-tarief.

Kosten provincie uitvoering OV-beleid volgens vigerend PVVP

Zoals hiervoor is aangegeven is jaarlijks E 3 miljoen uit de algemene middelen nodig is om het huidige OV-beleid volgens het PVVP te kunnen handhaven en is daarbij jaarlijks nog

E 0,9 miljoen nodig om voor de gehele vaste wal van Fryslân een CVV-systeem te introduceren. Indien het totaal bedrag van E 3,9 miljoen per jaar niet uit de algemene middelen gefinancierd wordt zijn de volgende maatregelen denkbaar. Snijden in het voorzieningenniveau van het OV op de vaste wal van Fryslân. Aan de onderkant van de markt CVV in voeren in plaats van openbaar vervoer. Op de Waddeneilanden het tarief van het openbaar vervoer verdubbelen of geen subsidie meer verlenen uit het beschikbare OV-budget. Bezuinigen op het regionaal spoorvervoer.

U heeft gemerkt dat wij in 2003 op onderdelen verkenningen zijn gestart zoals het invoeren van de bezuinigingen voor de 2e helft van 2004 en de bezuiniging in het regionaal spoorvervoer. Echter keuzes moeten nog gemaakt worden.

Inkrimping openbaar vervoer op de vaste wal van Fryslân

Wij vinden het belangrijk dat het niveau van het openbaar vervoer op werkdagen tussen 7.00 uur 's ochtends en 19.00 uur 's avonds zolang mogelijk bij bezuinigingen buiten schot blijft. In deze periode wordt 80 % van de reizigers vervoerd. Als het voorzieningenniveau op werkdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur gehandhaafd kan blijven, betekent dit dat 80 % van de reizigers nauwelijks hinder ondervindt van de bezuinigingen. Dit betekent dat de bezuinigingen gevonden moeten worden in de avonduren en in het weekend. In de avonduren kan door een verlaging van de frequentie van 1 maal per uur naar 1 maal per 2 uur jaarlijks circa een bedrag van E 0,6 miljoen worden bespaard. Door zondags in plaats van tussen 10.00 uur en 23.00 uur te gaan rijden tussen 14.00 uur en 21.00 uur kan jaarlijks een bedrag van circa E 0,7 miljoen bespaard. Minder ritten rijden op de zaterdag kan een besparing opleveren van E 0,3 miljoen per jaar. Verder kan door het invoeren van belbussen op het ontsluitend net jaarlijks E 0,2 miljoen worden bespaard. In totaal kan dus op dit onderdeel een bedrag bespaard worden van E 1,8 miljoen per jaar.

Collectief Vraagafhankelijke Vervoer CVV aan de onderkant van de markt

MuConsult heeft berekend dat er een bedrag van E 0,6 miljoen bespaard kan worden indien het reguliere openbaar vervoer voor de plaatsen kleiner dan 750 inwoners wordt omgezet in een CVV-systeem. Hierbij moet worden aangetekend dat reiziger die vroeger met het reguliere OV ging dan 3,5 maal zo duur uit is. Daar staat tegenover dat de reiziger bij de voordeur wordt opgehaald en bij een OV-halte of eindbestemming wordt afgezet. Tevens heeft de reiziger het voordeel dat deze rechtstreeks, dus zonder overstap, naar zijn of haar bestemming wordt vervoerd. Berekend is dat van de huidige reizigers uit deze dorpen 25 % de overstap naar het CVV-systeem zal maken. De rest (75 %) zal een ander vervoermiddel gebruiken (fiets of meerijden met familie, buren of dorpsgenoten) of ziet af van het maken van de reis. Indien niet het gemiddelde landelijk CVV-tarief gehanteerd zou worden, maar het reguliere OV-tarief, dan zal circa 50% de overstap maken van het reguliere OV naar het CVV. De invoering van een CVV-systeem tegen het reguliere OV-tarief dat in de plaats komt van het reguliere OV in plaatsen kleiner dan 750 inwoners levert geen besparing op, maar kost E 1,3 miljoen per jaar.

Openbaar vervoer Waddeneilanden

Via een openbare aanbesteding hebben wij voor de periode van 1 januari 2002 t/m 31 december 2007 een viertal concessies verleend voor het openbaar vervoer op de Waddeneilanden. Het openbaar vervoer op de Waddeneilanden is vooral een toeristisch product en heeft een kostendekkingsgraad van circa 25% en daar moet dus 75 % subsidie bij. Ter vergelijking: voor Fryslân als geheel is de kostendekkingsgraad circa 40 % en daar moet dus 60 % subsidie bij. Er gaat dus relatief veel geld uit de middelen voor openbaar vervoer naar de Waddeneilanden. Wij zien drie mogelijkheden om hierin verandering te brengen. In overleg met de vervoerders en het ministerie van Verkeer en Waterstaat zou een eigen tarief-systeem ingevoerd kunnen worden, waarbij het huidige nationale tariefsysteem (NVB) wordt afgeschaft. In dat geval kan een hoger tarief voor de reizigers gehanteerd worden dan op de vaste wal. Bij een verdubbeling van het tarief kan de kostendekkingsgraad verhoogd worden naar circa 50 %. Dit zou voor de provincie een besparing opleveren van circa E 0,8 miljoen per jaar. In samenwerking met de Waddengemeenten kan het huidige openbaar vervoersysteem vanuit toeristisch uitgangspunt uit algemene middelen gesubsidieerd worden. Hiermee is een besparing op het OV-budget mogelijk van maximaal E 2 miljoen per jaar. De hoogte van de besparing hangt af van de mate waarin de gemeenten willen bijdragen aan het toeristisch vervoer op hun eiland. Het openbaar vervoer op de Waddeneilanden wordt niet opnieuw aanbesteed. Dit betekent dat na afloop van de huidige concessie per 1 januari 2008 het gesubsidieerde openbaar vervoer op de Waddeneilanden komt te vervallen en bedrijven de mogelijkheid hebben om op de Waddeneilanden commercieel openbaar vervoer op te zetten.. Dit zal betekenen dat het vervoer voor de reiziger 2 à 3 maal zo duur wordt, maar het levert een besparing op het OV-budget op van circa E 2 miljoen per jaar. Opgemerkt wordt dat er bij deze optie voor de eigen bewoners van de Waddeneilanden wel een oplossing op maat geboden moet worden, zodat de eilanders een vorm van openbaar vervoer houden tegen het reguliere OV-tarief.

Regionale Spoorverbindingen

De provincie is momenteel verantwoordelijk voor de treindiensten op de spoorverbindingen Leeuwarden-Harlingen en Leeuwarden-Stavoren. Voor deze lijnen ontvangt de provincie jaarlijks E 3,6 miljoen (prijspeil 2003). Tot nu toe heeft het rijk aangegeven dat dit bedrag ook voor busvervoer gebruikt mag worden. Over het algemeen zijn de exploitatiekosten van busvervoer lager dan die van het treinvervoer. Omzetting van treinvervoer in busvervoer kan dus een besparing opleveren. Als overwogen wordt om treinvervoer om te zetten in busvervoer, dient het busvervoer een reëel alternatief te vormen. Tussen Leeuwarden, Sneek en Workum is er geen goede rechtstreekse wegverbinding. Alleen Workum-Stavoren zou voor omzetting in een busverbinding in aanmerking komen. Echter de besparing is beperkt en de kwaliteit van het openbaar vervoer voor de inwoners in Zuidwest Fryslân gaat sterk achteruit. Voor Leeuwarden-Harlingen ligt dit anders. Deze plaatsen zijn rechtstreeks door een snelweg verbonden. GoudappelCoffeng heeft berekend dat omzetting van een treinverbinding in een busverbinding tussen Leeuwarden en Harlingen Haven een besparing kan opleveren van E 1 miljoen per jaar. Echter bedacht moet worden dat de overhead van het vervoersbedrijf dan voor een groter deel op de spoorverbinding Leeuwarden-Stavoren drukt. De provinciale bijdrage voor deze lijn zal dan hoger worden. Per saldo schatten we derhalve de besparing van de omzetting van een treinverbinding in een busverbinding tussen Leeuwarden en Harlingen Haven op E 0,5 à E 0,9 miljoen per jaar.

Slot

Wij gaan ervan uit dat deze korte notitie u voldoende handvatten biedt om binnen provinciale staten van gedachten te wisselen over de toekomst van het openbaar vervoer. Wij zijn benieuwd wat uw mening hierover is. Het mag duidelijk zijn dat besluitvorming pas in een later stadium zal plaatsvinden.

GS/6 januari 2004


---- --