zittend ziekenvervoer
Motie zittend ziekenvervoer aangenomen
Vanaf 1 april 2004 vervalt de vergoeding voor het zittend ziekenvervoer. Dat
is het vervoer met taxi, eigen vervoer of openbaar vervoer naar een
ziekenhuis of behandelcentrum. Zoals wellicht bekend is, blijft de
vergoeding voor een beperkt aantal groepen bestaan, nl. voor
nierdialysepatiënten, kankerpatiënten die een chemokuur of radiotherapie
krijgen, blinden en slechtzienden en rolstoelgebruikers. De zorgverzekeraar
beoordeelt of iemand recht heeft op deze vergoeding.
De CG-Raad heeft ingezet op het behoud van het zittend ziekenvervoer
voor een ieder die dit op zorginhoudelijke grond nodig heeft. Met enig
resultaat. Op 18 december 2003 is de motie Schippers/Lambrechts
aangenomen in de Tweede Kamer. De motie gaat over het instellen van
een hardheidsclausule. Daardoor blijft het mogelijk voor andere
chronisch zieken om gebruik te maken van dit vervoer. De behandelend
arts moet dan beoordelen of er sprake is van een chronische ziekte en
of de patiënt langdurig gebruik dient te maken van vervoer naar een
medische instelling. Na vaststelling door de arts bepaalt de
zorgverzekeraar op welk type vervoer iemand aanspraak kan maken.
Op het ministerie is men nu bezig met de hardheidsclausule, maar men
kijkt ook naar andere alternatieven. Hoe de regeling eruit komt te
zien is nog onduidelijk. Evenmin weten we het standpunt van minister
Hoogervorst. De CG-Raad blijft de zaak dus nauwlettend volgen. Het is
duidelijk dat er op 1 april een adequate regeling moet zijn om te
voorkomen dat grote groepen mensen voor hoge kosten komen te staan.
(8 januari 2004)
---
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland