Nieuwjaarsspeech Minister Dekker VROM op donderdag 8 januari 2004
De Secretaris-generaal, Marjanne Sint, heeft er geen doekjes om
gewonden. Wat lang werd aangekondigd wordt dit jaar
realiteit.Taakstellingen en reorganisatie zullen zich doen voelen. Ik
ben daar politiek verantwoordelijk voor. Het ministerschap aanvaarden
onder de huidige economische omstandigheden is een keuze. Die heb ik
met overtuiging gemaakt. Net als mijn collega's op de andere
departementen. Keuzes maken, prioriteiten stellen.
Van VROM wordt een relatief grote bijdrage verwacht. De huursubsidie
slokt de helft van ons budget op. We hebben daarom ook deze post niet
volledig kunnen ontzien. Twaalf euro per maand minder; ik weet wat dat
betekent voor subsidieontvangers. Men laat het mij via indringende
persoonlijke brieven weten. Ik weet ook dat we als kabinet goed kijken
naar de inkomenseffecten van het beleid als geheel. 590
formatieplaatsen minder voor dit departement; ook van die ingreep
ontgaat mij de pijn niet. Maar ik weet - en Marjanne Sint bevestigde
dat zo-even - dat we er alles aan doen om de problematiek open
tegemoet te treden en samen naar oplossingen te zoeken.
En dat betekent: keuzes maken.
Gelukkig heeft de SG ons in organisatorisch opzicht ook een
perspectief geschetst. Ik zal dat in politiek en beleidsmatig opzicht
doen. Ik verheug me daarop, want ik heb een prima gevoel bij mijn
eerste half jaar! Het motto: van hindermacht naar ontwikkelkracht
wordt in- en extern herkend. Ik wil daarmee niet afdoen aan jullie
loyaliteit aan mijn voorgangers. Ik zie dat de diensten de eigen
ontwikkelkracht invullen, ik zie dat VROM geprononceerder naar voren
komt in de publiciteit. Mijn politiek commitment voor onze uitdaging
is er.
De basis voor meer ontwikkelkracht die het afgelopen half jaar gelegd
is biedt kansen. Kansen voor VROM en voor VROM'ers. De kracht van dit
ministerie schuilt in een enorme hoeveelheid kennis en expertise bij
de medewerkers en een grote mate van professionele vrijheid. Voor wie
resultaten zoekt is daarmee veel te bereiken. De kolommen van onze
organisatie worden doorbroken of minstens op een aantal plaatsen
overstegen.
We hebben een strategisch beraad VROM dat thematisch speerpunten
aanwijst voor onze organisatie. Het werk rond de Nota Ruimte is
projectmatig georganiseerd. Aan duurzaam bouwen wordt gewerkt door
mensen van DGW en KVI samen. Het nieuwe huurbeleid staat in de
steigers en groeit vanuit een thematische benadering. Zelfs handhaven
is voor VROM niet meer gelijk aan verbieden alleen. De inspectie
verduidelijkt het beleid en helpt met verbeterplannen waar gemeenten
steken laten vallen. Een open werkwijze met oog voor de praktijk, maar
overduidelijk waar grenzen gesteld moeten worden. Maar altijd vanuit
de opdracht helder te zijn over het waarom van regels en duidelijk te
zijn over wat we van burgers, bedrijven en organisaties verwachten.
Hard op inhoud, open in het proces, gericht op resultaat.
Die benadering is niet alleen een kwestie van organisatie, maar ook
een zaak van attitude. Ons moet altijd voor ogen staan voor wie we het
doen en waarom. Daarom ga ik regelmatig op werkbezoek in de
aandachtwijken. Ik spreek daar niet alleen met bobo's maar ook met
bewoners. Daar ontmoet ik ook bedrijven en maatschappelijke
organisaties. Van buiten naar binnen denken, steeds weer.
Ik weet dat het niet iedereen in iedere functie gegeven is, maar het
zou goed zijn als VROM'ers vaker zouden spreken met de mensen die onze
maatregelen moeten uitvoeren. Op straat, in de bedrijven. Beleid kan
immers alleen evenwichtig zijn als het meer is dan de uitkomst van
mechanismen binnen het eigen departement, als het openstaat voor de
werkelijkheid buiten de Haagse kaasstolp. Het project beantwoording
burgerbrieven is een bewijs dat we de burger serieus nemen. Dat we
willen luisteren naar opmerkingen, klachten en suggesties uit de
samenleving. Een adequate reactie per ommegaande zal voor 2004 géén
vroom voornemen blijven.
Naast voortvarende beantwoording, wil ik ook snel een analyse van de
vragen zien. Onze kennis en expertise inzetten voor resultaat, onze
professionele vrijheid benutten om pro-actief te zijn. Kaders
schetsen, maar vooral méédenken in ontwikkelingen. Oplossingen
aanreiken voor bestuurders van gemeenten en provincies, voor burgers,
bedrijven en maatschappelijke organisaties. Over de grenzen van onze
interne- en departementale verkaveling heen. Een compliment voor de
pioniers van deze houding in onze organisatie is zeer op zijn plaats.
We zullen het resultaat van hun inspanningen het komend jaar
uitbouwen. Juist met het oog op de beweging die er het komend jaar in
het departement zal zijn.
Daarom stel ik het op prijs om hierover samen met de staatssecretaris
binnenkort een bijeenkomst met de directeuren te hebben. Om te
luisteren en om bevraagd te worden. Om samen te werken aan meer
ontwikkelkracht.
We zullen die kracht ook al heel hard nodig hebben. Een viertal
VROM-beleidsspeerpunten vraagt daar dringend om. Bovendien zal het
Nederlands voorzitterschap van de EU in de tweede helft van het jaar
veel van ons departement vergen.
Ruimte
De Nota Ruimte zal in maart naar de Tweede Kamer gaan. Een belangrijke
stap op weg naar een eenduidig nationaal ruimtelijk beleid. Een beleid
dat wil bijdragen aan onze internationale concurrentiekracht. Een nota
die uitdrukking geeft aan selectief rijksbeleid in een Nationale
Ruimtelijke Hoofdstructuur. Een nota die daarbuiten nadrukkelijk kiest
voor decentralisatie. Het motto is: centraal wat moet, decentraal wat
kan. Maar nota's alleen veranderen de werkelijkheid niet. Daarom is er
de selectieve uitvoeringsagenda. Een agenda die duidelijk maakt wat
het rijk voor zijn rekening neemt tot 2010, met een perspectief tot
2020. Daarom ook zullen we dit jaar veel aandacht besteden aan de hulp
bij implementatie in de verschillende overheidslagen, bedrijven en
organisaties. Nauw verbonden met het adagium: 'selectief en
decentraal' is voor mij de ontwikkelingsplanologie.In deze benadering
komen verschillende groeperingen bij elkaar om de integrale
ontwikkeling van het gebied te bevorderen.
Op de Utrechtse Heuvelrug is met de uitruil van bestemmingen veel
bereikt voor natuur- en landschap enerzijds en vooral woningbouw
anderzijds. Het is een schoolvoorbeeld voor vrijmaking van
ontwikkelkracht. Inspelen op dit soort initiatieven die gedragen
worden door belanghebbende partijen ter plaatse.
Wonen
De woningmarkt moet in beweging komen. Het is al vaak gezegd. Daarvoor
is onder meer een flink hogere woningproductie nodig. We hebben daar
een concrete en realistische doelstelling aan gekoppeld. Het
statistisch woningtekort moet in 2010 teruggebracht zijn tot 1,5%
hóógstens 2%. Dat vraagt 380.000 tot 420.000 nieuwe woningen.
Het grootste deel van die opgave ligt in de stedelijke regio's. Over
de aantallen die daar gerealiseerd moeten worden maak i k nog begin
dit jaar concrete woningbouwafspraken.
Wij bemoeien ons actief met de woningproductie in de stedelijke
regio's, we geven met de herziene WRO ruimte voor bouwversnelling en
straks met de Nota Ruimte ruim baan voor meer bouwlocaties. Daar mag
tegenover staan dat de branche zich van zijn meest innovatieve kant
laat zien en creatief inspeelt op nieuwe marktomstandigheden en de
eigen code krachtig bevordert. Daar mag ook tegenover staan dat
bedrijven zich op een transparante wijze als betrouwbare partner voor
de overheid aanbieden. Onze houding moet opnieuw zijn: kaderstellend,
maar open voor de praktijk. Met goede, gezonde betrekkingen waardoor
de bouw weer uit de schaduw kan komen.
Als het gaat om de herstructurering van verloederde stadswijken en
wijken die in de gevarenzone zijn beland, wordt 2004 het jaar van de
waarheid. Voor het einde van het jaar willen we concrete afspraken
hebben over de aanpak van alle 56 prioriteitswijken. De discussies
over de problematiek - en met name de voorgenomen aanpak in Rotterdam
- hebben nog eens aangegeven hoe urgent de problemen zijn.
Ik ben overigens blij dat de discussie zich inmiddels weer vooral
richt op het creëren van een gevarieerd en veilig woon-, werk- en
leefmilieu in onze steden. Niet omdat segregatie geen probleem zou
zijn of etniciteit geen rol zou spelen, maar wel omdat uitsluiting de
weg niet is. Meedoen is immers een belangrijk begrip in het
hoofdlijnenakkoord.
Dat met name 'de grote vier' daar in overleg maar ieder hun eigen weg
kiezen, vind ik toe te juichen. Stedelijke vernieuwing moet maatwerk
voor mensen zijn. Nog dit voorjaar zal duidelijk worden of de
corporatiewereld in en buiten de stedelijke gebieden haar
verantwoordelijkheid voor de hoognodige investeringen neemt. Ik heb al
eerder aangegeven dat ik in uiterste instantie via een aanwijzing aan
corporaties investeringen zal afdwingen. Ik hoop van harte dat het
niet nodig zal zijn.
Maar ik verwacht wel dat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
nemen. In 2004 zullen we dat met elkaar verder uitwerken. Het toestaan
van meer marktconforme huurprijzen is daar onderdeel van.
Herijking
De staatssecretaris en ik hebben eerder al aangegeven dat we 100 van
de 400 VROM-regels willen schrappen en er nog eens 100 willen
samenvoegen. Inmiddels is duidelijk hoe onze plannen zijn opgenomen in
het meerjarenprogramma van het kabinet. Ik ben er trots op dat we als
VROM als eerste departement onze plannen hebben aangeboden aan de
Tweede Kamer.
De prioriteit ligt bij de aanpassingen die de meeste besparingen
opleveren voor het bedrijfsleven, de burgers en de decentrale
overheden. Ook de regels die knelpunten voor de woningbouwproductie
veroorzaken krijgen voorrang. Ik noem drie voorbeelden waarmee al
begonnen is of waar dit jaar een start meegemaakt zal worden.
- het schrappen van regels over milieubeleidsplannen;
- het ontwerpen van een veel eenvoudiger regeling die in de plaats
komt van het huidige Bouwstoffenbesluit;
- het vereenvoudigen van de Huisvestingswet;
Inmiddels is ook begonnen aan het project ' één VROM-vergunning'. Een
totaalpakket waarin de bouwvergunning, de milieuvergunning en andere
vergunningen op het terrein van VROM worden samengebracht. Idealiter
wordt deze vergunning op den duur zelfs verbreed tot een
interdepartementale vergunning waarin alles dat bouwers verhindert de
spa in de grond te steken wordt samengebracht.
Ik heb eerder gepleit voor meer contact tussen VROM'ers en de mensen
die met onze regels en procedures moeten werken. In de aanloop naar de
lijst te schrappen en te vereenvoudigen regels ís samengewerkt met
onder andere gemeenteambtenaren. Zij zijn - naast de burgers en
bedrijven - aan overheidszijde de ervaringsdeskundigen waar het gaat
om onwerkbare of overbodige VROM-regels, logisch dus dat zij mochten
meepraten over vereenvoudiging.
Mijn uitgangspunt is: geen beleid formuleren of regels ontwikkelen
zonder toets bij burgers, bedrijven en bestuurders. Daarna is het aan
ons bewindslieden om een keuze te maken. Dat vind ik van groot belang.
Europa
De Europese buitenwereld stroomt dit jaar volop bij ons binnen. We
zijn er klaar voor, we hebben er zin in. In de eerste plaats
natuurlijk omdat er op 1 mei tien nieuwe EU-lidstaten bijkomen en er
op 10 juni Europese verkiezingen zijn. In de tweede plaats omdat het
Nederlands voorzitterschap op 1 juli begint.
Het voorzitterschap betekent in de eerste plaats een extra rol voor
Nederland in de EU. Maar het heeft ook gevolgen voor VROM in het
mondiale circuit.
Slot
Voor ik jullie een heel goed 2004 wens, wil ik dankzeggen voor de
samenwerking in het eerste half jaar van mijn ministerschap. Ik heb
veel steun ondervonden bij het ontwikkelen van het politiek programma,
bij de voorbereiding van en de ondersteuning tijdens AO's, de plenaire
begrotingsdebatten en in het bestuurlijk overleg.
Ik ben trots op VROM en de VROM'ers. Ik beloof jullie een politiek
inhoudelijk boeiend jaar, en wens iedereen een goed 2004.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer