Nederlands Uitgeversverbond

Cultuur en auteursrecht

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Medy van der Laan, heeft onlangs aan de Tweede Kamer haar beleidsbrief gestuurd waarin ze de contouren van het cultuurbeleid voor de periode 2004-2007 schetst. In de brief is een aparte passage over cultuur en auteursrecht opgenomen. Geconstateerd wordt dat het auteursrecht van fundamenteel belang is voor vrijwel elke culturele bedrijfstak. In het algemeen verwacht de staatssecretaris van gesubsidieerde instellingen dat zij goed stilstaan bij de mogelijke auteursrechtelijke handelingen die zij verrichten en toestemming vragen aan rechthebbenden. Omdat de praktijk heeft uitgewezen dat partijen er in veel gevallen onderling uitkomen, stelt zij zich terughoudend op. Tegelijkertijd is de staatssecretaris zich ervan bewust dat in het digitale domein meningsverschillen ontstaan over de regeling van de auteursrechten en de hoogte van de verschuldigde vergoeding. Bij de uitoefening van het auteursrecht moet natuurlijk ook rekening worden gehouden met het maatschappelijk belang van een continue culturele productie en een laagdrempelige toegang tot informatie. Verder maakt de staatssecretaris nog melding van het door haar departement gefinancierde TNO-STB rapport Cultuurpolitiek, auteursrecht en digitalisering. In nummer 3-2003 van Copyright Notice is uitgebreid aandacht besteed aan dit rapport. Mede aan de hand van de reacties van diverse betrokken partijen op dit stuk zal zij de cultuurpolitieke visie op het auteursrecht verder ontwikkelen.
Het NUV heeft inmiddels een reactie op het TNO-STB rapport aan het ministerie van OCW verzonden.
Het NUV acht het van groot belang dat OCW als medeverantwoordelijk ministerie aandacht besteedt en blijft besteden aan de grote culturele en economische waarde van het auteursrecht. Het NUV ziet het rapport over het algemeen dan ook als een positieve ontwikkeling, al kan het NUV zich niet in alle conclusies en aanbevelingen die in het rapport worden genoemd volledig vinden. Het NUV heeft melding gemaakt van de actuele ontwikkelingen rond elektronische knipselkranten en de verhouding tussen schrijvers en uitgevers. De passages en conclusies in het rapport over deze twee onderwerpen waren door het verstrijken van de tijd tussen het interview met het NUV en het verschijnen van het rapport achterhaald. Ook heeft het NUV aangegeven dat als de overheid specifieke aandacht wil schenken aan de positie van de individuele makers, dit een goede zaak is, als dezelfde aandacht uitgaat naar de positie van de individuele uitgever. Auteurs en uitgevers hebben een gezamenlijk belang bij een goede bescherming van hun prestaties jegens derden. Het NUV heeft verder gemeld zich niet te herkennen in het in het rapport geschetste beeld van de verdrukte auteur door de grote economische belangen.
Als bij afspraken over auteursrecht geen overleg op gang komt tussen partijen of zelfs achterwege blijft, kan de overheid naar de mening van het NUV een belangrijke stimulerende of bemiddelende rol spelen. Een goed voorbeeld hiervan is het overleg over reprorecht. Met betrekking tot Digital Rights Management (DRM) heeft het NUV nog opgemerkt dat op dit moment DRM nog geen rol van betekenis speelt in de uitgeverijsector en de bestaande exploitatiemodellen. Ook is door het NUV gerefereerd aan het belang van het onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid naar een samenhangend mediabeleid.