Socialistische Partij
Israël en de Bezette Gebieden
Dagboek van Harry van Bommel, bezoek SP-delegatie 3 tot en met 10 januari
2004 (zie persbericht)
Donderdag 8 januari 2004
Om 8.00 uur staan we klaar om op pad te gaan, maar onze gids is er nog
niet. Met een broodje en een kop koffie wachten we een kwartiertje en
dan kunnen we vertrekken. Onze eerste bestemming is Qalqilia, een
gemeente op de bezette Westoever waar we met de burgemeester gaan
praten en naar de muur zullen gaan kijken.
De Muur
De Muur
Burgemeester Zahran ontvangt ons allervriendelijkst en geeft een
glasheldere uitleg over de effecten van de muur op zijn gemeente. De
stad wordt afgesloten, er wordt grond onttrokken, mensen kunnen niet
meer naar werk en familie, kortom een gemeenschap wordt langzaam om
zeep geholpen. Van de ruim 40.000 inwoners zijn er in een jaar zo'n
4000 vertrokken. Winkels sluiten, mensen zien het niet meer zitten. De
burgemeester doet een dringend beroep op ons om dit verhaal naar
buiten te brengen. De gemeente Emmen is zustergemeente van Qalqilia en
raadsleden en de vorige burgemeester zijn verschillende malen op
bezoek geweest. Maar nu Qalqilia in haar voortbestaan wordt bedreigd,
krijgt Zahran alleen nog maar een Gelukkig Nieuwjaarskaart van de
nieuwe burgemeester van Emmen. Ik beloof dat we Emmen en de Emmenaren
wakker zullen schudden over het lot van hun zustergemeente. Ik zal een
brief aan de gemeenteraad en het college van B en W sturen en
aanbieden een presentatie te houden. Ze zijn er immers al een tijdje
niet meer geweest.
Met een ambtenaar gaan we op verschillende plaatsen een kijkje nemen
bij de muur. Ik zie een hoge muur die doet denken aan de Berlijnse
muur. Bij een van de twee doorgangen - deze is constant gesloten -
zien we een prikkeldraadversperring en een hek. De doorgaande weg is
nu afgesloten waardoor mensen niet naar hun landerijen en kassen
kunnen. Hier wordt een gemeenschap willens en wetens sociaal en
economisch om de das omgedaan. Een horrorscenario voltrekt zich.
Vanuit Qalqilia vervolgen we onze weg naar Sakhnin in het noordelijke
Galilea met een ander busje. Onze eigenste Radio Tomaat gaat me straks
enkele vragen stellen die worden opgenomen, dus ik vraag de chauffeur
of hij even aan de kant van de weg stil wil staan. Daar heeft hij
weinig zin in, maar na aandringen doet hij het toch. Michiel van 't
Hof stelt me vijf vragen en we voeren een gesprek van tien minuten dat
later zal worden uitgezonden. Ook Driek wordt gebeld door de radio;
hij kan vanavond op BNN. Dat heeft Barry Smit, onze mediaman, voor hem
geregeld. Top!
Na de onderbreking rijden we verder richting Sakhnin. Ik maak een
begin in het boekje van Tanya Reinhart Israel/Palestine, How to end
the war of 1948 maar moet na een tiental pagina's al ophouden. Deze
chauffeur rijdt zo belabberd slecht, zo met schokken, dat ik vermoed
dat hij zijn rijbewijs telefonisch heeft gehaald. Vol gas op een
stoplicht af om dan vlak ervoor flink te remmen. Ik ga maar even uit
het raam kijken. Na een uurtje is hij kennelijk zelf moe geworden van
zijn rijstijl en blijkt hij toch normaal te kunnen chauffeuren.
Voordat we in Sakhnin aankomen, heb ik een flink stuk in het boekje
kunnen lezen. Het blijkt de aanrader zoals me die is beloofd. Reinhart
zet glashelder uiteen wat er mis was met het aanbod van Barak in Camp
David in 2000. Nee, dat ga ik je hier niet uitleggen; lees haar boekje
maar! Desnoods kun je het van me lenen.
In Sakhnin komen we om drie uur aan bij Trees en Ali en hun twee
tienerdochters (14 en 17). We worden huiselijk ontvangen en hebben nog
een uurtje voordat we naar de gemeenteraad vertrekken. Guido weet
zeker dat hij Ali kent uit Utrecht. Ali en Trees hebben ook enkele
jaren in Nederland gewoond en Ali was actief in diverse groeperingen.
Het kan dus best waar zijn. Ali en Trees vertellen hoe het is om als
Palestijns gezin in een Palestijnse gemeente in Israël te wonen. Ze
wonen in een huis dat niet op legale grond staat en ze kunnen dus geen
vergunning krijgen. Eigenlijk dreigt er voortdurend ontruiming. Dat
moet gekmakend zijn. Ali heeft ook verscheidene malen in de gevangenis
gezeten om die reden. Allemaal bedreigende toestanden. We hebben het
vervolgens kort over de lokale politiek, dan gaan we gezamenlijk naar
de gemeenteraad.
Wij gaan lopend, Anja en Ali met de auto. Bij een klein tweelaags
gebouw aangekomen, wordt ons verzocht in een kleine ruimte te wachten.
Aan de muur hangt een poster met een wat verouderd voetbalelftal.
Volgens mij zijn die gasten allen rond de veertig. Zou het soms de
gemeenteraad zijn? Ali had het ook al over een stadion waarvoor de
gemeente geen geld kreeg van het Israëlische regiobestuur. Een
tekening van dat stadion hangt naast de foto met het elftal. Voordat
ik er goed naar kan kijken, kunnen we bij de burgemeester naar binnen.
Burgemeester Mahamad Bshir ontvangt ons met zijn loco en een
voorlichter. Hij gaat diep in op de ongelijke behandeling die zijn
gemeente van Palestijnse Israëliërs krijgt in vergelijking met
gemeenten die door Israëlische joden worden bewoond. Er zijn
verschillen in het beschikbare budget, in de landrechten en in de
werkgelegenheid. Ook hier komt het benodigde voetbalstadion aan de
orde. Ik kijk tijdens de behandeling van dit onderwerp rond in de
kamer van de burgemeester want ik ben niet zo'n voetbalfan. Het valt
me op dat er sportbekers in de kast achter de burgervader staan; niet
minder dan dertien stuks. Ook hangen er enkele nepgouden borden met
inscriptie. Nadere inspectie leert dat er aan de andere zijde ook nog
enkele vaantjes hangen. Ik tel de zaken bij elkaar op: een
voetbalelftal beneden, sportbekers, borden en vaantjes, en weet dan
zeker. Die man is geen burgemeester maar voorzitter van de lokale
voetbalclub. En de loco zal wel trainer zijn. Als ik mijn vermoeden
onomwonden uitspreek, barst het gezelschap in lachen uit. Ze vinden
het een goeie mop. Het zijn inderdaad voetbalbekers en dus gaat de
rest van het gesprek over voetbal. De voorlichter doet de suggestie
dat we een speler uit de eredivisie cadeau doen aan het plaatselijke
team van Sakhnin. Guido suggereert twee namen van Nederlandse
voetballers met een Marokkaanse achtergrond. Mijn kennis is hier niet
toereikend, dus ik doe er het zwijgen toe. Bij het vertrek krijgen we
een vaantje aangeboden. Voor de zekerheid kijk ik of het van de
voetbalclub of de gemeente is, maar het blijkt echt van de gemeente.
De voorlichter rijdt een gedeelte van ons gezelschap naar huis. Guido
en Ali gaan eten halen bij een afhaalrestaurant. Bij Trees thuis word
ik gebeld door Fenna, de helft van het kunstenaarsduo Scorselo & Swart
dat me het Damkeitje heeft meegegeven dat ik gister aan Arafat gaf. Ze
heeft een persbericht verspreid vanmiddag en er staat iets op
www.spitsnet.nl. Daarnaast heeft ze een reactie van vrienden gehad;
zou je dat nou wel doen met Arafat? Ik zeg haar dat ze vooral aan die
vrienden moet twijfelen. Ze nuanceert haar woorden meteen. Maar
terwijl ze dit zegt, komt er een mailtje binnen van de
stadsdeelwethouder centrum, Guido Frankfurther. Hij maakt bezwaar
tegen het feit dat het keitje aan Arafat is aangeboden en dat het
reclame voor de SP is. Volgens mij zit zijn bezwaar vooral in Arafat
en niet in de SP. Ik laat dat ook aan Fenna weten. Ze gaat vanavond
nog met Joseph Scorselo werken aan een reactie. Morgen weet ik meer.
Guido en Ali brengen het eten en aan tafel praten we weer over
politiek. Ali is eigenlijk tegen de tweestaten-oplossing omdat dit de
positie van Palestijnen in Israël onmogelijk zal maken. We voeren een
heftige discussie die nog wel de hele avond zal duren. De meiden zijn
al voor de maaltijd afgehaakt. De jongste leest Harry Potter, de
oudste kijkt een Nederlandes soap. We gaan een gezellige avond
tegemoet.
Harry van Bommel
foto's volgen...
zie ook Lees ook de belevenissen van Driek
zie ook Index Dagboek
zie ook Dossier Israël