Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA DEN HAAG
Uw brief Ons kenmerk
AVB/VDB/04/1112
Onderwerp Datum
Attitude onderzoek Commissie Het 12 januari 2004
Werkend Perspectief
Hierbij wil ik u mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nader informeren over een op
verzoek van de Commissie Het Werkend Perspectief (CWP) uitgevoerd onderzoek naar de
attitude van betrokkenen bij de arbeidsmarktpositie van mensen met een arbeidshandicap.
Hedenmorgen heb ik uit handen van de voorzitter van de CWP, de heer
mr. A.A. Westerlaken, het rapport met aanbevelingen in ontvangst genomen.
De CWP heeft tot taak om de arbeidsintegratie en de reïntegratie van arbeidsgehandicapten
en chronisch zieken te stimuleren door onder meer een bijdrage te leveren aan positieve en
realistische beeldvorming inzake arbeidsgehandicapten bij werkgevers, werknemers en
intermediaire organisaties. Met dit onderzoek beoogt de CWP meer zicht te krijgen op de
attitude (kennis, houding en gedrag) ten aanzien van arbeidshandicap en werk. Op basis van
dit rapport kan de CWP samen met andere actoren gerichter, via voorlichting en
communicatie, werken aan verbetering van de beeldvorming van mensen met een
arbeidshandicap en aan vergroting van kennis en verandering van houding.
Bij brief van 28 november 2003 (W&B/BPC/03/90591) heeft de Staatssecretaris van Sociale
Zaken toegezegd dit rapport aan u voor te leggen, mede in reactie op vragen gesteld bij de
plenaire behandeling van de Wet Werk en Bijstand, inzake de belemmeringen bij
werkgevers bij het in dienst nemen van chronisch zieken en arbeidsgehandicapten.
Het onderzoek betreft een internetenquête onder 1300 mensen, te verdelen in een zestal
doelgroepen, te weten:
- leidinggevenden,
- werknemers met hoog ziekteverzuim,
- werknemers met handicap, chronische ziekte of psychische aandoening,
- zieke werknemers,
- niet werkenden met handicap, chronische ziekte of psychische aandoening,
- gezonde werknemers.
Het is van belang te realiseren dat het een onderzoek betreft naar de attitude. Primair worden
percepties, meningen, houdingen, oordelen van respondenten in beeld gebracht. Waar
AVB/VDB/04 1112
---
mogelijk en zinvol zijn deze `beelden'afgezet tegen beschikbare feiten uit ander onderzoek.
Dit onderzoek geeft met name een doorkijkje naar de `beelden' die er leven.
Enkele korte punten treft u aan in de bijlage.Voor nadere informatie verwijs ik u naar
bijgevoegd rapport.
Wat leert dit onderzoek?
Geconstateerd kan worden dat er in de bedrijven en in de samenleving een verschuiving
gaande is in de verantwoordelijkheden rond gezondheid en arbeid. Nadrukkelijker is er
sprake van een ervaren verantwoordelijkheid door werknemers voor hun gezondheid en
voor het voorkomen van verzuim. Tegelijk wordt geconstateerd dat er positieve beelden
bestaan bij de geënquêteerde werknemers over de maatregelen die hun werkgever treft in
het kader van verzuim en reïntegratie.
Als belangrijk signaal komt naar voren dat het in dienst nemen van mensen met een
arbeidshandicap niet zonder meer vanzelfsprekend is. In dit kader is de Wet gelijke
behandeling op grond van handicap en chronische ziekte (Stb. 206 van 22 mei 2003) van
belang (inwerkingtreding Stb. 329 van 28 augustus 2003). Deze wet vormt een
implementatie van de Richtlijn nr. 2000/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 27
november 2000, tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en
beroep (PbEG, 200, L303). Deze wet is gericht op bevordering van de deelneming op
gelijke voet aan het maatschappelijk leven en biedt bescherming tegen discriminatie op
grond van handicap of chronische ziekte.
Het kabinetsbeleid stimuleert arbeidsgehandicapten om te gaan werken en legt meer
verantwoordelijkheid bij de werkgever om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen en te
houden. De hier bovengenoemde wet verbiedt de werkgever om onderscheid te maken op
grond van handicap of chronische ziekte bij het aanbieden van werk en het in dienst nemen
van nieuwe medewerkers. Het is aan de werkgever om zorg te dragen voor doeltreffende
aanpassingen indien nodig. De overheid biedt de werkgever verschillende middelen
waardoor het aannemen van arbeidsgehandicapten aantrekkelijker wordt, zoals de no risk
polis (ter beperking van financiële risico's), de premiekorting en werkplekaanpassingen.
Als een sollicitant van mening is dat in zijn nadeel een onderscheid is gemaakt, is het aan de
werkgever om te bewijzen dat hij niet in strijd met deze wet heeft gehandeld. Het kabinet
verwacht dat van deze wet een belangrijke impuls uitgaat om de toegang tot de arbeidsmarkt
voor mensen met een arbeidshandicap te vergroten. De inzet is er op gericht tijdens deze
kabinetsperiode te komen tot een belangrijke omslag in de beeldvorming en praktijk, zodat
het in dienst houden en nemen van mensen met een arbeidshandicap of chronisch ziekte
meer vanzelfsprekend wordt.
Het kabinet heeft met de instelling van de CWP voor een periode van vier jaar tot 2006 de
mogelijkheden gecreëerd om een externe commissie met maatschappelijk draagvlak te laten
werken aan de versterking van beeldvorming, de vergroting van kennis inzake
arbeidshandicap en werk, rechten en plichten, arbeidsomstandigheden en de uitwisseling
van goede praktijkvoorbeelden.
De CWP start een communicatiecampagne gericht op kennisvergroting en
houdingsverandering. Met de opening van de website `Eerste Hulp bij Werk' ontsluit de
AVB/VDB/04 1112
---
CWP de belangrijkste sites op het terrein van gezondheid, arbeid en handicap. Goede
praktijkvoorbeelden worden door de CWP verder verzameld via de nominering voor de prijs
Kroon op het Werk 2003.
Ook op Europees en internationaal niveau streeft het kabinet naar uitwisseling van
ervaringen van bedrijven bij hun beleid rond mensen met een arbeidshandicap. Hiertoe
organiseren de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, samen met de Europese Commissie, TNO Arbeid en de
CWP in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie een conferentie
Disability Management 13-15 september 2004.
Belangrijk punt van aandacht voor mensen met een arbeidshandicap of chronische ziekte is
ook goede sociaal-medische begeleiding en zorg. Hier ziet het kabinet een verbinding met
de follow-up van de conferentie in het kader van Sociale Zekerheid en Zorg en de
arbocuratieve samenwerking.
Naar verwachting kunt u medio februari een brief tegemoet zien met nadere informatie over
het werkprogramma 2004 van de CWP en de Monitor Arbeidsgehandicapten 2002, zoals
toegezegd bij brief van 1 juli 2003 (AVB/VDB/03 45340).
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage: Toelichting en `Eindrapport Onbekend maakt onbemind'
AVB/VDB/04 1112
---
Bijlage
Uit het onderzoek `Onbekend maakt onbemind'- Attitude-onderzoek naar de positie van
arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt, uitgevoerd door Research voor Beleid- blijkt
onder meer dat:
* één op de vijf tot de helft van de leidinggevenden en werknemers handelingsonzekerheid
ervaren in hun contacten met mensen met een arbeidshandicap;
* méér persoonlijke ervaringen (in de omgang met mensen) met een handicap of
chronische ziekte leiden tot een positievere houding ten opzichte van
arbeidsgehandicapten als collega of medewerker;
* een meerderheid van de leidinggevenden het beeld heeft dat chronisch zieke
werknemers en werknemers met psychische klachten zich vaker ziek melden dan
`gezonde'werknemers;
* leidinggevenden en niet-werkende arbeidsgehandicapten de kansen van een sollicitant
met een handicap, chronische ziekte of psychische klachten om aangenomen te worden
veel minder in schatten;
* leidinggevenden en niet-werkende arbeidsgehandicapten van mening zijn dat
werkgevers meer kansen moeten bieden aan mensen met een arbeidshandicap om aan
werk te komen;
* iets minder dan de helft van de leidinggevenden vindt dat hun eigen organisatie meer
arbeidsgehandicapten zou moeten aannemen;
* slechts één op de zeven leidinggevenden vindt dat werkgevers genoeg doen om geheel
of gedeeltelijk arbeidsongeschikten in dienst te nemen;
* één op de drie `gezonde'werknemers van mening is dat hun eigen werkgever meer kan
doen voor mensen met een arbeidshandicap;
* veel leidinggevenden niet op de hoogte zijn van de mogelijkheden, risico's zoals
verzuimkosten, te compenseren;
* leidinggevenden en werknemers goed bekend zijn met de verplichtingen van de Wet
Verbetering Poortwachter;
* een meerderheid van de leidinggevenden en werknemers op de eigen afdeling goed kan
samenwerken met een collega of medewerker met een arbeidshandicap;
* de helft van de werknemers zegt dat er te weinig begrip is voor werknemers met een
handicap, chronische ziekte of psychische klachten;
* hoge werkdruk, geen mogelijkheden om de werkplek aan te passen en contacten met
klanten als belemmeringen worden gezien om mensen met een arbeidshandicap op de
afdeling te laten werken;
* werknemer en leidinggevende zich verantwoordelijk weten voor verzuimpreventie en
reïntegratie;
* drie op de vier leidinggevenden de overheid als minst verantwoordelijk ziet voor het
reïntegratieproces van langdurig zieke werknemers;
* twee derde van de werknemers met een hoog ziekteverzuim van mening is dat de
werkgever in het kader van verzuimpreventie en reïntegratie (Poortwachter) voldoende
maatregelen treft; dit wordt gedeeld door ongeveer de helft van de
`gezonde'werknemers en de werkende arbeidsgehandicapten.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid