Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Consulaire Zaken

Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum


- 9 januari 2004

Auteur


- mw drs J.G.M. Ruigrok


Kenmerk


- cm/ar

Telefoon


- 070 - 348 4770


Blad


- 1/2

Fax


- 070 - 348 5256


Bijlage(n)


- E-mail


- dcz-cm@minbuza.nl


Betreft


- Bezoek van mr H. van den Broek aan Thailand in verband met de voorbereiding van het Staatsbezoek van H.M. de Koningin

C.c.


-

Mede namens de Minister van Justitie informeer ik u hierbij over het volgende.

Op verzoek van de Nederlandse Regering heeft Mr H. van den Broek in de periode van 28 tot en met 30 december 2003 in Bangkok gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Thaise Regering ter voorbereiding van het Staatsbezoek van H.M. de Koningin aan Thailand (19-23 januari a.s.). Mr van den Broek heeft gesprekken gevoerd met de Thaise Minister-President, de Ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie en een vertegenwoordiger van de Hofhouding van Z.M. de Koning van Thailand. De besprekingen vonden plaats in een zeer vriendschappelijke en coöperatieve sfeer.

Tijdens deze gesprekken is met name gesproken over de situatie van de Nederlandse gedetineerden in Thailand, waarbij ook de lopende onderhandelingen over het verdrag inzake overbrenging van gevonniste personen (WOTS-verdrag) ter sprake zijn gekomen. Eind november heeft in Den Haag de eerste ronde van onderhandelingen plaatsgevonden. Uit deze besprekingen, die in een prettige en open sfeer zijn gevoerd, is gebleken dat het sluiten van een dergelijk verdrag mogelijk is.

Dat verdrag zal nagenoeg overeenkomen met de bilaterale WOTS-verdragen die Thailand heeft gesloten met ruim twintig landen, waaronder tien EU-lidstaten, welke verdragen alle de lijn volgen van het Verdrag inzake overbrenging van gevonniste personen van de Raad van Europa, maar tevens beperkende elementen bevatten, die rechtstreeks uit de Thaise wetgeving voortvloeien. Zo stelt de Thaise wetgeving de voorwaarde dat elke buitenlandse veroordeelde eerst een deel van zijn straf in Thailand moet ondergaan, voordat hij een verzoek tot overbrenging kan doen. Te verwachten is dat op deze grond personen die wegens drugsdelicten zijn veroordeeld tot een levenslange vrijheidsstraf eerst na acht jaren een dergelijk verzoek kunnen indienen.

Ik ga ervan uit dat de onderhandelingen op korte termijn kunnen worden afgerond.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

===