Gemeente Bergen op Zoom
Schatvondst van Ribbensterrein onthult geheimen
foto:zilveren munt uit 1770 foto:gouden oorbellen
foto: pijpengarnituur foto: Tasbeugel
De schat die op 18 juni vorig jaar gevonden werd op het
Ribbens-terrein, is onlangs door de restaurateur schoongemaakt en
onderzocht op herkomst en ouderdom. Het gaat om een heel bijzondere
vondst met een intrigerende achtergrond. De schat zelf bestaat uit 144
zilveren munten, waarvan de oudste uit 1599 dateert en de jongste uit
1793. De munten zaten waarschijnlijk in een koperen theepot, die
helemaal verpulverd is. Behalve de munten waren er ook gouden
sieraden: drie ringen, twee oorhangers, een broche en een halsketting
met kruis. Die zaten waarschijnlijk in een grote beurs, waarvan de
zilveren sluiting nog bewaard is gebleven. Verder zijn er nog vier
zilveren schoengespen en een heel fraaie "necessaire", een soort van
uitklapbaar garnituur.
De zilveren sieraden stammen uit de tweede helft van de 18de eeuw en
zijn gemaakt in Schoonhoven, Doesburg en Amsterdam, door bekende
zilversmeden. Het goud is gedeeltelijk uit Holland en gedeeltelijk uit
Frankrijk afkomstig.
Dankzij archiefonderzoek kennen we nu ook de toenmalige eigenaar. De
munten werden onder de vloer verstopt van een huisje, dat aan de
tegenwoordige Rijtuigweg stond, recht tegenover het Groot Arsenaal.
Daar woonde tussen 1799 en 1804 de weduwe "Zevenster". Dat was
vermoedelijk Johanna van Eekeren, die getrouwd was geweest met
Johannes Zevenster. Het zilveren "necessair" bevat een zegelstempel,
voorzien van..... zeven sterren! Johannes had nog een huis in de
binnenstad en diverse stukken landbouwgrond. Hij overleed in 1793, het
jaar van de jongste munt. De muntschat is een mooi voorbeeld van een
bijeengespaard kapitaal, misschien al door zijn vader vóór hem. Het is
waarschijnlijk de inval van het Franse leger in de Nederlanden
geweest, die de weduwvrouw ertoe bracht om haar kostbaarheden onder de
vloer te verbergen. De herinnering aan de plunderingen van 1747 waren
nog niet vervlogen. Maar waarom de schat nooit meer werd opgegraven,
zal altijd een raadsel blijven.
Deze schatvondst, de tweede in de binnestad na de munten in de
Kettingstraat van 1995, is illustratief voor de rijkdom van sommige
laat-18de eeuwse stadsbewoners, die waarschijnlijk vanuit de
noordelijke provincies naar Bergen op Zoom kwamen ten tijde van de
wederopbouw na de verwoestingen van 1747. (M.Vermunt)