MILIEU CENTRAAL

Vakantieverkeer leidt tot fors energieverbruik van huishoudens

Utrecht, 13 januari 2003. Vakantieverkeer zorgt voor een aanzienlijk aandeel in het energieverbruik van huishoudens. Een vakantiereis per touringcar belast het milieu het minst. Dat blijkt uit onderzoek van Milieu Centraal. In de studie is de milieubelasting van het gebruik van touringcar, trein, auto en vliegtuig voor vakantieverkeer op afstanden van 400 tot 3000 kilometer met elkaar vergeleken. Het onderzoek is uitgevoerd in nauwe samenwerking met onder meer BOVAG, KNV Busvervoer, KLM, Transavia, ANVR, milieuorganisaties en onafhankelijke deskundigen. Verder onderzoek is nodig om de onzekerheden over de omvang van de milieubelasting van het vliegverkeer te verminderen. Milieu Centraal wil met het onderzoek vakantiereizigers bewust maken van de milieuaspecten van hun reis.

Gemiddeld gaan Nederlanders bijna drie keer per jaar op vakantie, waarvan de helft naar het buitenland. Het aandeel vliegvakanties is de afgelopen twintig jaar enorm gestegen. Door de populariteit van vliegen is ook de gemiddelde reisafstand toegenomen. De combinatie van vaak op vakantie gaan, ver op vakantie gaan en regelmatig vliegen heeft tot gevolg dat vakantieverkeer een behoorlijk aandeel heeft in het totale energieverbruik van een huishouden. Stel twee personen gaan in de zomervakantie met auto en caravan naar Zuid Frankrijk, en in het najaar nog een weekje met het vliegtuig Zuid Portugal. Het energieverbruik van deze reizen is per persoon 10 Gigajoules, 38 procent van het totaal aan het gemiddeld verbruik van gas, elektriciteit en motorbrandstoffen per persoon per jaar.

Een reis met een gewone trein en een reis met een moderne auto met vier inzittenden zonder caravan belasten het milieu iets meer dan dezelfde reis per touringcar. De milieubelasting van een reis met modern vliegtuig is aanzienlijk, vier tot zes keer zo groot als dezelfde reis per touringcar. Opvallend is dat een vakantiereis van twee personen met auto en caravan ongeveer even milieubelastend is als dezelfde reis per modern vliegtuig. Een ander opmerkelijk resultaat is dat een reis per hoge snelheidstrein het milieu ruim anderhalf keer zoveel belast als dezelfde reis in een gewone trein.

In het onderzoek is voor drie bestemmingen, Parijs, Zuid Frankrijk en Zuid Portugal, berekend wat de gevolgen van de verschillende vervoermiddelen zijn op het broeikaseffect en de luchtverontreiniging. Geluidshinder en veiligheidseffecten van verkeer zijn buiten beschouwing gebleven. De resultaten van de berekeningen zijn gepubliceerd op de website van Milieu Centraal.

De omvang van de milieubelasting van vliegreizen was het moeilijkst te berekenen. Er is nog te weinig bekend over de effecten van luchtverontreiniging boven de 900 meter, waardoor deze effecten niet in de berekeningen zijn meegenomen. Ook is niet bekend hoe groot de bijdrage van het vliegverkeer aan het broeikaseffect precies is. Er is gebruik gemaakt van de op dit moment best denkbare schattingen. Zo doende is de milieubelasting van een reis met een modern vliegtuig geschat op vier tot zes keer zo groot als dezelfde reis per touringcar. De onzekerheden over de omvang van de bijdrage aan het broeikaseffect hebben tot gevolg dat de daadwerkelijke milieubelasting van het vliegverkeer lager of hoger zou kunnen zijn, namelijk tussen de 2 en 13 keer zo milieubelastend als dezelfde reis per touringcar.

Einde persbericht