IP/04/39
Brussel, 13 januari 2004
Waterbeleid: de Commissie treedt op tegen acht lidstaten
De Europese Commissie onderneemt gerechtelijke stappen tegen
Griekenland, Frankrijk, Nederland, België, Portugal, Spanje, Duitsland
en Ierland wegens niet-naleving van de EU-wetgeving betreffende
waterkwaliteit. De Commissie heeft een laatste schriftelijke aanmaning
gezonden aan Griekenland en Nederland, waarbij zij aangemaand worden
zich te schikken naar de arresten van het Hof van Justitie met
betrekking tot gevaarlijke stoffen die in water zijn geloosd. Het Hof
heeft ook een laatste schriftelijke aanmaning gezonden aan België,
waarbij het wordt verzocht een arrest van het Hof inzake drinkwater na
te leven. De niet-nakoming van deze arresten van het Hof kan ertoe
leiden dat aan deze lidstaten forse boetes worden opgelegd. Bovendien
heeft de Commissie besloten Portugal en Frankrijk voor het Hof van
Justitie te dagen omdat zij de waterwetgeving nog niet ten uitvoer
hebben gelegd. Aan Spanje is een verzoek gezonden waarin het wordt
aangemaand verdere verontreiniging van een strand in Motilla in
Valencia te voorkomen. Ierland is aangemaand de aanwijzing van wateren
voor de schelpdierenteelt en de bescherming daarvan uit te breiden.
Duitsland heeft een verzoek ontvangen waarbij het wordt aangemaand de
tenuitvoerlegging van zijn EU-nitraatwetgeving te verbeteren. Deze
verzoeken nemen de vorm aan van laatste schriftelijke aanmaningen.
Niet-naleving van deze wetgeving kan ertoe leiden dat rivieren, meren
en kustwateren worden verontreinigd, hetgeen op zijn beurt een risico
kan vormen voor de volksgezondheid.
In een commentaar op de beslissingen zei Milieucommissaris Margot
Wallström: "Ik maan de lidstaten aan de EU-waterwetgeving beter na te
leven. Dit moet ervoor zorgen dat de noodzakelijke
beschermingsmaatregelen voor het milieu en de gezondheid van de mens
worden genomen."
Zaken tegen afzonderlijke lidstaten
Frankrijk
De Commissie heeft besloten Frankrijk voor het Hof van Justitie te
dagen omdat het niet voldoende informatie heeft verstrekt over de
manier waarop de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk
afvalwater ten uitvoer is gelegd. Het betreft in het bijzonder een
gebrek aan informatie inzake kwetsbare gebieden.
Nederland
Op 10 mei 2001 heeft het Hof van Justitie Nederland veroordeeld omdat
het geen programma's tot vermindering van de verontreiniging voor 99
gevaarlijke stoffen (zoals bepaald in de Richtlijn inzake gevaarlijke
stoffen in water) in het stroomgebied van de Schelde had vastgesteld
noch medegedeeld. Evenmin waren er termijnen vastgesteld voor de
tenuitvoerlegging van deze programma's (Zaak C-152/98). In december
2002 zond de Commissie Nederland een laatste schriftelijke aanmaning
wegens niet-naleving van het arrest. Nederland heeft sedertdien wel
zijn programma tot vermindering van de verontreiniging medegedeeld,
maar om geldig te zijn moet een programma een bindend effect hebben en
worden gepubliceerd. Het Nederlands programma schiet in beide
opzichten te kort. De Commissie heeft Nederland derhalve een
aanvullende laatste schriftelijke aanmaning gezonden waarin op deze
tekortkomingen wordt gewezen.
Portugal
De Commissie heeft besloten Portugal voor het Hof van Justitie te
dagen in verband met de lozingen van melkverwerkende bedrijven in
Angra do Heroísmo op de Azoren, die een rol spelen in de mariene
waterverontreiniging. Uit de informatie van de Commissie blijkt dat
Portugal de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater
of de kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen(1)
niet naleeft. Volgens de Portugese autoriteiten zullen in de tweede
helft van 2004 nieuwe installaties ter vermindering van de
verontreiniging worden opgestart.
Spanje
De Commissie heeft Spanje een laatste schriftelijke aanmaning gezonden
in verband met inbreuken op de richtlijn inzake de behandeling van
stedelijk afvalwater en de zwemwaterrichtlijn in Sueca, in de regio
Valencia. Doordat de waterzuivering in het gebied niet is verbeterd,
is er waterverontreiniging geconstateerd op het strand in Motilla. De
Spaanse autoriteiten hebben gesignaleerd dat er
constructiewerkzaamheden aan de gang zijn voor de behandeling van
stedelijk afvalwater.
Ierland
De Commissie heeft Ierland een laatste schriftelijke aanmaning
gezonden wegens inbreuken op de schelpdierrichtlijn door te weinig
schelpdierwateren aan te wijzen en te beschermen. Hoewel er honderden
schelpdierbedrijven voor de Ierse kust zijn, heeft Ierland op grond
van de richtlijn slechts 14 schelpdierwateren aangewezen. Er zijn ook
tekenen dat de waterkwaliteit op een aantal plaatsen terugloopt,
tengevolge van kustontwikkeling en een gebrek aan efficiënte
afvalwaterbehandeling.
België
Op 16 januari 2003 heeft het Hof van Justitie het arrest geveld dat
België geen kennisgeving had gedaan van nationale wetgeving die nodig
was om de EU-Drinkwaterrichtlijn van 1998 ten uitvoer te leggen (Zaak
C-2002/122). De nodige wetgeving ontbreekt nog voor het Waalse Gewest.
De Commissie heeft België daarom een laatste schriftelijke aanmaning
gezonden. Als België de noodzakelijke wetgeving niet vaststelt, kan
het forse boetes opgelegd krijgen.
Duitsland
De Commissie heeft Duitsland een laatste schriftelijke aanmaning
gezonden wegens tekorten in zijn nationale wetgeving voor de
tenuitvoerlegging van de nitratenrichtlijn. Volgens de desbetreffende
nationale wetgeving, de "Düngeverordnung", mag er mest op grasland
worden uitgespreid tot een grenswaarde van 210 kilogram stikstof per
jaar, terwijl in de Richtlijn een grenswaarde van 170 kilogram is
vastgesteld. Bovendien worden in de wetgeving de risico's van het
uitspreiden van meststof op steile hellingen niet adequaat behandeld.
De Duitse autoriteiten hebben aangegeven dat een nieuwe
"Düngeverordnung" in voorbereiding is. De grenswaarde zal daarbij van
210 tot 170 kilogram worden verminderd en er zullen ook bijkomende
vrijwaringsmaatregelen in vervat zijn met betrekking tot steil
aflopende grond. De nieuwe wetgeving is evenwel nog niet vastgesteld.
Griekenland
Op 25 mei 2000 veroordeelde het Hof van Justitie Griekenland omdat het
geen programma's tot vermindering van de verontreiniging voor 99
gevaarlijke stoffen overeenkomstig de Richtlijn gevaarlijke stoffen in
water (Zaak C-384/97) had aangenomen noch medegedeeld. Sedertdien
hebben de Griekse autoriteiten, in nauwe samenwerking met de diensten
van de Commissie, een uitgebreid nationaal programma voor de
vermindering van de verontreiniging door de betrokken stoffen
voorbereid. De hiervoor vereiste wetgeving is evenwel niet omgezet
noch medegedeeld aan de Commissie. De interne procedures voor de
formele goedkeuring van het nationale programma tot vermindering van
de verontreiniging lopen al sedert meer dan een jaar. De Commissie
heeft Griekenland derhalve een laatste schriftelijke aanmaning
gezonden. Als het arrest van het Hof niet wordt nageleefd, kunnen aan
Griekenland forse boetes worden opgelegd.
Achtergrond
De Drinkwaterrichtlijn(2)
stelt kwaliteitsnormen vast voor drinkwater en is het belangrijkste
instrument ter bescherming van de volksgezondheid. Deze normen gelden
voor een reeks stoffen, eigenschappen en organismen (parameters
genaamd). De richtlijn is bijzonder strikt met betrekking tot
microbiologische parameters, gezien de implicaties voor de
volksgezondheid.
De Richtlijn(3)
inzake de behandeling van stedelijk afvalwater behandelt de op
nutriënten gebaseerde, bacteriële en virale verontreiniging
veroorzaakt door stedelijk afvalwater. Stedelijk afvalwater waaruit
buitensporige hoeveelheden nutriënten (in het bijzonder fosfor en
stikstof) in rivieren en zeeën worden geloosd, veroorzaakt
"eutrofiëring." Dit gebeurt wanneer er in het water een scherpe
stijging van fotosynthetische organismen is ondermeer van algen. Dit
leidt tot een verlaging van de zuurstofniveaus (aangezien
microbiologische organismen de dode algen en ander organisch materiaal
afbreken) en tot andere negatieve milieueffecten. Het eindresultaat is
een onevenwicht in de organismen die in water aanwezig zijn en een
vermindering van de waterkwaliteit. Dit kan het ecosysteem van een
meer of een zee drastisch veranderen.
Het kan zelfs leiden tot de dood van grote aantallen vissen. Door het
inbrengen van potentieel schadelijke bacteriën en virussen brengen de
lozingen ook risico's mee voor de menselijke gezondheid in wateren
waarin wordt gezwommen of die voor schelpdierteelt worden gebruikt.
De richtlijn schrijft voor dat stadscentra binnen bepaalde termijnen
beantwoorden aan minimale normen inzake inzameling en behandeling van
afvalwater. Twee termijnen zijn eind 1998 en 2000 verstreken. Een
andere termijn zal in 2005 aflopen. Deze termijnen worden vastgesteld
naargelang van de kwetsbaarheid van de wateren waarin wordt geloosd en
de grootte van de desbetreffende stadsbevolking. De richtlijn
verplichtte de lidstaten om tegen 31 december 1993 de kwetsbare
gebieden te hebben geïdentificeerd en te voldoen aan strikte normen
voor de lozing van afvalwater, rechtstreeks in kwetsbare gebieden of
in de geografische bekkens daarvan. Dit zou moeten zijn verwezenlijkt
tegen 31 december 1998 (hetzelfde geldt voor de extractie van de
nutriënten die bijdragen tot eutrofiëring). De richtlijn stelt ook
andere eisen, ondermeer met betrekking tot het afvalwater van bepaalde
agro-voedingsindustrieën, de controle op de lozingen van afvalwater en
slib.
De richtlijn betreffende de kwaliteit van het zwemwater(4)
is ook belangrijk voor de bescherming van de volksgezondheid. Doel van
deze richtlijn is ervoor te zorgen dat zwemwater aan minimale
kwaliteitscriteria beantwoordt door de vaststelling van een reeks
bindende en strikte EU-normen voor een aantal belangrijke parameters
(ondermeer indicatoren voor de aanwezigheid van faecale bacteriën).
Bij de richtlijn wordt ook bepaald dat de lidstaten regelmatige
waterkwaliteitscontroles uitvoeren en jaarverslagen zenden aan de
Commissie, waarin de kwaliteit van het zwemwater uitvoerig wordt
beschreven. De wettelijke termijn om aan deze normen te voldoen was
1985. Gegevens over de prestaties van de lidstaten kunnen worden
aangetroffen in het jaarverslag over de kwaliteit van het zwemwater.
(http://europa.eu.int/water/water-bathing/report.html)
De Nitraatrichtlijn(5)
beoogt te voorkomen dat te veel nitraten worden geloosd in de
oppervlaktewateren en grondwateren, tengevolge van de aanwezigheid van
grote hoeveelheden landbouwmeststoffen en landbouwafvalstoffen.
Overmatige nitraatniveaus veroorzaken ongewenste ecologische
veranderingen in het water en dragen bij tot de proliferatie van
schadelijke algenbloei. Zij kunnen ook de volksgezondheid negatief
beïnvloeden. Volgens de richtlijn moesten de lidstaten tegen december
1993 toezicht houden op oppervlaktewateren en grondwateren, om door
nitraten verontreinigde wateren te identificeren en kwetsbare zones
aan te wijzen (zones met intensieve landbouw die door nitraten
verontreinigde wateren omvatten.
De Schelpdierwaterrichtlijn(6)
verplicht de lidstaten wateren aan te wijzen die moeten worden
beschermd of verbeterd ten einde schelpdieren te ondersteunen. Voorts
moeten er ook verplichte kwaliteitsnormen worden bereikt in de
aangegeven wateren. De lidstaten zijn verplicht regelmatig monsters te
nemen en programma's tot vermindering van de verontreiniging vast te
stellen.
De Richtlijn Gevaarlijke Stoffen(7)
is één van de vroegste elementen van de EU-milieuwetgeving. Zij schept
een kader voor het aanpakken van waterverontreiniging veroorzaakt door
een uitgebreide lijst van gevaarlijke stoffen. In dit kader worden de
lidstaten verplicht programma's goed te keuren met bindende
doelstellingen inzake waterkwaliteit, een controlenetwerk en een
systeem van vergunningen voor lozingen. Het Europees Hof van Justitie
heeft arresten geveld in zaken betreffende Spanje, Griekenland,
België, Luxemburg, Nederland, Portugal en Italië wegens het
niet-vaststellen van programma's tot vermindering van de
verontreiniging voor 99 gevaarlijke stoffen. Onder deze 99 stoffen
zijn bekende verontreinigers zoals arseen, polychloorbifenylen (PCBs)
en verschillende organische tinverbindingen. Het Hof heeft ook
bevestigd dat programma's tot vermindering van de verontreiniging
specifiek, veelomvattend en gecoördineerd moeten zijn en statutaire
doelstellingen inzake milieukwaliteit moeten omvatten.
Juridische procedure
Artikel 226 van het Verdrag machtigt de Commissie om een
rechtsvordering in te stellen tegen een lidstaat die zijn
verplichtingen niet naleeft.
Indien de Commissie van mening is dat er een overtreding kan zijn van
EU-wetgeving waardoor de inleiding van een inbreukprocedure is
gerechtvaardigd, richt zij een eerste "schriftelijke aanmaning" aan de
betrokken lidstaat, waarbij deze wordt verzocht zijn opmerkingen tegen
een bepaalde datum, meestal twee maanden, in te dienen.
In het licht van het antwoord van de betrokken lidstaat, of de
afwezigheid daarvan, kan de Commissie besluiten een "met redenen
omkleed advies" (laatste schriftelijke aanmaning) te richten aan de
lidstaat. Hierin worden duidelijk en definitief de redenen uiteengezet
waarom zij van mening is dat er een inbreuk op de EU-wetgeving is
geweest en wordt de lidstaat verzocht binnen een gespecificeerde
periode, meestal twee maanden, te antwoorden.
Indien de lidstaat niet aan het met redenen omkleed advies voldoet,
kan de Commissie besluiten de zaak voor het Hof van Justitie te
brengen.
Bij artikel 228 van het Verdrag krijgt de Commissie de bevoegdheid op
te treden tegen een lidstaat die een vorig arrest van het Europees Hof
van Justitie niet is nagekomen. Het artikel biedt de Commissie ook de
mogelijkheid het Hof te verzoeken een financiële boete aan de
betrokken lidstaat op te leggen.
Voor de recentste statistieken over inbreuken in het algemeen zie:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm#infractions
(1)
Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen als gewijzigd bij
Richtlijn 91/156/EEG
(2)
Richtlijn 80/778/EEG betreffende de kwaliteit van voor menselijke
consumptie bestemd water
(3)
Richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake de behandeling van
stedelijkafvalwater
(4)
Richtlijn 76/160/EEG betreffende de kwaliteit van het zwemwater
(5)
Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen
verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen
(6)
Richtlijn 79/923/EEG inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater
(7)
Richtlijn 76/464/EEG van de Raad betreffende de verontreiniging
veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch
milieu van de Gemeenschap worden geloosd^
European Commission