Persbericht
Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2003
Recent onderzoek geeft geen nieuwe aanwijzingen dat mobiele telefoons
gezondheidsschade kunnen veroorzaken. Ook is niet aangetoond dat het
nieuwe communicatiesysteem C2000, gebruikt door hulpdiensten, gevaar
voor de gezondheid oplevert. Eerdere gegevens over een mogelijke
relatie tussen blootstelling aan velden afkomstig van
hoogspanningslijnen werden bevestigd. Dit concludeert de
Gezondheidsraad in zijn Jaarbericht 2003 over elektromagnetische
velden. In het jaarbericht wordt nieuw onderzoek beoordeeld op
wetenschappelijke waarde. In de verslagperiode blijkt veel onderzoek
waarin geclaimd wordt dat blootstelling tot schade leidt niet
deugdelijk te zijn uitgevoerd.
In de periode die het Jaarbericht beslaat kwamen diverse
onderzoeksresultaten naar buiten die op gezondheidsschade door mobiele
telefonie lijken te wijzen. Die conclusie acht de Commissie
Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad echter niet
gerechtvaardigd. Ze is namelijk niet gebaseerd op betrouwbaar
wetenschappelijk onderzoek, oordeelt de commissie na analyse van de
gebruikte onderzoeksmethoden en resultaten.
Door Zweedse wetenschappers is op grond van een proefdieronderzoek
gesteld dat veelvuldig gebruik van mobiele telefoons door kinderen
wellicht tot Alzheimerachtige verschijnselen op relatief jonge
leeftijd zou kunnen leiden. Dit onderzoek kan de toets der kritiek
echter niet doorstaan en de conclusies zijn derhalve voorbarig.
Hetzelfde geldt voor een ander Zweeds onderzoek waaruit zou blijken
dat mobiele telefoons kunnen leiden tot hersentumoren.
Enkele jaren geleden wees een Australisch onderzoek met genetisch
gemodificeerde muizen op een verband tussen blootstelling aan
GSM-signalen en het optreden van lymfekliertumoren. Nieuw onderzoek
met een verbeterde opzet bevestigt deze resultaten niet.
Al met al levert recent onderzoek op dit moment geen nieuwe
aanwijzingen voor gezondheidsschade door mobiele telefoons.
In enkele Engelse rapporten werd gesteld dat het nieuwe digitale
communicatiesysteem voor de hulpdiensten, C2000, tot gezondheidsschade
kan leiden. De Gezondheidsraad stelt echter dat de wetenschappelijk
basis van die rapporten onder de maat is. Er is geen reden om aan te
nemen dat het gebruik van C2000-apparatuur schadelijk kan zijn voor de
gezondheid.
Een internationale evaluatie van het onderzoek naar de risico's van
het wonen nabij hoogspanningslijnen bevestigde eerdere bevindingen van
de Gezondheidsraad. Op grond van een consistent statistisch verband
tussen blootstelling aan magnetische velden en het optreden van
kinderleukemie werd geconcludeerd dat extreem laagfrequente
magnetische velden mogelijk kankerverwekkend zijn. Een sterkere
uitspraak is niet mogelijk, want er zijn geen aanwijzingen voor een
oorzakelijk verband.
De Commissie Elektromagnetische velden heeft onder meer als opdracht
de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van effecten van
elektromagnetische velden op de gezondheid te volgen en daarover
geregeld te rapporteren. Zij doet dat door het opstellen van
Jaarberichten, waarvan deze publicatie de tweede in de reeks is. De
commissie bestaat uit:
· prof. dr EW Roubos, voorzitter; hoogleraar dierkunde, neurobioloog;
Katholieke Universiteit Nijmegen · dr LM van Aernsbergen, adviseur,
fysicus; Ministerie van VROM, Den Haag · prof. dr ir G Brussaard,
emeritus hoogleraar radiocommunicatie; Technische Universiteit
Eindhoven · dr J Havenaar, psychiater; Altrecht GGZ, Utrecht · drs FBJ
Koops, bioloog; Arnhem · prof. dr ir FE van Leeuwen, hoogleraar
epidemiologie van kanker; Vrije Universiteit Amsterdam · dr HK
Leonhard, adviseur, fysicus; Ministerie van Economische Zaken,
Groningen · dr GC van Rhoon, fysicus; Erasmus universitair Medisch
Centrum Rotterdam · dr GMH Swaen, epidemioloog; Universiteit
Maastricht · DHJ van de Weerdt, arts, medisch milieukundige; GGD
Arnhem · prof. dr ir APM Zwamborn, hoogleraar elektromagnetische
effecten; Technische Universiteit Eindhoven · dr E van Rongen,
secretaris; radiobioloog; Gezondheidsraad, Den Haag.
Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt dr E van Rongen, tel. (070)
340 57 30 , e-mail e.van.rongen@gr.nl.
15 januari 2004
Gezondheidsraad