Wim van Velzen

Christen Democratisch Appel European People's Party European People's Party and European Democrats Group

Persbericht

Uitslag stemming nucleaire pakket

Datum: 14 Januari 2004 Bron: EP

Op 13 januari 2004 is in de plenaire vergadering in Straatsburg het nucleaire pakket in zijn volledigheid aangenomen.

Alejo VIDAL-QUADRAS ROCA (EVP/ED, E) Verslag over het voorstel voor een richtlijn inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval

De ontwerprichtlijn schrijft alle lidstaten voor om vóór 2018 de definitieve opslag van verbruikte splijtstof en radioactief afval te realiseren. Het Parlement vindt dat het publiek dient te worden voorgelicht over de te nemen maatregelen en met name omtrent de gehanteerde criteria voor de keuze van locaties voor de definitieve opslag.

De deadline van 2018 kan volgens het EP zelfs voor de meest vergevorderde lidstaat te ambitieus zijn. Het EP pleit daarom voor een flexibele benadering waarbij iedere lidstaat een gedetailleerd programma opstelt voor het beheer op lange termijn van alle soorten radioactief afval onder zijn jurisdictie. De lidstaten dienen hun programma uiterlijk in 2006 aan de Commissie voor te leggen. Zodra het programma door de Raad is goedgekeurd, moet iedere lidstaat zijn eigen termijnen voor de inwerkingtreding ervan vaststellen. Met name dienen de lidstaten de termijnen vast te stellen voor de goedkeuring van de aanleg van een of meer passende opslaglocaties en voor de goedkeuring van de exploitatie van opslagvoorzieningen.

Het Parlement stemt in met de mogelijkheid radioactief afval over te brengen naar een andere lidstaat of een derde land, maar onder de voorwaarden dat: het ontvangende land vooraf schriftelijk toestemming voor de levering heeft verleend en het ontvangende land de faciliteiten heeft om op een veilige manier met het afval om te gaan. Tenslotte wijst het EP erop dat niet alleen onderzoek moet worden verricht naar het beheer van radioactief afval, maar met name ook naar mogelijkheden om de hoeveelheid radioactief afval te verminderen.

Esko SEPPÄNEN (EVL/NGL, FIN) Verslag over het voorstel voor een richtlijn houdende vaststelling van de fundamentele verplichtingen en algemene beginselen op het gebied van de veiligheid van nucleaire installaties

Het Parlement steunt het Commissievoorstel, maar neemt de bepaling op dat de veiligheidsbepalingen uit de richtlijn geen overdracht inhouden van bevoegdheden van de nationale autoriteiten aan de Commissie. Het EP maakt expliciet dat niet de Commissie, maar de lidstaten verantwoordelijk zijn voor nucleaire veiligheid: primair is de exploitant/beheerder van een nucleaire installatie verantwoordelijk voor de veiligheid, secundair de lidstaat. Tertiair dient de Europese Commissie evaluaties bij de nationale regelgevende instanties te organiseren om zich ervan te vergewissen dat de lidstaten een hoog niveau van nucleaire veiligheid handhaven.

Het Parlement wil dat de lidstaten waarborgen dat de nucleaire faciliteiten steeds geëxploiteerd worden op een manier die de stand van de techniek in de EU weerspiegelen. Voorts neemt het EP een bepaling op, dat de lidstaten in alle stadia van de splijtstofcyclus, dat wil zeggen van de planning van de bouw van kerncentrales tot de ontmanteling ervan, maatregelen treffen ter bescherming van de bevolking. In het bijzonder moet er aandacht zijn voor de bescherming van de werknemers die de nucleaire installaties bouwen, opereren of ontmantelen. De Vergadering wil daarnaast dat de Commissie wetgevingsvoorstellen indient om de beschikbaarheid van fondsen voor de toekomstige ontmanteling van installaties te waarborgen en belemmeringen voor een eerlijke mededinging op de energiemarkt te voorkomen.

Het Parlement wil dat niet alleen nucleaire installaties, maar ook uraniummijnen onder de werkingssfeer van de richtlijn vallen. Tenslotte neemt het EP nog enkele amendementen aan met betrekking tot de ontmanteling van installaties en de instelling van een Comité regelgevende autoriteiten dat evaluaties moet voorbereiden en uitvoeren.

Hiltrud BREYER (GROENEN/EVA, D) Verslag over het voorstel voor een besluit tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales

Het Euratom-leningsinstrument werd ingesteld in 1977. Het was aanvankelijk alleen van toepassing op de lidstaten die het Euratomverdrag hadden ondertekend, met een maximumbedrag van 500 mln ecu. Dit bedrag werd sindsdien verschillende malen verhoogd en bedraagt momenteel 4 mrd.

Het Parlement maakt in een amendement duidelijk waarvoor het leningsinstrument is bedoeld: ter financiering van projecten ter verhoging van de nucleaire veiligheid in de lidstaten en in de Midden- en Oost-Europese landen (inclusief Rusland, Armenië en Oekraïne). Onder verhoging van de veiligheid wordt verstaan het aanbrengen van verbeteringen in installaties, maar ook de ontmanteling van installaties en de inrichting van voorzieningen voor de opslag en verwijdering van radioactief afval en afgewerkte splijtstof. In tegenstelling tot de Commissie vindt het EP dat het leningsinstrument niet mag worden gebruikt voor de financiering van investeringen in de elektriciteitsproductie in kerncentrales.

Het Parlement betreurt het feit dat het niet geraadpleegd wordt over een begeleidend voorstel waarin de leningsfaciliteit verhoogd wordt van 4 mrd tot 6 mrd. Dit voorstel betreft een besluit van de Raad.