Persbericht
Nieuwe opzet Justitie in de Buurt
15 januari 2004
Het instrument Justitie in de Buurt krijgt een andere opzet en een
gewijzigde vorm van financiering. Justitie in de Buurt zal voortaan
onderdeel moeten uitmaken van een breder
veiligheidssamenwerkingverband. Hierin werken justitie, lokaal
bestuur, politie en hulpverleningsorganisaties gezamenlijk aan een
specifiek criminaliteitsprobleem. Dit kan zich richten op een bepaald
probleemgebied en niet noodzakelijkerwijs op een wijk. Ook komt er een
andere financieringsstructuur. De huidige kantoren kunnen daarmee
blijven voortbestaan als zij voldoen aan dit nieuwe beleid. Dit heeft
minister Donner van Justitie vandaag bekend gemaakt tijdens een
werkbezoek aan het Justitie in de buurtkantoor in Utrecht. De minister
heeft hierover inmiddels een brief aan de Tweede Kamer verstuurd.
De huidige Justitie in de Buurtkantoren zijn relatief duur en zijn in
de praktijk teveel gebonden aan één wijk. Hierdoor kunnen ze niet
altijd flexibel opereren. Vanwege de schaarse middelen is om die reden
een Justitie in de Buurt nieuwe stijl ontwikkeld. Dit nieuwe
instrument zal meer aansluiten bij het veiligheidsbeleid binnen een
gemeente of regio. Zo kan een samenwerkingsverband zich specifiek
richten op de aanpak van veelplegers of huiselijk geweld. Vanaf 2005
kan het Openbaar Ministerie in het kader van dit nieuwe beleid een
verzoek tot cofinanciering indienen bij het ministerie van Justitie.
Justitie verstrekt, na toetsing, een gedeelte van de kosten voor
maximaal een periode van drie jaar. Daarbij is vastgesteld dat ook de
andere organisaties moeten bijdragen aan de kosten van het project.
Voor de bestaande JIB-kantoren geldt dat deze worden gefinancierd voor
de afgesproken periode van maximaal vier jaar. Voor die kantoren
waarvan deze termijn de komende jaren verstrijkt is een
overgangsregeling vastgesteld die voorziet in een (aflopende)
medefinanciering tot 2007. Overigens kunnen de betrokken organisaties
besluiten het huidige kantoor gezamenlijk te handhaven als dit past in
het nieuwe beleid van samenwerkingsverbanden.