Federale regering Belgie
Strijd tegen social fraude in hogere versnelling
(2004-01-16)
Persbericht van de Ministerraad
De regering kiest voor een kordate aanpak van de sociale fraude. Ze
investeert daarom in een betere voorkoming, een scherpere controle en
een efficiëntere sanctionering. Om dit te bereiken beveelt de
Ministerraad een intensievere communicatie aan, de versterking van de
inspectie, de vereenvoudiging van de reglementering en de hervorming
van het sociaal strafrecht. De ministerraad heeft zaterdag ingestemd
met een aantal voorstellen van minister van Werk Frank Vandenbroucke
in dit verband. De minister heeft bovendien een pakket maatregelen
klaar voor specifieke doelgroepen.
Over de precieze omvang van de sociale fraude in België bestaan weinig
cijfers. De schattingen van niet betaalde bijdragen en onterecht
verkregen uitkeringen lopen uiteen van 1,7 tot 4,4 miljard euro per
jaar. Wat het bedrag ook is, vast staat dat deze fraude de sociale
zekerheid ondermijnt en de bescherming van de betrokken werknemers in
gevaar brengt. Bovendien vervalst zwartwerk de concurrentie: wie geen
sociale bijdragen betaalt, kan aan goedkopere voorwaarden werken.
De eenvoudigste manier om sociale fraude te doen afnemen, is ze te
voorkomen. De overheid zal daarom veel intensiever communiceren over
de bestaande reglementering. Bovendien zullen de regels vereenvoudigd
worden, zodat ze gemakkelijker begrepen en nageleefd kunnen worden.
Het verscherpen van de controles en een snellere bestraffing zullen
ongetwijfeld ook een ontradend effect hebben. En uiteraard verwacht de
overheid een positief effect van de maatregelen die voordelig zijn
voor werkgevers en werknemers: de vermindering van de sociale
bijdragen, de belastingverlaging en de specifieke maatregelen voor
horeca, studentenarbeid, kunstenaars en poetshulp (de
dienstencheques).
Een tweede spoor is de versterking van de sociale inspectiediensten.
Die gebeurt door:
- het bevorderen van de samenwerking tussen de verschillende
inspectiediensten. Hier zal over gewaakt worden door de Federale Raad
voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude, het
Federale Coördinatiecomité en de Arrondissementscellen. Deze
instanties zullen onder meer zorgen voor een centrale planning en
aansturing van het inspectiebeleid;
- het inzetten van extra personeel. In totaal worden ongeveer 80
bijkomende inspecteurs aangeworven.
- een doorgedreven informatisering. De bestaande databanken worden
verder uitgebouwd en zullen toegankelijk zijn via een gezamenlijk
informaticaplatform. Bovendien krijgen de inspectiediensten veel
vlotter toegang tot een aantal andere databanken en komt er een team
dat gespecialiseerd is in computerfraude.
Ten derde wordt een aantal sociale regels sterk vereenvoudigd. Door
deze vereenvoudiging kunnen de regels beter begrepen en nageleefd
worden. Bovendien maakt ze een doeltreffende controle door de
inspectiediensten mogelijk. De domeinen waarop vereenvoudigingen
voorbereid worden, zijn:
- de sociale documenten in de tuinbouw en de horeca;
- de gegevens die zowel op de loonfiche als in de RSZ-aangifte
voorkomen;
- het begrip "loon" in de sociale zekerheid, de fiscaliteit en het
arbeidsrecht
- de definitie van arbeidstijd;
- de dagen en uren waarop bouwwerken uitgevoerd mogen worden.
Het sluitstuk is de hervorming van het sociaal strafrecht. De regering
wil een eind maken aan de wirwar van strafrechtelijke sancties door:
- voortaan slechts drie types van inbreuken te definiëren (zwaar,
minder zwaar en licht), met dus drie soorten strafmaten;
- een aantal inbreuken voortaan te bestraffen met administratieve
geldboetes. Zo kunnen deze zaken sneller afgehandeld worden (wat
ontradend werkt) en krijgen de rechtbanken meer tijd voor de grote
inbreuken.
Het is ook de bedoeling om in het gerecht tegen eind 2004
gespecialiseerde kamers op te richten, die uitsluitend
sociaalrechtelijke strafzaken behandelen.
Naast deze algemene maatregelen, doet minister van Werk en Pensioenen
Frank Vandenbroucke ook gerichte ingrepen voor specifieke doelgroepen:
- mensen die afkomstig zijn uit Oost-Europa ("PECO-onderdanen") die
zich bij ons vestigen als zelfstandigen. Er komen maatregelen om
bestaande misbruiken tegen te gaan;
- mensen met een uitkering die tegelijk werken, maar dit niet melden.
Dit zal gecontroleerd worden via de koppeling van databanken.
- mensen die op beperkte schaal artistieke activiteiten uitvoeren. De
inkomsten tot 2000 euro per jaar (100 euro per prestatie) zullen
behandeld worden als onkostenvergoedingen. Ze worden dus vrijgesteld
van fiscale en sociale bijdragen. De sociale bijdragen die gelden voor
hogere bedragen worden ook verder verlaagd.
- slachtoffers van mensenhandel. Werkgevers die misbruik maken van hun
situatie, zullen strenger aangepakt worden.
Kabinet van de Minister van Middenstand en Landbouw
Guldenvlieslaan 87
1060 Brussel
de heer Philippe Dejaegere
Tel.: 02/541.64.73
Fax: 02/219.09.14
philippe.dejaegere@cma-ml.fed.be
Persdienst van de Minister van Werk en Pensioenen
Wetstraat 62
1000 Brussel
de heer Bob Van de Voorde
Tel.: 02/238.28.74
Fax: 02/230.38.95
bob.vandevoorde@meta.fgov.be
Kabinet van de Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op
het werk, toegevoegd aan de Minister van Werk en Pensioenen
Wetstraat 62
1040 Brussel
Mevrouw Sara Vercauteren
Tel.: 02/238.28.05
Fax: 02/230.38.95
sara.vercauteren@meta.fgov.be
De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste
Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be