Openbaar Ministerie

Den Bosch, 16 januari 2004

Geen vervolging na overlijden asielzoeker in Boxmeer

Op 17 mei is vroeg in de ochtend een asielzoeker, een 33-jarige man, overleden in een bushokje in Boxmeer. De politie is de avond en nacht voor het overlijden van de man een paar keer bij de man geweest. De rijksrecherche heeft een onderzoek ingesteld naar het handelen van de politie. De vraag was of er een strafbaar feit is gepleegd en zo ja, of er iemand strafrechtelijk te vervolgen is.

Uit sectie en toxicologisch onderzoek is gebleken dat de man is overleden aan de gevolgen van onbehandelde suikerziekte. Een forensisch geneeskundige is van mening dat het overlijden voorkomen had kunnen worden, als er tijdig ingegrepen zou zijn.

De symptomen van de ziekte van de man werden door de politie niet onderkend als verschijnselen van suikerziekte. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat die verschijnselen kunnen overeenkomen met die van drankmisbruik. De politie heeft mede hierdoor geen medische assistentie ingeroepen. Uit de gebrekkige communicatie met de man kon de politie ook afleiden dat hij geen medische hulp wenste.

Bij de interne communicatie van de politie is wellicht sprake geweest van te snel getrokken foute conclusies, die vervolgens zo werden doorgegeven. Uit het rijksrechercheonderzoek komt naar voren dat dit niet opzettelijk is gebeurd en dat er geen persoon is aan te wijzen aan wie strafrechtelijk een verwijt kan worden gemaakt.

De hoofdofficier stelt het onderzoek ter beschikking aan het politiekorps en de burgemeester met het verzoek te bekijken of er mogelijkheden zijn om de politieprocedures bij te stellen, zodat in de toekomst dit soort trieste incidenten niet meer voorkomen.