Persbericht
19 januari 2004, nr. 007
De Natuurkalender in 2003
Planten en dieren blijven hun grenzen verleggen
Op maandag 19 januari presenteert De Natuurkalender op haar website
http://www.natuurkalender.nl de resultaten van het jaar 2003 en de
plannen voor de toekomst. Planten en dieren hebben het afgelopen jaar
als gevolg van de extreme weersomstandigheden net als voorgaande jaren
hun grenzen verlegd aldus ir. Arnold van Vliet, coördinator van De
Natuurkalender. Door de extreme weersomstandigheden in 2003 verschilde
het tijdstip van bloei, bladontplooiing, eerste vlinders, eerste jonge
vogels, rijpe vruchten, bladverkleuring en bladval één tot meer dan
vier weken van normaal. Elk seizoen waren er wel bijzondere meldingen.
De laatste jaren is de lengte van het groeiseizoen in Nederland steeds
langer geworden onder invloed van de stijgende temperaturen. De
Natuurkalender, een samenwerkingsverband van twaalf organisaties,
brengt deze verandering sinds 2001 van dag tot dag samen met meer dan
3000 vrijwilligers in kaart. Sinds 2003 zijn er ook scholen uit het
basis- en voortgezet onderwijs bij De Natuurkalender betrokken. In
2003 zijn ruim 8000 planten-, vogel- en vlinderwaarnemingen
binnengekomen op basis waarvan nu de conclusies zijn getrokken. De
resultaten bieden de mogelijkheid om de lokale korte termijn effecten
van veranderingen in weer en klimaat zichtbaar te maken en ze vormen
waardevolle kennis op basis waarvan de effecten van mogelijke
toekomstige veranderingen in klimaat beter bepaald kunnen worden.
Bijzonderheden in de seizoenen van 2003
Bijzonderheden in de winter 2002/2003: Vroege bloei sneeuwklokje, veel
vroege tot zeer vroege vlindermeldingen (kleine vos, dagpauwoog,
citroenvlinder) en vroeg geroffel van de grote bonte specht.
Bijzonderheden voorjaar: Zeer vroege bloei en bladontplooiing van
planten (bijv. speenkruid, maarts viooltje, sleedoorn, beuk en
eik). Vroege gemiddelde eerste waarneming vlinders (bijv. atalanta
en klein koolwitje) en een wisselend beeld bij de vogels (jonge
koolmeesjes vroeger en jonge wilde eendjes later dan vorig jaar).
Bijzonderheden zomer: Zomerplanten bloeiden gemiddeld een week vroeger
dan in 2002 (bijv. grote kattenstaart). Vroege rijping van
vruchten/zaden (lijsterbes, eikels, hazelnoten), vroege kleuring
druiven en enkele weken vroegere oogst van granen. In de zomer
vliegende dagvlinders werden gemiddeld 1 tot 1,5 week eerder
gezien (bijv. bruin zandoogje) en veel vlinders hadden in 2003 een
extra generatie (bijv. landkaartje en kleine vuurvlinder).
Bijzonderheden herfst: Vroege start bladverkleuring en bladval als
gevolg van droogte en zonnig weer. Door de plotselinge kou aan het
einde van oktober snelle en overweldigende herfstkleuring en
snelle bladval (op een normaal tijdstip).
Bijzonderheden winter 2003/2004: Zeer vroege bloei eerste hazelaars,
elzen en sneeuwklokjes.
Nauwelijks winterrust voor De Natuurkalender
De waarnemers van De Natuurkalender wordt door het weer geen rust
gegund. Door de relatief hoge temperaturen in november 2003, het
ontbreken van echt koud winterweer in december en een zachte eerste
helft van januari zijn er al weer hele vroege waarnemingen van
bloeiende sneeuwklokjes, hazelaar, els, witte dovenetel, maarts
viooltje, eerste zang van de vink en het roffelen van de grote bonte
specht. De ontwikkelingen zijn live te volgen op
http://www.natuurkalender.nl.
De Natuurkalender in de komende jaren
De Natuurkalender begon in 2004 met een toekenning van financiële
ondersteuning voor de komende drie jaar door de Regeling Draagvlak
Natuur van het Ministerie van LNV. Dit opent de deur om De
Natuurkalender bruikbaar te maken voor verschillende ecologische en
sociaal-economische toepassingen waaronder ecologisch onderzoek,
gezondheid (hooikoorts), landbouw, en recreatie. Als gevolg hiervan
voegen we onder andere een aantal grassoorten en libellen toe aan het
waarnemingsprogramma.
De Natuurkalender is een samenwerkingsverband van de volgende
organisaties: Wageningen Universiteit, VARA Vroege Vogels, Stichting
voor Duurzame Ontwikkeling, De Vlinderstichting, SOVON Vogelonderzoek
Nederland, Stichting FLORON, SME Milieuadviseurs, KNMI,
Vogelbescherming Nederland, Wereld Natuur Fonds, Vereniging Onderzoek
Flora en Fauna, Stichting Gierzwaluwenwerkgroep Nederland.
Wageningen Universiteit