Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Mensenrechten en Vredesopbouw

afdeling Humanistaire Hulp

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 19 januari 2004

Behandeld


- Johanneke de Hoogh


Kenmerk


- HH-13/2004

Telefoon


- 00 31 70 3484895


Blad


- 1/5

Fax


- 00 31 70 3484486


Bijlage(n)


- 2


- johanneke-de.hoogh@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de leden Tjon-a-Ten en Eijsink (beiden PvdA) over aardbevingsramp in Iran

Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden- Tjon-a-Ten en Eijsink (beiden PvdA) over - aardbevingsramp in Iran. Deze vragen werden ingezonden op - 9 januari 2004 met kenmerk - 2030405720.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw van Ardenne- van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Tjon-a-Ten en Eijsink (beiden PvdA) over de aardbevingsramp in Iran

Vraag 1
Kunt u de Tweede Kamer een overzicht verschaffen van de hulp die Nederland en de EU, zowel bilateraal, multilateraal als via particuliere kanalen, tot op heden verschaft hebben om de noden helpen op te vangen na de recente aardbevingsramp in Iran?

Antwoord
Ja, bijgevoegd is een overzicht van de financiële bijdragen zoals deze door donoren zijn gemeld aan het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs van de VN (OCHA). Daarin staan tevens de bijdragen van Nederland, Nederlandse particuliere organisaties, de Europese Commissie en individuele lidstaten genoemd. Ter verduidelijking is tevens een document van de EU bijgevoegd.

Vraag 2
Welke serieuze verzoeken voor aanvullende noodhulp dan wel reconstructiehulp van de Iraanse overheid en belangrijke hulporganisaties zijn in verband met deze aardbevingsramp ontvangen c.q. zijn op korte termijn te verwachten?

Antwoord
Het eerste hulpverzoek van de Iraanse overheid bereikte Nederland via de Iraanse Rode Halve Maan en de Verenigde Naties op vrijdagavond 26 december 2003. Dit betrof in eerste instantie een verzoek om bijstand van aardbevingsteams met speurhonden en de toezending van medicijnen. In de loop van zaterdag 27 december is vervolgens een eerste appeal van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC) ontvangen ten bedrage van 15,4 mln Zwitserse Franken voor de aanschaf en distributie van tenten, dekens, waterzuiveringstabletten, kachels, brandstof en kookgerei. Tussen het Nederlandse Rode Kruis en het ministerie van Buitenlandse Zaken was toen reeds overleg over de wijze waarop snel kon worden ingespeeld op de hulpvraag van IFRC. Op donderdag 8 januari zijn een herzien Appeal van het IFRC (37,1 mln Zwitserse Franken) en een "Flash Appeal" van de Verenigde Naties (31,3 mln USD) ontvangen. De appeals zijn onderling afgestemd en zien toe op leniging van de meest acute noden, alsmede op wederopbouw en sociaal-economisch herstel van de regio. Op vrijdag 9 januari is tot slot een onderbouwd verzoek van het Nederlandse Rode Kruis ontvangen voor financiering van de aanschaf van noodhulpgoederen en het (civiele) luchttransport naar Iran. In het eerste uur na de aardbeving werden Nederlandse leden van het UNDAC-team (United Nations Disaster Assessment Coordination, een onderdeel van OCHA) gealarmeerd voor mogelijke uitzending. Dit team ondersteunt de autoriteiten bij de coördinatie van de internationale hulpverlening in geval van rampen. Een UNDAC-lid werkzaam bij de afdeling Humanitaire Hulp van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft zich beschikbaar gesteld voor de UNDAC-missie naar Iran. Hij is uiteindelijk niet uitgezonden.

Vraag 3
Op welke wijze zult u deze en eventueel nog komende verzoeken om hulp beoordelen en honoreren?

Antwoord
Bij de beoordeling en eventuele honorering van verzoeken om hulp zijn de volgende factoren richtinggevend: de relatieve ernst en omvang van de noodsituatie, de draagkracht van de lokale overheid en lokale organisaties (de eigen lokale capaciteit en mogelijkheden om met lokale middelen te reageren), de bijdragen van andere landen/donoren (o.a. de Europese Unie) en de capaciteit van de aanvragende organisatie. Nederland laat zich hierbij leiden door informatie van OCHA. Nederland werkt in dit soort situaties vraaggestuurd, en via beproefde kanalen.

In het geval van Iran wees de eerste informatie van de VN uit dat hulpverlening via de Iraanse Rode Halve Maan het meest in de rede lag. Dit heeft geleid tot een bijdrage van 500.000 Euro aan het Nederlandse Rode Kruis ten behoeve van civiel luchttransport, medicijnen, tenten, dekens en waterzuiveringstabletten. Op mijn verzoek is op 30 december tevens een militair vliegtuig ingezet voor transport van hulpgoederen. De beoordeling van het herziene IFRC-appeal en het Flash Appeal van de VN leiden op grond van bovengenoemde overwegingen vooralsnog niet tot het beschikbaar stellen van aanvullende humanitaire fondsen.

Vraag 4
Wat is uw inzet hierbij in EU-verband?

Antwoord
Nederland steunt de inspanningen van ECHO, het bureau van de Europese Commissie, dat de humanitaire hulp bij rampen verzorgt. Hiertoe participeert Nederland actief in het Humanitaire Hulp Comité van de lidstaten dat toeziet op het mandaat, de begroting en werkplannen van ECHO.

Nederland informeert de EU over de aard en omvang van de Nederlandse bijdragen aan de hulpverlening maar geeft voorrang aan de coördinatie van de VN (OCHA, UNDAC) omdat het een acute ramp buiten de EU betreft. De internationale hulpverlening omvat in Iran immers veel meer landen dan de EU en haar lidstaten alleen. Nederland tracht zoveel mogelijk te voorkomen dat de EU-coördinatie overlap vertoont met reeds aanwezige VN/UNDAC coördinatie. In dit verband is Nederland benieuwd naar een VN/EU-evaluatie over de wijze waarop de EU het werk van de aardbevingsteams van een aantal lidstaten in Iran heeft gecoördineerd.


1.Overzicht OCHA: "Iran eartquakecontributions report"


2.Document EU: "Iran eartquake update on the response of the EU"

===