Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Mensenrechten en Vredesopbouw

Afdeling Humanitaire Hulp

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 19 januari 2004

Behandeld


- Harald Boerekamp


Kenmerk


- DMV/HH 1048/03

Telefoon


- 0031 70 3484222


Blad


- 1

Fax


- 0031 70 3484486


Bijlage(n)


-


- harald.boerekamp@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lid Huizinga-

Heringaomtrent mogelijkheden voor Nederlandse

financiële bijdragen aan WFP voor de

voedselnood in Noord Korea.

Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid Huizinga-Heringa omtrent mogelijkheden voor Nederlandse financiële bijdragen aan WFP voor de voedselnood in Noord Korea. - Deze vragen werden gesteld op 23 december 2003 met kenmerk 2030405350.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw Van Ardenne- van der Hoeven, de minister van Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Huizinga-Heringa (Christen Unie) over mogelijke Nederlandse voedselhulp aan Noord Korea via WFP.

Vraag 1
Bent u benaderd door het World Food Programma van de Verenigde Naties (WFP) om de tekorten voor 2003 te helpen oplossen die zijn ontstaan bij het voedselhulpprogramma (171 mln. USD) aan Noord Korea? Zo neen, bent u bereid hiertoe zelf initiatief te nemen?

Antwoord
Nee, de jaarlijkse Nederlandse bijdragen aan het WFP worden zonder oormerk gegeven. Dit houdt in dat WFP bepaalt waar zij de Nederlandse bijdragen voor inzet, hetgeen derhalve niet uitsluit dat Nederlands geld nu reeds wordt gebruikt voor de bestrijding van de voedselnoden in Noord Korea. Het mandaat van WFP voorziet er onder meer in dat financiële middelen dáár worden ingezet waar de noden het hoogst zijn. In Noord Korea wordt de implementatie van dit mandaat bemoeilijkt door de beperkte toegang voor humanitaire hulpverleners en de restricties op het houden van toezicht op de uitvoering van hulpactiviteiten.

Dit blijkt onder meer uit recente WFP rapportages waarin melding wordt gemaakt van bovengenoemde problemen, waardoor kan worden gesteld dat de gegeven hulp met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet uitsluitend de daadwerkelijk hulpbehoevenden bereikt.

Vraag 2
Bent u bereid de middelen die bij de najaarsnota beschikbaar zijn gekomen voor ODA- uitgaven doordat het gereserveerde bedrag voor eki (exportkredietschulden) niet is gebruikt, gedeeltelijk aan te wenden voor een bijdrage in de voedselhulp aan Noord Korea?

Antwoord
Nee, zolang er geen duidelijke en zichtbare verbeteringen optreden op het gebied van toegang voor humanitaire hulpverleners, een toereikend niveau van monitoring onmogelijk blijkt en er geen ruimte voor deze organisaties wordt geschapen om onafhankelijk van het regime humanitair te kunnen opereren, zullen vrijgekomen financiële middelen niet kunnen worden ingezet ten behoeve van Noord Korea.

Nederland zal echter in 2004 één organisatie met een bedrag van ¤ 500.000 blijven ondersteunen bij humanitaire werkzaamheden in Noord Korea, te weten het Nederlandse Rode Kruis (NRK). Nederland ondersteunt reeds een project van het NRK, voor het herstel van de gezondheidszorg in vier provincies van Noord Korea, omdat de noden op het gebied van gezondheidszorg in de regio hoog zijn, het NRK een eigen kantoor heeft in Pyongyang en grotere bewegingsvrijheid heeft in Noord Korea dan andere hulporganisaties. Hierdoor ondervindt het NRK aanmerkelijk minder problemen met monitoring en toegang dan andere hulporganisaties.

Vraag 3
Welke bijdrage heeft Nederland tot nu toe aan het WFP programma voor Noord Korea geleverd?

Antwoord
Zie antwoord vraag 1.

In 2003 heeft Nederland aan WFP een totale ongeoormerkte bijdrage gegeven van ¤ 49,12 mln., hetgeen naar het zich laat aanzien in 2004 zal worden voortgezet.

Vraag 4
Wilt u zich ervoor inzetten dat de voedselhulp aan Noord-Korea in het bijzonder ook terecht komt bij de gedetineerden in politieke strafkampen en werkkampen waar onder zeer erbarmelijke omstandigheden dwangarbeid plaatsvindt, zoals ook gevraagd in de motie Huizinga-Heringa c.s. welke vorige week is aanvaard (29200 V, nr. 53) ?

Antwoord
Ja, voor zover mogelijk. Zoals eerder vermeld kan Nederland niet bepalen waar Nederlandse voedselhulpbijdragen aan WFP ingezet worden (ongeoormerkte bijdragen). Voorts kan WFP vanwege de beperkte monitoringsmogelijkheden niet garanderen dat hulp ook terechtkomt bij de meest hulpbehoevenden in Noord Korea, waaronder gedetineerden in politieke strafkampen. Er is geen reden om aan te nemen dat hier op korte termijn verandering in komt.

ICRC houdt zich onder meer bezig met het lot van politieke gevangenen in Noord Korea, maar is over het algemeen niet betrokken bij distributie van voedsel.

Nederland zal echter in de toekomst in diverse internationale fora aandacht blijven vragen voor de situatie van politiek gedetineerden in politieke strafkampen en werkkampen in onder meer Noord Korea.

===