Gemeente Utrecht

2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
97 Vragen van mevrouw N.R. Schipper en mevrouw drs M.C. Mos (ingekomen 29 december 2003)

GroenLinks is door een aantal bewoners van de Dirkje Mariastraat benaderd met de vraag hoe het mogelijk is dat hun groene straat per 1 mei zal veranderen in een straat met vooral parkeerplaatsen.

Vanaf 1 mei 2004 start de herinrichting van de 2e Daalse buurt. Resulterend in meer groen aan de 2e Daalsedijk en aan twee zijde langgerekte parkeerplaatsen in elke dwarsstraat tussen de Amsterdamsestraatweg en de 2e Daalsedijk. Op zich is dit geen enkel probleem. Ware het niet dat de Dirkje Mariastraat hierdoor zijn groene, knusse karakter volledig dreigt te verliezen.

Deze zelfde bewoners geven aan niets af te weten van dit herinrichtingsplan. Pas op een onlangs gehouden informatieavond (11 december) over de herinrichting, waarop de gemeente aankondigde de spade in mei 2004 in de grond te steken, werd hen de plannen duidelijk.

Dit leidt bij de fractie van GroenLinks tot de volgende vragen.

Zijn alle bewoners van de Dirkje Mariastraat en omgeving redelijkerwijs op de hoogte gesteld van de informatieavond in maart 2000? Is daarbij rekening gehouden met het feit dat mogelijk enkele van deze bewoners vanwege de renovatie tijdelijk in een wisselwoning woonde? Zo ja, op welke wijze? De reacties op tekeningen van maart 2000, zouden door een begeleidingsgroep (ontwerpers, bewoners en gemeente) beoordeeld worden en eventueel zou het plan worden bijgesteld. Heeft de begeleidingsgroep de afwegingen gemaakt? Is het herinrichtingsvoorstel voor de buurt ooit in de raadscommissie ROW of haar opvolger SO aan de orde geweest? Zo ja, wanneer is dat geweest? En wat was het oordeel? Indien nee, hoe verhoudt dit zich tot de aan de bewoners verstrekte informatie in maart 2000 dat het (bijgestelde) herinrichtingsplan en de inspraakreacties aan de raadscommissie zouden worden voorgelegd ter goedkeuring? Is het college bereid om het (bijgestelde) plan en de reacties alsnog aan de raadscommissie voor te leggen en dit helder te communiceren aan de buurt? Deelt het College de mening van GroenLinks dat het totale proces van herinrichting openbaar en zorgvuldig zou moeten worden afgewogen en beoordeeld ?

Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(Verzonden 20 januari 2004)


1. Alle bewoners zijn op de hoogte gesteld middels een Stadsplan met aankondiging van de avond die gehouden is op 29 maart 2000. Ruim een jaar later is er op 11 juni 2001 een inspraakavond gehouden. Ook deze is aangekondigd met een Stadsplan, waarop het ontwerp afgedrukt was. Omdat een Stadsplan huis-aan-huis verspreid wordt, mag redelijkerwijs worden aangenomen dat alle bewoners die het aangaat op de hoogte waren. Nadat de plannen voor de herinrichting van de woonomgeving gereed waren, is gewacht totdat de particuliere woningverbetering afgerond was. Dat heeft lang geduurd, de bewoners waren daarvan op de hoogte.

Juist door deze lange termijn is besloten om een extra informatieavond voor de buurt te organiseren. Deze heeft op 11 december 2003 plaatsgevonden. Op deze avond was een groepje bewoners aanwezig dat tussen de periode 11 juni 2001 en heden in de Dirkje Mariastraat is komen wonen. Zij voelden zich overvallen door de plannen en waren niet gelukkig met de herinrichting. Het is de taak van nieuwe bewoners zich te (laten) informeren over plannen voor de buurt. Het inrichtingsplan is afgestemd met en heeft de instemming van de 'oude' bewoners. Aan de 'nieuwe' bewoners is aangegeven dat wanneer een straat unaniem kiest voor handhaving van de bestaande situatie dit bespreekbaar is (kanttekening is dat een autoluwe inrichting ten koste gaat van de inrichting in de omliggende straten). Dit draagvlak moet dan wel duidelijk aangetoond worden. De uitvoering van het inrichtingsplan wordt mogelijk gemaakt door subsidies in het kader van het Grote Stedenbeleid en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Voor het verkrijgen van deze subsidies moet het plan in 2004 worden uitgevoerd. Het plan wordt nu besteksgereed gemaakt, de aanbesteding vindt plaats in maart.
2. De reacties op tekeningen van maart 2000, zouden door een begeleidingsgroep (ontwerpers, bewoners en gemeente) beoordeeld worden en eventueel zou het plan worden bijgesteld. Zowel naar aanleiding van reacties van de begeleidingsgroep, als naar aanleiding van bewonersreacties op de avond in maart 2000 én de inspraakavond van 2001 is het plan bijgesteld. Zo is bijvoorbeeld de voorgestelde inrichting van de Papaverstraat op verzoek van bewoners teruggedraaid. Naar aanleiding van de informatieavond van 11 december 2003 zijn opnieuw aanpassingen gemaakt om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van bewoners in het betreffende deel van het gebied. Zo worden in een aantal straten meer bomen toegevoegd. Verder wordt in enkele straten fietsparkeren mogelijk waar voorheen autoparkeervakken waren gepland. De autoparkeerplaatsen worden elders (aan de 2e Daalsedijk) gecompenseerd. Tevens zullen de toegevoegde parkeerplaatsen aan de 2e Daalsedijk verplaatst worden van de zuidzijde (Veldstraat e.o.) naar de noordzijde (Papaverstraat e.o.).
3. In 1999 heeft uw raad krediet vrijgegeven voor de projectmatige particuliere woningvebetering en herinrichting van het openbare gebied 2e Daalsedijk e.o..In 2000 is op de avond gemeld dat het plan zou worden voorgelegd aan de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en Wonen. Het heeft echter lang geduurd totdat het ontwerp van de woonomgeving zijn definitieve vorm kreeg. Wij kunnen niet achterhalen wat de reden was om het plan niet eerder aan het bestuur aan te bieden. Nadien zijn als gevolg van het dualisme de bevoegdheden van raad en college gewijzigd. Het college werd verantwoordleijk voor het vaststellen van het herinrichtingsplan. Voor wat betreft de inbreng en invloed van bewoners op het plan heeft dit geen consequenties. Zij hebben op vele momenten hun mening kunnen inbrengen en naar die mening is geluisterd.Het herinrichtingsplan was onderdeel van de integrale besluitvorming over de 2e Daalsedijk van ons college op 18 november 2003. Het staat uw raad vrij dit onderwerp te agenderen voor de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling.
4. Het College deelt de mening dat een proces van herinrichting in alle gevallen zorgvuldig moet worden afgewogen en beoordeeld. Het College is voorts van mening dat dit in het onderhavige geval ook inderdaad zorgvuldig is gebeurd. Gedurende dat hele proces waren overigens de reacties op het plan, zowel in 2000, 2001 als 2003, overwegend positief.

---- --