Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA `s-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk Proj.Walvis Sub/04/507

Onderwerpen Datum

- Eerste IWI-toezichtrapportage over Walvis/SUB 20 januari 2004
- Derde nota van wijziging wetsvoorstel Wet
administratieve lastenverlichting en
vereenvoudiging socialeverzekeringswetten
(Kamerstuk 28 219)

- Correctie rekenvoorbeelden d.d. 4 september 2003

Eerste IWI-toezichtrapportage over Walvis/SUB
In het Algemeen Overleg van 13 maart 2003 heb ik toegezegd dat de Inspectie Werk en ./. Inkomen (IWI) toezicht houdt op de Walvis/SUB-operatie. Hierbij bied ik u aan het IWI- rapport `UWV en Walvis. Eerste rapportage'.

Reikwijdte IWI-rapport/algemene conclusie
Het toezicht van de IWI op de Walvis/SUB-operatie beperkt zich ingevolge haar taak tot UWV en strekt zich niet uit tot de andere betrokken partij, de Belastingdienst. Het toezicht over het domein van de Belastingdienst binnen Walvis/SUB vindt op de reguliere wijze plaats op basis van het Beheersverslag van de Belastingdienst, dat de Staatssecretaris van Financiën u jaarlijks aanbiedt.

De Inspectie heeft in het bijzonder de volgende onderwerpen in het onderzoek betrokken: de beheersorganisatie van het Veranderprogramma Walvis (conform Walvis aanpassen van de uitkeringsprocessen), de uitvoeringskosten en -baten van de Walvis/SUB-operatie, de berekende administratieve lastenverlichting en de ontwikkeling door UWV van de nieuwe polisadministratie.

De Inspectie is positief over het globale ontwerp van de polisadministratie. Daarnaast is de Inspectie van mening dat de door UWV opgestelde risico-inventarisatie en de voorgenomen maatregelen van het programma Walvis in belangrijke mate voldoen aan de daaraan te stellen eisen in het kader van risicobeheersing.


---

Voornaamste conclusies IWI-rapport en mijn oordeel
De Inspectie wijst op de risico's van het nog niet in wet- en regelgeving of serviceniveauovereenkomst (sno) verankeren van het niveau van dienstverlening tussen UWV en de Belastingdienst, bijvoorbeeld m.b.t. tot de polisadministratie.

In reactie op deze IWI-conclusie (hoofdstuk 5 rapport) geeft UWV aan dat het in zijn planning voorziet in het aangaan van sno's ter beheersing van dit risico. Ik heb van de Staatssecretaris van Financiën begrepen dat de Belastingdienst ook bezig is samen met UWV te werken aan de noodzakelijke lagere regelgeving en sno's.

De Inspectie stelt vast dat de door UWV begrote uitvoeringskosten van Walvis en SUB voor een groot deel afdoende zijn onderbouwd. Op vier onderdelen echter is de onderbouwing niet toereikend. Dit heeft (beperkte) gevolgen voor de terugverdientijd van de kosten van de veranderprogramma's bij UWV.

Voor wat betreft de onderstaande drie door de IWI genoemde onderdelen heb ik de Raad van Bestuur van het UWV verzocht mij voor 1 april 2004 een nadere onderbouwing dan wel duidelijkheid te verschaffen:

· De Inspectie concludeert een onvoldoende onderbouwing van de begroting ( 40 mln) voor het migreren van de huidige basisregistraties naar de polisadministratie.
· Het is de Inspectie onduidelijk in hoeverre in de kostenramingen rekening is gehouden met een aantal in de vooronderzoeken van UWV als `buiten scope' of `pro memorie' aangeduide onderwerpen.

· De Inspectie constateert dat zij verschillende activiteiten en bijbehorende kosten niet zichtbaar heeft aangetroffen in de plannen van aanpak van UWV.
Ten vierde constateert de IWI dat de kosten van het sociaal plan van UWV in de cijferopstelling van april 2003 niet zijn geïndexeerd.
Deze constatering is correct, aangezien de gehele berekening in constante prijzen 2003 is gesteld. De door de Inspectie gesignaleerd potentiële meerkosten uit dien hoofde zullen dan ook bij latere indexatie naar de prijsniveaus van de betreffende jaren (lopende prijzen) vervallen.

In relatie tot de berekende administratieve lastenverlichting voor werkgevers constateert de IWI het volgende: zonder gelijkstelling van het maatmanloon aan het SV-loon blijft het nodig dat UWV, ter vaststelling van het maatmanloon, extra gegevens uitvraagt bij de werkgever.

De gelijkstelling van maatmanloon aan SV-loon is door mij voorzien bij invoering van het uniforme loonbegrip voor de distribuerende functie conform Walvis, per 1 januari 2006.

De Inspectie merkt op dat UWV nog geen definitieve keuze heeft gemaakt in de inzet van de beschikbare personele capaciteit voor het implementatieproces Walvis/SUB. De inzet van medewerkers voor het implementatieproces volgens de geplande capaciteit is soms een probleem.

Ik sluit mij aan bij de reactie van UWV op dit punt: inzet van de UWV-medewerkers volgens de geplande personele capaciteit is totnogtoe geen groot probleem geweest, en zonodig wordt aanvullende externe capaciteit aangewend.

---

Derde nota van wijziging Walvis
./. Als bijlage bied ik u aan de derde nota van wijziging Walvis. Deze voorkomt dat de harmonisatie van het SV-loon met het fiscale loon (zoals voorgesteld in de tweede nota van wijziging Walvis) leidt tot premieheffing over een uitkering op grond van een verlofspaarregeling. Dit zou namelijk eerder, met ingang van 2004, in het wetsvoorstel Levensloopregeling - de opvolger van de verlofspaarregeling - worden geregeld. Nu de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Levensloopregeling verschuift van 2004 naar 2006, is het nodig om betreffende bepalingen in het wetsvoorstel Walvis op te nemen, inwerkingtredend per 2005.

Correctie rekenvoorbeelden d.d. 4 september 2003
In het kader van het wetvoorstel Walvis zond ik u per brief van 4 september 20031 enkele rekenvoorbeelden van de dagloonberekening op basis van het wetsvoorstel en het concept Dagloonbesluit. In een van de voorbeelden heb ik echter een rekenkundige onjuistheid ./. geconstateerd. Als bijlage zend ik u het betreffende gecorrigeerde voorbeeld.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)


1 Kamerstukken TK 2002-2003, 28 219, nr. 11

---

Bijlage: rapport IWI


4