Anti Racisme Informatie Centrum


LBR-bericht
Rotterdam, 20 januari 2004

Terechte aandacht voor bestrijding discriminatie in rapport Commissie Blok

Het LBR is tevreden met de aandacht die de Commissie Blok geeft aan gelijke behandeling en de bestrijding van discriminatie.

De conclusie dat discriminatie in het openbare leven een feit is, onderschrijft het LBR. Deze conclusie van de Commissie is des te opvallender, nu in het maatschappelijk debat over integratie dat de afgelopen tijd is gevoerd, dit onderdeel
opvallend weinig aan de orde is geweest. De aanbeveling van de Commissie het bestrijden van discriminatie en vooroordelen actief ter hand te nemen is een logische volgende stap. Zoals de Commissie Blok bij het onderdeel werk en inkomen concludeert, is er sprake van negatieve beeldvorming en stigmatisering, onder meer veroorzaakt door inactiviteit van allochtonen. Uit het rapport wordt helaas niet duidelijk in welke mate discriminatie een rol speelt bij de lagere arbeidsparticipatie en de hogere werkloosheid onder allochtonen. Het LBR heeft in het verleden reeds aangedrongen op een extensief onderzoek naar discriminatie als bepalende factor bij werkloosheid en arbeidsparticipatie. Wij hopen dat de overheid naar aanleiding van de uitkomsten van dit rapport een dergelijk onderzoek zal laten uitvoeren. Het LBR kan zich vinden in de conclusie dat lange tijd te weinig betrouwbare gegevens beschikbaar waren en dat cijfers niet mogen worden misbruikt om mensen te stigmatiseren.

Het LBR is vooral blij met de aanbeveling negatieve beeldvorming en stigmatisering te voorkomen en met de oproep discriminatie actief te vervolgen.

De segregatie in het onderwijs moet volgens het commissierapport onder meer worden aangepakt door de keuzemogelijkheden te vergroten; gemeenten moeten daarover met scholen bindende afspraken maken. Naar het idee van het LBR hebben autochtone ouders reeds een grotere keuzevrijheid dan allochtone ouders. De 'witte vlucht', waarbij autochtone ouders hun kind op een witte school plaatsen, is hier een gevolg van.
Witte ouders moeten thans bij de schoolkeuze voor hun kind wel heel sterk in hun schoenen staan om tegen de heersende negatieve beeldvorming in te gaan en hun kind naar een zwarte of gemengde school te sturen. Wanneer ouders zich laten sturen door de algemeen heersende opinie neemt segregatie toe. Maatregelen die de 'witte vlucht' beperken, zijn daarom effectief. De Commissie moet erkennen dat zwarte scholen een blijvend gegeven zijn in het Nederlandse onderwijssysteem. De demografische samenstelling van de bevolking maakt het bestaan van scholen met meer dan vijftig procent leerlingen met een migrantenachtergrond tot een onomkeerbaar feit. Het is goed dat de Commissie afstand neemt van het idee dat zwarte scholen per definitie slecht zijn en dat leerkrachten enorme inspanningen hebben geleverd (en nog leveren) om allochtone leerlingen passend onderwijs te bieden. De vorderingen met betrekking tot onderwijsachterstanden bij allochtone leerlingen zijn hoopgevend. Maar het kan niet zijn dat men een laissez-faire houding aanneemt. Er is een verschil tussen een door de bevolkingsontwikkeling gestimuleerde segregatie in het onderwijs en een kunstmatige bevordering van deze segregatie. Wanneer scholen een andere kleur hebben dan hun omgeving kan de inspectie daar kritisch naar kijken. Scholen die bewust allochtonen weren moeten worden aangepakt, barrières als wachtlijsten en hoge schoolgelden kunnen beter worden afgeschaft en het is goed om initiatieven te ondersteunen die van scholen gemengde scholen maken.

De Commissie constateert dat zowel voor autochtone als allochtone kinderen het opleidingsniveau van de ouders de sterkst bepalende factor is voor onderwijskansen. Op dit moment is de financiering van scholen afhankelijk van de etnische afkomst van kinderen. De factor migratie speelt nu nog een rol bij de 'weging' van kinderen. Voor de schoolloopbaan van leerlingen zijn inderdaad de sociaal-economische positie en het opleidingsniveau van de ouders de voorspellende factoren. Laat deze factoren daarom ook het zwaarst wegen. Meer weten over segregatie in het onderwijs? Neem een kijkje op www.lbr.nl/onderwijs en
www.lbr.nl/documentatie/fact_onderwijs.html.

De Commissie stelt voor om de ruimtelijke segregatie aan te pakken door het mengen van dure en goedkope woningen. Dit gebeurt al op grote schaal in veel gemeenten. In veel buurten van grote steden worden goedkope huizen afgebroken om deze te vervangen door de dure huizen. Wat nog ontbreekt is dat in de randgemeenten naast dure ook goedkope huizen worden gebouwd. De Commissie beveelt dit nadrukkelijk aan: randgemeenten moeten hun bijdrage leveren aan het huisvesten van mensen met een laag inkomen. Dit herstructureringsbeleid is de enige vorm van spreidingsbeleid die volgens het LBR kan en mag. Verwachtingen van dit beleid moeten echter niet te hoog gespannen zijn. Armoede en slechte maatschappelijke integratie zijn vooral individuele kenmerken die op een individueel niveau aangepakt moeten worden. Uit onderzoek blijkt dan ook dat differentiatie van buurten niet leidt tot meer sociale integratie. [Meer weten over ruimtelijke segregatie? Neem een kijkje op www.lbr.nl/documentatie/fact_segregatie.html.]

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het LBR (e-mail: info@lbr.nl, tel: 010 - 201 0 201). Het rapport van de Commissie Blok is op de website van de Tweede Kamer gepubliceerd. Op de NOVA-website is een dossier over integratie in Nederland ingericht worden.