European Commission

P/04/13

Brussel, 20 januari 2004

5493/04 (Presse 24)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende de bijwerking van de EU-lijst van personen tegen wie een visumverbod en een bevriezing van tegoeden zijn afgekondigd

De Europese Unie, die zich zorgen blijft maken over de situatie in Birma/Myanmar, maakt bekend dat zij haar lijst heeft bijgewerkt van personen tegen wie een visumverbod en een bevriezing van tegoeden zijn afgekondigd. Het betreft de leden van de Raad voor vrede en ontwikkeling, de ministers, de hoge officieren van het leger, de leden van de Verenigde solidariteits- en ontwikkelingsassociatie, de leiding van de economische staatsondernemingen en de personen die van het economisch beleid van de regering profiteren, alsmede hun gezinsleden. De lijst is bijgewerkt in het licht van de laatste herschikking van de regering van Birma/Myanmar.

De Europese Unie neemt er akte van dat de regering van Birma/Myanmar heeft aangekondigd dat in 2004 een nationale conventie zal worden bijeengeroepen en dat een grondwet zal worden opgesteld. Zij verzoekt de regering van Birma/Myanmar om zo spoedig mogelijk een diepgaande en constructieve politieke dialoog op te zetten met de LND en met andere politieke formaties over een proces dat tot nationale verzoening kan leiden. De EU staat volledig achter de oproep van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties om diens speciale gezant, Tan Sri Ismail Razali, zo spoedig mogelijk naar Birma/Myanmar te laten terugkeren.

De Europese Unie zal de situatie in Birma/Myanmar blijven volgen en is bereid om proportioneel op toekomstige ontwikkelingen te reageren.

De toetredende landen Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië, de kandidaat-lidstaten Bulgarije en Roemenië, de landen van het stabilisatie- en associatieproces Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Servië en Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, alsmede de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, sluiten zich bij deze verklaring aan.


___________________