Ingezonden persbericht


Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg
Peppelschans 24
2352 BE Leiderdorp

PERSBERICHT

Kamp blijft Tweede Kamer negeren
Onderhandelingen over verkoop Orions gaan gewoon door

VALKENBURG - Ondanks dat er nog onbeantwoorde Kamervragen over dit onderwerp liggen en ondanks dat de minister nog met de resultaten van de door de Tweede Kamer gewenste onderzoeken moet komen, is zijn Duitse collega wel heel erg zeker van de overname van de Orions. De Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg vraagt in een brief aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Defensie nogmaals aandacht voor de gang van zaken rond de plannen die Kamp met de Orions en vliegkamp Valkenburg heeft.

Bijgaand treft u een kopie van de brief met bijlagen, die wij vanavond aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Defensie hebben toegestuurd.

Valkenburg, 20 januari 2004

Informatie voor de pers:
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Marco Borst, secretaris van de Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg. Telefoon: 06 55 174602 of via e-mail op svmv@planet.nl. Algemene informatie is ook te vinden op onze website: http://svmv.netmenu.nl


---- --
Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg
Peppelschans 24
2352 BE Leiderdorp

Aan de leden van de
Vaste Kamercommissie voor Defensie

behandeld door : Marco P.J. Borst
telefoon : 06 55 174602
e-mail : svmv@planet.nl
home page : http://svmv.netmenu.nl
uw brief :
ons kenmerk : svmv/mb-040120
betreft : Internationale samenwerking
datum : 20 januari 2004

VERZONDEN PER E-MAIL
Geachte heer/mevrouw,

Met deze e-mail willen wij u op de hoogte brengen van de laatste ontwikkelingen rond de voorgenomen sluiting van Vliegkamp Valkenburg. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de voorgenomen verkoop van de Orions in een veel verder gevorderd stadium is dan "slechts een Letter of Intent". Ondanks dat er nog onbeantwoorde Kamervragen over dit onderwerp liggen en ondanks dat de minister de resultaten van zijn door de Tweede Kamer gewenste onderzoeken nog aan u moet voorleggen, is zijn Duitse collega wel heel erg zeker van de overname van de Orions.

"Wir kaufen acht Orions"
Op 14 december kondigde de Duitse minister van Defensie Struck ingrijpende bezuiningen op het Duitse leger aan. Er gaan tienduizenden banen verloren, honderd bases worden gesloten en de aanschaf van nieuw materieel wordt uitgesteld. Desondanks stelt Struck alles in het werk om de Nederlandse Orions te kunnen kopen.

Struck is wat dat betreft zeker van zijn zaak. Hij zei op 14 januari: "(...) mit den Seefernaufklärern MPA P3C ORION, die bisher nicht mit Finanzmitteln unterlegt sind, werden wir die Aufklärungsfähigkeiten der Bundeswehr verbessern. Wir werden von den Niederländern acht ORION kaufen, die Verhandlungen laufen darüber."

Ondanks dat het kabinet geen groen licht heeft gekregen voor de verkoop van de Orions, gaan de onderhandelingen met Duitsland gewoon door. Sterker nog, Struck heeft het niet eens meer over het eventueel overnemen van Orions, maar zegt nu stellig: "Wij zullen van Nederland acht Orions kopen".

De voorbereidingen voor de verkoop aan Duitsland gaan daarom omverminderd door. Deze week brengen 10 tot 15 Duitsers op Valkenburg het P-3 opleidingsprogramma voor Duits personeel in kaart. De opleidingen zullen medio augustus starten.

Duitsland hecht, in tegenstelling tot minister Kamp, wél veel waarde aan de Orion patrouillevliegtuigen. En dat terwijl Duitsland zelf weinig kust heeft en al helemaal geen uitgestrekte overzeese gebiedsdelen, waar op grote schaal drugs worden gesmokkeld.

Samenwerking binnen de Benelux
De ministers van Defensie van de Benelux-landen hielden vlak voor het Kertreces hun jaarlijkse ontmoeting. De drie ministers informeerden elkaar op 12 december over hun investeringsprogramma's om te bezien of er verdergaande samenwerking mogelijk is. Minister Kamp zei graag te zien dat Nederlandse militairen in het Afrikaanse Benin aan een Belgische oefening deelnemen, en dat Nederland en Belgie samen hun F-16's gaan onderhouden. De mogelijkheid om gezamenlijk met de Orions te gaan opereren kwam voor zover wij weten niet aan de orde, ondanks dat de Kamer heeft gevraagd dit te onderzoeken. De ontmoeting had plaats op het Marine Vliegkamp Valkenburg. Dit toont weer eens de nuttige functie van het vliegkamp aan.

Artikelen
Samen met deze brief sturen wij u twee recente artikelen. Het eerste betreft een persbericht van de Amerikaanse marine over een technische demonstratie op 19 december 2003. Toen werd een Unmanned Air Vehicle (UAV) vanuit een P-3C Orion bestuurd. De combinatie P-3C Orion en UAV bleek ideaal. De Orion fungeerde niet alleen als controle-platform voor de UAV, maar de sensoren van de UAV werkten ook uitstekend in aanvulling op de sensoren van de Orion. Gezien het feit dat de minister van defensie ook voor Nederland UAV's wil aanschaffen zeker iets om over na te denken.

Het tweede artikel komt uit de Defensiekrant van 15 januari jl. en gaat over een missie met een P-3C Orion van de MARPAT boven Kosovo. Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.

Steeds minder MPA's
Wij kunnen hier nog aan toevoegen dat de Britse regering overweegt om het Nimrod project om financiële redenen stop te zetten en dat de Amerikaanse marine dit jaar noodgedwongen circa 75 P-3C Orions zal moeten afstoten vanwege ernstige vermoeidheids-verschijnselen. Ook heeft de Italiaanse regering in juli 2003 aangekondigd het aantal Breguet Atlantics te verminderen van 18 naar 14. Onze conclusie is dat de behoefte aan dit soort toestellen hierdoor alleen maar zal toenemen. En met name de Nederlandse Orions zullen na de CUP modificatie tot de best uitgeruste Orions ter wereld behoren !

Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee van dienst zijn geweest, en dat u de informatie in uw besluitvorming zult betrekken.

Hoogachtend,
Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg

Mr J.G. Dubbeldam, Marco P.J. Borst,
voorzitter secretaris

bijlagen : "NAVAIR demonstrates control of UAV at highest level" (persbericht NAVAIR dd 6 januari 2004) : "Hondenwacht boven Kosovo" (Defensiekrant dd 15 januari 2004)


---- --
NAVAIR Demonstrates Control of UAV at Highest Level

Story Number: NNS040106-08
Release Date: 1/6/2004 8:00:00 PM

By Renee Hatcher, NAVAIR Public Affairs Office, PEO(A)

PATUXENT RIVER, Md. (NNS) -- Naval Air Systems Command (NAVAIR) recorded

another first in naval aviation history when a P-3C Orion launched, took

control of, and recovered a Fire Scout Vertical Takeoff Unmanned Aerial

Vehicle (UAV) during a 45-minute technical demonstration Dec. 19 at NAVAIR

Webster Field in St. Inigoes, Md.

The Aircraft Improvement Program (AIP) P-3C demonstrated the highest level

of control, level 5, by controlling the launch and recovery of Northrop

Grumman's Fire Scout, and controlling both the air vehicle and its sensor

payload while airborne. The AIP aircraft took off from Patuxent River with

an integrated Tactical Control System (TCS) installed that allowed the

aircraft to control the airborne Fire Scout. This was a first for the Navy.

The TCS, developed by Raytheon Corporation, and the Tactical Common Data

Link (TCDL), developed by L-3 Communication Systems-West, were integrated

aboard the P-3C AIP aircraft by the prime systems integrator, Lockheed

Martin Maritime Systems & Sensors-Tactical Systems Eagan.

The improvements to the P-3C give it the ability to execute its Over The

Horizon-Targeting mission more effectively and increase its survivability in

a hostile environment, while retaining the ability to conduct other

missions.

"Through its airborne control of the UAV platform and sensors, the P-3 AIP

will be able to greatly expand its support to carrier strike groups and

ground forces," said Capt. Steve Eastburg, NAVAIR's Maritime Surveillance

Aircraft (PMA-290) program manager. "This capability will also improve

platform survivability, decrease the targeting timeline, improve situational

awareness and post-strike battle damage assessment, and provide a

communication relay role for battle group assets."

The demonstration began when the P-3C AIP aircraft took off from Patuxent

River and launched Fire Scout from Webster Field using TCS. The AIP aircraft

controlled the air vehicle and sensor payload via the TCS and vectored the

Fire Scout to a simulated target, a U.S. Coast Guard vessel, on the St. Mary

's River. The Fire Scout fed streaming electro-optical video via TCDL to the

P-3C during the demonstration. The P-3C then relayed the motion video from

the Fire Scout, along with motion video gathered from the P-3C's onboard

electro-optical sensor, to a ground station at Webster Field. This relay of

Fire Scout sensor data to a ground station demonstrated the network centric

concept of making Fire Scout sensor data available (by rebroadcast) to a

ground station that is not in direct communications link with the Fire

Scout.

The demonstration concluded when the AIP aircraft successfully recovered and

landed the Fire Scout at Webster Field. It was a proof-of-concept and risk

mitigation exercise for the adjunct UAV command and control requirement

associated with the next generation maritime surveillance aircraft, the

Multi-mission Maritime Aircraft.

PMA-290 and NAVAIR's Unmanned Aerial Vehicles Program Office (PMA-263)

jointly sponsored the technical demonstration. The two program offices have

been working as a single P-3C AIP-Fire Scout Demonstration Team since

October 2002 to demonstrate the successful integration of TCS and TCDL

aboard the P-3C AIP aircraft, to enable the control of Fire Scout and its

sensor capabilities.

"As the centerpiece of the Navy's UAV architecture, the Tactical Control

System was demonstrated at its best today, successfully providing the

highest level of UAV control from an in-flight aircraft," said Capt. Dennis

Sorensen, program manager for NAVAIR's Unmanned Aerial Vehicles (PMA-263).

"Today's event paves the way for future system interfaces and connectivity

that are vital to 21st century operational effectiveness."


---- --
Bron:"Defensiekrant", 15 Januari 2004, pagina 6/7
Tekst: Evert Brouwer.

Hondenwacht boven Kosovo

Orion 46 haalt alles uit de kast

Wachtmeester (Kmar) Martijn Alberts is zojuist de Sigonella Inn voorbij geflitst als luitenant ter zee-1 Jos Oppeneer met zijn crew op weg kan. De bijna dagelijkse gang naar het Amerikaanse militaire vliegveld van Sigonella is wat opgehouden door de wielerronde van de Militaire Wereldspelen,die eind vorig jaar op Sicilië werden gehouden. Ondanks de onzekerheid over de toekomst van de P-3C Orion en marinevliegkamp Valkenburg is het personeel van 320 Squadron nog steeds op en top gemotiveerd. Ze kunnen nog steeds niet geloven dat de regering de Groep Maritieme Patrouille-vliegtuigen (MARPAT) amputeert. "De vliegtuigen kun je overdragen,maar onze expertise zal moeilijker zijn",stelt hoofd operationele dienst van 320 Squadron en vliegtuigcommandant Oppeneer.

Dit verhaal had ook anders kunnen beginnen,maar de missie die Orion 46 deze nacht van vrijdag op zaterdag uitvoert,kan nu eenmaal niet helemaal in de openbaarheid. Samenwerking met onderzeeboten of special forces gaat immers in het geheim. "We willen nu eenmaal het liefst ongezien te werk gaan en dat kan ook wel eens een nadeel zijn. Zeker als je juist wilt demonstreren wat er allemaal mogelijk is met de P-3C Orion". De mannen van de MARPAT zijn er nog steeds van overtuigd dat 'Den Haag' de waarde van de met elektronica gevulde platforms onderschat. Er zijn wel sonarboeien om onderzeeboten op te sporen aan boord,maar die zijn al jaren niet meer in aanraking geweest met zout water. De operaties vinden immers de laatste jaren meer en meer boven land plaats. De Orions zijn dan ook al lang geen marinevliegtuigen meer,maar zo Joint als het maar zijn kan. Immers,er worden niet alleen met grondtroepen (landmacht) samengewerkt,maar met krijgsmachtdelen van vele landen.

Contact

De avond is al lang over het vulkanisch eiland gevallen als sergeant (TDV) Peter Jansen en korporaal (TDV) Robin de Bekker de trap van de P-3C afdalen. Na een laatse inspectie kan adjudant Van Zijl de vier Allison T56-A-14 turboprops in beweging zetten. Links en rechts staan diverse CH-53A Sea Stallions zich op te warmen. Vliegers LTZ-2 OC Dennis Schouten en LTZ-2 Wim Hartman taxiën rustig naar de startbaan voor de negende missie in vijftien dagen. "Het hadden er elf moeten zijn,maar twee konden niet doorgaan vanwege het weer. Toch is het nu al behoorlijk aanpoten",bekent Oppeneer,"omdat we vooral 's nachts moeten vliegen. De boeven willen immers ongezien opereren en dan is het duister toch het best. Als het goed is halen we met een detachement van achttien man deze maand zestien sorties."

Als Orion four-six,het call-sign voor vanavond,het luchtruim kiest richting de Balkan is de machtige vulkaan Etna in schaduwen gehuld. Sergeant-majoor Jan Vonk,radaroperator,wordt in zijn concentratie gestoord door het aanbieden van een knap broodje hamburger dat in de keuken is klaar gemaakt. Met veel mayonaise en ketchup "want het is mager gehakt", zo wordt gezegd. LTZ Oppeneer weet inmiddels dat er deze missie vier locaties moeten worden bezocht en het eerst richting de Kosovaarse hoofdstad Pristina gaat. "Wat we daar gaan doen,horen we ter plekke van ons contact. Met de Amerikanen zijn we als klein kikkerland de enigen die deze missies kunnen en mogen vliegen. Dat komt omdat we zoveel ervaring hebben opgedaan in Bosnië."

Het neusje van de zalm zit verscholen in de neus van de P-3C. Eenmaal boven Kosovo wordt de Star Safire van Flir Systems in stelling gebracht. Hiermee kan vanaf 20.000 voet en hoger met infra-rood een doel op 20 nautische mijlen nauwkeurig worden bekeken. Tenminste,door iemand die daarvoor is opgeleid (Photograpic Interpretation Course); iemand die de beelden goed kan interpreteren. "De F-16 kan ook met een camera worden uitgerust,maar die 'kijkt' recht naar beneden. En bovendien weet de vlieger niet wat hij fotografeert. Wij hebben meteen resultaat,waarbij het grondstation mee kan kijken",zegt navigator LTZ-2 Taco Otte. Hij heeft een grote rol aan boord en moet het platform naar de doelen leiden. "Als je ongezien en ongehoord een doel wilt benaderen,heb je ook met factoren als wind te maken. Zeker als je vlak bij een grensgebied zit. Bij een windsnelheid van honderd knopen per uur waai je zo de grens over. Vijf mijl is in dertige seconde afgelegd. Dat zijn zaken om rekening mee te houden." Otte leidt het toestel in anderhalf uur via Albanië naar een corridor die op bepaalde tijden alleen beschikbaar blijft voor vliegtuigen van de stabilisatiemacht. Bemand en onbemand. "Voor sommige inlichtingen zijn de UAV's uitermate geschikt,maar op de grond is men overtuigd van de kracht van onze middelen",zegt Oppeneer. "Een UAV is toch minder flexibel. Met onze camera kunnen we immers over grenzen of bergkammen heen kijken,als dat nodig mocht zijn. En vliegensvlug anticiperen op veranderende omstandigheden op de grond."

Voor de crew: nog negen minuten dan zijn we boven Kosovo",zegt Jos Oppeneer door de headset. Als het Combined Air Operations Centre (CAOC) in Poggio (met Nederlandse liaison) toestemming geeft, vliegt Orion four-six verder met alleen de eigen middelen ter beschikking. "Heel soms hangt er een Echo-3 (E3 Sentry ofwel AWACS) in de buurt", weet Oppeneer. "Maar het is niet gevaarlijk in dit gebied. Boven Bosnië werd je in het verleden nog wel eens aangestraald,maar dat gebeurt nauwelijks meer." Wel zijn de SAM-sites (grond-lucht raketten) ingeprogrammeerd, zodat de bemanning eventueel weet waarmee ze te maken heeft. Ook voor de zekerheid zitten aan stuur- en bakboord twee uitkijkposten,uitgerust met nachtzichtapparatuur,om eventuele andere nachtvliegers op tijd in de gaten te hebben. In het toestel zijn de lichten uit,maar vanuit de cockpit blijft het zicht ruim voldoende door de maan die over het bevroren land hangt. Pristina is goed te zichtbaar met z'n vliegveld. Al snel is er contact gelegd met het grondstation,codenaam Roadrunner,die op zijn beurt in verbinding staat met het CAOC. De Amerikanen hebben door gekregen dat er zich iets afspeelt. Met de camera heeft sergeant-majoor Jan Vonk al snel een paar vrachtauto's in beeld gebracht,waar tussen een aantal mensen heen en weer lopen. De gegevens worden doorgegeven aan het grondstation en daar geanalyseerd. Op hun aanwijzing worden eventueel grondpatrouilles naar de plek gedirigeerd om polshoogte te nemen. "Bij verkenningsmissies op de grond is het van groot belang te weten wat er zich in de duisternis voor je allemaal afspeelt",zegt Oppeneer. "We hebben in Afghanistan een keer een vriendschappelijke grondeenheid geholpen. Die mannen waren aan het eind van hun Latijn. Hebben wij een paar uur de wacht gehouden boven hen. Dit toestel kan immers ruim elf uur in de lucht hangen,vergeet dat ook niet. Tevens kun je eenheden naar een doel praten. Als er iets beweegt in het terrein en je weet dat het geen geallieerden zijn. Voor alle brandhaarden geldt dat de landcomponenten een groot oog boven zich willen hebben."

Razen

De bemanning heeft net een oefening met de Amerikanen en Multinational Brigade achter de rug,waarbij een verdacht voertuig moest worden gevolgd. "En dat ging bepaald niet over hoofdwegen. Onze beelden werden direct naar het grondstation gezonden,waardoor meteen maatregelen konden worden genomen. Een UH-60 Blackhawk en een AH-64 Apache hebben het voertuig en inzittenden tot staan gebracht",vertelt Oppeneer. Dat zo'n oefening zin heeft,wordt direct bewezen.

Het hoofd operationele dienst is nog niet uitgesproken of de P-3C glijdt na de klok van enen in het spoor van verkenners die met hun landrovers over de weg razen. "Waar heeft die z'n rijbewijs gehaald",schalt ras-Katwijker Van der Plas door het toestel als hij de jeeps moet volgen en de nabije omgeving afspeurt. De voertuigen knallen met meer dan honderd kilometer per uur over een slechte en nauwelijks verlichte weg. Schijnbaar moeiteloos bedient Van der Plas het joystick achtige mechanisme waarmee de camera wordt bewogen. Het gaat ten koste van de duimen,maar dat neemt-ie op de koop toe. "Prachtig werk toch. Aha,daar komt een nieuw verzoeknummer van de grond." Roadrunner heeft de P-3C echter niet meer nodig.

Er worden nog wat grappen gemaakt over de fraaie Amerikaanse voertuigen op de grond en dan gaat het naar de grens met Bosnië. Daar volgen nog twee missies en dan gaat het weer op Sigonella aan. Na in totaal zeven uur vliegen komt de Etna weer in beeld en even later zet Dennis Schouten de P-3C veilig op de grond. "Het is wat anders dan een negen-tot-vijf-baan",bekent Oppeneer,"maar soms acht tot tien uur zeer geconcentreerd werken op vreemde tijden." De sfeer aan boord is dan ook heel belangrijk. Tijdens de vlucht is er nauwelijks ruimte voor gepraat over koetjes en kalfjes. Vandaar dat in het hotel nog een stevig uurtje wordt nagepraat over de vlucht, de toekomst van de MARPAT en minder belangrijke zaken. Met een ferme slotconclusie van Jos Oppeneer: "Er is duidelijk behoefte aan onze wijze voor verkenning. Enkele jaren geleden dreigde de P-3C ook in de VS te verdwijnen. Na de militaire operaties in Bosnië,Kosovo en Afghanistan krijgt de Orion een veel grotere rol binnen de Amerikaanse krijgsmacht, net als de Nimrod MR Mk.2 bij de Britten. Dat geeft toch te denken."


---- --