Unicef



Ruim ¤ 5,5 miljoen binnen op giro 555

HOGE OPBRENGST 'NATIONALE DAG VOOR IRAN'

Den Haag, 21 januari 2004 - De 'Nationale dag voor Iran' van afgelopen vrijdag 16 januari heeft na de eerste dagen ¤ 1,5 miljoen opgebracht ten bate van de aardbevingsslachtoffers in Iran. Met dit bedrag komt het voorlopige totaal op giro 555 uit op ruim ¤ 5,5 miljoen; met deze opbrengst kunnen de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) hun huidige hulpverleningsactiviteiten in Iran de komende weken en maanden voortzetten. Giro 555 zal nog geruime tijd geopend blijven voor donaties voor Iran.

Precies drie weken na de aardbeving in Bam sloegen op 16 januari twintig bekende Nederlanders, de NOS, de publieke omroep, alle commerciële zendgemachtigden en uitgevers van dagbladen de handen ineen om zo veel mogelijk geld in te zamelen voor Bam. De bekende Nederlanders, waaronder Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet der Nederlanden, Paul van Vliet, Job Cohen, Ivo Niehe, Elco Brinkman, Jeroen Pauw, Birgit Schuurman en Sonja Silva, spraken tv- en radiospots in waarin ze het Nederlandse publiek oproepen tot steun aan de aardbevingsslachtoffers. Alle publieke en commerciële omroepen, zowel op radio als tv, zonden afgelopen vrijdag deze spots rondom hun normale programmering in hoge frequentie uit; verder boden alle grote regionale en landelijke dagbladuitgevers gratis advertentieruimte voor de oproepen van de bekende Nederlanders. De Samenwerkende Hulporganisaties zijn bijzonder blij met deze belangeloze medewerking van alle partijen en zijn verheugd over de geefbereidheid van het Nederlandse publiek voor de slachtoffers in Iran.

De verschillende organisaties die deel uitmaken van de SHO kwamen direct na de aardbeving op Tweede Kerstdag in actie met de eerste noodhulp. Noodhospitalen en tenten werden opgezet, winterkleding werd aangeschaft om kinderen te beschermen tegen de kou en op grote schaal werden medicijnen, waterpompen, voedselpakketten en generatoren naar het rampgebied gebracht. Voor de tienduizenden getroffenen is het nu vooral een kwestie van overleven, voordat een start kan worden gemaakt met de wederopbouw. In de opvangkampen blijft de komende tijd de aanvoer van schoon drinkwater een eerste vereiste en moeten veel meer sanitaire voorzieningen als latrines en wasgelegenheden worden aangelegd. De SHO-organisaties verlenen in toenemende mate psychische hulp opdat de slachtoffers hun afschuwelijke ervaringen kunnen verwerken. Gisteren meldde het Iraanse ministerie van Onderwijs dat een eerste groep kinderen in Bam weer naar school is gegaan, in een noodschool in een tent. De komende weken zijn nog veel meer noodscholen nodig om alle kinderen weer onderwijs te geven.

Via de website www.giro555.nl kunnen geïnteresseerden online doneren en op de hoogte blijven van de hulpverlening aan Iran en het verloop van de Nationale Actie. De Samenwerkende Hulporganisaties zijn een ad hoc-samenwerkingsverband, dat in tijden van grote crises aandacht vraagt voor een rampsituatie. De SHO bestaan uit: Artsen zonder Grenzen, Unicef Nederland, Kerkinactie, Mensen in Nood/Cordaid, Nederlandse Rode Kruis, Novib, Stichting Vluchteling, Tear Fund en Terre des Hommes. Momenteel is Unicef Nederland voorzitter van de SHO.


*****



Unicef