Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Berekeningen Wijziging Wao

© UWV
La Guardiaweg 68
Postbus 58285
10440 HG Amsterdam
Tel (020) 687 91 11

Company Confidential

Inhoud

Blz. 3 1. Inleiding


4 2. Demografische ontwikkeling en partipatiegraad


5 3. De verwachte instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen.

9 4. Schattingsbesluit
9 4.1 Basisgegevens
10 4.2 Effect nieuw Schattingsbesluit volgens de kabinetscriteria 11 4.3 Effect aanpassingen Schattingsbesluit volgens de kabinetsvoorstellen 13 4.4 Representativiteit

15 5. Duurzaamheidscriterium
15 5.1 Berekening van het duurzaamheidscriterium.
19 5.2 De effecten van het duurzaamheidscriterium

21 6. Mogelijke gedragseffecten als gevolg van beleidswijzigingen

2 n 21-1-2004 n Berekeningen Wijziging Wao


1. Inleiding en Samenvatting

Op verzoek van de Commissie VWB zijn de effecten van de voorstellen op basis van het SER-advies alsmede van de in de SER-adviesaanvraag
weergegeven voorstellen van het kabinet gekwantificeerd.
In deze notitie wordt deze kwantificering gepresenteerd.
Over de relevante berekeningen heeft afstemming plaatsgevonden tussen UWV, CPB en SZW. Op basis van het afstemmingsoverleg zijn een aantal
scenario's opgesteld. Over de mate van waarschijnlijkheid van deze
scenario's kan verschillend worden geoordeeld.

Teneinde de voorstellen te kunnen vergelijken, worden deze afgezet
tegen een basisprojectie, waarin alleen de verlenging loondoorbetaling is meegenomen. Allereerst worden de voorstellen van de SER met
betrekking tot het schattingsbesluit en het duurzaamheidscriterium
gekwantificeerd; daarna komen de voorstellen van het kabinet met
betrekking tot het schattingsbesluit en het duurzaamheidscriterium aan bod.

Met betrekking tot de kwantificering zijn de volgende elementen van
belang:
0 De prognose van de beroepsbevolking alsmede de participatiegraad; 0 De verwachte instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen;
0 De effecten van de wijzigingen van het schattingsbesluit;
0 De effecten van het duurzaamheidscriterium;
0 Mogelijke gedragseffecten als gevolg van beleidswijzigingen op
andere terreinen.

Deze notitie volgt de hierboven gepresenteerde deelstappen.


3 n 21-1-2004 n Berekeningen Wijziging Wao

Demografische ontwikkeling en partipatiegraad


2. Demografische ontwikkeling en
partipatiegraad

In de periode 2003-2022 vergrijst de bevolking. Het aandeel van de 55- tot 65-jarigen neemt toe. Dit heeft ook gevolgen voor de
beroepsbevolking. Door de vergrijzing van de bevolking zou de
beroepsbevolking bij gelijkblijvende arbeidsparticipatie krimpen.

Bij de berekeningen is uitgegaan van een door het Centraal Planbureau ontwikkeld scenario:1 een toename van arbeidsparticipatie in de
leeftijdgroep 55-65 jaar bij mannen en in de leeftijdsgroep 35-65 jaar bij vrouwen. Dit zijn categorieën waar de invalideringskansen relatief hoog zijn.

De stijging van de instroom zet gestaag door tot 2022. Deze stijging wordt alleen onderbroken door de invoering van de loondoorbetaling 2e ziektejaar in 2005. Hiervoor is de instroom met 15% naar beneden
gecorrigeerd omdat momenteel 15% van de WAO'ers in het eerste WAO- jaar herstelt. Bij het bepalen van deze correctie is rekening gehouden met het feit dat nu al op vrijwillige basis de loondoorbetalingsperiode kan worden verlengd.
In tegenstelling tot de ramingen van het SER-advies van 2002 is in deze notitie daarom niet uitgegaan van een constante beroepsbevolking en participatiegraad. De reden hiervoor is dat toenemende vergrijzing en participatie een substantieel effect op de verwachte instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen hebben. Een constante
beroepsbevolking en participatiegraad zou onvoldoende recht doen aan de gevolgen hiervan voor het beroep op de
arbeidsongeschiktheidsregelingen dan wel zou een adequate
basisprojectie onmogelijk maken.


1 Het betreft hier het Global Economy scenario (zie de binnenkort te publiceren lange termijn scenario's van het CPB)

4 n21-1-2004 n Berekeningen Wijziging Wao

De verwachte instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen.


3. De verwachte instroom in de
arbeidsongeschiktheidsregelingen.

Het startpunt voor de kwantificering van de voorstellen van SER en kabinet is het verwachte instroomniveau in de huidige WAO. Op dit verwachte niveau worden vervolgens, vóór de kwantificering van de voorstellen, de effecten in mindering gebracht van de verlenging van de wachttijd van één naar twee jaar en de uitsluiting van gedeeltelijk arbeidsongeschikten (zowel degenen met een mate van
arbeidsongeschiktheid lager dan 35% die buiten de nieuwe regelingen vallen als degenen met een mate van arbeidsongeschiktheid hoger dan
35% die zowel bij SER als kabinet in een aparte regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten kunnen instromen).

Zoals in paragraaf 2 is aangegeven is de eerste belangrijke parameter voor de verwachte instroom de ontwikkeling van de beroepsbevolking. De tweede parameter is de keuze voor de verwachte instroom in het
startjaar voor de ramingen, waarop de ontwikkeling van de
beroepsbevolking wordt geprojecteerd.
Voor de verwachte instroom zijn twee scenario's opgesteld. Ter
achtergrond toont onderstaande grafiek de instroomontwikkeling in de WAO sinds 1976:

instroom (x 1000)
120,0

100,0

80,0

60,0

40,0

1976 1981 1986 1991 1996 2001


5 n21-1-2004 n Berekeningen Wijziging Wao

De verwachte instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen.

In het eerste scenario is het instroomniveau van 2003 als startniveau gekozen; in dit scenario bedraagt de startinstroom, vóór de hierboven genoemde correcties, 66.000 personen. De argumenten om dit
instroomniveau als een goede basis voor een prognose voor de jaren daarna te nemen zijn:
0 Het lage niveau in 2003 t.o.v. eerdere jaren wordt voor een zeer belangrijk deel veroorzaakt door de Wet verbetering Poortwachter en de voortdurende activiteiten van UWV om de kwaliteit van de
uitvoering te verbeteren.
0 Daarnaast wordt gewezen op maatregelen van UWV om dit jaar de instroom verder te beperken (t.o.v. 2003):

o Intensivering van sectorgericht beleid door het UWV (onder meer het convenant met de uitzendsector);

o Uitbreiding `werkgeversrol' UWV voor vangnetgevallen ZW (met name zieke werklozen);

In het tweede scenario is het gemiddelde instroomniveau van de jaren